1878. Maandag 12 Augustus. Wm IwfiU! O aargaiij Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/in. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiens 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Gremeente-financien. Middelburg, 10 Augustus. FETJILLBT03ST. de Schrijfster van „Jennie" enz. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de puhlicité étrangére G, L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien art. 219 der gemeentewet: maken bekend: dat de rekening van de ontvangsten en uitgaven dezer gemeente over bet dienstjaar 1877 op de secretarie voor een ieder ter inzage is nederge- legd en in afschrift tegen betaling der kosten, na voorafgaande aanvraag, aldaar verkrijgbaar is. Middelburg den- 9 Augustus 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd SCHOEEB. De secretaris, G-. N. DE STOPPELAAR. De Staats-courant bevat de statuten der naam- looze vennootschap de Zierihzeesche Garancine- fabriek die, te Zierikzee gevestigd, ten doel zal hebben het fabriceeren van garancine en daaraan verwante artikelen. Als directeuren treden op de heeren W. A. Ocbtman en P. O. van de Velde Olivier en als commissarissen de heeren R. Koole, J. van der Vliet en jhr. W. H. de Jonge. De vennootschap is aangegaan voor den tijd van vijf jaren. Door het bestuur van de Vereeniging tot het regelen en bevorderen van volksvermaken te Goes, is gekozen tot voorzitter de heer J. L. van der Pauwert, tot vice-voorzitter de heer H. K. D. v. d. Bussche, tot eersten secretaris de heer L. M, van Campen, tot tweeden secretaris de beer A. van Schelven en tot penningmeester de heer P. C. N. Eiehholtz. In beginsel werd verder besloten om, zoo buitengewone omstandigheden dit niet beletten, in de a. s. kermisweek een ring- rijderij, opgeluisterd door muziek, te doen plaats hebben, waaraan door landbouwers uit geheel Zeeland zal kunnen worden deelgenomen. Later zal daaromtrent nadere mededeeling worden gedaan, zoodra een en ander definitief is bepaald. GCt.) Wij ontvingen heden het verslag over de jaren 1875, '76 en '77 omtrent den toestand van den landbouw en de veeteelt in Zeeland, en van de maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in onze provincie, samengesteld door den voorzitter dier maatschappij mr. C. J. Pické, met medewerking van den 2™ secretaris der af- deeling Walcheren, den beer J. H. E. Gerlach. Tot gezette lectuur van dit boekje was ons 30 door HOOFDSTUK XXV. FIJNE NETTEN VOOR DOMME VLIEGEN. „Welk een zonderling mensch!" ze! Sibylle terwijl zij haar blanke band bekeek, waarop men duidelijk in breede roode striemen de sporen van dien woesten greep kon zien. „Gelukkig dat ik geen ringen aan mijn rechterhand draag," zei zij „anders zouden mijn vingers aan bloed zijn." „Gij meent toch niet dat die woesteling het gewaagd heeft riep Carlton rood wordende. „Ja dat meen ik," antwoordde zij kalm „zie maar. Vindt gij dat ik dit moet opnemen als een blijk van belangstelling? Othello was ook ver liefd niet waar en hartstochtelijk en zwart en jaloersch?" Zij hield even op voordat zij dit laatste woord sprak en toen werd het slechts gefluisterd, maar de opgeheven oogleden gaven er veel nadruk aan. Dit was de tweede maal dat zij Carlton vlak in het gelaat zag. nog geen tijd geschonken. Enkele punten van algemeen belang vielen ons echter bij het door bladeren in 't oog. Daaronder het volgende. „Het verloopen der meekrapcultuur en de ope-' ning van de stoomvaartlijn VlissingenLonden - deelde een ijverig beoefenaar van den landbouw aan den voorzitter mede, gaf mij aanleiding