BUITENLAND.
Telegraphische berichten.
Ingezondsn Stukken.
Handelsberichten.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
JST&, do BLermis.
Graanmarkten enz.
Prezen Tan Effecten.
leefde. Eene dame wierp een stub brood in de
kooi, dat de beerin, vlugger dan haar man, oppakte
en opat. De beer was zoo woedend, dat zijne
vrouw hem te vlug af geweest was, dat hij haar
aanviel en na een kort gevecht verscheurde. De
onbedachte emancipatie bekwam het arme wijfje
slecht.
Vóór enkele jaren was de lijkverbranding
eene question brülante. Thans lang niet meer de
v oorstanders maken er zich niet warm meer voor.
Of dit ligt aan gebrek aan levenskracht der zaak
zelve of aan verkeerde, wellicht ontijdige exploi
tatie, beslissen wij niet. Intusschen wordt in een
Fransch blad een nieuw middel aangegeven voor
lijkenbehandeling, dat tegenover de crematie staat
als water en vuur. Men wil nu de lijken op
lijkschepen in zee voeren en ze daar op behoor
lijken afstand van den oever aan het kille element
toevertrouwen. Zouden hiertegen ook de gemoeds
bezwaren met dezelfde warmte optreden als tegen
de lijkenverbranding? Of zijn ze tegen dat bad
niet bestand
De Belgische schilder Lêon Becker heeft
sedert vijftien jaren zijne snipperuren gebruikt
om eene studie te maken van de soorten van
spinnen, die in België voorkomen. Op het punt
de resultaten zijner studiën uit te geven, heeft
hij de verzameling, die hij allengs had aangelegd,
ten geschenke gegeven aan het Koninklijk museum
voor natuurlijke historie te Brussel. De verza
meling bestaat uit 970 exemplaren van 172 soorten.
Mannetjes en wijfjes 'en de verschillende soorten
zijn zeer zorgvuldig geëtiquetteerd. Bij de ver
zameling behooren nog 206 stuks nesten, webben
enz. Het is zeker een gelukkig denkbeeld van
den heer Becker om door het toegankelijk stellen
dezer verzameling het genot van zijn boek te
verhoogen.
binnenland.
's Gravenliage. Aan den heer O. Th. baron
Sloet van Toutenburg is op zijn verzoek eervol
ontslag verleend als dienstdoend kamerheer des
konings. De afgetredene is bevorderd tot kom-
mandeur in de orde van de Eikenkroon.
's Gravenhage. Het voorloopig verslag
der tweede kamer is verschenen over het wets
ontwerp tot regeling van de medische examens.
Er blijkt uit, dat het over het algemeen met inge
nomenheid is ontvangen. Met behoud van het
beginsel van eenheid van stand, waaraan de
meerderheid met nadruk bleef hechten, zou in
de behoefte aan medische hulp ten platten lande
beter worden voorzien. Ook de voorgestelde be
palingen omtrent de apothekers zouden, meende
men, beter doel treffen dan die der bestaande
wet. De voorgedragen regeling zal ook het voor
deel opleveren, dat nu een vergelijkende proef
zal kunnen genomen worden omtrent de gevolgen
en vruchten van klassieke en niet-klassieke op
leiding. Maar dringender wordt nu ook de
herziening van de wet op het middelbaar onder
wijs, in zoover naar een meer wetenschappelijke
vorming, ook op de hoogere burgerscholen moet
worden gestreefd. Vele leden wilden bij deze
gelegenheid ook regelen stellen voor eën breeder
theoretische en practische opleiding van de vroed
vrouwen, zoodat, naast deze, vroedmeesteressen
zouden worden aangesteld, die, na een vierjarigen
cursus, het recht zouden erlangen tot uitoefening
der praktijk in uitgebreider zin.
g.'s av. 11 u. 63 gr.
13 's morg. 8 u. 63 gr. 's midd. 1 n. 66 gr.
's av. 6 u. 64 gr.
