BUITENLAND.
Hödel voor liet laatst.
Amerikaansclie toestanden.
Correspondentie.
Ingezonden Stukken.
Z e e t ij d i n g e n.
Handelsberichten.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
Graanmarkten enz.
i ij zou van Effecten.
Meulblok, geb. Karelse, d. J Blanker, geb. Ver
schuur, z. (levenl.) A. van den Berge, geb. Hage-
steijn, d.
Overleden: A. J. Kingmans, z. 2 m.
17 Aug. 's av. 11 u. 60 gr.
18 's morg. 8 u. 61 gr. 's midd. 1 u. 68 gr.
's av. 6 u. 65 gr. 's av. 11 u. 60 gr,
19 's morg. 8 u. 61 gr. 's midd. 1 u. 64 gr.
's av. 6 u. 63 gr.
De nationaal-liberale bladen in Duitschland be
waren bijna geheel het stilzwijgen over het ont
werp van wet tegen de socialisten, dat thans in
den Duitschen bondsraad wordt onderzocht.
Slechts de Kölnische Zeitung waagt zich aan
eenige schroomvallige en weinig zeggende opmer
kingen. Ook de socialistische pers zwijgt tot nu
toe. Alleen de Fortsc/irtMs-bladen gispen op
beslisten toon de voorgenomen inbreuk op de
politieke rechten der Duitsche natie. De Volks -
zeitung een uitnemend geschreven Berlijnsch
orgaan vau de geavanceerd-liberalen, dat zijne
abonnementen bij tienduizenden telt, noemt rond
uit het ontwerp der Bismarcksche autoritaire
reactie „een slag in het gezicht aan de Duitsche
natie." Het blad ziet in de houding van de
regeering het begin van een nieuw conflict tus
schen de regeering en de natie. De willekeur
waartoe die bepalingen, als ze tot wet verheven
zijn, aanleiding zullen geven, springt zoo duidelijk
in het oog, dat geene bespreking in bijzonderhe
den noodig is. Reactie kan echter in Duitschland
altijd vólgens de Volkszeitung nimmer het
gevolg zijn van het streven der regeering. Wel
kan en zal er vervreemding ontstaan tusschende
regeering en het volk, doch „noch eene vrome,
noch eene absolutistische reactie" heeft in Duitsch
land nog levensvatbaarheid. Het conflict zal het
Duitsche volk opwekken uit den slaap van goed
vertrouwen in de regeering, waarin het lange
jaren door de nationaal-liberalen is gewiegd, en
daarin ligt voor de vrienden van vrijheid en recht
een troost voor de beproevingen van het heden.
De Volkszeitung is overtuigd, dat het ontwerp
in den rijksdag zal verworpen worden. Dit ver
moeden ontleent, waarschijnlijkheid aan de houding
der ultramontaansehe pers. Want ook de Ger-
mania bestrijdt de uitzonderingswet op zeer be
slisten toon, vergelijkt ze met de Meiwetten en
beweert, dat ieder vriend van ware burgerlijke
vrijheid zich er tegen moet verklaren. De nog
steeds zeer geheimzinnige onderhandelingen te
Kissingen schijnen dus nog niet zoover gevorderd
te zijn, dat de ultramontanen voor Bismarcks
politiek gewonnen zijn.
Met groote belangstelling worden in deze om
standigheden de beraadslagingen in den rijksdag
te gemoet. gezien. Prins Bismarck zal zich thans
niet te beklagen hebben, zooals men zegt, dat hij
eens deed, dat de parlementaire debatten van
Duitschland bij de pers zooveel minder de
aandacht trokken dan die van Frankrijk en En
geland. Dit kan uit den aard der zaak slechts
het geval zijn bij de opvoering van zulke tours
de force als de aanslag op de politieke vrijheden
des volks, waarvoor Bismarck in de aanslagen
op het leven des keizers een voorwendsel heeft
gevonden. In gewone gevallen hebben de Duit
sche rijksdag-discussiën iets dors en weinig aan
trekkelijks, omdat het rijk wel eene vertegen
woordiging, maar geene parlementaire regeering
bezit. Men heeft er geene oppositie die streeft
naar de politieke erfenis van het kabinet, dat zij
bestrijdt. De ministers zijn daar ambtenaren der
kroon, niet voortgesproten uit de parlementaire
meerderheid.
