Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Kunstnieu ws Land bouw. Marine en leger, plaatsen, dat hij bij niemand in onze dagen wenscht achter te staan, waar het betreft het ernstig streven, opdat de opvoeding der kinderen, van den zuurdeesem der Christelijke waarheid zij, en meer en meer worde doortrokken. „Hij gaat verder, en houdt zich verzekerd dat waar deze zuurdeesem ontbreekt, het beste en noodigste wordt gemist. Vandaar ook acht hij het werk der opvoeding zoo gewichtig en de taak van eiken onderwijzer ook als opvoeder eene zoo ernstige en gewichtige taak. „Wanneer hij desniettegenstaande toch bezwaar heeft zich met het petitionnement te vereenigen, dan is dit niet, omdat hij miskent de wenschen en rechten van hen, die zooveel mogelijk ruimte voor het bijzonder onderwijs verlangen. Integen deel; gelijk het zijne overtuiging is dat het recht in onze kerk medebrengt, dat de meeste ruimte tot ontwikkeling van de verschillende richtingen in die kerk worde verzekerd, zoo meent hij ook dat het onderwijs in verschillende richting zich in den staat zooveel mogelijk vrij en onbelemmerd moet bewegen. „Hiertoe zooveel hij kan mede te werken acht hij billijk en gewenscht voor ieder, die wat hij anderen gunt ook zelf begeert, maar hij betwijfelt of de weg, door het petitionnement ingeslagen, de ware is. „Immers van den staat (waar het zijne richting is voor voldoend lager onderwijs te zorgen, waaraan allen kunnen deelnemen) kan nooit iets anders gevraagd worden, dan dat dit onderwijs neutraal blijve, terwijl aan huisgezin en kerk moet worden overgelaten, wat tot eene meer eigenlijk gezegde godsdienstige vorming behoort. „Bovendien weet ieder, die wat verder ziet dan de oppervlakte, dat de wensch der adressanten n de uitvoering noodzakelijk moet stuiten op onoverkomelijke bezwaren, want dat het er zeer verre van daan is, dat eene school met den bijbel de werkelijk voor velen bestaande bezwaren op lost. Hoe verschillen niet zij, die aan dit petitionnement deelnemen, in de beantwoording der vraag omtrent gebruik, verklaring en toe passing van den bijbel, gelijk nog onlangs in den boezem van de kerkeraadsvergadering is gebleken, waar de vergadering een zeer uitvoerig adres, doorweven van bijbelteksten, en waarin, op grond van den bijbel, kerkeraad en voorgangers werden veroordeeld gemeend heeft, onbeantwoord te moeten ter zijde leggen? „Wanneer adressanten een afdoend middel aan de hand gaven, waardoor het moeilijk vraagstuk kan worden opgelost, zoo zou de voordracht hiervan z. i. groote waarde kunnen bezitten, maar dit doet men niet en kan men ook niet doen. „Integendeel, tot nogtoe blijkt dat alle pogin gen, in de vergadering onzer volksvertegenwoor digers aangewend, om aan het bijzonder onderwijs de door velen begeerde voorrechten te gunnen, schipbreuk hebben geleden op onuitvoerbaarheid, en de rechte weg nog niet is gevonden en mis schien ook nimmer gevonden zal kunnen worden, dan door de energie, de offervaardigheid en zelf verloochening van hen die zeggen dat zij voor eene school met den bijbel alles overhebben. De vrijheid daartoe toch wordt hen door niemand betwist „De ondergeteekende acht het, in deze omstan digheden, onraadzaam dat de kerkeraad zich vereenige met eene petitie, die door te veel te zeggen en te eischen z. i. juist het rechte doel voorbijstreeft. „Onbillijk en niet gemotiveerd is bet beweren dat de thans vigeerende wet „een onoverkomelijken scheidsmuur optrekt .tusschen de school onzer kinderen en Gods heilig woord". Deze beschul diging, z. i. zeer beleedigend voor wetgever en onderwijzer beiden, is niet te rechtvaardigen, daar ook op de thans bestaande schooi zoowel mannen als vrouwen zijn gevormd, die zeker in ware Christelijke vroomheid uitmunten boven talloos