12 Aug.
Terwijl de Engelsche, Oostenrijksche en Itali-
aansche regeeringen reeds meermalen in de gele
genheid waren om aan de volksvertegenwoordiging
van hun land de deels zeer noodige verklaringen
te geven van baar streven op het Berlijnsche
congres en van hare verdere plannen in verband
met den nieuwen toestand, door dat congres in
het leven geroepenterwijl de Fransche regeering
beloofd heeft dat te doen, zoodra de kamers weer
bij elkaar zijn, en in Duitschland de binnenlandsche
strijd aller aandacht te veel in beslag neemt, om
voor het oogenblik veel belangstelling in de Oos-
tersche quaestie te kunnen verwachten terwijl de
rol van Turkije zoo weinig omslachtig is geweest,
dat zij geene bijzondere verklaring behoeft; bleef
alleen Rusland over, van wien men voor het
oogenblik eene uiteenzetting van zijne politiek
kon wachten. „Wachten", niet in den zin eener
parlementaire verplichting, van een uitvloeisel
van grondwettigen drang door eene Vertegenwoor
diging uitgeoefend: dien graad van politieke
ontwikkeling kent Rusland nog niet, en naar alle
waarschijnlijkheid zou ook een parlementair stel
sel daar nog zeer moeilijk behoorlijke toepassing
kunnen vinden. Dit neemt echter niet weg, dat
ook langs anderen weg een volk invloed kan
uitoefenen op eene regeering, en dat de blijken
van ontevredenheid, door de panslavisten gegeven,
de aanleiding kunnen geweest zijn van het zeer
ongewone feit, dat zich thans heeft voorgedaan,
namelijk, dat de Russische regeering zich recht
streeks tot het volk heeft gewend met een mani
fest, dat deels eene historische uiteenzetting bevat
van den laatsten oorlog, deels eene vergoelijking
van Ruslands toestemming in de besnoeiing van
het traetaat van San Stephano. De uiterste Rus
sische partij toch is niet tevreden, de panslavisten
hebben niet ten volle bereikt, wat zij in hunne
hooge eischen wenschten, en de Russische regee
ring, hoe absoluut zij wezen moge, dient ook nu
en dan met de woelende partijen in haar land
rekening te houden.
In een officieel Russisch blad is onder het op
schrift: „Mededeeling van de regeering", dus op
zoo officieel mogelijke wijze, een staatsstuk ver
schenen, dat zeer veel belangrijks bevat en waar
van wij de voornaamste punten zullen weêrgeven.
Het eerste gedeelte draagt bijna bij uitsluiting
een historisch karakter en behelst eene volledige
opgave van wat de regeering heeft gedaan tot en
met het tot stand komen van het verdrag van
San Stephano. Deze recapitulatie is zeker zeer
belangrijk op zich zelve, doch heeft voor den
tegenwoordigen toestand veel van haar belang
verloren, daar de naaste oorzaak van wat thans
tot ontwikkeling moet komen, te zoeken is in
het congres van Berlijn. Aan de beschouwing
van het werk van dat congres is het tweede deel
van het staatsstuk gewijd.
In de opnoeming der resultaten van het congres
wordt aangaande Rusland gezegd: „In Europa
treedt Rusland weder in het bezit van eene land
streek, tijdelijk door de gevolgen van den Krim-
oorlog aan zijne beheersching onttrokken. Door
deze aanwinst strekt Rusland .zich weder tot den
Donau uit. In Azië verkrijgt het rijk eenige
landstreken, militaire stellingen en eene haven,
die bronnen zullen blijken van veiligheid en wel
vaart." Er wordt verder erkend, dat het Russi
sche volk na den zegevierenden oorlog meer had
kunnen wachten en dat er veel ontbreekt aan het
congreswerk. „Doch wederzijdsch wantrouwen en
wedijver van de mogendheden hebben nu als altijd
het werk aan de Oostersche quaestie verlamd."
Rusland heeft de verzoeningsgezindheid tot het
uiterste gedreven, en zal nu moeten waken, dat
zijn goede wil ook vruchten drage."
Eén groot resultaat is echter verkregen: de
vernietiging van het traetaat van 1856, een ge
denkstuk van politieken hartstocht, door een on-
rechtmatigen oorlog en een onbillijken vrede in
het leven geroepeneene acte, die Rusland in
een toestand had geplaatst, welke een groot volk
niet kan verdragen", enz. enz. Deze geheele
tirade, welke wij om hare holheid onzen lezers
sparen, bevat veel, dat in diplomatieke stukken
voor zeer beleedigend zou kunnen gehouden
worden voor andere staten; doch. zegt de Temps,
de keizer spreekt tot zijn volk en schijnt het
noodig te oordeelen zulk eene taal te voeren.
