Telegraphische berichten.
BUITENLAND.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Landbouw.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
roem van Nederland in stand te houden en den
moed op nieuw te doen ontwaken."
Aan het tweede gedeelte van het reisverhaal
der Willem Barentsdoor den luit. ter zee Koole
mans Beijnen in het Nieuws van den Dag geplaatst,
ontleenen wij nog het volgende, het eenige dat,
zonder de eenheid al te zeer te verbreken, eenigs-
zins geschikt is om op zichzelf overgenomen te
worden.
„Op Amsterdam-eiland, het Noordwestelijkste
punt van Spitsbergen, waren de plaatsen der 7
Kamers, (die van Amsterdam, Rotterdam, Middel
burg, Vlissingen, Enkhuizen, Delft en Hoorn) nog
goed te herkennen aan de overblijfselen der cirkel
vormige muurtjes, waar de traanketels blijkbaar
op gerust hadden.
„Stel u verder voor: een erg vlak strand,
waarvan de sneeuw alleen dicht langs den water
kant geheel ontdooid is, doch dat voor 't overige
gedeelte een van gesmolten sneeuw gevormden
poel daarstelt, waar men tot over de knieën toe
inzakt en die droge strook gronds overigens be
zaaid met gebroken roode dakpannen, Hollandsch
puin, verbazend groote stukken walvischbeen,
sloepriemen, half vergaan touw en hier en daar
enkele graven, dan hebt ge een droevig doch vrij
juist begrip van wat er van die weleer zoo druk
bezochte plaats is overgebleven.
„Het kerkhof aan 't Noordelijk uiteinde van
't strand was zoo mogelijk nog treuriger, en zoo
als wij het in een dichte sneeuwbui betraden, kan
men zich moeielijk zoo iets sombers en doodsch
voorstellen. De meeste kisten waren opengebro
ken, .de grafkruisen alle omgewaaid en de doods
hoofden en beenderen lagen alom verspreid.
„In sombere stemming naderden wij een dier
akelige doodkisten, waar nog het grafschrift
boven prijkt: „Hier ligt begraven Jan Fred.
Meyrot van Pruysen, is in den Heer gerust, den
19n Juli op het schip Evenwigt, comm. Cornelis
Dek, 1778."
„Alzoo juist 100 jaren geleden en toch waren
nog, door de strenge koude bewaard, de trekken
van 't gezicht te herkennen, nog kwam grijs ge
worden haar van onder de met mos begroeide
wollen muts te voorschijn en sierden roodgekleur
de kousen de zwart verkoolde beenderen.
„Wij dekten de kist met het half vergaan dek
sel, stapelden stilzwijgend eenige zware rotsblok
ken er boven op en herstelden het kruis met het
opschrift zoo goed het ons mogelijk wa3.
„Daarna haastten wij ons aan boord terug.
„Den volgenden morgen bescheen de zon vrien
delijk en vroolijk de schoone berg- en gletscher-
gezichten der Hollandsche baai. Speelman ging
opnieuw zijne belangrijke magnetische waarnemin
gen doen.
„Sluyter ging dreggen, Grant nam photogra-
phieën, en de ondergeteekende zeilde met een sloep
met 6 matrozen naar het kerkhof, om de graven
aldaar zoo goed mogelijk te restaureeren en den
meegebrachten grafsteen voorloopig te plaatsen.
„Niet zonder eenige moeite werd de zware
steen door sneeuw en ijs tot het hoogste punt
van den gra'fheuvel gedragen.
„Daar werd te midden dier graven de groote
steenheuvel gebouwd en daartegen met eenige
helling de steen geplaatst, waarop te lezen staat
t1
In Memoriam
Spitsbergen of Niew-land
ontdekt
tot 79» 30' N. Breedte,
door de Hollanders.
Hier overwinterden 18333d
Jacob Seegersz. en zes anderen.
Hier overwinterden en stierven 1634—1635
Andries jansz. van Middelburg
en
zes anderen.
„Het was eerst laat in den avond toen de kom-
mandant met de geheele equipage een laatst bezoek
aan deze plaats bracht, en het was een eigenaardig
gezicht, die 14 gezonde, levenslustige zeelui met
hunne rood gekleurde hemden zich rond dien
eenvoudigen grafsteen te zien scharen en met
diepen ernst luisteren naar de woorden van onzen
flinken, eenvoudigen kommandant, die in korte
woorden ongeveer het volgende zeide
„Mannen! Door het oprichten van dezen steen
vervullen wij een wensch van de Nederlandsche
natie, die hier op deze oude begraafplaats van
reeds lang gestorven vaderlandsche zeelui, een
kennelijk huldeblijk wil plaatsen, ter herinnering
aan de koene daden en kloeken ondernemingsgeest
onzer onverschrokken zeevaarders.