De oppositie tegen de socialistenwet bestaat
uit twee zeer ongelijksoortige deelen, de liberalen
en de clericalen. Om zijn ontwerp te redden
moet Bismarck trachten een van beide partijen
te winnen. Het verleden van den kanselier doet
niet verwachten, dat hij zich tot de liberalen zal
wenden, en deze zouden trouwens in eene zaak,
die hunne dierbaarste rechten betreft, niet licht
te winnen zijn. De sleutel van de toekomst in
deze ligt dus te Kissingen. Zal Bismarck de
Meiwetten intrekken Minderen prijs toch zullen
de ultramontanen niet voor hunne hulp eischen.
Zal Agamemnon de mindere zijn in den strijd met
Calchas, en zal Duitschland nog een gang naar
Canossa aanschouwen? Ook dat laat zich niet
denken. De ijzeren kanselier zou zich dan gesla
gen zien in een strijd, dien hij zelf begonnen is
en steeds met warmte heeft gevoerd. Dat is van
zijn karakter slechts moeilijk aan te nemen. Doch
wat dan Moet de socialistenwet dan vallen
De toestand wordt door het lastige dilemma
hoogst dramatisch en slechts de uitslag kan leeren
of we hier met een treurspel of met een blijspel
te doen hebben.
Oostenrijk beleeft nog niet veel pleizier van
Zijne nieuwe bezittingen. Ze schijnen voet voor
voet veroverd te moeten worden, en er worden
dan ook weer nieuwe troepen gemobiliseerd. Dat
kost natuurlijk een schat van geld. De Oosten
rijkera zullen met den bedrogen vader in een van
Molière's stukken van hunnen rijkskanselier kunnen
zeggen: Que diable! allait il faire dans cette
galère doch ze zullen moeten eindigen met
in den zak te tasten, tenzij de regeering de
kosten goedmaakt door hare schuldeischers van
vroeger wat minder interest te geven. Het eenige
belangrijke oorlogsnieuws is, dat Zaterdag bij
Doboj, waarheen, naar men zich herinnert, Szapary
met zijne divisie is teruggetrokken, de opstande
lingen aggressief zijn te werk gegaan en aan de
Oostenrijkers slag hebben geleverd, waarbij deze
wel hunne positiën behielden, doch verder geen
voordeel behaalden. De Porte blijft nog steeds
nalatig in het vaststellen van voorwaarden voor
de bezetting. Dit is eene passieve manier om
de opstandelingen in hun streven te sterken, die
Oostenrijk veel kwaad doet. Een depêche van
Havas, gedateerd 17 Augustus, meldt echter, dat
de overeenkomst spoedig zou geteekend worden.
Enkele in hetzelfde bericht vermelde voorwaarden
luiden niet waarschijnlijk. Zoo staat er o. a te
lezen, dat enkel inboorlingen des lands tot open
vallende betrekkingen zouden mogen worden
benoemd, en dat, zoo een der contractanten de
ontruiming van de provinciën noodig oordeelt,
men zich zal schikken naar eene dan te nemen
beslissing van de mogendheden. Vooral de laatste
bepaling klinkt apocrief. Oostenrijk dóet groote
opofferingen om zich van Bosnië en Herzegowina
meester te maken en zal er zich niet zoo spoedig
door eene beslissing van Europa uit laten jagen.
Engeland heeft een minder bitter stukje van
de Turksche taart getroffen. Op Cyprus is alles
rustig toegegaan en de nieuwe beheerschers zijn
zelfs met eenige vreugde binnengehaald, daar men
terecht veel van hen meent te kunnen verwachten
voor den economischen vooruitgang van het
eiland. Volgens eene advertentie, die heden ook
in de Hollandsche bladen te lezen is, begint de
particuliere industrie zich reeds op groote schaal
met Cyprus te bemoeien. Er wordt eene maat
schappij opgerichtThe Cypr us Investment and
Improvement Companylimiteddie zich ten doel
stelt de hulpbronnen van het eiland te ontwikke
len. Het is een goed teeken voor de levensvat
baarheid van de nieuwe Engelsche kolonie, dat
de particuliere ondernemingsgeest er heil in ziet
den staat het ontginningswerk uit de hand te
nemen.
Het doodvonnis is, nadat het door den kroon
prins namens den keizer was bekrachtigd, Vrijdag
morgen aan den blikslagersgezel Emil Heinrich
Max Hödel voltrokken. Daar er in geen twaalf
jaren iemand in Berlijn onthoofd was, kon men
den scherprechters bijl niet meer vinden, en werd
awn een wapensmid een nieuwe bijl besteld. Deze
kon echter op den bepaalden tijd niet klaar
komen en nu was goede raad duur. Men bedacht
zich echter nog in tijds, dat in het Mcirkische
Museum een volledig stel scherprechterswerk
tuigen waren. Daar werd de bijl geleend, die na
haar bloedig werk dubbele waarde voor het
museum heeft gekregen.