Echter heeft Rusland ook nog ditmaal zijne
taak niet kunnen ten einde brengen Nogmaals
is het tegengehouden in het „bloedige doch glo
rierijke spoor, dat leiden moet tot de vervulling
der nationale roeping, de bevrijding van de
christenen in het Oosten." Vooral deze laatste
zin schijnt ons de moeite waard om bij stil te
staan. We hebben hier dan de officieele verkla
ring, dat Rusland slechts noode heeft toegegeven
op het congres, en bij de eerste de beste gelegen
heid zijne veroveringspolitiek weer denkt op te
vatten. Europa neme er acte van en zij gereed
den meer Aziatischen dan Europeeschen kolossus
eene volgende keer meer in tijds weerstand te
bieden. Hij zegt immers aan het slot van zijn
stuk: „Het Berlijnsche congres heeft slechts eene
rustplaats gesteld op den moeilijken weg. Uit
dit oogpunt redeneerende kan Rusland in zijn
verleden hoop putten voor de toekomst." Is het
duidelijk genoeg?
De Oostenrijkers vorderen volgens de berichten
uit Weenen goed in Bosnië en Herzegowina. Met
betrekkelijk kleine verliezen slaan zij op verschil
lende punten de opstandelingen terug. In het
gisteren per telegraaf nog medegedeelde gevecht
bij Zebsche werden de opstandelingen op 6000 a
10,000 man geschat; zij blijken echter niet be
stand tegen geregelde en goed gedisciplineerde
troepen. De Porte heeft thans wel wat laat
de Bosniërs doen aanzeggen, dat de Oosten
rijkers als vrienden komen. Deze verklaring
schijnt wel eenigszins de vergelijking uit te lok
ken met „mostaard na den maaltijd."
Nu de kermis dit jaar weder is afgeloopen, nu
weder kramen en tenten van de markt zijn ver
dwenen en Middelburg tot zijne gewone kalmte
teruggekeerd is, is het misschien het geschikte
oogenblik, nu de kermis en de gesmaakte genoe
gens ieder nog voor oogen staan, om, het spreek
woord gedachtig „men moet het ijzer smeden als
het heet is", nogmaals de afschaffing der kermis
ter sprake te brengen.
Het is bijna overbodig te achten, hier weder
aan te stippen dat de kermis of jaarmarkt, vroe
ger een behoefte, en toen recht van bestaali
hebbende later slechts om de genoegens die
er verschaft werden geduld werd.
Maar in de laatste jaren zijn de genoegens, die
de kermis aanbiedt, zoo verminderd, dat we met
het volste recht meenen te mogen zeggen, de
kermis moet afgeschaft worden.
Waren de kermissen in de laatste jaren en
onze afgeloopen Middelburgsche kermis in het
bijzonder geen parodie op den thans heerschenden
geest van vooruitgang
Volksveredelingvolksontwikkeling zijn de
motto's die in de banieren van de mannen onzer
eeuw prijken.
Maar lijkt het dan niet eene bespotting van de
pogingen die worden gedaan om het volksgezang
te verbeteren, wanneer muzikanten (mogen wij
hun dien naam wel geveu?) het gehoor den gan
sehen dag met oorverscheurende geluiden pijnigen,
en schorre schreeuwers, door een onstemd orgel
of gebarsten viool begeleid, deunen van het minst
allooi uitgalmen en onze jeugd weer voor een
jaar een nieuwen voorraad straatliedjes schenken
Wordt de kunstzin misschien veredeld door de
doeken, die voor de tenten opgehangen of daar
binnen tentoongesteld zijn
Zal de zin voor het schoone bij het volk aan
gekweekt worden door de laffe, soms vuile grap
pen van clowns of pailjassen die, op de balkons
der met den wijdschen naam van Theatre prij
kende barakken, door dolle sprongen eu leelijke
grimassen het publiek een voorsmaak geven van
't geen er binnen te wachten staat Zal de gym
nastiek en het goochelen daar vertoond, of de
meer dan flauwe pantomime die wordt opgevoerd,
het volk kunstgenot verschaffen
Vergeef ons dat wij het betwijfelen.
En wat de kramen betreft zij hier alleen
opgemerkt dat het tentoongestelde bijna zon
der, uitzondering, zoo niet beter en goedkoo-
per, dan toch zeker even goed en tot denzelfden
prijs bij onze winkeliers verkrijgbaar is.
Dat het publiek van hetgeen we hierboven
hebben aangevoerd overtuigd is en zelf de af
schaffing der kermis wenscht, blijkt uit het feit
dat de hoogere standen en de burgerij allengs
minder gebruik van de kermis maken, terwijl ook
het volk zich langzamerhand terugtrekt, en over
de saaiheid van de kermis klaagt.