„Eeuwen heeft hunne asch hier reeds gerust,
en als wij rond ons kijken, blijkt dat van vele
dier graven nog slechts weinig is overgebleven,
maar wat niet vergaan is, en wat niet zal vergaan
zoolang Hollands vlag nog fier op alle zeeën
waait, dat is de achting en eerbied, waarmede
wij, hunne nakomelingen, de herinnering in eere
houden aan die mannen die, eeuwen geleden,
zooveel gedaan hebben voor de eer en welvaart
van t geliefde Vaderland. Van dit gevoelen is
het plaatsen van dezen grafsteen een nieuw en
blijvend bewijs.
„Daarna keerden wij in de twee sloepen naar
boord terug."
Van de wetenschappelijke uitkomsten der reis,
geven de volgende gedeelten uit den brief van
den heer Koolemans Beijnen eenig denkbeeld
,Mocht de reis uit een nautisch oogpunt geluk
kig genoemd worden, ook uit een wetenschappe
lijk oogpunt was er reden tot tevredenheid.
„De om het uur trouw genomen meteorologische
waarnemingen waren dubbel van belang, terwijl
het Zweedsche ontdekkingschip de Vöringen, in
deze zelfde zee, ze ook om het uur waargenomen
had en beide journalen dus later uitstekend met
elkaar in verband kunnen gebracht worden.
„Speelman heeft bepaald groot succes gehad met
zijne magnetische waarnemingen en onze onver
moeide zoöloog is reeds nu tevreden met den
verkregen oogst. Bovendien en bovenal heeft
iedere diepzee-looding, die wij namen, eene blij
vende waarde, en al werd onze overtuiging vol
komen bevestigd, dat men met het nemen van
diepzee-loodingen' en diepzee-temperaturen met
een van wind en weer afhankelijk zeilschip nim
mer geheel geregeld werk kan leveren, toch
beantwoordden alle nieuwe instrumenten en alle
eigen uitgedachte inrichtingen en werktuigen in
alle opzichten aan- het ons voorgestelde doel, en
kunnen wij, met de nu in moeilijke omstandig
heden opgedane ervaring vóór ons, met gerustheid
een meer methodisch onderzoek der ondiepe
Barentszee tegemoet zien
„Sedert de Barents Beeren-eiland verlaten heeft,
zijn loodingen en dreggingen methodisch en ge
regeld begonnen. Zoo mogelijk iederen voormiddag
eene looding en dregging en verder bij iedere 5
mijl eene looding. Alleen op den voormiddag
wordt stoom gestookt, de rest moet met de hand
geschieden. Zoo hebben wij reeds 6 maal met de
hand eene looding en bodemtemperatuurneming,
ieder van 270 vadem diepte verricht.
„Het eene kwartier (d. i. de eene helft der
bemanning) is zeer tegen het werken met de
handlier en verkiest verre er boven, de lijn
met de hand in te halen. Op 't oogenblik ben
ik nog een weinig onder den indruk van de
265 vm. die ik van nacht op de H. W. (hon
denwacht 124 uren 's nachts) heb helpen in
halen, maar als u maar bedenkt hoeveel mannen
op een oorlogschip gebruikt worden om 80 vm.
in te loopen, zult u kunnen begrijpen, dat wij
met ons vijven de handen vol hadden. Zonder
een oogenblik te rusten haalden wij in 35 minuten
de geheele lijn in, ofschoon ik bekennen moet,
dat de natte, kille ljjn op 't laatst voor mijne
oogen begon te dansen. Het regende al dien tijd
hard, maar 't lastigst was, dat het water van de
loodlijn bij 'tinhalen, langs de armen tot op de
schouders doordrong.