Door de beulsknechten op een blok vastgebon
den, onderging de moordenaar zijne straf. Tot
het einde toe heeft hij blijken gegeven van vol
slagen gebrek aan gevoel en van onverschillige
onbeschoftheid. Slechts éen oogenblik werden
door den geestelijke, die de laatste uren met hem
doorbracht, eenige zachtere gevoelens waargeno
men. „Ja, zeide hij, als ik in eene andere lucht
opgegroeid was, zou het zoo ver niet gekomen
zijn. Was ik anders opgevoed, dan was ik mis
schien een ander mensch geworden." Deze enkele
sprank van gevoel verzinkt echter in een aantal
bijzonderheden, die men omtrent den laatsten dag
van den misdadiger verneemt, en bij welke men
een gevoel van walging niet kan onderdrukken.
Toen hem het doodvonnis was voorgelezen en de
rechter, die daarmede belast was, ook de be
krachtiging van het vonnis door den kroonprins
voorlas, spuwde Hödel op den grond, en toen
het voorlezen geheel was afgeloopen, zeide hij
verstaanbaarbravoZijne gansche houding, blik
en tred gaven eene onverschilligheid te kennen,
die zeker bij den meest verstokten booswicht
zeldzaam in zulk een oogenblik zal voorkomen.
Op de vraag of het hem niet speet zulk eene
afschuwelijke misdaad tegen zijn vorst gepleegd
te hebben, antwoordde hij merkbaar lachend:
„Ik weet niet wat gij wilt; wat moet mij dan
spijten? Ik weet niet wat gij bedoelt-, dat ik zou
gedaan hebben." Als gewoonlijk werd hem den
dag vóór de voltrekking van het vonnis de keuze
gegeven wat hij wilde eten. „Ik ben toch geen
kok, antwoordde hij, leg mij de spijskaart voor,
dan zal ik wel wat uitzoeken." Toen men hem
vroeg of hij wijn wilde, zeide hij „Natuurlijk
Den laatsten nacht van zijn leven heeft hij een
weinig geslapen en verder den tijd rookende
doorgebracht.
De groote ontevredenheid en moedeloosheid
welke welopgevoede Amerikanen gevoelen, als
zij de werking van hun politiek systeem waar
nemen, vonden wellicht nooit treffender uitdrukking
dan in een artikel over „het mislukken van het
algemeen stemrecht" in het laatste nummer van
de North American Revieiei De schrijver, Francis
Paxkman, ziet den toestand veel duisterder in,
dan hij aan niet-Amerikanen voorkomt, en heeft
niet alleen een walg van het tegenwoordige, doch
schijnt ook geheel aan de toekomst te twijfelen.
De groote „invasie van boeren", die zoo veel
heeft bijgedragen tot vermeerdering van den rijk
dom in de Yereenigde Staten, heeft meteen den
grondslag der staatkundige instellingen ondermijnd.
Waar nog kort geleden een eenvoudig dorp
stond, welks bestuur .gerust aan het algemeen
stemrecht kon worden overgelaten, waar ieder
genoeg en niemand te veel had, staat nu hier en
daar eene groote stad, „met fabrieken en werk
plaatsen, met duizenden en tienduizenden woelige
werklieden meest vreemdelingen, voor wie vrij -
heid bandeloosheid beteekent en staatkunde plun
dering". Met een onwetend proletariaat en eene
half onderwezen plutocratie ziet het er voor
Amerika niet best uit. De leer, dat de eene
mensch zoo goed is als de ander, niet alleen voor
de wet maar ook in ieder ander opzicht, welk
moreel, intellectueel of physiek verschil er tusschen
hen moge bestaan, is, vo'gens den heer Parkman,
de vloek van het land. Rijkdom alleen geeft
daar eenig gezag, en zeker is dit geen vaste basis
om een maatschappelijk gebouw op te doen rusten.
Voor nijd, haat en hebzucht is in zulk een
systeem ruim plaats, en al wordt de rijk gewor
den man zelf om zijn succes bewonderd, vraagt
men toch spoedig, waarom hij alleen voordeel
moet trekken uit den arbeid van degenen, die de
plaats hebben ingenomen, waaruit hij zich naar
boven gewerkt heeft.
