N°. 181
121e 3 aargang.
1878
Zaterdag
3 Augustus.
Mm lirfdc!
Stoomtramwegen.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien! 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer f 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland; de Compagnie générale de publicité étrangére G L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
liddelburg, 2 Augustus.
FBUILIiBTON".
de Schrijfster van „Jennie" enz.
BURG
Door een sp o orweg - ambt enaar).
II.
Zijn er voor een tegenwoordig zoo druk be
studeerd onderwerp als de stoomtramwegen,
gegevens genoeg om de kosten van aanleg en
exploitatie te zamen te berekenen, zonder met al-
gemeene cijfers te ver van de waarheid te
blijven, oneindig veel moeielijker is het, de ver
moedelijke opbrengst te begrooten.
Men kan onderzoek doen naar het gewone
verkeer op den weg, naar den handel en de
nijverheid in de streek, en is men in de ge
legenheid door bestaande lijnen vergelijkingen
te maken met de te exploiteeren lijn, dan is
dit een middel, dat veel vertrouwen verdient;
doch men bedenke wel dat die vergelijkingen
eerst dan te maken zijn, wanneer het verkeer
op de voorgestelde lijn gevestigd kan heeten,
dat is eerst na acht of tien jaren. Het komt
bovendien daarbij alles aan op nauwkeurigheid
der vergelijking van de landstreek, de ligging,
de bewoners, de nijverheid enz. enz. Gebruiken,
zeden en gewoonten oefenen hun invloed op
het te vervoeren goed uit. Verder zal de
bevolking toch daar aangroeien, waar de grond
verbetert; door hooger opbrengst wordt de
uitvoer grooter, door aangroeiende bevolking
sty gen ook de behoeften en vermeerdert de
invoer.
De ondervinding heeft hier te lande bewezen,
dat het getal plaatsbriefjes, afgegeven op
plaatsen langs de lijn gelegen, die op de
uiteinden en in het centrum niet mede ge
rekend, op plaatsen dus (om ons tot den
Zeeuwschen spoorweg te bepalen) zoo als Arne-
muiden, 's Heer Arendskerke, Kruiningen,
Biezelinge, Vlake, Krabbendijke enz. zesmaal
het getal inwoners van zulk een plaats be
draagt. Men doet echter wel, bij de begrooting,
dat getal slechts op vier te bepalen, omdat
men het getal zes eerst verkrijgt, nadat de
lijn een paar jaren in exploitatie is en omdat
het ons toeschijnt, dat het veel beter is de
31
doob
HOOFDSTUK XX.
SIBYLLE.
Miss Sibylle, zoo luidde het verhaal onder
de schoolmeisje^, wier liefde voor het geheimzin
nige meisje zeer groot is miss Sibylle was erg
verliefd. „Op haar bleeke wang las men het
verborgen leed", onder haar kalmen boezem
gloeide een onbevredigde hartstocht. Anderen
beweerden, dat haar lief een krijgsman was die
in den oorlog was getrokken en de bleeke Sibylle
kwijnend had achtergelaten, zou hij ooit terug
komen Een meisje een practisch verstoutte
zich te opperen dat Sibylle jaren geleden bedrogen
was geworden „zij is geen kind meer, weet gij,"
zei die prozaïsche jonge dame en werd door hare
romantische vriendinnen beknord en uitgelachen.
Sibylle was immers veel te mooi, veel te trotsch
om door een man slecht behandeld te worden!
Hij zou misschien gedwongen zijn geweest haar
te verlaten, weggerukt door hardvochtige ouders,
of wezenlijk naar den oorlog gezonden!
opbrengst te gering, dan te hoog te schatten.
Om den omvang van het personen-verkeer
te bepalen neemt men tot gx-ondslag aan:
a het gemiddeld aantal reizigers op de ge
wone spoorwegen in verhouding tot de bevol
king van de streek, welke zij doorsnijden, het
geen men blijkens het zoo even gezegde op een
cijfer van vier reizen per inwoner moet stellen
b de sterkte van de bevolking in de ge
meenten, die door den tramweg zullen worden
bediend.
