N». no.
1878.
Maandag
22 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per S/mi franco 3,50,
Afzonder1 r'ke nonuners zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagenten voor het Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrangère G, L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones.
Middelburg, 20 Juli,
De korte zin der lange rede,
i: :v
n. i)
r.' u
ii.
De betrekking, welke bestaan moet tusschen
de eenheid en discipline in eene staatkundige
partij aan den éenen, en de persoonlijke zelf
standigheid harer leden aan den anderen kant,
is een dier onderwerpen, over welke men nim
mer is uitgepraat. Ontbreken de eersten, dan
is het niet mogelijk met eenige gestadigheid
zeker doel na te streven. Wordt de laatste
dientengevolge te zeer onderdrukt, dan houdt
geen man van eer en karakter het eenigen
tijd in den kring der partij uit. Het juiste
midden tusschen heiden theoretisch vast te
stellen, is onmogelijk.
Niet onmogelijk echter en voor den leider
eener partij onontbeerlijk, is het vaststellen
van een gemiddelde, gegrond op de hem in
't algemeen bekende gevoelens zijner partijge-
nooten, waarnaar hij de geboortekans .zijner
voor te stellen maatregelen moet afmeten.
Wordt hij hem daartoe gevorderd eene groote
gave van opmerken en eombineeren, gepaard
aan tact in 't voelen waar hij de teugels vieren,
waar hij ze strak houden moet, in de leden
der partij is niet minder noodig, behalve goede
trouw en oprechtheid, zekere individueele ge
stadigheid en eenheid van denkwijs. Deze
alleen maakt het den leider, die niet bij elke
gelegenheid in de harten en nieren zij
ner volgelingen door kan dringen, mogelijk
met redelijke gewisheid te gissen tot hoever
en in welke richting zij hem zullen volgen.
Een der belangrijkste punten bij de herzie
ning onzer schoolwet, was het vaststellen der
betrekking tusschen gemeentezorg en staats
bemoeiing. Yoor het hoofd der liberale partij
leverden de verschillende stroomingen, onder
zijne volgers bestaande, in dit opzicht eigen
aardige moeilijkheden op. Hoe, om de
gebruikelijke aanduiding te volgen, ofschoon
het ons nog nooit is willen blijken dat die in
ons land iets bevat, waar men zich aan vast
kan houden, hoe de oude liberalen, aan
hangers der staathuishoudkundige school van
het laissez- faire, tegenstanders van uitgebreider
staatsbemoeiing, bij de regeling van dit deel
der onderwijs-wetgeving te vereenigen met de
radicalen, halve of driekwart katheder-socialis
ten, verdedigers van wat door hun bestrijders
voor staats-almacht wordt uitgekreten? Hoe
de brug te vinden, welke over deze kloof tot
eenheid voeren kon
Men weet dat de minister Kappeijne de op
lossing gezocht heeft in een gemengd stelsel.
De lagere school gemeentezaak, doch voor den
staat een vast deel der kosten en, als gevolg
daarvan, grooter aandeel in het toezicht en
meer rechtstreeksche bemoeiing in de uitvoe
ring. Yoor de oude liberalen een gedeeltelijke
opoffering hunner lievelings-theorieën, aan de
goede zaak der volksontwikkeling gebracht,
scheen dit stelsel slechts gevaar te loopen
hij de meer vooruitstrevende partijgenooten,
die met de voorgestelde „30 pet. in de kosten,
ook 30 pet. in invloed" niet te vreden,
misschien een hooger aandeel in heiden, ja
geheele inlijving van het openhaar onderwijs
bij de staats-taak zouden eischen.
Maar:
Souvent femme varie
Bien fol est qui s'y fie,
heeft Victor Hugo een koninklijk kenner dei'
zwakkere sekse doen zingen. En of het nu
komt dat onze radicalen voor de rechten van
het vrouwelijk geslacht reeds meer dan éene
galante lans gebroken hebben, en zij daardoor j
iets van huwschoone beschermelingen hebben
overgenomen, dit weten wij nietmaar zeker
is het dat hun representative man, de heer
van Houten, bij deze gelegenheid den minister,
leider zijner partij, eene zeer damesachtige
verrassing ten aanzien zijner denkwijs bereid
heeft.