De strijd der staatkundige partijen heeft geleid
tot het geven van stemrecht aan iederen boer, die
den voet op Amerikaanschen bodem zet, en tal-
looze Ieren en Duitschers, die niets begrijpen van
de belangen van het land en geene vaderlands
liefde kunnen voelen, overstemmen de inboor
lingen, Hierin overdrijft wellicht de heer Parkman
eenigszins, en het is juist een bewijs van niet
geringe kracht van Amerika, dat het zooveel
ruw materiaal heeft kunnen opnemen en nationa-
liseeren, als er in de laatste dertig jaren heen
getrokken is. Daar echter het hoofddoel blijft
geld maken, kan het peil van politieke ontwik
keling niet hoog staan. Al is in de groote massa
zekere ontwikkeling niet te miskennen, de bescha
ving bij de gezeten klasse is aanmerkelijk ver
minderd. De qualiteit der staatslieden is in een
menschenleeftijd sterk achteruitgegaan. Daarbij
dient niet vergeten te worden, dat de oude be
schaafde plantersstand uit het zuiden verdwenen
is. Hoe afkeurenswaardig het slavenhonden moge
geweest zijn, de toenmalige planters vormden
een krachtig element in den Amerikaanschen
staat, dat nog niet vervangen is. Het peil der
mannen, die zich voor openbare betrekkingen
beschikbaar stellen, blijft dalende en er is geen
teeken van beterschap te merken. Komt er ook
al eens een eerlijk man in zulk eene betrekking,
dan blijken de schurken hem spoedig te sterk, en
houden deze de misbruiken toch in stand, die
hun voordeel opleveren.
De heer Parkman denkt, dat de „mannen van
de pen" in dezen toestand verbetering zullen
brengen. Men twijfelt daaraan echter. De dag
bladpers, die groote macht in de hedendaagsche
maatschappij, heeft in Amerika veel minder
invloed dan in Europa. De enkele koeren dat
dit wapen eerlijk en volhardend tot het bestrijden
van een misbruik werd gebruikt, was het in han
den van een vreemdeling, en negen en negentig
van de honderd Amerikanen hielden hem voor
een gek, omdat hij meer uit was op algemeen
belang, dan op eigenbelang.
Onderwijs kan niet alles genezen. Lezen,
schrijven, rekenen, Grieksck, Hebreeuwsch en
differentialen kunnen niet helpen voor verslapte
moraliteit. Zoolang slimheid niet ophoudt de
hoogste roem op school te zijn, zoolang de jeugd
geen beteren afgod kent dan den „almachtigen
dollar", zoolang kan men slechts te vergeefs uit -
zien naar eenige verbetering van beteekenis.
Men kan zich begrijpen, dat lieden, die in theorie
communisten zijn, zich wel eens zouden bedenken
eer zij pogingen in het werk stelden om eene
maatschappij omver te werpen, waar allen, die
in rang boven hen staan, nauwgezet de wet eer
den en den ernstigen wil toonden om hunne
plichten jegens den staat te vervullendoch
als zij, die rijk geworden zijn, hun geld alleen
gebruiken om zich zei ven te verlagen eu anderen
om te koopen, dan vallen de hinderpalen weg,
en dan kunnen in tijden van tegenspoed de armen
zich licht gerechtvaardigd achten, wanneer zij
tegelijkertijd voldoen aan hun hongeren aan hun
haat. Men mag echter niet alles aan het alge
meen stemrecht toeschrijven. Dit kan immers
de oorzaak niet geweest zijn van de schurkerij
onder welgestelde lieden, die het crediet van
spaarbanken en assurantiemaatschappijen heeft
geschokt van het éene einde der republiek tot
het andere. Ook was het geen gebrek in het
staatsbestuur, waardoor verleden jaar het oproer
te Pittsburg en Baltimore uitbarstte, en nu onlangs
weer eene communistische beweging werd in het
leven geroepen. Dat zijn eer verschijnselen van
een diep geworteld maatschappelijk gevaar, dat
niet alleen te verhelpen is door wijze staatkun
dige instellingen.
J. S. Stukken, geschreven op papier waarvan
de eene zijde niet blank gelaten is, worden in
den regel niet opgenomen. Red.
Ten einde ongelukken of liever gezegd groote
onheilen te voorkomen, zij het mij vergund een
plaatsje te verzoeken voor de mededeeling van
hetgeen ik bij herhaling heb opgemerkt van het
aanwezig zijn van de „roode en witte v 1 a g g e n"
op de kanaalbruggen bij het station, bij West-Sou
burg, te Vlissingen en over de Arne, nl. dat deze niet
zijn de schrik der zeeën maar die der paarden,
vooral van de jonge paarden; nog niet lang
geleden zagen wij er een van den landbouwer
P. Duijvekot, voor een zoogenaamd veêrenwa-
gentje gespannen, hevig van schrikken en om
draaien. Mocht zulks zijn voorgevallen op een
der nauwere bruggen te West-Souburg of over
de Arne, ongetwijfeld had er een groot ongeluk
plaats gehad.