velen van hen, die nu hunne hand plaatsen onder eene petitie. Geene schoolwet toch is in staat een dergelijken scheidsmuur op te richten tusschen onze kinderen en Gods heilig woord, zoolang het hart der ouders klopt van waarachtige liefde voor dat woord en in hun leven de vrucht van dat woord zich openbaart. „Bovendien acht hij bet onvoegzaam voor on derdanen, die hunnen vorst zoo hoog verheffen gelijk in deze petitie plaats vindt, den koning zoo te dringen, niet alleen om het ernstig ver langen van een deel zijner onderdanen in over weging te nemen, maar „om nooit zijne handteeke- ning onder zulk eene wetsvoordracht te plaatsen". „Heeft men wel bedacht, welk vonnis men, al is het niet met zoovele woorden, toch feitelijk over dien zoo door adressanten gevierden vorst uitspreekt, wanneer hij aan 't verzoek van die adressanten eens niet voldoet?... Dan keeren al de beschuldigingen, nu tegen wet en wetgever uitgesproken, op zijn hoofd terug, „Deze zijn, onder meerdere, eenige van de be denkingen die den ondergeteekende verhinderen het petitionnement, gelijk het plaats vindt en ook nu door den kerkeraad zal worden voorgesteld, te steunen. „Vurig wenscht hij met alle weidenkenden in den lande mede te arbeiden tot de komst van het Godsrijk, maar gelijk hij gaarne zijn nut doet met hetgeen door anderen, die met hem in zienswijze verschillen, wordt gezegd en geschre ven, wenscht hij ook niet te zwijgen waar zijn geweten hem dringt tot het uitspreken van een gevoelen, afwijkend van dat der meerderheidj vertrouwende dat het, ook al vindt het geene onbepaalde instemming, toch met welwillendheid zal worden vernomen." De uitgever van de Standaard zendt ons eene van de commissie voor het volkspetitionnement ontvangen opgaaf van het aantal personen, die in elke provincie het adres aan Z. M. den koning ouderteekeiid hebben, met bijvoeging van het aantal schoolkinderen van 612 jaren. Wij laten de totaal cijfers hieronder volgen onder- school teekenai en. kinderen. Groningen 15,562 5,728 Friesland 36,796 12,653 5,778 2,164 21,296 7,713 Gelderland 41,435 14,819 26,980 7,878 Noord Holland 46.622 19,997 Zuid Holland 87,888 33,950 Zeeland 14,037 6,722 Noord-Brabant. 7,765 2,50 20 10 Te zamen 304,179 114,184 De spaarbank te Zierikzee keerde, blijkens haar jaarverslag over 1877, 4 en 3£ pet. rente uit en telde op het einde van dat jaar 801 deelhebbers. Het gezamenlijk bedrag der inlagen is f 38,734, dat der terugbetalingen 28,924 geweest. Het ka pitaal aan de inleggers verschuldigd, bedroeg op ultimo Dee. 1877 128.967, de bezitting der spaar bank f 152.069, haar reservefonds f 23.101. In al deze cijfers is, vergeleken met het jaar 1876 eene belangrijke vermeerdering op te merken Bij de Dinsdag gehouden herstemming voor een lid van den gemeenteraad van s Heer Abtskerke zijn uitgebracht 23 stemmen. Herkozen is het aftredend lid Jacobus de Jager, wethouder, met 13 stemmenMarinus Goeman verkreeg er 9 en Jaques Everse 1 stem. In de Staats-courant van heden, brengen de ministers van binnenlandsche zaken en van finan- tiën ter algemeene kennis, dat voortaan voorden in- en doorvoer van beenderenmeel geene bijzon dere vergunning wordt vereischt. De Staats courant van heden, bevat de statuten der Evangelisatie-vereeniging Eben-Haëzer, ge vestigd te Helder. Een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur generaal van Neder- landsck Indië, dd. 30 Juli, bevat de navolgende tijdingen uit Atjeb: De op den 23en dezer begonnen militaire ope ratien in de XXII Moekim zijn gedurende de twee volgende dagen met succes voortgezet. De twee beoosten de Atjeh-rivier ageerende kolonues bereikten den 24en dezer Lamdjamboe, en namen den 25en stormenderhand de versterking Seneiope, niet ver van Moentassi (de woonplaats van Habieb Abdul