Van meet af, bij de algemeene beraadsla
gingen op den 20en Juni, verklaarde de heer
van Houten zich een tegenstander van het
wetsontwerp, op grond dat dit „hetzwaarte
punt van het schoolbestuur uit de gemeente
raden naar het ministerieele bureau" overbracht.
En niet alleen toen, maar herhaaldelijk, bij de
artikelen betreffende hef hygiënisch toezicht,
bij de regeling van leerplan, klassenverdee-
ling, schoolboekenlijst, bij de verdeeling der
kosten, kwam de schrijver der bespiegeling
Over den invloed der wetgeving op de verdeeling
van den rijkdom" Vragen des TijdsDecember
1874) op tegen de uitbreiding, bij deze
gelegenheid aan het staatsgezag toegedacht.
Voor de bestrijding der „nieuwe beginselen
van staatsrecht" door den minister, „gesteund
door zulk een stemmen-meerderheid", gepredikt,
haalde hij niet slechts wapenen uit Thorbecke's
tuighuis, maar trad hij zelfs in vergelijkingen
met ons koloniaal staatsrecht, dat de minister,
volgens hem, in het moederland zocht in te
voeren. Ja, zoo ver ging de beduchtheid van
den heer van Houten voor te grooten staats
invloed dat hij den staat de bevoegdheid
betwistte om tegenover de bijzondere scholen,
volgens de grondwet in 't algemeen aan zijn
„toezicht" onderworpen, de eischen der gezond
heidsleer te doen gelden.
Teekenen wij in 't voorbijgaan aan, dat ten
aanzien van dit laatste onderwerp, hoe weinig
twijfelachtig naar onze opvatting ook, en met
hoeveel kracht ook door den minister en de
heeren van der Loeff en Borgesius in liberalen
zin verdedigd, zich bijna eene scheuring in de
liberale partij vertoonde. Voor het amendement
van den heer van den Berch, dat de onttrek
king der bijzondere scholen aan sommige bepa
lingen der toekomstige regeling bij algemeenen
maatregel van inwendig bestuur beoogde, ver
klaarden zichmet den beer van Houtende
de heeren van Delden, Godefroi, Roëll, Patijn,
van Kerkwijk, Bastert en van der Feltz. De
stemmen staakten, en aan een toeval was het
te danken, dat den volgenden dag het beginsel
van het toezicht met eene kleine meerderheid
gehandhaafd bleef.
Uit deze laatste stemmings-episode blijkt
dat zelfs hij dezen wetgevenden arbeid de
eenheid en ondeelbaarheid der liberale meer
derheid niet op eene al te zware proef gesteld
mocht worden, en tevens met welken scherpen
zeemansblik de minister Kappeijne de haven
verkend had, in welke het hem gelukken zou
het vaartuig zijner wetsherzieningdoor eene
beduidende stemmen-meerderheid geballast,
binnen te brengen. Bij de eindstemming ont
brak niet éen man van het liberale leger,
van de rechter -guides Bastert en de Beaufort
tot de linker-vleugelmannen Moens en Borge
sius. De heer Begram was de eenige die uit
de conservatieve rijen in het opsluitend gelid
der liberalen kwam opmarcheeren. De heer
van Houten bleef afwezig, wat ons voor hem
leed doet. Ondanks hare onvolkomenheden
gelooven wij, dat de aangenomen wet toch nog
den steun waardig was geweest van den man,
die het eerst de beschermende hand der staats
zorg heeft doen uitstrekken over de door de
zelfzucht van ouders en fabrikanten geëxploi
teerde arbeiderskinderen.
