N°. 179 12Ie Jaargang. 1878. Donderdag 1 Augustus. Wni ïijfdt! Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangére G, L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Middelburg, 31 Ju FETJILLBT03ST. de Schrijfster van „Jennie" enz. Benoemingen en besluiten, 0 n d e r w ij s. Marine en leger. MIDDELBIIRGSOHË COURANT. De Staats-courant bevat de wijziging van dé statuten van de naamlooze vennootschapde Zuid- Mollandsche Credtetver eeniging, gevestigd te 's Gra- venhage, en van de vereeniging Mirjam te Amsterdam. Een natuurlijk onvoldoenden, echter niet geheel te verwaarloozen maatstaf voor den vooruitgang van het intellectueele leven van ons land levert de statistiek der met de post verzonden brieven en gedrukte stukken. Raadplegen wij de tabellen a en van het statistisch verslag der post-administratie over 1877, dan zien wij dat in 1860 verzonden werden ruim 15 millioen binnenlandsche, bijna 4 millioen buiten- landsche, te zamen 19,057,326 brieven. In het jaar 1877 bedroegen deze cijfers ruim 39.4 millioen binnenlandsche, 10.6 millioen buitenlandsche, te zamen 50,081,939 brieven. Telt men hier nog 11.5 millioen binnen- en buitenlandsche brief kaarten bijwelke in 1877 verzonden werden, dan blijkt dat, terwijl het bevolkingcijfer in deze 18 jaren slechts van 3.3 millioen tot ongeveer 3.9 millioen vooruitging, het aantal geschreven brieven meer dan verdriedubbeld werd. Met de gedrukte stukken was de stijging nog grooter. In 1860 werden daarvan verzonden 6 millioen binnen-, 1.8 millioen buitenlandsche, te zamen 7,949610. In 1877 waren deze cijfers: binnenland 36.1 mill., buitenland 5.4 mill., te zamen 41,578,223. De vermeerdering was dus eene ruim vijfdubbele. De vooruitgang is over de geheele jarenreeks vrij gelijkmatig versnellend geweest. Van 1860 1863 nemen de binnenl. brieven jaarlijks met ongeveer een half millioen toe. In 1864 en '65 was de vermeerdering telkens met circa 900,000; in 1866 is zij plotseling 1.6 millioenin 1869 bijna 2.1 millioenin 1870, het hoogste cijfer van allen, 3.1 millioen meer. Na de vermindering van het binnenlandsch briefport op 1 Jan. 1871 tot 5 cent, is de toeneming vrij geregeld met ongeveer 2 millioen 's jaars voortgegaan. Aan de afschaffing van het dagbladzegel in 1869 is zeker voor een deel te danken dat het aantal binnenl. gedrukte stukken, dat van 1868 tot 1870 reeds van 8 tot bijna 15 millioen toe genomen was, in 1871 tot 22 mill, steeg. Na dat jaar nam het geregeld jaarlijks met ruim 2 mill. toe. Ofschoon, wij herhalen het, men verkeerd zou doen met aan deze cijfers eene absolute waarde te hechten, is echter de kolossale ver- 22 door HOOFDSTUK XVIII. LADY CAROLINA ONTVANGT BEZOEK. Lady Carolina deed alsof zij deze opmerking niet hoorde en vervolgde op hoogmoedigen toon. „Als mijn neef die betrekking gekregen heeft, zal ik een verplichting jegens u gevoelen die ik niet zal vergeten. Het toeval heeft u in de gelegenheid gesteld mij een dienst te bewijzen, maar ik zal mijn uiterste best doen u daarvoor te beloonen. Pupillen, verlangt gij geloof ik jonge dames van goeden huize?" „Ja liefst met geld. Ik zou meer op afkomst alleen willen zien dat geef ik toe; maar ik kan terwille van een vooroordeel geen risico loopen. Mijne condities zijn hoog en alles moet daaraan geëvenredigd zijn. Lady Blanche had natuurlijk hare afzonderlijke appartementen en kwam bij mij omdat haar stiefzuster haar mishandelde. Zij betaalde 500 p. st. in het jaar. Dat was een uitzondering, omdat zij in een bijzonder geval yerkeerde maar de voordeelen welke ik aanbied meerdering van gedachtenwisseling en gedachten- verspreiding, welke door die cijfers wordt voort- gesteld, een