eene proef te nemen met. het verbouwen van verschillende soorten van kool. In de jaren 1875, 1876 en 1877 zette ik daarvan 1/2 tot 1 H. A., doch heb moeten besluiten die cultuur op te geven. Het is mij niet gelukt de geteelde kooien bij groote partijen hier te plaatsen en de expeditie naar Engeland sleepte zoovele onkösten na zich, dat er te weinig overbleef om zulks met voordeel te doen. De verhouding tusschen omvang en prijs is bij kooien dan ook zeer ongunstig. Dit neemt echter niet weg, dat men uit Holland veel kool naar Engeland schijnt te exporteeren en waarschijnlijk met genoeg voordeel om daarmede te kunnen aanhouden." „Ik meen, merkt de voorzitter hierbij op, als toelichting hieraan toe te kunnen voegen, dat de onkosten der verzending naar Londen daarom zoo hoog zijn, omdat de goederen, per stoomboot te Queenborough aangevoerd, aldaar gelost en per spoor naar Londen moeten reizen, alwaar zij wederom gelost en per as van het station naar de vrij ver daarvan verwijderde groenten-markt moeten vervoerd worden. Bij vervoer van Vlis singen naar Londen zelt, alwaar de groenten-markt niet ver verwijderd is van de aanlegplaats der stoombooten, zouden de transportkosten niet onaan zienlijk lager zijn. Indien de maatschappij Zee land'kon besluiten een harer booten wekelijks tot Londen' door te laten varen, zou zij den Zeeuwschen landbouw en ook haar zelve ver moedelijk groot voordeel aanbrengen." De kamer van koophandel te Bergen op Zoom heeft in hare jongste vergadering besloten, zich per request te wenden tot den minister van waterstaat, handel en nijverheidteneinde in overweging te geven, op de omslagen der tele grammen, behalve het nommer, ook de plaast van afzending te doen vermelden. Die bepaling wordt wenschelijk geacht, omdat indien de geadresseerde afwezig is, men bij be kendheid met de plaats van af komst, in de meeste gevallen en vooral bij handelszaken -— beoor- deelen kan of tot de opening al dan niet moet worden overgegaan. Door de kiezersvereeniging Burgerplicht te Bergen op Zoom is, in hare vergadering van 5 dezer, tot candidaat voor het lidmaatschap van HOOFDSTUK XXVI. IEMAND GENAAMD DELROY. Parijs, April 15. „Ik heb het portret van den hertog d'Astraël af en verlang nu zeer bij mijn goeden, ouden professor eenigen tijd naar lichaam en geest te komen uitrusten. „Zult gij geduld met mij hebben en met de kluizenaarsstemming waarin ik verkeer Zij is mij geheel nieuw en zal u vrees ik ergeren, gij die zoo ijverig en bedrijvig zijt, die altijd nieuwe denk beelden schept en uitvoert en voortdurend er op uit zijt de vlam van uwen geest aan te wakkeren, te voeden en te doen schitteren, die helaas bij de kinderen uwer naasten zoo flauw brandt. „Ik zal u zeer dankbaar zijn, beste professor, als gij mij een tijd lang bij u wilt hebben. Gij moogt mij beknorrengij moog't mij lui noemen alles wat gij wilt maar vraag mij wat ik u bidden mag, niets. Ik heb heimwee en snak naar u, mijn beste trouwste, oudste vriend." Zoo schreef Morei en professor Reich veegde zijn bril af, toen hij den brief van zijn lieven jongen gelezen hadwant er stonden tranen in zijne heldere zwarte oogen. „Jetje," riep de professor en drukte op een tafelschel, waarop zijn vrouw terstond aan de deur verscheen. „Jetje" ze! hij. „Ik denk stellig dat Claude Zondag hier zal zijnmisschien zal hij mij deze keer het pleizier doen bij ons te logeeren. Maak den gemeenteraad gekozende heer M. L. A. Koek, bierbrouwer. Als tegëncandidaat wordt door eenige kiezers gestcjd de heer Antonius Assel bergs, fabrikant. De Tijd meldt, dat