Wij hopen dat het genie van de daarbij be
trokken autoriteit een beter middel moge uitdenken
om de scheepvaart het veilig of onveilig van hot
passeeren der brug kenbaar te maken. O. V.
Van hier langs Vlissingen naar zee vertrokken
het Nederlandsche driemastschip Burgemeester
Schorer, gezagv. J. A. Bax, bestemd naar Batavia.
In ballast naar Noorwegen het schooner-
schip Francois, gezagv. de Rijke.
Van de reede van Vlissingen naar zee ver
trokken 18 dezer Prins van Oranje, gezagv.
Ascherman, Duinkerken; 19 dezer Luctoret Timer go,
gezagv. Haasnoot, Cardiff, en Ludwig Heijn, ge
zagv. Schupp, Mobile.
Rotterdam, 19 Augustus. Oude tarwe met
kleinen aanvoer 25 cent lager, nieuwe dito met
ruimen aanvoer 50 cent lager, f 8.50 a f 11; rogge
met tamelijke aanvoer, puike prijshoudend; af
wijkende soorten onverkoopbaar wintergerst met
redelijken aanvoer 25 cent lagerzomer dito
f 5.50 a f 6 25; erwten met ruimen aanvoer
25 cent lager f 9a/ 10.25koolzaad niets afge
daan.
Amsterdam, 19 Augustus. Raapolie op zes
weken f 39$. Lijnolie f 33$.
Amsterdam, 17 Aug. 19 Aug.
STAATSIEEEINOEK.
,%'ederl. Cert. N. W. Sch. 2$ pet. 63$ 63$
dito dito dito. 3
dito dito dito. 4
België. Certificaten2|
Frankrijk. Origin. Inschr. 3
HBongarije. Obl. Goudleen. 5
Sialic. Cert. Adm. Amsterd. 5
Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5
dito Febr.-Aug. 5
dito Jan.-Juli. 5
dito April Oct.5
dito dito Goud 4
SPoien. Obl. Schatkist 1844. 4
iPortug Obl. Btl. 1853/1869. 3
dito dito 1876. 6
Btusland. Obl. Hope C.
1798/1815 5
Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5
dito dito 6e 1855. 5
Obligatiën 18625
dito 1864 1000 5
dito 1864 1005
dito 1877 dito5
dito 1872 gecons. dito. 5
dito 1873 gecons. dito. 5
dito 1850 le Leening dito. 4$
dito 1860 2 Leening dito. 4$
dito 1875 gecons. dito 4$
Cert Hope C'J 1840 4
dito 2C, 3 4e Leen. 1842/44. 4
Obligatie-Leening 1867/69. 4
dito dito 1859 3
Cert. van Bank-Assign. 6
Spanje. Obl. Buit. 1867,75. 1
dito dito 1876 2
dito Binnenl. Es. 5000-10000 1
dito dito 1876 2
Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5
dito dito 1869 6
Egypte. Obl. Leening 1876 6
Spoorw. dito 1876 5
Vereen. Staten. Obl. 1876 4$
dito dito 1871 5
dito dito 1861 6
Brazilië. Obl. Londen 1865 5
dito Leening 1875 5
INDTJSTRIEEI.E EN FINANCIEELS
ONDERNEMINGEN,
Nederl. Afr. Hand.-V. Obl. 5 pet.
Ned Hand -Maatsch. aand.
reseontre5
Ned. Ind. Handelsb. Aand. 128
Stoomvaartm. Java Obl. 5
dito Zeeland Obl5 89$
dito gegarand. dito. 4$
Duitschland. Cert. Rijks
bank Adm. Amsterdam. 154
Oostenrijk. Aand. Nat. B. 119
SPOORWEG-LEENINGEN.
Nederland. Maats. t. Expl.
St.-Spw. AandPct-
Ned. Ind. Spoorw. Aand.
Ned Rijn-spw.volgef. Aand. 1
N -Brab. Boxt. Obl. 1875. 5 80$
dito dito 2- Hypoth. ZZ, _0
J3ïongarfje. Theiss.Sp. Obl. 5 72$ 72
75$
75$
98$
98#
58
57$
72
53
53#
53#
53#
55|
55$
54$
54$
63$
62$
77
50
50
96$
95$
95$
61$
61ft
75$
75$
90$
90$
86$
85$
85$
83$
83
84$
84#
81$
81$
75$
75$
73$
74
41$
14$
14$
32 31$
12$ 13
28f 28$
12# 12 xV
13$ 14
461 48
68$
102*
93