N°. ITS.
121' Jaargang.
1878.
Zaterdag
27 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,'
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.; van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Qroote letters worden berekend naar plaatsruimte.'
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G. L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg, 26 Juli,
Een kijkje op de kermis,
Benoemingen en besluiten.
Kerknieuws.
Marine en leger.
Land bouw.
MIDDELBURGSCH
COURANT.
De uitslag van het van 17 tot 25 Juli te Mid
delburg gehouden eindexamen voor de hoogere
burgerscholen in Zeeland, is als volgt.
Het getuigschritt wegens voldoend afgelegd
examen is uitgereikt aan al de 9 geëxamineerde
candidaten te weten aanH. F. M. Canneman,
L. P. Renze, W. K. Schietekatte, J. E. Verbrugh,
M. J. L. Vogel en O. B. Wendel van de rijks
hoogere burgerschool te Middelburg; W. Elen-
baas en J. J. Flohil, van de hoogere burgerschool
te Zierikzee, en J. D. Fransen van de Putte van
de hoogere burgerschool te Goes.
Nu de commissie voor het afnemen alhier van
de examens van leerling-apotheker hare werk
zaamheden heeft geëindigd, volgt hier in cijfers
de uitslag daarvan. In het geheel hebben zich
aangemeld 78 candidaten; van deze is een wegens
ziekte niet opgekomen en werden 10 afgewezen,
zoodat aan 67 eene akte van bevoegdheid werd
uitgereikt. Onder de geslaagden zijn 25 dames;
de afgewezenen behooren uitsluitend tot het man
nelijk geslacht, dat in 't algemeen, naar wij ver
nemen, bij deze examens minder goed beslagen
ten ijs kwam dan de artsenijmengkundige doeh-
teren Eva's.
Men meldt aan het Handelsblad dat mej. Mag-
delena Metz, uit Middelburg, Vrijdag 11. haar
examens voor de medische faculteit, te Parijs,
met goed gevolg afgelegd en het diploma van
ziekenverpleegster en vroedvouw le klasse ver
kregen heeft.
Van 18 t/m 24 Juli zijn met de mailbooten der
stoombootmaatschappij Zeeland van Queenborough
te Vlissingen aangekomen 716 en van daar naar
Queenborough vertrokken 507 personen.
Door het gemeentebestuur van Boxtel is aan
de eerste kamer een adres gezonden, waarin wordt
verzocht, dat genoemde kamer het wetsontwerp
op het lager onderwijs niet moge aannemen,
omdat het de belangen der gemeente verkort,
lo „ten opzichte van het zelfstandig beheer der
gemeente", en 2o „ten opzichte van hare financiën."
Uit Eippoldsau wordt gemeld, dat door Z. M.
den koning der Nederlanden, prinses Frederik
Karei van Pruisen, prins Hendrik der Nederlanden
en zijne bruid den 18 aldaar een concert van het
muziekkorps der Hessische veldartillerie uit Straats
burg is bijgewoond. Er werd ter hunner eere
een luisterrijk vuurwerk ontstoken. Het bad-
etablissement was dien dag niet alleen met de
Duitsche rijks- en de Pruisische, maar ook met de
Nederlandsche vlag getooid.
Een Eerlij nsch blad. zegt, dat aan gravin Alvens-
leben, grootmeesteres van het huis van prinses
Frederik Karei, en de hofdame gravin Schliefen,
de zorg voor de bruidskorf van prinses-Maria is
opgedragendeze heeft van haren bruidegom
prachtige sieraden ten geschenke ontvangen.
Blijkens bericht van den gezant te Berlijn, is
het op 7 Juli 1877 uitgevaardigd verbod van
uitvoer van paarden uit Duitschland, bij keizerlijk
besluit van 22 dezer opgeheven.
De Amsterdamsche quaestie CollinClaasen
krijgt veel van eene mystificatie. Terwijl de
notaris Claasen verzekerd heeft dat de plainte
van Collin door den officier van justitie was af
gewezen, wordt door Collin gezegd dat die afwij
zing geschied is zonder dat hij zelfs door den ambte
naar van het O. M. gehoord is en merkt het Handel
blad op, dat die afwijzing waarschijnlijk in verband
staat tot de voor de rechtbank te Zwolle aan
hangige civiele procedure. Dat die procedure
bestond, werd door beide partijen erkend. Maar
nu komt de Zwolsche courant verzekeren dat,
tot den 24en dezer, bij de rechtbank aldaar niets
van de zaak bekend was. Qui trompe-ton ici?
op de Parijsche tentoonstelling, laten wij hier
vólgen wat in een Engelsch technisch blad, The
Builder, in eene beoordeeling der reeks interna
tionale gevels, door den beroemden kunst-criticus
Charles Blanc, over den Nederlandschen gevel ge
zegd wordt:
„Tot besluit biedt Holland gelukkig eenigen
troost voor al de teleurstellingenhier ten minste
is een gepast gebruik gemaakt van den nederigen
baksteen.