de adressen der katholieken aan den koning terstond na het bekend worden van het besluit der eerste kamer naar Apeldoorn zijn, verzonden en op het koninklijk paleis 't Loo afgegeven. Deze adressen zijn door 164,126 per sonen onderteekend. Op eene vergadering van een dertigtal personen, welke gisteren tengevolge van een in meer dan duizend exemplaren verspreid strooibiljet té Rot terdam waren bijeengekomen, is besloten eene vereeniging op te richten tot bevordering der invoering van het algemeen stemrecht. Een uit voerend comité is met de verdere uitwerking van het plan heiast. Z. M. de koning zai, volgens het Dagblad, op 22 dezer zich naar Berlijn begeven, om de vol trekking van het huwelijk zijns broeders bij te wonen, en tevens zijne zuster, de groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach, te ontmoeten. „Naar men wil," voegt het blad er bij, „zou dit laatste in verband staan met het huwelijksplan, waarvan dezer dagen is melding gemaakt." Dit plan spreekt, zooals men weetvan een echtverbinte nis van Z. M. met zijn nicht, de 24jarige prinses Elisabeth van Saksen-Weimar-Eisenach. Wij herinneren, dat de keizerin van Duitsch- land de zuster is van den groothertog, en dat 's keizers broeder, prins Carl van Pruisen, groot vader van prinses Marie (weldra prinses Hendrik), eveneens met een zuster des groothertogs van Saksen-Weimar gehuwd is geweest. Wordt ge noemd plan verwezenlijkt, dan zal dus de Duit- sche keizer de oom van onzen koning en de oudoom van prins Hendrik zijn. (HM.) Door den hoofdonderwijzer Deelman is een adres aan den koning toegezonden, waarin zes personen van Stadskanaal verzoeken, dat hunne namen bij het petitionnement buiten rekening mogen blij ven aangezien ze niet genoegzaam of verkeerd ingelicht waren, toen men hun het peti tionnement liet teekenen. In 63jarigen leeftijd is Donderdag te Leersum overleden mr. F. F. Karseboom, voormalig pro cureur-generaal bij den hoogen raad. Den 23en Mei 1815 te Amsterdam geboren, werd hij in Juli 1842 benoemd tot substituut griffier en in November 1846 tot substituut-officier van justitie bij de rechtbank te Amsterdam. alles zoo goed mogelijk in orde. Hij houdt van pekelvleesch en leverworst, zooals gij weet. Geef hem een, haas den dag waarop hij aankomt, Jetje en doe veel boter in de saus. Als gij uw best doet zullen we een flesch champagne opentrekken en dan moogt gij ook op de gezondheid en het welslagen van onzen lieven Claud drinken." Jetje begon daarop met hart en ziel te over leggen hoe zij het „onzen Claud" het meest naar zijn zin zou maken, daar zij nog een levendige herinnering had aan zijn smaak, ten opzichte van eten en drinken. Dat was het beste bewijs harer moederlijke liefde voor den lieveling van haar man. „Het is toch verwonderlijk hoe goed en hoe nuttig een vrouw kan wezen, als men haar maar goed dresseert en op haar plaats houdt" dacht de professor. Ofschoon het reeds het einde van April was toen Claude in Humburg terugkwam, was het turfvuur nog onontbeerlijk evenals de dichtgesloten deuren en de hermetisch toegestopte vensters. De arme Claud was in een zeer ge drukte stemming en deed al wat hij kon om zijn schijnbare onverschilligheid tegenover den profes sor weer goed te maken. Hij nam dus de dringende uitnoodiging om de „logeerkamer" te betrekken aan. Maar al was de geest gewillig, het vleesch was zwak en het was hem onmogelijk in die ongezonde lucht te blijven. Hij voelde zich be nauwd en ziek en verlangde zeer naar een goed geventileerd hotel te verhuizen; hij wist echter niet hoe dit aan te leggen