Maar zoodra men de afschaffing der kermis be
spreekt, laat men er op volgen „afschaffen ware
goed, maar wat moet er voor in de plaats
treden?", want als de meer gefortuneerden, nu
bij de snelle middelen van vervoer, gelegenheid
hebben Rotterdam, Amsterdam, Brussel, Parijs
of Londen te bezoeken en daar in comedie, volks
paleis of opera zich te amuseeren of op andere
wijze zich te ontspannen, mag men niet vergeten
dat ook de werkman uitspanning noodig heeft.
Wordt de kermis opgeheven terwijl het waar
is dat die weinig genot schenkt moet men
niet uit het oog verliezen dat ze den werkman
toch eenige afwisseling en, hoe dan ook, gele
genheid tot vermaak schenkt.
Het publiek heeft het recht tot die vraag,
en we mogen als zeker aannemen dat, kon die
vraag voldoende beantwoord worden, de kermis
sen reeds lang tot het verledene zouden behooren.
Wat moet voor de kermis in de plaats
treden
Zou, wanneer jaarlijks, in plaat3 van de kermis,
volksfeesten konden worden georganiseerd, die
een drie- of viertal dagen duurden, het publiek
over verlies klagen Wij meenen van niet.
Maar dan ook een echt volksfeest, waar ieder
wat kan genieten! Zou bij voorbeeld eene jaar
lijksche tentoonstelling op een of ander gebied,
waaraan dan een gecostumeerde of allegorische
optocht, volksspelen, vuurwerk enz. konden ver
bonden worden, geen gelukkige vervanging van
de kermis zijn Zouden tegen een kleine entrée
geen goede concerten, geen door een- flink ge
zelschap opgevoerde tooneelstukken kunnen ge
geven worden
Zou hierdoor aan het publiek niet meer genot,
meer degelijk genot worden verschaft en zou
een dergelijk feest geen betere indrukken bij
het volk achterlaten dan eene verouderde en
sinds lang niet meer aan hare bestemming beant
woordende kermis?
We meenen dat die vraag wel toestemmend
kan beantwoord wordenmaar op eene tweede
Vraag is minder gemakkelijk een antwoord te
vinden.
Hoe dat alles te verkrijgen
In de eerste plaats is daartoe noodig geld'
en in de tweede plaats eene commissie van eenige
volksvrienden, die zich met het ontwerpen en
leiden van feesten, als wij boven noemden, wenscht
te belasten.
Geld noemden wij in de eerste plaats noodig
en willen de feesten aan onzen wensch beant
woorden betrekkelijk veel geld.
Maar wanneer bijv. eene inteekenlijst circuleerde
tot dit doel, zouden er dan niet velen zijn, die
bereid zouden zijn een klein deel bij te dragen
ten algemeene nutte, een klein deel van hetgeen
door hen, 't zij zij met de kermis zijn ingeno
men of niet, op of tengevolge van de kermis
wordt zoek gemaakt? Werd dit gedaan, dan was
spoedig meer dan het benoodigde gevonden.
Bovendien zijn die gelden ook niet renteloos.
Zonder te willen spreken van het genoegen dat
men persoonlijk Van het feest heeft, of van de
voldoening die het verschaft ook iets te hebben
bijgebracht tot het bereiken van een schoon doe
kan men er zeker van zijn dat wanneer die
volksfeesten worden gegeven, zij tal van bewoners
van omliggende plaatsen tot een bezoek aan Mid
delburg uitnoodigen zouden, wat dan de ingeze
tenen ook meer voordeel zou aanbrengen. Nog
meer, het grootste gedeelte van het geld, thans
door vreemde kramers medegenomen, valt dan
den inwonenden handeldrij venden of zakendoenden
ten deel.
Wij meenen met het oog op een en ander wel
aan te mogen nemen dat de geldquaestie geen
onoverkomelijk bezwaar zou opleveren, en even
als wij slechts éene manier aangaven, zijn er zeker
meer te vinden. Misschien mag ook verondersteld
worden dat er te Middelburg wel vereenigingen
zullen gevonden worden, die, werd een dergelijke
zaak onder hare aandacht gebracht, haar veel
vermogenden steun zouden verschaffen.