verschijnsel, dat door geen opmerkzaam bespieder van ons nationaal leven geheel over 't hoofd gezien mag worden. Voor Amsterdamsche rekening is per West- Indische mail van Suriname ruim f 58,000 aan stofgoud uit de delverijen aldaar aangebracht. Op de dezer dagen te Haarlem gehoudne derde jaarlijksche vergadering der Bloemisten-Yereeniging werd o. a. medegedeeld het rapport, uitgebracht door den heer Decocq Dumesnil namens eene com missie van de Société Centrale d'Horticulture de Francebenoemd om de inzending van tulpen van de Vereeniging te Parijs in oogenschouw te nemen en daarover verslag uit te brengen. In dat rap port wordt met den grootsten lof van de inzen ding gesproken en zoowel de Bloemisten-Ver eeni- ging als inzendster als den heer J. I. Kruyff, die de planting geregeld had, met de verkregen uit komst geluk gewenscht, terwijl de commissie het betreurt, hare tevredenheid, niet op schitterender wijze aan den dag te kunnen leggen. De definitieve beoordeeling der inzending heeft nog niet plaats gehad, maar er werd medegedeeld, dat uit Parijs het bericht was ontvangen, dat de Jury de classe aan de tulpen-inzending der Bloemisten-Vereeniging met 20 punten, zijnde het hoogst mogelijke getal, een eersten prijs had toegekend. De tulpen zijn nu sedert eenigen tijd opgenomen en vanwege de Bloemisten-Ver eeniging ten ge schenke aangeboden aan de stad Parijs, ten be hoeve van hare aanplantingen. Er is een vleiend schrijven van dankbetuiging bij de Vereeniging ontvangen voor dat geschenk, dat met veel inge nomenheid is aanvaard. Dit bericht zal zeker niet aangenaam klinken in de ooren van de vele dagblad-correspondenten, die, wellicht onder den indruk van het oordeel van een even geestig als van zijn land vervreemd, te Parijs wonend Nederlander, besloten schijnen te zijn onvoorwaardelijk alles wat Nederlandsch is af te keuren. In verschillende bladen is een bericht opge nomen, dat commissarissen van de spoorweg maatschappij LeidenWoerden eene inspectiereis langs de lijn hebben gemaakt. Dat bericht is in zooverre juist, dat die reis wel is gemaakt, maar niet geheel langs de lijn, om de eenvoudige reden, dat die lijn nog niet geheel berijdbaar is. Het gedeelte baan tusschen de grensscheiding der gemeenten Alfen en Hazerswoude en Gouwsluis toch is nog niet berijdbaar, zoódat die afstand zijn ook bijzonder zoo als gij zien zult als gij zoo goed wilt zijn bij mij te komen, lady Caro lina." „Wij hebben uw zoon in Brussel ontmoet," zei Sibylle. Het was het eerst wat zij zeide. „Hij maakte een aangenamen indruk en was op het punt een Duitsch meisje te huwen. Mogen wij u en hem geluk wenschen?" Het was een genadeslag, ofschoon hij op goed geluk werd toegebracht. Een oogenblik huiverde de trotsche moeder en verried haar ontroering door het trillen harer lippen, die onbedwingbare verraders. Sibylle merkte die blijken van ontroering op en zag haar aan. De oogen van lady Carolina ontmoetten de haren slechts éen seconde, daarna spraken hare niet meer bevende lippen met nadruk „Mijnheer Carlton is met de dame zijner keuze gehuwd. Ik ben niet met dat huwelijk ingenomen en dat weet hij. Hij heeft mij gevraagd zijn vrouw te ontvangen, maar ik heb dit geweigerd. Wij hij en ik hebben elkaar ontmoet nadat nadat gij hem gezien hebt. Hij heeft mij over u gesproken. Gij hebt indruk op hem gemaakt. Hij is jong en blijkbaar zeer vatbaar voor indrukken. Had ik geweten hoe vatbaar, zou ik hem zeker niet alleen op reis gestuurd hebben. Hij komt aanstaanden Woensdag te Hastingswij zie elkaar nu en dan om over za om over familie-aangelegenheden te spreken. Hij zal dien dag bij mij eten." Hier keerde zij zich van