De moeite werd evenwel ruimschoots beloond
door het gelukken der waarneming, die aangaf
dat bij 7 gr. C. op 'topper vlak, de temperatuur op
den bodem in 265 vademen 1 gr. 8 C. was. Boven
dien neemt de diepte af, naarmate wij dieper de
Barentszee inkomen en ben ik overtuigd, dat wij
ons allen, na een dag of 4 a 5, met geheel ons
hart in dit werk begeven zullen. Het meest
sukkelen wij nu met mist, en als u aan de Barents
denkt, moet u haar maar steeds in een echten
Poolnevel voor den geest roepen, wat ongetwijfeld
in de Barentszee hare meest normale positie be
looft te wezen."
politih. Eervol ontslag verleend als eerste
commissaris van politie te Leiden, op zijn daartoe
gedaan verzoek, aan A. C. M. Vink. Voorts is
bepaald, dat er voortaan slechts éen commissaris
van politie te Leiden zijn zal en dat als zoodanig
zal blijven fungeeren R. N. van der Maaren, thans
tweede commissaris van politie aldaar.
marine. Benoemd tot adelborst le klasse, de
adelborsten 2e klasse, le afdeeling, van het konink
lijk instituut voor de marineG. P. van Hecking
Colenbrander, F. Pinke, J. J. W. H. van der
Toorn, H. 0. W. Planten, A. C. A. Eschauzier,
H. W. Tijdeman, J. Hartog, G. S. H. Burgerhout,
W. Naudin ten Cate, H. J. F. Michelhoff, G. D.
Sangster, J. W. Termijtelen, E. A. Steinmetz,
W. H. Wichers, H. M. E. van den Brandeler,
J. W. Doijer, L. van Diggelen, P. van den
Broeke, A. Leyh, H. E. Bunnik, W. van Voss,
H. J. Wichers, G. Fabius en A. M. P. C. van de
Laar.
geneeskundige dienst. Benoemd bij het per
soneel van den geneeskundigen dienst der landmacht
tot apotheker 2e klasse, de apotheker 3e klasse
A. H. van Doorn, van dat personeel.
Het zeldzaam geval heeft zich voorgedaan, dat
aan een openbare lagere school een hulponder
wijzer is benoemd door 's konings commissaris.
Teneinde nl. te voorzien in de behoeften van het
onderwijs, dat blijkbaar door burg. en weth.
van Hedel werd verwaarloosd, heeft de commis
saris des konings in Gelderland de benoeming
gedaan op grond van art. 127 der gemeentewet.
De heer A. H. de Klerck, predikant te Neder-
langbroek, heeft, ofschoon hem boven de f 2000
traktement, nog aanzienlijke voordeelen aangebo
den waren, voor het beroep naar Wemeldinge
bedankt. Ct
De officier van gezondheid le klasse H. L.
Reeder, dienende aan boord van Zr. Ms. schroef-
stoomschip van Galen, wordt met den 15en dezer
op nonactiviteit gesteld en met den 16en daaraan
volgende vervangen door den officier van gezond
heid le klasse J. B. Coomans de Ruiter.
Voorts wordt de officier van gezondheid le
klasse dr. F. M. Cowan, dienende aan boord van
Zr. Ms. schroefstoomschip Leeuwardenmet laatst
genoemden datum overgeplaatst aan boord van
Zr. Ms. fregat Evertsen.
Met ingang van den len September aan
staande wordt de luitenant ter zee le klasse H. A.
Sirks, behoorende tot de rol van Zr. Ms. wacht
schip te Willemsoord, geplaatst als officier-instruc
teur bij het koninklijk instituut voor de marine
aldaar, en vervangen door den luitenant ter zee
2e klasse L. G. Krol.
De kapitein M. B. Erdtsieck, van het le bat.
3e reg. infanterie te Vlissingen, is overgeplaatst
bij het 2e bat. le comp. te Bergen op Zoom.
In het op eene andere plaats in dit nommer
reeds vermelde verslag omtrent den landbouw en
de veeteelt in Zeeland over de jaren 1875—77
vinden wij de volgende opgave van de sommen,
tengevolge der wet van 12 April 1872 besteed
tot afkoop van tienden in de jaren 1872 tot en
met 1877
In Walcheren f 416568.25§
Schouwen-Duiveland 610562.34^
Tholen. 119389.30§
Zuid-Beveland97-3750.57J
Noord-Bevcland185049.57
Totaal f 2305320.05
Op de vraag: „In welke verhouding staat de
afkoop tot het nog bestaand rechtvoor hoe
veel wordt er nog verhuurd?", is het antwoord
als volgt:
Het bedrag, waarvoor alle tienden in 1877 in
Zeeland in het openbaar verhuurd zijn, beliep:
in Walcheren. f 42511.
