<§<w««4k« Uttitfyt*. 0 n d e r w ij s. Marine en leger. Kunst nieuws. Links van het gevolg der adjudanten van den kroonprins, ging de hofmaarschalk, vrijheer von Schleinitz. Daar achter kwam de vader der bruid, prins Friedrich Karl; aan zijn arm zag men de groot hertogin van Saksen. Naast den reusachtigen, langen prins Karl, ging de slanke zuster van prinses Marie, de erfgroothertogin van Oldenburg. Daarop volgden prins Frederik der Nederlanden met prinses Albrecht, de groothertog van Saksen met de erfgroothertogin van Saksen, de bevallige prinses Elisabethde hertog van Connaught met zijn kleine bruid Louise Margaretha van Pruisen. Daarna kwam een, schitterende stoet van Duitsche en Pruisische erfprinsen, prinsen en groothertogen. Deze stoet en de geheele trein werd gesloten door prins Frederik von Hohenzollern, vergezeld van den erfprins van Meiningen. Elke prinses werd voorafgegaan door twee in rood kostuum gekleede pages en eenige hofdames. Bij het ingaan van de Jaspis-zaal werd de op tocht begeleid door muziek, die den kroningsmarsch van Meyerbeer speelde. De hooge geestelijkheid, in dienstgewaad gekleed, met den hofprediker, dr. Kögel, ging het vorstelijk paar tegemoet en geleidde het naar het altaar. Dit was met irood fluweel gedrapeerd en met groene guirlandes afgezet. Boven het altaar verhief zich een kruis,dat smaakvol met versche bloemen was versierd. Alsnu plaatste zich de geestelijke daar achter en groepeerden zich de vorstelijke personen in een halven cirkel daarom heen. In het midden stond het vorstelijk paar. De linkervleugel werd gesloten door den koning der Nederlanden met de Duitsche kroonprinses en de stiefmoeder der bruid, prinses Friedrich Karl. De plechtigheid werd geopend door het konink lijke domkoor. Nadat de laatste tonen van het plechtig koraalgezang: „Eomm heiliger Geist Teehr bei ons tinwaren weggestorven, begon dr. Kögel, een der uitstekendste kanselredenaars die ook in Nederland niet onbekend is, waar hij jaren heeft vertoefd zijne rede, naar aanleiding van het door het bruidspaar zelf gekozen tekstwoord uit Jesaia 24: „Ik en mijn huis, wij zullen den Heer dienen." In de eerste plaats besprak de redenaar het leedgevoel, dat alle aanwezigen vervulde, nu de keizer en de keizerin niet bij het schitterende feest tegenwoordig waren, terwijl de keizerlijke majesteiten zelf deze scheiding als een smartelijk offer beschouwden, gelijk zij zelve hebben te kennen gegeven. Vervolgens herinnert de redenaar aan de vorige telgen uit de huizen van Hohenzollern en Oranje die elkaar voor het altaar de hand van trouw hadden gereikt. Louise van Oranje leefde nog in het hart van ieder Duitscher en mag als de eigenlijke stammoeder van het huis van Hohen zollern worden beschouwd. Nadat de redenaar ieder der aanstaande echte lingen afzonderlijk hunne plichten had voorge houden, overhandigde hij hun in naam der gemeente een bijbel, en herinnerde daarbij aan het opschrift op de oude Nederlandsche munten: „Steunende op den bijbel, zullen wij overwinnen Dr. Kögel herinnerde daarna de doorhem aangenomen bruid aan de spreuk, haar toenmaals voorgehouden, (Jesaia 43 vs. 1)„Alzoo zegt de Heer uw Schepper vrees niet, want ik heb u bij uwen naam geroepen, gij zijt de mijne," en wees haar- op den troost des gebeds bij de scheiding van haar familie en haar vaderland, terwijl de harte lijke gebeden van de achter blij venden haar zullen- volgen op haren weg. Nadat de redenaar zijn rede had geëindigd, volgde de eigenlijke formaliteit der inzegening van het huwelijk. Hierop werd Handels Hallelujah aangeheven. De geheele plechtigheid werd met een gebed besloten. „Beide. En ook mijn lieve vriendin." „Dat maakt zulke verhoudingen zoo aangenaam en gelukkig, niet waar? Ik