„De Hollanders hebben tact en verfijnden smaak
getoond, waar de Belgen zich aan overdrijving
schuldig maakten. Door een oordeelkundig ge
bruik van gepaste ornamentatie, door vermijding
van buitensporig contrast van allerhande materia
len, en door den bouw van een zeer eleganten
toren, hebben de Hollanders weêr opnieuw bewe
zen, dat goede architectuur gegrond moet zijn op
rede en gevoel. Het eerste vooral moet bij de
beoordeeling van overwegenden invloed wezen," enz.
Ontwerper van dezen gevel is de heer van den
Brink, die ook het in zijne soort even verdienste
lijke lokaal voor de landbouwproducten ontwor
pen heeft.
De aangevangen zitting van den gemeenteraad
van Rotterdam moest gisteren, wegens den uitge
broken brand, tot over acht dagen verdaagd
worden. Vóór dat hiertoe overgegaan werd,
bleek dat door B. en W. voor den stoomsleep-
dienst door de Koningshaven een overeenkomst
gesloten is met de firma L. Smit en Co. voor
f 17,000 'sjaars. Men herinnert zich dat deze
dienst een der lasten was, welke de gemeenteraad,
bij het zooveel gerucht gemaakt hebbende contract
met den minister van waterstaat, op zich genomen
heeft in ruil voor de vroeger op haar rustende
verplichting tot diephouding van de Koningshaven.
Als een kleine pleister op de wond, aan ons
nationaal gevoel toegebracht door onze nederlaag
Ofschoon het onderwerp tot vermoeiens toe
uitgeput is, achten wij ons echter verplicht aan
een paar getuigenissen van onderwijzers, welke wij
onder onze dagblad-lectuur van heden aantreffen,
hier eene plaats te geven. Zoo het al niet dien
stig zijn kan om de in gang zijnde beweging van
misleiders en misleiden tot staan te brengen, kan
het toch misschien nut doen om ons en andere
bestrijders dier beweging in de overtuiging van
ons goed recht te sterken.
Aan het Handelsblad schrijft „een voormalig
bijzónder onderwijzer", na het bedenkelijke uit
eengezet te hebben, verbonden aan het opdragen
van godsdienst-onderwijs aan een gewoon onder
wijzer, het volgende:
„Een paar voorbeelden uit mijn ervaring zullen
de zaak wellicht duidelijker maken.
„Vroeger was ik met nog twee hulponderwijzers
werkzaam aan een talrijke openbare school in
Zuid-Holland. Het was daar de gewoonte, dat
Zaterdags het laatste uur der morgenschool be
steed werd aan bijbellezing en het zingen van
eenige gezangverzen. De kinderen der katholieken
werden dan naar huis gezonden. Dewijl de hoofd
onderwijzer niet den minsten lust had, zich daar
mede bezig te houden, werd die taak opgedragen
aan de hulponderwijzers A, B en C, met volko
men vrijheid, ze te vervullen op de wijze, die hun
de geschikste, de aangenaamste toescheen. Immers
het was een lastpost, dien ieder op zijn beurt
moest vervullen.
„A bezat een groote gemakkelijkheid in het
spreken, en hoorde zich zeiven bijzonder gaarne.
De kinderen lazen dus weinig, en bleven al den
overigen tijd passief, want A was voortdurend
aan het woord. Zij. behoefden dus slechts te
luisteren, of althans den schijn daarvan aan te
nemen, hetgeen wel gemakkelijk was, doch dat
wel ieder met mij zoo vervelend zal noemen, dat
men met de kinderen medelijden kreeg.
„B sprak niet vloeiend en liet daarom eenvou
dig de kinderen eenige hoofdstukken lezen. Daar
hij echter nog al weetgierig was, koos hij bij
voorkeur' gedeelten, die hemzelven minder bekend
waren, b. v. uit Ezechiël en Daniël, een enkel
maal ook wel eens uit het Hooglied, hetgeen den
verst gevorderden nog al afwisseling schonk.