de dochter naar de moeder. „Wilt gij mij door commissarissen langs den Rijn per stoomboot is afgelegd. Intusschen worden de werkzaamheden, ook aan de gebouwen, met kracht voortgezet en bestaat het vooruitzicht, dat, niettegenstaande alle hinderpa len, die de directie der maatschappij heeft moeten uit den weg ruimen, de lijn tijdig zal in orde zijn, om medio October in exploitatie te worden gebracht. - RB.) Den 26 Augustus aanstaande zal te Utrecht de jaarlijksche algemeene vergadering van de broe derschap der candidaat-notarissen in Nederland worden gehouden. geneeskundige dienst. Benoemd tot officier van gezondheid 2e kl. bij het personeel van den geneeskundigen dienst der landmacht in Neder landsch Indië, de heer F. J. A. Waszak. vee artsenijkundige dienst. Benoemd tot plaatsvervanger van den districtsveearts wien Stratum als standplaats is aangewezen W. M. Mingels, veearts te Oss. commissiën. Machtiging verleend aan de com missie uit de staten van Gelderland tot het ont werpen eener regeling van een verbeterde water ontlasting van de rivier de Linge, tot voortzetting harer werkzaamheden na de sluiting van de jong ste zomervergadering dier staten. onderscheidingen. Door Z. M. is, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid de bronzen medaille alsmede een loffelijk getuig schrift, toegekend aanF. W. Arends, zeesjouwer te Willemsoord, die op 23 April jl. met levens gevaar een kind uit het water redde; W. Baren- dregt, te Maasdam, wegens de redding van een meisje uit het waterJ. Stitzinga, te Arnhem, die op 13 Januari jl, een jongen uit het ijs redde; C. Kooymans, te Dreumel, wegens zijn volhar dende pogingen op 20 Maart jl. om een vrouw uit het water te redden; A. van Triest en R. Klaver, visschers te Yollenhove, die op 6 Juni jl., na herhaalde pogingen, een persoon van de be manning van het zinkende tjalkschip Vertrouwen aan den dood ontrukten; J. A. van der List, te Delft, voor het redden van een vrouw uit het water, op 7 Juni jl.J. J. Koning, 2e luit.-adm. van kleeding en wapening van het 2e reg. huzaren en W. Nolens, beiden teVenlo, wegens de redding op 5 Mei jl. van een kind uit een brandend ver trek; J. van Grol, te Retranchement, die op 30 Mei jl. uit de in de nabijheid dier gemeente aan geslibde gronden een persoon bevrijdde, die daarin dreigde weg te zinken; M. de Bruin, te Amster- het genoegen doen dan ook met uw dochter te komen eten tegen acht uur?" „Majoor Alckenzie" annonceerde de deftige kamerdienaar en deed de deur wijd open om den bezoeker binnen te laten. HOOFDSTUK XIX. EEN BETOOVERDE SLANG. Majoor Alckenzie, geheel doordrongen van zijn eigen gewicht, zooals alleen onbeduidende menschen dat kunnen zijn, stapte op lady Carolina toe en boog zoo diep over haar hand, dat mevrouw Moreton dacht dat hij die kuste, doch het waren alleen de punten van zijn knevel, die er aanraakten. Daarop werd hij voorgesteld aan mevrouw More- ton en aan mejuffrouw Moreton, die zonder op te zien bemerkte dat hij een kort, schommelig dik mannetje was, met een erg bruine gelaatskleur en een overvloed van zwart kroeshaar, zóo dof, dat zelfs Macassar-olie het niet glanzig kon maken. De majoor, die zich niet beijverde zijn nieuwsgie righeid te verbergen, zag Sibylle driest aan met zijne donkere, doordringende oogen. Hij merkte haar bijzondere bleekheid, haar opvallend haai en haar bevallige, slanke gestalte open hij verlangde zeer dat zij die lange wimpers zou oplichtendie de kleur harer oogen voor hem verborgen hielen. Hij was gewoonlijk zeer praat ziek geneigd om over alles uitspraak te doën met een dikke stem, die onaangenaam was om dam, die op 26 Juni jl. een jongen, die aldaar in de