verlang ook zeer mevrouw Carlton te leeren kennen. Haar man is geheel haar slaaf. Wij hebben getracht hem over te halen om Dinsdag over te blijven voor het grootste feest van ons seizoen; maar hij zei dat hij beloofd had thuis te komen en dus ook gaan „moest." „Het zou zeer laakbaar in hem geweest zijn, als hij om een zelfzuchtige reden langer weggebleven was," merkte mijnheer Walton ernstig aan. „Echt- genooten behooren thuis te zijn en moeten geen zoogenaamde pleiziertjes naloopen zonder hunne vrouwen. Dat is mijn opinie." „En toch zijt gij met zulke uitstekende grond beginselen nog ongehuwd, mijnheer Walton? Hoe gelukkig zal de vrouw zijn, die in u haar trouweu beschermer en levensgezel vindt!" {Wordt vtovolgd) Op het oogenblik dat de jonggehuwden de ringen wisselden, werden driemaal twaalf kanon schoten in de nabijheid van het paleis gelost. Tot slot der ceremonie ontving het paar den zegen des geestelijken. In dezelfde orde, waarin men de kerk was binnengetreden, ging men thans naar de aangrenzende Grotzaal, waar den gehuwden de gelukwenschen der aanwezigen werden aange boden. Deze zaal is een phantastisch versierd vertrek uit den tijd van Frederik den Groote. Het schit terend lichteffect ging alle beschrijving te boven, i Honderden waskaarsen, vastgehouden door uchters van bergkristal, verspreidden een ver blindend licht, dat door de kristallen in de heer lijkste kleuren werd ontleed en vlammend terug gekaatst door de met goud gestikte uniformen der kamerheeren, ministers, officieren, en te schooner de met brillanten en edelgesteenten ge tooide damestoiletten deed uitkomen. En al dat geflonker werd door stukken malachiet, violette en rooskleurige topazen, schitterend paarlemoer en de duizend andere stoffen, waarmede de mar meren wanden zijn ingelegd, zoo betoo verend weerkaatst, dat men zich in het too verpaleis van Aladdin waande. In deze zaal namen ouder een troonhemel da jonggehuwden met den kroonprins en diens gemalin en den koning der Nederlanden voor de hofcour plaats, gedurende welke de Hochzeits tnarsch uit Beethovens Fidelio, de ouverture van den Don Juan en stukken uit de ouverture der Armide en Figaro werden gespeeld. Prinses Marie droeg nu hare groote met gebloemd zilveren stiksel bedekte blauwe coursleep. Ter rechterzijde van hun zetel zat de koning der Nederlanden met den kroon prins, ter linkerzijde de Duitsche kroonprins met prinses Friedrich Karl. De rechtervleugel ving aan met prins Friedrich Karl en eindigde met prins Frederik van Anhalt. De linker begon met den erfgroothertog van Oldenburg en ein digde met prins Frederik van Hohenzollern. Volgens het oude gebruik kwamen uit de Jaspis zaal de lange reien der feestvierenden, om hunne opwachting te maken, eerst de hof- en andere dames en daarna de heeren. Driemaal boog elk in het plechtstatig voorbijtrekken voor het vor stelijk gezelschap. De ceremonie zal ongeveer een uur geduurd hebben, toen door den opper-hof- en huismaarschalk graaf Piickler werd aangekondigd, dat het gala souper gereed was. Het vorstelijk gezelschap begaf zich daarop met de gasten naar de in de bovenverdieping gelegen Marmerenzaal, geheel met rose marmer omgeven, die op ieder die haar voor het eerst binnentreedt, een tooverachtig effect maakt. Aan de in deze zaal voor de vorstelijke gasten aangerichte gala tafel nam het jonggehuwde paar de eereplaatsen in het midden in. Naast prinses Marie zat de kroonprins en naast prins Hendrik, de kroonprinses. Tegenover hen zaten de hertog van Connaught met prinses Louise Margaretha en de erfgroothertog van Oldenburg met zijn zwager, de erfgroothertog van Saksen Meiningen. Behalve de galatafel waren in de Marmerenzaal en in de aangrenzende vertrekken nog vijf andere, zooge naamde „kleine" tafels geplaatst. Zoodra de soep was opgedr gen, stelde de kroonprins een dronk in op de gezondheid van de jonggehuwden, waarop de muziek met fanfares inviel. Nadat het souper was afgeloopen, begaf het gezelschap zich weder naar de Grotzaal, waar het feest met den fakkeldans zou worden besloten. Bij de plaatsing van het vorstelijke gezelschap op een met rood fluweel overdekte estrade, zat het jonggehuwde paar weder in het mid den. Links naast prinses Marie had de kroon prins plaats genomen, voorts de koning der Nederlanden, de verschillende prinsen en de aan wezige heeren, rechts naast 'prins Hendrik der Nederlanden voerde de kroonprinses met prinses Friedrich Karl de dames aan. Bij den fakkeldans, of liever den optocht, ontbrak de minister dr. Falk; daarentegen namen er aan deel de overige minis ters, alsmede om het voorgeschreven getal van twaalf aan te vullen, nog vier Pruisische dienst doende generaals. In het geheel hadden zestien omgangen in de zaal plaats: de eerste door het jonggehuwde paar de tweede door den Duitschen kroonprins en prinses Marie; de derde door deze prinses met den koning der Nederlanden de vierde door de bruid met haar vader en haar grootvader prins Karl; de vijfde door prins Frederik der Neder landen en de groothertogin van Saksen enz. Tot den lOen omgang verwisselden de heeren onder ling; de „omgangen der heeren werden besloten door prinses Marie met den erfprins van Saksen- Meiningen en prins Friedrich van Hohenzollern. Bij de nu volgende vijf „omgangen van dames" dat wil zeggen van prinsessen, leidde prins Hen drik der Nederlanden eerst de kroonprinses, zijn schoonmoeder prinses Friedrich Karl en de groot hertogin van Nassau, vervolgens de erfgroother togin van Oldenburg en prinses Albrecht de erfprinses van Saksea-Meiningen met de erfgroot hertogin van Nassau. De laatste omgang ge schiedde door prins Hendrik met prinses Louise Margaretha. Deze geheele fakkeldans is eigenlijk niets anders dan een plechtige polonaise, waarbij de twaalf ministers, met reusachtige waskaarsen in de handen, vooropgaan en met diepe buigingen voorbij den troon defileeren, terwijl de afzonderlijke paren die in bovengenoemde orde voortdurend wisselen den bontkleurigen sleep van den optocht vormen, waarbij de prinsessen en hofdames de kostbare ellenlange slepen worden nagedragen. Deze dans, die een zuiver zinnebeeldige betee- kenis heeft, is van zeer ouden oorsprong, werd door Konstantijn den Groote als hofceremonie ingevoerd en maakte sedert dien tijd een deel uit van het programma bij de huwelijksfeesten der souvereinen uit den riddertijd. Nadat de omgangen van den fakkeldans waren afgeloopen, werden de kaarsen aan dè fakkel dragers door snel toeschietende hofpages aan den ingang van de troon courzaal afgenomen, waarin zich thans het geheele vorstelijke gezelschap weder terugtrok. Voor dat gezelschap was nu het feest afgeloo pen. Voor hen die achterbleven, nam het echter eerst een einde na de eveneens van oudsher ge bruikelijke „verdeeling van den kouseband". In de middeleeuwen, toen nog veel platter zeden in zwang waren, mag wellicht menige opgewonden bruiloftsgast om een stukje van den echten kou senband der bruid gevochten en zelfs zijn bloed gestort hebben, tegenwoordig is van die gewoonte eveneens slechts eene ceremonie overgebleven. De opperhofmeesteres, gravin von Alvensleben Weteritz, verdeelde kleine stukken fluweel en lint met de eerste letters van den naam der prinses er op, en, gelukkig met het bezit van dezen kostbaren schat, verlieten de laatste brui loftsgasten het slot. Het huwelijk van Z. K. H. prins Hendrik wekte ook te Bergen op Zoom veler belangstelling. Van de openbare en van vele particuliere gebouwen wapperde de vaderlandsche