zonder den goeden professor en zijn vrouw te beleedigen. En vooral In 1853 werd hem het ambt van advokaat- generaal van het gerechtshof in NoordHolland, een jaar later diezelfde betrekking bij den hoogen raad opgedragen. Tot procureur-generaal benoemd in 1871, bekleedde hij tot een'jaar voor zijn dood die hooge waardigheid bij ons hoogste rechterlijk college. Zijne kunde en rechtschapenheid deden hem in de meest verschillende kringen, niet alleen als magistraatspersoon, maar ook als burger de hoogste achting verwerven. De Goesche courant bevat van een der schepe lingen aan boord van de Willem Barents een brief, waaraan wij enkele bijzonderheden omtrent de reis ontleenen. Aan den Nederlandschen consul te Bergen is, als blijk van erkentelijkheid voor zijne welwillend heid en zijne vele bemoeiingen in 't belang der reizigers, een zilveren wijnbeker aangeboden, met het opschrift: „Aan Jacob Cramer, Souvenir Etat-Major Wil lem Barents, 17 Mei 1878." Omtrent de op de reis ondervonden koude meldt de schrijver, dat tot dusverre de thermometer nog niet beneden 5° Celsius onder het vriespunt ge daald was. De voortreffelijke verhouding, welke tusschen al de opvarenden van het vaartuig bestaat, wordt door den schrijver als volgt beschreven „Ten slotte nog een enkel woord over de samenleving aan boord. Yan het begin der reis tot nu toe is er niemand, die zich zal beklagen over de behandeling, die bij bier ondervindt. Het bij uitstek gekozen eten is voortreffelijk en niets wordt er gekookt, gebakken of gebraden, of allen krijgen bun deel er van. De heer J. W. G. Tex- tor, vroeger als stuurman ter koopvaardij varende, schreef vóór het vertrek der Willem Barents in het Nieuws van den Dagdat niet éen der officie ren onzer koopvaardijvloot zich zou kunnen of willen aanbieden om met de W. B. mede te gaan, daar zijns inziens de keuze der bemanning te geschakeerd was, terwijl hij o. a. aanhaalde, dat ieder der officieren wel een lieveling had gekozen uit liet personeel der Ned. marine. De ondervin ding is de beste leermeesteres, zoo ook hier, en daarom kan ik die geuite meening bestrijden in den vollen zin des woords.' „De ongekunstelde verhouding van hh. officieren en geleerden tegenover ons is bewijs genoeg, dat zij toonen willen zich als 't ware onder huns gelijken te bevinden en, tengevolge van deze lief derijke behandeling, achten wij deze heeren zeer hoog. Daartegenover zal dan ook niet éen der boven ons gestelde personen zich over het gedrag der équipage te beklagen hebbenallen zonder uitzondering werken hier mede om den alouden voor de laatste koesterde Claude groote liefde ea. eerbied en hij wilde haar in haar welgemeende gastvrijheid even ongaarne kwetsen als haar des- potieken heer en meester. Tout vient d point h qui sait attendreen Claude behoefde niet eens bijzonder lang op zijne bevrijding te wachten. Terwijl hij op zekeren namiddag doelloos in den Jungfernstieg slenterde, werd hij opeens staande gehouden door een Franschman met een langen baard en groote oogen, die uitriep„Ah'mais sacré nom de Voila mon cher Morel!" en zijn hand met eene hartelijk heid schudde, die zelfs voor een Parijzenaar ver bazend was, tenzij hij uw beste vriend ware. Vrienden, of liever makkers waren Morel en Del- roy nooit geweestmaar jaren geleden waren zij me deleerlingen te Parijs kunstleerlingen, wel te verstaan die dezelfde galerijen bezochten, naar dezelfde modellen teekenden, aan de Ecole deg Beaux Arts studeerden en dezelfde uitspannings oorden bezochten. \Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1