De gemiddelde opbrengst van eiken reiziger
wordt verkregen door den gemiddeld door-
loopen afstand op te sporen en deze wordt
gevonden door de bevolking van iedere ge
meente te vermenigvuldigen met den afstand
in kilometers tusschen de gemeenten en het
naast bijgelegen, station van den spoorweg, dat
voor verreweg het meerendeel der reizigers op
den tramweg het aanvangs- of het bindpunt
zal zijn.
Het op deze wijze verkregen aantal rei-
ziger-kilometei'S vermenigvuldigend met den
gemiddelden vrachtprijs van een kilometer,
verkrijgt men vrij nauwkeurig de vermoedelijke
opbrengst van het personen-verkeer,
Yoor de berekening van de opbrengst der
.bagage, neemt men in den regel op de spoor
wegen 1 kilo bagage per reiziger-kilometer
aan. Dit cijfer is naar onze meening voor de
tramwegen wel wat hoog, omdat de reizen per
ti-amweg zich in den regel niet zoo ver zullen
uitstrekken, om veel bagage mede te nemen.
Het bagagevervoer is overigens slechts een
ondergeschikt deel van het geheel en zal, al
neemt men 1 kilo per reiziger-kilometer, geen
grooten invloed uitoefenen op de geheele ont
vangst.
Het vervoer van kleine pakjes en bestel-
goederen zal uit den aard der zaak op een
tramweg, die bijna iedere woning op den weg
aandoet, een veel grootere uitbreiding erlangen
dan zulks het geval is op de spoorwegen,
waar de kosten van op- en afladen, de omslag
van verschillende formaliteiten een belemme
renden en beperken den invloed uitoefenen.
Hetis dan ook een feit, dat expediteurs,
bestellers, vrachtkarren enz. verdwijnen, overal
waar de administratie der tramwegen zich met
het vervoer en de bezorging van kleine pakjes
belast, terwijl daarentegen hun aantal zich
uitbreidt, waar het gecompliceerde tariefstelsel,
Intusschen bemoeide Sibylle zich volstrekt niet
met de pupillen harer moeder. Zij liet zich in
stilte door haar aanbidden en ergerde zich alleen,
als zij haar te veel plaagden met hare oplettend
heden. Zij hield niet van openlijke blijken van
liefde, en de zekerste manier om terstond wegge
zonden te worden was te trachten haar een kus
op haar gelaat te geven. Zij kon uren lang bijna
onbeweeglijk zitten in een laag wipstoeltje met het
hoofd achterover, gesloten oogen en de voeten
op het haardijzer. Zij had er niets tegen, dat de
meisjes aan hare voeten zaten, en als ze heel
genadig gestemd was, stak zij zelfs haar hand
toe voor een kus, maar haar gezicht nooit.
„Wat zijt ge toch kleine zottinnetjes!" zei zij
somtijds; maar de kwijnende toon harer stem
verried nooit hoe wonderlijk zij dit meende.
Mevrouw Moreton boezemde ontzag en vereering
in, maar nooit genegenheid of lust tot vleierij.
Eens had Sibylle tot haar moeder gezegd:
„Als er iets op de wereld was, wat mij kon
verbazen, zou het de bespottelijke dwaasheid
van die meisjes zijn. Zij zouden den grond
kussen waarop ik loop; niet voor een mijner
deugden, maar juist omdat ik stil, bleek en
geheimzinnig ben. Als zij eenig begrip hadden
van mijn beklagenswaardigen gemoedstoestand,
en dat er een tijd is geweest waarin ik zoo innig
verlangde naar een vriendelijk woord, een weinig
liefde, een weinig medelijden, zouden zij zich van
mij afkeeren met
„Lieve hemel Sibylle, wat praat gij toch!" riep
zooals op onze spoorwegen, het publiek dwingt
tot hen hunne toevlucht te nemen.