Onze bedoeling is echter niet, de handeling
van den heer van Houten af te keuren. Wij
zijn er verre van, te verlangen dat een liberaal
kamerlid een soort van automaat zij, die naar
een vasten canon, op iedere vraag het antwoord
geven zal dat in een liberaal vragenboekje
opgeteekend staat. Maar uit zijn voorbeeld
blijkt, welk eene groote mate van tact en
scherpzinnigheid er noodig zijn geweest om
de schoolwetsherziening in liberalen zin, zóo
als zij op het oogenblik bereikbaar was, tot
stand te brengen. De eer voor het volbrengen
van dit werk komt voor het grootste deel op
het hoofd van den minister Kappeijne, wiens
kunde en gevatheid zich gedurende den langen
duur van dit verbazend vermoeiende debat
geen oogenblik verloochend hebben.
De schoolquaestie is, niet opgelost, maar
voor 't oogenblik tot de afgedane zaken terug
gebracht. Aan ons allen, die overtuigd zijn,
dat voor de ontwikkeling des volks nog veel
meer gedaan moet worden en geen offers te
groot moeten zijn, blijft de taak opgelegd om
in die richting werkzaam te blijven. Dat wij
op dien weg met wat meer zekerheid en goed
gevolg zullen kunnen voortschrijden, zal, ver
trouwen wij, de vrucht zijn dezer wet, welke
wij den minister en de liberale partij in de
kamer danken.
Recht gaarne voldoen wij aan een tot ons
gericht verzoek om de resultaten mede te deelen
van de schoolspaarbanken aan de openbare scho
len F en G alhier.
Gedurende de maanden April, Mei en Juni jl.
werd ingebracht:
Op school F f 146.82.
Op school G f 81.32$.
In* het geheel, sedert de oprichting der school
spaarbanken, bedroeg de inbreng:
Op school F f 544.51.
Op school G f 300.89.
c Met deze aanvankelijk zeer voldoende te noe
men resultaten wenschen wij de jonge instelling
geluk, die zoo luide voor zich zelve spreekt, dat
zij onzen lof en onze aanmoediging kan ontberen.
De commissie voor het afnemen van de examens
i
voor leerling-apotheker alhier, heeft in hare
heden gehouden zitting 6 candidaten geëxamineerd
en aan 5 eene acte van bevoegdheid uitgereikt,
zijnde de heeren: H. van Rossum, geb. te West-
zaau; J. A. de Beer, geb. te Groningen; H. A.
ten Hoet, geb. te Amsterdam P. de Heer, geb
te 's Gravenhage; J. E. van Ingen, geb. te
's Gravenhage. Een candidaat werd afgewezen.
Het examen wordt voortgezet.
In de heden namiddag gehouden vergadering
van de kamer van koophandel en fabrieken
alhier werd o. a. overgelegd een' afschrift van
een door eenige schippers alhier aan den minister
van waterstaat, handel en nijverheid ingediend
adres, houdende verzoek tot opheffing der beper
kende bepalingen omtrent de vaart op bet kanaal
door "Walcheren.
Zij verzoeken de kamer hieraan hare onder
steuning te willen verleenen.
Dit punt wordt, even als het nader rapport
der commissie voor de waag, tot eene volgende
vergadering aangehouden.
Vervolgens wordt in behandeling gebracht en
vastgesteld het door de daarmede belaste com
missie opgemaakt rapport omtrent de spoorweg
aangelegenheden.
In een volgend nommer geven wij het gewone
verslag.
De Staatscourant bevat een kon. besluit hou
dende vaststelling van een tarief van kanaalgeld
voor het Groot Noordhollandsch kanaal, en van
havengeld voor de marinehaven „het Nieuwediep",
en zulks met intrekking der tegenwoordige af
zonderlijke tarieven.
Bij de op Woensdag jl. te Heinkenszand ge
houden verkiezing voor een lid van den gemeen
teraad, ter vervanging van J. van den Dries, is
gekozen J. Boonman Mz.
beveling voor een te benoemen voorzitter van
het bestuur als eerste candidaat geplaatst A. J.
Biérens, dijkgraaf van het waterschap St. Anna-
land, en op de voordracht voor lid van dat be
stuur als ëerstè candidaat H. Polderman NE.»
gezworen van genoemd waterschap.
Tot secretaris-ontvanger is, onder nadere goed
keuring van ged. staten, benoemd J. Polderman
Jz. en tot waterbouwkundig ambtenaar C. Muller.