Rachman) gelegen. Een derde kolonne rukte den 24en en 25en langs den linkeroever der Atjeh-rivier op tot Anak Batoe, en nam die versterking. Gedurende de drie genoemde dagen werden aan onze zijde gedood 11 man en gewond 119 (waaronder éen licht gewonde officier, de luite nant der genie Vohl.) Seneiope wordt voor depót in gericht. Den 26en werden van onze zuiderlinie uit de tegenover onzen post te Atoa gelegen kampongs Tjot Lepong en Tjot Gloempang in de VII Moekim (gebied van Toekoe Moeda Bait) vermeesterd. Koerong Rij ah werd den 22en en 23en door de marine getuchtigd, omdat de hoofden en bevol king zich aan zeeroof en aan een vijandelijken aanval op Poèloe Way hadden schuldig gemaakt. [Reeds onder telegraphische berichten vermeld]. examen commission. Benoemd tot lid en blijvend voorzitter der commissie, welke belast wordt met het afnemen der examens tot het verkrijgen van den officiersrang, door de vaandrigs der militaire scholen af te leggen, de kolonel P. M. Netscher, inspecteur van het militair onderwijs; en tot leden dier cbmmissiede luitenant kolonel H. E. J. Heymans, van het reg. grenadiers en jagers; de majoor E.; Visser, van het 3e reg. huzaren; de kapitein jhr. W. A. Alting von Geusau, van den staf der artillerie; de kapitein-kwartiermeester H. C. van Erp Taalman Kip, van het 7e reg. infanterie; de kapitein P. F. Goumans, van het 4e reg. infanterie; en de kapitein H W. Alma, van het le reg. vest.-artill.; verder is bepaald, dat bet examen, hetwelk overeenkomstig het vast gestelde bij art. 24 van hét kon. besluit van 13 April 1878, no 16, nog dit jaar afgelegd kan worden tot verkrijging van den rang van 2en luitenant bij het leger hier te lande en bij dat in Nederlandsch Indië, door onderofficieren, die zich thans voor het gewoon of lichter examen voorbereiden, zal worden afgenomen ten overstaan der hierboven genoemde commissie; en wordt aan die commissie toegevoegd, voor zooveel betreft het afnemen van het aanstaande examen der onder officieren tot het verkrijgen van den rang van 2en luitenant bij het Nederlandsch Indische leger, de majoor L. G. Diepenheira, van het wapen der infanterie van evengenoemd leger, thans met verlof hier te lande. pensioenen*. Pensioen verleend aanden kapi tein administrateur van kleeding en wapeniDg J. Hilberg, van het reg. grenadiers en jagers, en het bedrag van dat pensioen bepaald op 1495 's jaars, en aan den kapitein J. P. W. Dörr, van het algemeen depót van discipline, ten bedrage van f 1560 's jaarsterwijl aan den kapitein Dörr voornoemd de rang van majoor wordt verleend. leger Eervol ontslag verleend uit den mili tairen dienst op zijn verzoek, aan den 2en luite nant P. A. D. Koene, van het 5e reg. infanterie Op nonactiviteit gesteld, en zulks in afwachting dat omtrent hem nader zal worden beschikt, de kapitein M. J. Temminck, van bet 3e reg. infan terie. rijksgestichten'. Eervol ontslag verleend: aan J. Bosma, als tijdelijk adjunct directeur van bet rijksgesticht Ommerschans; aan G. B. 't Hoofd, als tijdelijk adjunct-directeur van het rijksgesticht Veenhuizen no 2; benoemd tot adjunct-directeur van het rijksge sticht Ommerschans W. Colenbrander, thans adjunct-directeur van de cellulaire gevangenis te Rotterdam, en tijdelijk in dienst gesteld als adjunct directeur van rijksgesticht Veenhuizen no 1, E. A. Hulst, thans onderdirecteur voor den landbouw bij dat gesticht. polderbesturen. Benoemd tot gezworenen voor de volgende polders in deze provincie: VIoos- wijk, F. Dieleman Nieuw Noord-Beveland, J. Rid der; Willem III, J. Scheele Jz.Dorrenbrood, N. van der Sluys; Adriana Johannapolder, C. de Vrieze; Kruispolder, A. vanDamme; Oosterenban van Schouwen, L. Blom Azn.; Westerenban van Schouwen, J. Kostense; voor het waterschap Groote Sint Anna en