driekleur. Te 7 uren 's avonds werd door de stafmuziek van het 3e regiment infanterie een concert gegeven in den tuin van den heer Louws bij het station. Uit Zierikzee meldt men ons dat het ook daar aan blijken van ingenomenheid, in den vorm van uitgestoken vlaggen, niet ontbrak. Eigen Haard bevat de portretten van prins Hendrik en prinses Maria, welke door den heer Tjeenk Willink, uitgever te Haarlem, afzonderlijk zijn verkrijgbaar gesteld, in een sierlijk kader van arabesken en bloemen. Op het daartoe tot ons gericht verzoek laten wij hier volgen het verkort programma, vastge steld door het Comité voor Volksvermaken, te Goes bij gelegenheid van de ringrijderij en harddraverij, Donderdag 29 dezer aldaar te houden. Des morgens te 10 uren: Ontvangst van de deelnemers aan de ringrijderij en harddraverij op het Slot Oostende. Aanbieding van den eerewijn. Loting en voorlezing van de bepalingen, bij de rijderijen van kracht. Te 11 uren: vertrek van het Slot Oostende van den stoet, samengesteld als volgt: lo Het muziekgezelschap Accelerando van Mid delburg, met banier, onder directie van den heer J. F. Liesoy. 2o Drie leden van het Comité voor Volksver maken te paard 3o Een wagen, getrokken door 4 paarden, waarop de prijzen geplaatst zijn, omgeven door bloemen. Aan weerszijden een commissaris te paard. 4o Eenige deelnemers aan de ringrijderij. 5o Een open rijtuig met de commissarissen voor de ringrijderij. 6o De overige deelnemers aan de ringrijderij. 7o Een open rijtuig met leden van het Comité voov Volksvermaken. 8o Eenige deelnemers aan de harddraverij. 9o De commissarissen voor de harddraverij te paard. lOo De overige deelnemers aan de harddraverij. Te 12 uren: Ringrijderij op den weg naar Wilhelminadorp. Des namiddags te 2 urenPauze. Te 3 uren: Harddraverij. Na afloop: terugtocht van den stoet naar het Slot Oostendewaarbij de winners vöor den wagen met de prijzen zullen rijden. Te 8 uren: in de Schouwburgzaal: uitreiking der prijzen en reünie in den tuin en de restaura- ratiezaal der sociëteit Van Ongenuchten Vrij, daartoe welwillend door de directie afgestaan. Tegelijkertijd concert door het gezelschap Accele rando. De leden van Volksvermaken hebben op vertoon van hun bewijs van lidmaatschap voor het loo- pende jaar toegang zoowel op het terrein als in den Schouwburg. Voor niet leden is de toegangsprijs 0.25 per persoon. Naar wij vernemen zal het bouwkundig onder wijs aan de gemeente-teekenschool te Bergen op Zoom op 3 September a. met vijf leerlingen aan vangen. Tot 15 September kunnen leerlingen zich voor toelating op 1 Oct. a. nog schriftelijk bij den voorzitter der bestuurscommissie aanmelden. Na dien datum worden voor den wintcr-cursus geen leerlingen meer aangenomen. Dr. T. Cannegieter heeft de betrekking van kerkelijk hoogleeraar in de godgeleerdheid te Utrecht aangenomen. B. en W. van Amsterdam hebben voorgesteld dr. J. Foster, hoogleeraar aan de veeartsenij school te Munchen, te benoemen tot gewoon hoogleeraar in de gezondheidsleer en de genees kundige politie aan de universiteit. In de provincie Noord-Brabant zullen dit jaar, tengevolge van de wet op het hooger onderwijs, worden opgeheven de latijnsche scholen te Megen, Eindhoven, Grave, Helmond en Uden. Bovendien zal ook die te Heusden, na het houden van nog éen cursus, vervallen. Met 1 September a. worden geplaatstaan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord, de luit. ter zee 2e kl W. C. P. E. de Klopper; aanboord van Zr. Ms. schroefstoomschip van Galen, de luit. ter zee 2e kl. C. J. de Jong Pzn.; aan boord van Zr. Ms. artillerie-instructieschip het Loo, de luit. ter zee 2e kl. L. G. Krol, en zulks onder intrek king zijner plaatsing aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoorden met den 15en Sep tember daaraanvolgende, aan boord van Zr. Ms, wachtschip te Willemsoord, de luit. ter zee 2e kl. N. W. van Ammers. De buitengewone voorstelling, door de directie van het Nederlandsch tooneel aan prins en prinses Hendrik aangeboden, zal niet den 31sten Augustus maar eerst op Vrijdag 6 September te 'sHage plaats hebben. Z. M. de koning zal dien avond niet in den schouwburg verschijnen, zoodat er geen galavoorstelling zal zijn. Onder de leiding van den componist zal dien avond met vol orkest ten gehoore worden ge bracht de jubelouverture, door Jos. Mertens opgedragen aan Z. K. H. prins Hendrik. Terwijl heden middag tusschen 12 en 1 uur eenige jongens op de Bierkaai bij de Bellinkbrug aan den waterkant aan 't spelen waren, had een hunner, zekere E. Z., tien jaren oud, het ongeluk te water te geraken. De heer M. G., het geroep om hulp vernemende, sprong te water en mocht er in slagen, ofschoon niet zonder moeite, met den knaap een intusschen daarheen geroeide boot te bereiken en hem alzoo van den dood te redden -— Men schrijft ons uit Vlissingen In den nacht van Zaterdag op Zondag schijnt eene poging gewaagd te zijn om in het koffijhuis Maison des Pilotes de buffetlade te ledigen. Omstreeks 2 a 3 uren ontwaakte de eigenaar door het geblaf van zijn hond, dochmeenende dat het beest door eenig leven op straat veront rust was, deed hij wat hij kon om het dier tot zwijgen te brengen, en dommelde weder in. Toen hij des morgens ontwaakte en zich tot zijne gewone bezigheden wilde begeven, bemerkte hij spoedig dat Does wezenlijke diensten bewezen had. De geldlade van het buffet stond geopend, en een der ramen aan de straatzijde was opge schoven. Daar de heer S. de gewoonte heeft om, na het sluiten van de herberg, ook de geldladen te ledigen, hebben de dieven geen succes op hun werk gehad. Eenige achtergelaten stukken hout, vermoedelijk van een roeiboot afkomstig en gediend hebbende om het raam op te houden, zijn op dit oogenblik de eenige sporen door de dieven nagelaten. Hoewel dit misdrijf dus geheel mislukt is, spoort het toch aan tot onderzoek en waakzaamheid, want het is geschied in de onmiddellijke nabijheid van het politiebureau en duidt dus de aanwezigheid van brutale misdadigers aan. Op de groote koopmansbeurs te Amster dam hebben Zaterdag de effectenhandelaars weder als kleine jongens gevochten. Men had er plei- zier in iemand aanhoudend op den rug te tikken, zonder dat deze merkte wie het deed. De „ge tikte", hierover in woede ontstoken, deelde eindelijk een paar muilpeeren uit, die aan een verkeerd adres kwamen, en werd daarop zoodanig geslagen en gestompt, dat hij de vlucht moest nemen. Waarom zet men bij deze priesters der Neder landsche geldmarkt niet een man met een stok, om hen tot orde en fatsoen te dwingen Het geschenk, dat namens de Haagsche bur gerij aan het vorstelijke paar na hun komst in de residentie zal worden aangebodenbestaat uit eene lichtkroon, vervaardigd in de fabriek van de firma de Meijer. Het stuk, bewerkt in den stijl Lodewijk XVI, heeft een omvang van 1.25 meter bij eene hoogte van 1.15 meter. Uit het sierlijk gemonteerde hangijzer loopen 6 armen- e venals de bobêches in den vorm van lauwer bladen rijk geciseleerd, te zamen uitmakende 24 lichten. De kroon, geheel uit gedreven zilver samengesteld, moet vooral bij verlichting een prachtvol effect te weeg brengen. Aan de branches zijn drie zilveren platen in den vorm van harten aangebracht, waarin gegrift zijn het wapen van prins Hendrik de steigeren, de leeuw, den pijlbundel omklemd houdende de Pruisische adelaar, het wapenschild van het vaderland der bruid, en de ooievaar, voorstellende het stadswapen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2