Tengevolge der calamiteusverklaring van den
Suzannapolder is, door den dijkraad, op de aan-
In het Weekblad voor Israëlieten wordt het
denkbeeld geopperd om den heer Godefroi door
zijne geloofsgenooten een dankadres te doen aan
bieden voor de uitstekende wijze waarop hij
wederom in de tweede kamer bij het onderwijs
debat „voor de eer van het Jodendom heeft pal
gestaan."
Het Weekblad geeft in overweging, dat zich een
commissie vorme, die het adres zal ontwerpen en
bijdragen in ontvangst zal nemen om de hand-
teekeningen in een album te verzamelen.
Wij kunnen niet gelooven, dat de heer Godefroi
met dit denkbeeld zal ingenomen zijn. Zoo
iemand dan is hij een constitutioneel man en zich
bewust, dat hij in de kamer het geheele Neder-
landsche volk vertegenwoordigt, dat hem afge
vaardigd heeft om te zeggen wat naar zijne mee
ning goed en waar is. Evenmin als de volksver
tegenwoordiger zich vóór zijn advies door parti
culiere belangen mag laten influenceeren, evenmin
ligt het op zijn weg, wanneer zijn plicht hem
geboden heeit eenig bijzonder belang voor te
staan ten beste van het algemeen, daarvoor plas
dankjes te ontvangen en zich te laten verheer
lijken.
In de jongste algemeene vergadering van het
provinciale Groninger werkliedenbond heeft de
secretaris Urban een zeer krachtig woord gespro
ken tegen de sociaal-democratische richting, die
ook in Nederland onder werklieden-vereenigingen
voorstanders vindt en ook hier gevaarlijk oa
kunnen worden. Door hulp te verleenen aan het
streven van de „gematigde socialistische partij')
zullen, naar de overtuiging van den heer Urban,
het krachtigst kunnen tegengewerkt worden de
pogingen der andere party. Dwang zal niet baten.
Alleen stoffelijke, zedelijke en verstandelijke ont
wikkeling van den werkman zullen kunnen hel
pen. Het adres van het Multapatiorsbond zal
worden ondersteund en alle wettige en mogelijke
middelen zullen worden aangewend,, om tot het
algemeene stemrecht te komen.
In de onzekerheid vooralsnogwaar het album,
Z. K. H. prins Hendrik ten geleide van het natio
naal geschenk aan te bieden, zal worden ver
vaardigd, en bij de vrees, dat daartoe wellicht
buitenlandsche hulp zou worden ingeroepen, heeft
de heer C. Ed. Taurel een schrijven aan de hoofd
commissie gericht, ter mededeeling, dat het album,
bevattende de namen der kunstenaars, die bij ge
legenheid van 'skonings 25jarig regeeringsjubilè
Z. M. een reeks schilderstukken hadden aange
boden, te Amsterdam ontworpen, geschreven en
gebonden is. Dat dit album, van onze eerste
meesters uitgaande, door hen gekeurd en goed
gekeurd, een model mocht genoemd worden van
smaak en bewerking, zal ieder toegeven die het
voorrecht had het te bezichtigen. Amstct.)
Naar aanleiding der geruchten omtrent het
breken van sluisdeuren en de stremming der
scheepvaart te IJmuiden, meldt een briefschrijver
van daar aan het Handelsblad het volgende.
„Men oordeelde het noodig om twee paar deuren
van de groote sluis te vervangen door nieuwe;
om dit werk te volbrengen werd vóór een paar
dagen een der nieuwe deuren naar buiten op
een schuit gelegd en vervolgens op een stelling
geplaatst; door een of ander toeval is die stel
ling bezweken en de nieuwe ijzeren dam gezonken
in de buitenhaven buiten het vaarwater, en thana
is men bezig met zoogenaamde „bokken of kie
zentrekkers" de gezonken deur te lichten, die
daarna bij een volgend ebgetij zal worden inge-
hangen, nadat een der oude deuren is uitgelicht.
Den dag nadat die verwisseling zal plaats hebben,
wordt niet geschut en heeft de scheepvaart eenig
oponthoud,"