Nieuwenhoven, J. de Hullu; tot voorzitter van het uitvoerend bestuur van het waterschap de siuis aan de Wielingen, J. F. Hennequin. rijkstelegraaf. Benoemd bij den rijkstele graaf: tot onder-directeur J. L. Verinent, thans telegrafist der eerste kl.; tot telegrafist der eerste klasse, S. G- Bendien, J. A. Nobach jr., J. Smits, A, P. Verhoeff, C. des Bouvriejr., M. G. R.Pitlo, J. Waterman, C. J. A. Tret, C. M. Grullemans, E. van Driesten, J. A. Ilssink, W. J. Greeter» F. J. Haver Droeze en C. C Beumer Harden- berg, allen thans telegrafist der tweede kl.tot telegrafist der derde klasse, D. B. Jochems, M. J. van Heuven en J. van der Saag, allen thans klerk der tweede kl., P. H. Groenemeijer, thans klerk der eerste kl., E. Jansen, A. de Vries, F. Benckhuysen en M. C. Kuyper, allen thans klerk der tweede kl. onderscheidingen. Vergunning verleend aan den bij het leger in Nederlandsch Indië dienende korporaal C. A. Dietrich, tot het dragen van het IJzeren Kruis 2e kl. en van het Herinneringstee- ken voor den veldtocht tegen Frankrijk in 1870 en 1871, hem beiden in Pruisische dienst toege kend. Op een aanvrage van B. en W. van Zutfen, om verhooging van het rijkssubsidie voor het middelbaar onderwijs aldaar, is van den minister van binnenlandsche zaken een afwijzend antwoord ontvangen. Benoemd tot leeraar in de wiskunde, werk tuigkunde en cosmographie aan de H. B. S. en in stel-, meet- en werktuigkunde en technologie aan de burger-avondschool te Dordrecht, dr. W. Gleuns, leeraar aan de H. B. S. te Warffum. Door den kerkeraad der Ned. herv. gemeente te Vlissingen is ter voorziening in de vacature door het vertrek van ds. J. J. Richard ontstaan, het volgende viertal geformeerdE. W. Heinecken, te Renswoude; H..J. James, te EnschedéJ.Kuijl- man, te Prinsenhage; J. G. P. Muller Jr., te Dinxperloo, en daaruit onmiddellijk beroepen de heer E. W. Heinecken, pred. te Renswoude. De te Parijs dubbel bekroonde koninklijke zangvereeniging Cecilia keerde gisteren ochtend in dë residentie terug, waar haar een schitterende ontvangst was bereid. In het versierde station van den Hollandschen spoorweg afgestapt, weer klonken de tonen der muziek en verwelkomde eene commissie uit het stedelijk bestuur de over winnaars. Begeleid door de muziekkorpsen der schutterij, grenadiers en huzaren en een aantal kunstlievende en letterkundige vereenigingen met hare banieren, trok Cecilia, onder gejuich van de menigte, door de met vlaggen en groen versierde straten. In het gebouw van Kunsten en Wetenschappen aangekomen, dat zeer fraai was gedecoreerd, nam de vereeniging op eene verhevenheid en onder een hemel plaats. Onderscheidene sprekers voer den tot de overwinnaars het woord. Allen brachten huiden en lof aan de vereeni ging, die de eer der Nederlandsche kunst zoo schitterend heeft gehandhaafd. Inzonderheid werd aan den leider, den heer Richard Hol dank ge bracht, die, nadat de eerewijn was geschonken, de hem toegebrachte hulde op Cecilia overbracht. Nadat uit volle borst het Volkslied was aange heven en de concoursnummers door Cecilia waren ten gehoore gebracht, was deze plechtigheid ge ëindigd. Zooals wij voorspeld hebben, komt in het aanstaande speel seizoen te Amsterdam nog geen Duitsche opera tot stand. Van het waarborgfonds groot f 75000, was slechts voor 19000 ingeschre ven. Zonderling genoeg, wordt dit cijfer door hen, die ditmaal de poging gedaan hebben, niet ont moedigend geacht, dewijl er op 't oogenblik zoo veel vermogende Amsterdammers uit de stad zijn. Voor 'tspeel-seizoen 187980 geeft men daarom de hoop nog niet op. Wij helpen 't wenschen. verbetkring. Welwillende lezers zullen willen aannemen dat de fouten, die gisteren in de Engelsche benamingen der bekroonde werktuigen gemaakt zijn, de schuld zijn geweest van het