Schouwen-Duiveland 33292 37|
Tholen 36978.—
Zuid-Heveland 75947.27*
Noord-Beveland20145.
Te zamen f 208873.65
Meer dan 4 millioen kapitaal aan tienden is
derhalve nog onafgekocht gebleven. In de af
deeling Zierikzee kocht men bijna in Zuid-
Beveland J/i, 'n Walcheren en Noord Beveland
bijna 7J) en in Tholen slechts 7, der tienden af.
Te Zierikzee is in den namiddag van 9 Aug.
in de Yersche gracht het lijk gevonden van zekere
A. M., die aan vallende ziekte lijdende, in die
gracht- is gevallen en verdronken.
Tot opzichters over de te Wolfaartsdijk
aangelegde oestercultuur zijn benoemd N.Valkier Jz.
en Joh. Voorbeijtel.
Als bewijs hoe kermislustig velen zijn, dient,
dat terwijl te Kampen de kermis is afgeschaft,
Zondag uit die plaats ruim 3000 meuschen, meest
uit den burgerstand, te Zwolle kermis kwamen
houden.
Te Molkwerum bij Lemmer heeft een boerin,
aan haar hooiers een borrel willende geven, hun
bij vergissing een glas terpentijn toegediend. De
eerste drinker een geroutineerd liefhebber
bemerkte er niets van, een tweede proefde het
echter dadelijk. De persoon, die de terpentijn
heeft gebruikt, verkeert in gevaarvollen toestand.
Als een zeldzaam voorbeeld van vruchtbaarheid
in de varkenswereld, meldt men, dat een zeug
van den landbouwer L Bos, te Oud-Appelscha,
den 12en Maart jl. 15, en nu den 7en Augustus
16 levende biggen ter wereld heeft gebracht.
De voorwerpen van natuurlijke historie en
eenige andere afdeelingen uit het British Museum
zullen overgebracht worden naar een nieuw ge
bouw in South Kensington. Het British Museum
zal dan enkel de boekerij bevatten en de galerijen
klassieke en Oostersche oudheden. De conserva
tors aan de wetenschappelijke afdeelingen, die
het museum verlaten, beweren dat het deel der
bibliotheek, dat op hunne afdeeling betrekking
heeft, eigenaardig bij de verzameling voorwerpen
behoort en dus met deze dient mede te gaan.
Eerst dan kan een geheel gevormd worden, waar
ieder vakman zooveel mogelijk bronnen bijeen
vindt voor zijn vak. In deze bewering ligt
zeker veel waars, doch de commissie voor de
bibliotheek meent, dat deze een geheel moet blij -
ven, en ook daarvoor is veel te zeggen. Men
ziet den uitslag met belangstelling te gemoet.
- Een inwoner van Kassei, die te Kissin
gen vertoeft, schrijft aan een blad in zijne vader
stad, dat prins Bismarck zich heeft laten wegen,
en dat hij 243 pond, 100 gram woog, 13 pond
meer dan het vorige jaar. Wanneer hier Beiersche
ponden bedoeld worden, zooals in Kissingen
waarschijnlijk zullen gebruikt worden, dan staat
dit gewicht gelijk met 136,18 kilogram, wat wel
wat heel zwaar schijnt. Neemt men Pruisische
ponden, dan wordt het gewicht van den kanselier
113.82 kilogram, welk getal waarschijnlijker voor
komt. Hij zelf schijnt het wel wat te zwaar te
vinden, althans de eigenaar der schaal zeide, dat
hij het hoofd schudde en meende dat het opge
geven gewicht wat te veel was. „Maar een thaler
gaf hij mijtoch."
Het leggen van den onderaardschen telegraaf
van Frankfort naar Straatsburg vordert goed
de kabel ligt al tot Mannheim. De kabel- bevat
zeven geleiders die ieder uit zeven ineengevlochten
koperen draden bestaan, terwijl iedere geleider
met eene isoleerende stof bedekt is. De kabel
wordt beschermd, eerst door eene omwikkeling van
vier en twintig draden van 2 j streep daarop volgt
eene ijzeren buis, dan eene laag asphalt met
hennep omwonden, waar weer een tweede laag
asphalt om heen zit.