„C behandelde doorgaans een der gelijkenissen,
besprak die na de lezing en deed daarna eenige
vragen over den inhoud. Toch kostte het hem
vaak veel moeite het uur klein te krijgen, doch
dan werd maar wat meer gezongen.
„Een tweede voorbeeld.
„Later werd ik benoemd tot hoofdonderwijzer
eener diaconie school, waar dagelijks de school
tijd werd aangevangen met bijbellezen en gebed.
Mijn voorganger was een zeer gemoedelijk man
van zoogenaamd positief-christelijke gevoelens,
die aan dat lezen ruim uur, en bij bijzondere
gelegenheden meer dan een uur besteedde. Tijdens
de vacature werd dit op denzelfden voet door
een der hulponderwijzers voortgezet.
„Als om mij een voorbeeld te geven van de
wijze van behandeling, besprak een der leeraars
met de kinderen den val der eerste menschen, in
verband met hunne straf en den invloed daarvan
op het geheele menschdom.
„Van de 100 leerlingen konden slechts ongeveer
20 den spreker volgeneen tweede 20tal verstond
het zeker maar voor een klein gedeelte; terwijl
de overige 60, ofschoon meer dan een half uur
fn schijnbaar eerbiedige houding zittende luis
teren, er stellig niets van begrepen.
„Deze met alle paedagogische grondregelen
geheel strijdige handelwijze maakte een allertreu-
rigsten indruk op mij.
„Het bovenstaande mag mede ten bewijze strek
ken dat de bijbel, hoe hoog hij ook verdiene
geschat te worden, op de school niet te huis
behoort.'"
Aan de Zutfensche courant deelt „een onder
wijzer in de graafschap" het volgende mede:
„Al het geschreeuw, dat dezer dagen gemaakt
wordt tegen de openbare school, al het geroep
om een school met den bijbel, al het klagen, dat
onze kinderen een onchristelijke opleiding zullen
ontvangen, deed den ondergeteekende besluiten,
een plaatsje te verzoeken voor het volgende
voorv'al, dat heeft plaats gehad in eene school
in de graafschap. Minstens eenmaal per week
wordt de jeugd daar geoefend in het stellen.
Soms wordt er een onderwerp opgegeven, soms
ook zijn de leerlingen vrij in het doen eener
keuze. De gemaakte brieven, opstellen of verhalen
worden 'voorgelezen en de noodige op- en aan
merkingen daarbij gemaakt. Wanneer zij vrij
zijn in het doen eener keuze, kan men zóo juist
zien, waar zij zich het liefst meê bezig houden.
Daar komt óp een goeden dag ook de lei van
een leerling die vroeger de Christelijke school
bezocht, maar sedert een paar weken de openbare
school bezoekt, „Een verhaal" is het opschrift,
en de onderwijzer leest:
„In een dorp waar enkel katholieken woonden,
komt nog een huisgezin zich neerzetten. Men
denkt wel dat de bewoners er van ook katholieken
zijn, anders zouden zij daar toch niet komen
wonen; maar men twijfelde al spoedig, omdat
men er niemand van in de kerk zag. Spoedig
wist men wel beter. Aan het adres van den
nieuwen bewoner worden van tijd tot tijd Luther
sche boeken gezonden en nu was men zeker dat
de man een ketter is, hij en de zijnen. Op allerlei
wijze wordt het huisgezin geplaagd, gesard,
uitgescholden, ja het is soms zijn leven niet meer
zeker, zoodat de man het dorp, waar hij het
goed meende te kunnen hebben, weer verlaten
moest, daartoe door godsdiensthaat gedwongen."
„Na afloop der school werd het kind gevraagd
hoe het aan dat verhaal kwam, waarop het ant
woordde, dat op de Christelijke school de onder
wijzer dit verhaal en meer van dien aard deed,
en dat de kinderen dan op de lei moesten terug
geven wat door den onderwijzer verhaald was.
„Ieder oordeele. Maar wij wenschen van ganscher
harte dat ons lieve Vaderland bewaard blijve
voor zulke Christelijke scholen, waar zoo de
godsdiensthaat wordt aangeblazen, en aanstaande
burgers van Nederland zulke verderfelijke ver
halen worden opgedischt."