Nu het tweede punt. Aan wie het ontwerpen
en de leiding van een zoodanig feest op te dragen
Als wij die vraag doen zal menigeen met ons
dadelijk de aandacht vestigen op de hier bestaande
Vereeniging Uit het volkvoor het volk, die sedert
de 13 jaren van haar bestaan, op het terrein van
volksvermaken reeds veel goeds heeft tot stand
gebracht, die door het organiseeren van volks
feesten, waarbij de volksbijeenkomsten en volks
concerten eene eerste plaats bekleedden, meer dan
éen stap in de door ons gewilde richting heeft
gedaan
Menigeen zal zich zeker nog herinneren de wijze
waarop door haar in vroeger jaren volksvermaken,
optochten en muziekuitvoeringen zijn ingericht,
die de algemeene tevredenheid mochten verwerven
niet alleen, maar ook het volk veel genoegen
verschaft hebben; we behoeven daartoe slechts
aan te stippen de feestviering op 9 en 10 Juli
1867, bij gelegenheid van den aanvang der spoor
weg en kanaalwerken in Walcheren, op die bij
gelegenheid van de 25jarige regeering van Z. M.
den koning en bij de opening van het droge dok.
Zeker was dit getal nog met velen te vermeer
deren, we deden echter slechts eene greep uit het
vele dat te vermelden zou zijn.
0n3 doel w.as ook alleen met weinig woorden
aan te toonen dat er wel iets te vinden zou zijn om,
ware de kermis vervallen, een beter, aangenamer
en nuttiger volksvermaak daarvoor in de plaats
te stellen.
Maar het moet niet bij woorden blijven. Daden
moeten het bewijs leveren dat niet alleen de meer
gegoeden, maar ook het volk, overtuigd is dat
het niet het doel is zijn vermaak hem te ontnemen,
maar wel om, dat- vermaak veredelende, hem
meer genot te doen smaken.
Goes, 13 Augustus. Door den tarwe-oogst
bijna geen aanvoer van granen. De prijzen bleven
zonder verandering.
Rotterdam, 13 Augustus. Ter markt van heden
waren aangevoerd 1484 runderen; 232 vette, 11
nuchtere kalveren; 1077 schapen; 651 varkens;
114 biggen; runderen le qual. 76, 2e qual. 66,
3' qual. 46; kalveren le qual. 95, 2e qual. 75;
schapen 90 cent.
Bergen op Zoom, 13 Augustus. Boter per stuk
f 1.10, per kilo f 0.70. Eieren per 26 f 1.05.
Vlissingen, 13 Augustus. Boter per kilogram
f 1.50 a f 1.45 Eieren 4.— per 104 stuks.
Amsterdam, 12 Aug. 13 Aug.
STAATSLEENINGEE.
IVcderl. Cert. N. W. Sch. 2} pet. 63} 63}
dito dito dito. 3 75} 75#
dito dito dito. 4 98} 98}
België. Certificaten2}
Frankrijk. Origin. Inschr. 3 72}
Hongarije. Obl. Goudleen. 5 58} 58}
Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5
Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 53# 54}
dito Febr.-Aug. 5 54} 54}
dito Jan.-Juli. 5 55} 56
dito April Oct.5 55} 55}
dito dito Goud 4 63}
Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 77
Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 50 49#
dito dito 1876. 6 96} 96}
Rusland. Obl. Hope C.
1798/1815 5 95} 95}
Cert. Inschr. 5e Serie 1854. 5 62# 62}
dito dito 6e 1855. 5 76# 76}
Obligatiën 18625 81}
dito 1864 11000 5 90} 90
dito 1864 1005 86#
dito 1877 dito5 B 85# 85}
dito 1872 gecons. dito. 5 83} 83}
dito 1873 gecons. dito. 5 84} 85
dito 1850 le Leening dito. 4}
dito 1860 2' Leening dito. 4} 81}
dito 1875 gecons. dito 4} 75} 75}
Cert Hope C" 1840 4
dito 2C, 3 4e Leen. 1842/44. 4 63}
Obligatie-Leening 1867/69. 4 73} 74
dito dito 1859 3 63} -
Cert. van Bank-Assign. 6 41}
Spanje. Obl. Buit. 1867/75. 1 14 14#
dito dito 1876 2 31} 31}
dito Binnenl. Es. 5000-10000 1 12# 12}
dito dito 1876 2 28 28}
Turkije. Obl. Alg. Sch. 1865 5 14 13}
dito dito 1869 6 15}
Egypte. Obl. Leening 1876 6 49} 48}
Spoorw. dito 1876 5 -
Vereen. Staten. Obl. 1876 4} 102} 102}
dito dito 1871 5 103} 103}
dito dito 1861 6 104}