Evenwel is het wenschelijk, dat ook hierbij
slechts dezelfde grondslag voor de berekening
wordt aangenomen als elders geschiedt, namelijk
ongeveer 2 kilogrammen per reiziger-kilometer.
Voor het vervoer van vrachtgoederen, paar
den, vee enz. neemt men in den regel 500
kilo per reiziger-kilometer aan. Het spreekt
van zelf, dat het peil van ontwikkeling waar
op zich landhouW, veeteelt, handel en nijverheid
der streek bevinden die de weg doorsnijdt,
daarop van grooten invloed zijn.
Men zal zich echter niet vergissen, althans
zeker geen te hoog gespannen verwachting
van de opbrengst der lijn maken, als men bij
de berekening den opgegeven maatstaf volgt.
Zal men het groote nut van den aanleg der
stoomtramwegen in ons land begrijpen of liever
zal men de benoodigde kapitalen daartoe in
ons land vinden? Nederland is welvarend,
bezit groote kapitalen en crediet, heeft eene
gunstige ligging en uitgebreiden handel, het is
in zijne wetgeving vrijer, in zijn intellectueele
ontwikkeling niet minder dan andere staten;
het schijnt meer gewaarborgd tegen woelingen
op staatkundig en commercieel gebied, terwijl
het, wat zijne soliditeit in zaken betreft, in het
buitenland gunstig staat aangeteekendvreemd
is het dus, dat hier te lande voor de meest
gewenschte ondernemingen, bij de kapitaal
markt meestal geen ondersteuning kan worden
gevonden.
Toch is het voor geheel ons land, voor onze
kapitaalmarkt en voor onze industrie niet het
minst, hoogst wenschelijk, dat in dien droevigen
toestand verbetering worde gebi'acht. Voor
ons land, omdat het niet altijd moet blijven
wachten op den steun der regeering, zoodra
de zaak slechts met een waas van algemeen
belang kan omgeven wordenvoor onze kapi
taalmarkt, omdat de vaak ongegronde speculatie
en geldbelegging in effecten (wij denken aan
de Amerikaansche spoorwegen, Egypte, Tur
kije, Spanje) meestal tot nadeelige gevolgen
moet leiden; voor onze industrie, omdat de
onverstandige speculatie en geldbelegging, met
de voorspiegeling van hooge renten, langza-
mei'hand schier alle beschikbare krachten tot
zich trekt, terwijl juist op het gebied dei-
haar moeder op ongewoon scherpen toon, plotse
ling verbleekende. Daarop stond zij op, ging
naar haar dochter toe en zag haar ontsteld aan;
maar Sibylle's gelaat was weer even kalm als
altijd, toen zij vervolgde
„Mijne zenuwen zijn geschokt. Ik heb toch
werkelijk nog eenig gevoel, zooals gij ziet. Iets
in de oogen van Faustina heeft mij getroffen. Ik
ben nu. weer geheel beter dat verzeker ik u
Schel voor een kop thee en zeg dat ik hem heel
sterk wil hebben. O, houd als je blieft mijn hand
niet vast! gij weet ik kan dat niet uitstaan. Ik
ben blij dat Faustina weg is, meer niet."
Faustina was een van de meest alledaagsche
schoolmeisjes en haar eenige aantrekkelijkheid
bestond in groote kalfachtige bruine oogen. Zij
had voor de eerste en laatste keer voor Sibylle
geknield, om haar afscheidszegen af tesmeeken en
toen had zij van onderop strak onder de neerge
slagen oogleden van Sibylle gekeken.
Dit kleine voorval had plaats gehad in December,
den avond toen het etablissement in Brussel
opgebroken werd, drie dagen voor dat Sibylle
Hubert Carlton ontmoette, dien zij nu verwachtte
en op haar manier hoopte te Hastings weer te
zien.
nijverheid de vereischte kapitalen de krachten
van enkelen te boven gaan.