haastige werk onzer zetters^ Onze bedoeling was inderdaad, Harvester en niet Harver sterOmnium-reaper en niet raeper, Co m. bined reaper en niet Combinet reaper te doen drukken. Met 16 Augustus a. worden geplaatst aan boord van Zr. Ms. fregat Evertsende luit. ter zee 2e kl. D. A. Kraijenhoff van de Leur en P. T. M. van Leeuwen; aan boord van Zr. Ms. schroef- stoomschip van Galen, de luit. ter zee 2e kl. W. C. P. E. de Klopper, en aan boord van Zr. Ms. sehroefstoomschip Zilveren Kruisde luit. ter zee 2e kl. K. W. H. Goetz; voorts wordt de luit. ter zee 2e kl. H. L. C. Wol terbeek Muller, dienende aan boord van Zr. Ms. sehroefstoomschip Zilveren Kruis, met den 31en Augustus a. op nonactiviteit gesteld en met den len September daaraanvolgende vervangen door den luit. ter zee 2e kl. R. C. A. L. Jansen van Afferden, terwij' laatstgenoemde luit. ter zee met dien datum, aan boord van Zr. Ms, opleidingscbip Admiraal van promotie snel, omdat er zoo veel sterven. Hij kon natuurlijk tegen het klimaat, waaronder Engelschen en blanken bezwijken." „Gij spreekt over hem alsof hij een neger was," zei de moeder op verwijtende toon „Wel bezien zijn dat de beste slavendus zullen wij het maar over het hoofd zien," ant woordde Sibylle langzaam en hervatten toen „De oude Alckenzie wenschte dat die edele zoon en erfgenaam zich zou onderscheiden. Met geld en de kans van gele koortsen en daaropvolgende sterfgevallen ging de promotie snel genoeg. Gij schijnt verwonderd hoe ik dit alles weet, maar ik heb mij inderdaad eenige moeite gegeven om achter deze interessante berichten te komen; want naar men zegt is die oude Alckenzie eigenaar van half West-Indië. De majoor leeft op een goeden voet. Hij bewoont de eerste verdieping van het hotel „Victoria", heeft veel bedienden, drinkt den besten wijn en bestelt de fijnste diners. Gij moest u liever nog eens vergewissen omtrent den vader, mama; die Indische informaties zijn nog al vaag. Laat er ditmaal, wat ik u bidden mag, geen vergissing plaats hebben." „Sibylle zijt gij voornemens dit door te zetten, als die man u hebben wil?" De moeder zag ontsteld naar het onverschillige gelaat barer dochter, die geen spier vertrok en de oogen als altijd neergeslagen hield. „Hebt gij mij verstaan, Sibylle? Waarom spreekt gij niet riep mevrouw onstuimig uit. „Ik hoorde, dat gij mij beleedigdet, mama; en ik antwoord nooit op beleedigiugen, dat weet gij wel. En ik wil ook niet met u redetwisten. Er kan geeu sprake van zijn dat Alckenzie mij neemt, zoo als gij dat vrij lomp uitdrukt, maar ik zal gevraagd worden hem en al wat hij bezit aan te nemen, wanneer ik dat verkies. Als de berichten omtrent zijn vader blijken juist te zijn, reken dan, dat ik het verkies. Zeg nu dat hij naar huis rijdt mama." Het streed met de gewoonten van Sibylle ooit haar stem te verheffen, daarom werden de bevelen altijd door „mama" gegeven. In Glenville House aangekomen nam mevrouw Moreton, nadat zij haar hoed afgezet had, plaats in den ge makkelijksten stoel in haar sierlijk gemeubelde ontvangkamer. Hier ontving zij en schonk zij thee voor de meest bevoorrechten harer zorgvuldig gekozen pupillen thee vergezeld van uiterst dunne boterhammetjes en uiterst fraai ingekleede raadgevingen. De eerste betee- kenden wel niet veel als lichamelijk voedsel, maar de laatsten waren rijk aan zedelijke kracht. Zij werden in vrijgevige mate rondgedeeld en waren geschikt voor eiken strijd waarin deze jonge dames konden gewikkeld worden, als de tijd gekomen was voor haar entree in de groote wereld die groote, fatsoenlijke wereld. Miss Sibylle was zelden bij die zedelijke thé's tegenwoordig. Zij vereerde ze alleen op „visite avonden" met haar stilzwijgende schoonheid. Wordt vervclgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2