Langzamerhand is de chaos van planken, latten
en linnen, die op de Markt opgehoopt was,
ontward en zijn de tenten verrezen waarin al het
schoone, dat de kermis aanbiedt, is verborgen
we meenen onzen lezers geen ondienst te doen
wanneer we de resultaten, die eene wandeling
langs de kermis ons heeft opgeleverd, mededeelen.
Wanneer we de Noordstraat uitkomen vertoont
zich het eerst aan ons oog het Theatre des
quatre nations van Th. Damar, waar gymnastische
toeren, gedresseerde honden, eene groote panto
mime enz. de bezoekers bezighouden.
Daarnaast zal Xhaflaire's tramway een plaats
vinden; tot heden is die echter niet gereed.
Vervolgens kan men een bezoek brengen aan
den monsterstier Cesar. Dit dier, een echte
Nederlander, is fraai gevormd en heeft nu op
6jarigen leeftijd, een zwaarte van 3495 halve kilo's.
Vervolgens vindt men een tempeltje van kunst
en wetenschapwelke kunsten en wetenschappen
daarin worden uitgeoefend is ons nog niet gelukt
te ontdekken.
Al verder rondwandelende gaan we langs de
wafel- en poffertjeskramen, waarbij we tal van
oude bekenden zien en iets verder een verver-
schingskraam opmerken, wij twijfelen niet of aan
al deze zal een druk bezoek ten deel vallen.
Hetzelfde kan men gerust verwachten van de
talrijke kramen waar koek en zoet gebak te
koop gesteld is. Voor de speelgoedkramen vin
den wij nu reeds het jonge volkje, dat met
schitterend oog de uitgestalde schatten beschouwt
en zeker menigen aanval op de beurs van de
ouders zal doen om 't zij in 't bezit van trom of
'geweer, of van eene nette pop, zich voor eenige
uren den koning te rijk te gevoelen.
Door het gedrang, dat er steeds om en bij de
caroussels heerscht, zijn we verplicht ook daar
een oogenblik te blijven staan en het krioelen en
woelen aldaar gade te slaan. Ook hier kost het
moeite de jeugd te verwijderen en dan nog alleen
onder belofte van zoo straks nog eens terug te
komen
Ook het panorama van Gnochi zal wel bezoe
kers lokken, die daar in de gelegenheid zijn eene
kunstreis rond de wereld te maken, terwijl ze
daarnaast een bezoek kunnen brengen bij de
astrologische dame die hen voorspellen zal wat
ze op hunne reis door het leven te hopen of te
vreezen hebben.
We stellen ons voor morgen nog eens rond
te kijken.
consuls. Erkend en toegelaten als consul der
Vereenigde staten te Amsterdam, de heer D.
Eckstein, op den voet van vreemd onderdaan.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan
mr. J. F. B. Baert, te Utrecht, tot het aannemen
en dragen der versierselen van ridder der orde
van de Kroon van Italië, hem door den koning
van dat rijk geschonken.
Door 12 der 26 leden van den kerkeraad te
Kampen is gestemd voor een adres aan den koning
tegen het onder wijs-ontwerp. Een lid bleef
buiten stemming, drie waren afwezig en de 10
overigen stemden tegen. Deze tien leden zullen
nu zeiven een adres aan den koning zenden,
waarin zij verklaren tot dat besluit niet te
hebben medegewerkt en bekrachtiging van het
ontwerp verzoeken, om deze redenen
dat zij toch van oordeel zijn, dat 't geen de
meerderheid van den kerkeraad verlangt niet alleen
onmogelijk te verkrijgen is, maar dat voor dit
verlangen zelfs geen redelijke grond bestaat, nu
de bepaling behouden is, dat het lager onderwijs
zal worden dienstbaar gemaakt aan de aankwee
king van alle Christelijke en maatschappelijke
deugdendat tevens de schoollokalen met inbe
grip van vuur en licht worden beschikbaar ge
steld voor de verschillende kerkgenootschappen
tot het geven van godsdienstonderwijs
en dat eindelijk aan de grondwettige vrijheid
van ieder, die zulks begeert, om bijzondere scholen
„met den bijbel" op te richten, in geen enkel
opzicht wordt te kort gedaan.
Bij beschikking van den minister van marine,
is de groote gouden medaille voor vijftig jaren
eerlijke en trouwe militaire dienst toegekend aan
den marinier der le kl. C. Schraver.
Een HOtal gasten vereenigden zich gisteren