In de Berliner Freie Presse, een sociaal
democratisch bladkomt het volgende voor
Indien wij dan (na de aanneming der socialisten
wet) ons geen sociaaldemocraten meer mogen
noemen, doch men de Christelijk-sociale bedrie
gerij verder toelaat, dan huichelen wij wat trouw
aan den koning en wat godsdienst, laten ons door
dominee Stöcker bekeeren en verbreiden onder
dat valsche vaandel toch onze denkbeelden.
Komt dan de onvermijdelijke uitbarsting, dan
laten wij het ons opgedrongen masker vallen en
lachen de domkoppen uit, die ons door hun des
potisme en hunne dweepzucht er toe gedreven
hebben om van openbare vermomde, maar des te
werkzamer sociaaldemocraten te worden.
Naar aanleiding van een paar onlangs weer
voorgekomen gevallen van trichinevergiftiging,
zal te Keulen eene regelmatige keuring van alle
vleesch van stadswege worden ingevoerd. De
Kölnische Zeitung voegt er bij, dat ook de slagers
aldaar met den maatregel zijn ingenomen. Dat
is zeker niet alledaagsch.
De ballon captif in den tuin der Tuileriën
maakt dagelijks 10 a 20 reizen. Woensdag stegen
327 passagiers mede naar de hoogte.
buitenland.
Dresden. Bij de herstemming is de socialist
Bebel tot lid van den rijksdag gekozen.
Londen. De bevolking van Batoem wapent
zich tot verzet legen de Russen. De hoofden der
stammen in den omtrek zijn tot den strijd be
sloten. Aan de grenzen van Tschoruk staan
20,000 gewapende bergbewoners gereed.
Dome. De kardinaal Mina, benoemd tot
staats-secretaris van den paus, heeft in eene cir
culaire aan de pauselijke nunciussen verklaard,
dezelfde gedragslijn te zullen volgen als zijn
voorganger.
9Aug.'s av. 11 u. 63 gr.
10 's morg. 8 u. 67 gr. 's midd. 1 u. 77 gr.
's av. 6 u. 67 gr.
Het bestuur over de Fransche republiek wordt
door het ministerie Dufaure zonder onnoodige
strengheid, doch met zeer vaste hand gevoerd.
Dat weten de Franschenook de aandacht der
tegenstanders van de republiek kan het niet ont
gaan, dat er onder dit bestuur bij de bevolking
zich een geest van orde en bedaardheid ontwik
kelt, die sedert langen tijd, zoo niet immer, in
Frankrijk tot de, naar de bekende zegswijze,
slechts in eene onbepaalde toekomst te vervullen
„vrome wenschen" scheen te zullen moeten be-
hooren Het was een gewichtig feit, dat eergis
teren avond, zonder meer dan het overal bij zulke
gelegenheden noodig is door de politie gecontro
leerd te zijn, eene vergadering plaats had, waar
duizenden werklieden en greve de koetsiers
in de gelegenheid waren om hunne belangen in
eene algemeene vergadering gezamenlijk te be
spreken. Noch onder het Napoleontisch régime,
noch onder dat van den ordre moral zou men
eene dergelijke vergadering hebben durven toelaten,
uit vrees dat men de gelegenheid zou waarnemen
om, buiten het eigenlijk doel der bijeenkomst,
nog eens aan andere grieven lucht te geven, wier
uiting de regeering niet kon verdragen. Het
gebouw van den Franschen staat was toen
hoe schitterend ook van uiterlijk aanzien te
zwak van gebinten om zulk eene menigte opéén
punt te kunnen dragen. En hoe is nu Donderdag
avond de vergadering der koetsiers in het Cir
que Fernando afgeloopen? Gansch Parijs had er
het oog op gevestigd. De werkstaking toch treft
niet alleen de werkgevers, maar ook het geheele
publiek, en de werkstakers vormen verreweg het
grootste deel van eene klasse, die, behalve nog
hunne vrouwen en kinderen, te Parijs 12,000 leden
telt. Er was eenige politie aan de deuren, doch
deze verwezen alle geschillen naar de commissa
rissen van orde, die uitspraak deden, terwijl de
politieagententegenwoordig zoo eigenaardig
gardiens de la paix genoemd, zich zooveel mo
gelijk passief hielden. Zoo kwam de zaal zonder
standjes vol. En toen men eens binnen was,
zijn de zaken behandeld met eene orde en kalmte,
die tot het einde toe ongestoord bleven en eer
deden denken aan eene parlementsvergadering
dan aan eene meeting van werklieden. Men had