Wij sluiten dit opstel met de woorden, die
de heer J. J. van Kerkwijk in het jaar 1869
„een woord over de buurtspoorwegen" schreef,
omdat die woorden thans zoo toepasselijk op
de stoomtramwegen zijn.
„Niettegenstaande al die .bezwaren vleien
wij ons, dat:
„Wanneer de bewoners der streken, die door
den tramweg doorsneden zullen worden, de
waarheid beseffen der spreukTime is money
wanneer de eigenaars der gronden, die in de
nabijheid liggen der te maken tramwegen, in
zien, dat hunne landerijen in waarde zullen
rijzen, doordien de producten er gemakkelijk
van zijn te vervoeren en de mest op goed-
koope wijze kan worden aangevoerd, wanneer
fabrikanten en kooplieden het groote voordeel
voor de nijverheid en den handel van een
spoorweg inzienwanneer al de bovengenoem
de personen overtuigd zullen wezen, dat hun
beurs zal gebaat worden, de krachtigste
drijfveer voor de menschen, dat dan deze
lieden niet langer zullen blijven wachten, tot
eene landsvaderlijke regeering een spoorweg
legt, maar de handen zullen ineenslaan, ge
dachtig aan de spreuk
Help yourself".
In de week van 25 tot 31 Juli zijn met de
stoomschepen der stoomvaartmaatschappij Zeeland
overgebrachtvan Vlissingen naar Queenborough
879 en in omgekeerde richting 633 personen.
Het stoomschip Prinses Marievan de stoom
vaartmaatschappij Zeeland is, zoo wordt ons
uit Vlissingen gemeld, na aankomst dezen
morgen terstond naar Antwerpen vertrokken om
daar te dokken en schoongemaakt te worden.
Daar de toegang tot het droge dok alhier de
noodige verwijding ondergaan heeft om dien voor
de nieuwe booten der maatschappij Zeeland ge
schikt te maken, zijn er zeker bijzondere redenen
geweest welke de Prinses Marie aanleiding ge
geven hebben om den steven naar Antwerpen te
wenden.
Bij de verkiezing voor een lid van den ge
meenteraad te Zaamslag, ten gevolge van het
overlijden van den heer L. de Begt, heeft niemand
de volstrekte meerderheid bekomen en moet eene
herstemming plaats hebben tusschen de heeren
A. Kiemens Jz., en C. J. van Vessem.
HOOFDSTUK XXI.
ÏEBN-LEA.
„Ik begon te vreezen dat gij nooit thuis kwaamt
Hubert! In hoeveel tijd zijt ge gereed? Hoe
laat kunnen de paarden voorkomen
De spreekster is Pearl Carlton. Zij is al heel
weinig veranderd. Alleen heeft zij een voortdu
rend blijmoedigen trek op haar gelaat, die in
geluk overgaat zoodra zij de oogen van haar
man ontmoet. Op dit oogenblik rusten die oogen
bijzonder teeder en onderzoekend op haar; want
het is voor het eerst dat zij Pearl en amazone
aanschouwen. Zij was er op gesteld hare voor
bereidende proeven zonder haar man te doenzij
heeft zesmaal in de manege gereden en zesmaal
op den weg met een pikeur bij zich. En nu is
de groote dag gekomen waarop zij onder toezicht
van Hubert zelf, op haar statig bruintje, Kitty,
naar Richmond-Park zal gaan, om te leeren wat
het is op gras te rijden. Pearl ziet er niet alleen
heel gelukkig maar ook heel lief uit. Haar rij
kleed van groen laken is onberispelijk gemaakt;
op haar stevig in elkaar gedraaid haar zit de
gladde hoed. Haar kraag, een smal wit linnen
streepje, wordt vastgehouden door een net strikje
en zij heeft een karwats in de hand.
„Gij ziet er uit als een eerste amazone, dat
verklaar ik u," zet Hubert haar aandachtig be
schouwende en alle bijzonderheden opmerkende,