Prinsegracht was gevallen, levend aan wal bracht. concessiën. Concessie verleend aan F. Lime- lette te Gosselies (sedert overleden) en N. Cornil te Lodelinsart voor de ontginning van steenkolen enz. in de gemeenten Heerlen en Hoensbroek (Limburg). Blijkens het verslag omtrent den toestand van het middelbaar onderwijs in Limburg over 1877 telde die provincie een rijks hoogere burgerschool te Roermond met 69, een gemeentelijke h. b. s. te Maastricht met 91, een gemeentelijke h. b. s. te Yenlo met 55 en vier bijzondere inrichtingen voor middelbaar onderwijs te Roermond, Sittard, Rolduc en Weert met 335 leerlingen. Het gym nasium te Maastricht werd door 43 leerlingen bezocht, terwijl. 496 leerlingen gebruik maakten van de bijzondere colleges te Kerkrade, Roermond Sittard, Venray en Weert. Behalve een burger avondschool met 67 en een boetseer-, modeleer en graveerschool met 20 leerlingenbeiden te Maastricht, wordt nog een teekenschool gevonden te Roermond met 114 en een Zondagsche teeken school te Venlo met 34 leerlingen. De h. b. s. en het gymnasium te Maastricht vorderden een uitgaaf van ƒ32,174.42, die gedeeltelijk werden gedekt door een rijkssubsidie groot f 16,600. Aan de eindexamens van de hoogere bur gerscholen in Noord-Holland hebben deelgenomen 29 candidaten, van welke 27 geslaagd zijn en 2 afgewezen, een van de school te Amsterdam en een van die te Zaandam. Bij het einde van den cursus 1877/78 be vinden zich aan de militaire geneeskundige school te Amsterdam 227 studenten en pharmaceuten, te weten: 22 semi-artsen, onder welke 1 gepromo veerd doctor en 2 met den graad van doctorandus 73 candidaat-artsen57 semi-candidaten en 75 studenten, waaronder 34, die in September 1877 nieuw zijn aangekomen. Men schrijft aan het Vaderland uit Willemsoord Naar wij vernemen zullen met 16 Augustus a. s. in dienst gesteld worden de monitor Krokodil en de stoom-kanonneerbooten Dog en Gierhoofdzake lijk bestemd voor de oefeningen der zeemiliciens, terwijl zij met de Guinea een flotille zullen uit maken, die bij de gecombineerde manoeuvres van zee- en landmacht in de maand September a. s. gevoegd zal worden. Door onzen gewezen stadgenoot, den heer aan te hooren. Maar bij deze gelegenheid was hij zeer stil, tot dat de dames vertrokken waren. Toen riep hij uit: „Bij God, Harry, dat is het prachtigste vrou welijke wassenbeeld dat ik ooit het geluk heb gehad onder mijn oogen te krijgen „Gij akelige manzei lady Carolina„gij moet toch waarlijk leeren behoorlijker te spreken. Gij vergeet gedurig dat gij niet meer in Indië zijt. Zelfs ter wille van uw geachten vader kan ik u niet blijven ontvangen, als gij uwe manieren niet verandert." De trotsche lady sprak schertsend tot dezen bruinen onbeschaafden beer; maar het was ook een beer, die veel te wachten had. De bruine zoon van een blanken vader die 20,000 p. st. bezit, is natuurlijk eenige onderscheiding waard, vooral van den kant eener dame wier liefde vooi geld een ware hartstocht was. Lady Carolina had er niet aan getwijfeld of van zooveel geld als de oude Alckenzie zijn zoon Gabriël zond, zou zij ook wel eenig pleizier kunnen hebben. Maar zij wist toen nog niet dat Gabriël ook zeer op geld gesteld was en dat hij niet licht een cent zou uitgeven voor anderen, als hij kans zag hem voor zijn eigen pleizier te besteden. Maar van daag was hij door den aanblik der koelste, blankste vrouw die hij ooit gezien had, een ander mensch geworden. Hij zou wel vijf p. st. gegeven hebben om Sibylle Moreton nog een uur lang daar tegenover hem te laten zitten. Hij verlangde niets meer dan haar lelieblank gelaat en glanzig

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1