"buitenland. Handelsberichten. Telegraphische berichten. Billijke klacht. Thermometerstand. Staten-Generaal, Algemeen Overzicht. Graanmarkten enz, Prijzen van Effecten. 1 De gemeenteraad van Katwijk heeft, met het oog op de belangen van handel en visscherij; besloten tot de oprichting eener kamer van koop handel. Het feest der 25jarige ambtsvervulling van mr. P. F. van Cooth, griffier der staten van Noord-Brabant, is den 13en dezer met luister gevierd. In de omgeving zijner woning werd schier huis aan huis gevlagd, terwijl de blijken van hulde en deelneming, die in den vorm van adressen, tele grammen enz. tot hem kwamen, ontelbaar waren. Van verschillende zijden gingen deze vergezeld van kostbare geschenken, waaronder bijzondere vermelding verdient een zilveren pièce de milieu van de Vereeniging van burgemeesters en secre tarissen in het arrondissement Breda. De ambtenaren en bedienden ter provinciale griffie hebben in een daartoe versierd lokaal van het gouvernementsgebouw den jubilaris, nevens een adres van hulde, een aandenken aangeboden, bestaande in een inktstel van zwart marmer, waarop in gedreven zilver prijkt een vrouwenfiguur, ge tooid met de hertogskroon, in de rechterhand het wapen van Noord-Brabant torschende, terwijl de linkerhand een gouden schepter omvat en rust Op de „Nederlandsche staatswetten", die opengeslagen liggen op een piëdestal, waartegen het familie wapen van den heer van Cooth is aangebracht. Tijdens het verblijf van den jubilaris in het gouvernementsgebouw heeft het muziekkorps der stedelijke schutterij op de binnenplaats eenige stukken uitgevoerd. Te Smilde zijn gevonden een goed gecon serveerde sandaal en een kous, die niet meer in zoo goeden staat verkeerde. Ze waren gevonden in het veen. op een diepte van ongeveer 1| meter. De sandaal is van leder vervaardigd en was nog van de riemen voorzien. De kous bestaat uit een geweven stof, waarschijnlijk grof linnen, maar heeft zoozeer alle sterkte verloren, dat ze bij de geringste aanraking scheurt. Laatstleden Vrijdag is een van Parijs komende trein tusschen Vitrè en Chateaubourg gederail leerd. In volle vaart zijnde was de schok zoo hevig dat machine, tender en wagens over elkan der werden geworpen en de machine, in plaats van aan 't hoofd van den trein, geheel van ach teren kwam. Van de 25 reizigers, die zich in den trein bevonden, zijn 6 gedood en 12 zeer ernstig gewond. De stoker is gevonden onder den tender, waar hij zoo vast zat ingeklemd dat het onmo gelijk was hem er uit te verwijderen; na korten tijd is hij onder hevige pijnen gestorven. Deze trein werd nog gevolgd door een die met koopwaren was bevracht en een anderen tot ver voer van reizigers, die echter gelukkig op een afstand van ongeveer 1500 meters, het gevaar bemerkende, konden sloppen. De Post, een te Berlijn uitkomend blad, deelt mede dat dezer dagen te Kirchbracht, een klein dorpje in Keur-Hessen, is overleden een landman, genaamd Weissmuth, die den leeftijd van 148 jaren had bereikt. Zeer waarschijnlijk zal dat de oudste man van Europa geweest zijn. Hij laat 2 kinderen, 16 kleinkinderen en 43 achterklein kinderen na. Sedert de tentoonstelling te Parijs is geo pend, is het aantal van hen die kamers verhuren aanhoudend toegenomen, en het getal van bij de politie ingeschreven maisons garnies bedraagt than3 9,932, die 133,532 kamers bevatten. Onder deze 133,532 kamers zijn er 1,411 voor 1000 fr. of meer per maand verhuurd, 603 voor 900 fr., 469 voor 800 fr., 829 voor 700 fr., 964 voor 600 fr., 1649 voor 500 fr., 1992 voor 400 fr., 2584 voor 300 fr., 5808 voor 100 a 200 fr. en 4905 voor 91 a 100 fr. In de goedkoope logementen bedraagt het ge tal der kamers van 10 tot 15 franken per maand 20,306het getal kamers van 9 franken en minder is 4142. Eindelijk zijn van de 133,532 kamers, zoo even genoemd, thans 126,227 bezet, terwijl 7305 op nieuw beschikbaar zijn. binnenland. Amsterdam. Door het dagelijksch bestuur is aan den gemeenteraad voorgedragen den heer J. G. Ringeling, leeraar aan de H. B. S. te Goes, te benoemen tot leeraar aan de H. B. S. met 5 jarigen cursus alhier. Tweede kamer. Aangenomen werd eerst de suppletoire spoorwegbegrooting, waarbij de minister van waterstaat mededeelde dat de on derhandeling met Duitschland wordt voortgezet over het gebruik maken van de lijn Boxtel— Wesel voor het postwezen en dat de opnemingen voor de lijn ZwolleAlmelo in de nieuwe rich ting naar Bolsward voortgezet worden. Daarna was de suppletoire begrooting van waterstaat aan de orde. Breedvoerig werd daarbij de Rotterdamsche waterweg besproken. De hee- ren van den Berch, de Casembroot, Insinger en de Jonge betreurden de noodzakelijkheid der nieuwe aanvraag. Zij stelden weinig vertrouwen in het succes van het werk. De drie eerstge- noemden wilden inmiddels dat tot de opneming Aan den nieuwen weg door het Yoornsche kanaal en het Goereesche gat wierd overgegaan. De minister wilde echter op het aanhangig onderzoek der staatscommissie niet praejudicieeren en daarop niet vooruitloopen. Het aanvankelijk resultaat achtte hij niet ongunstig. De post werd daarna goedgekeurd met 56 tegen 3 stemmen. Voorts kwam de herhaalde schriftelijke critiek over de kosten voor de Parijsche tentoonstelling, over de Nederlandsche expositie zelve en over de samenstelling der commissie ter sprake. Dit alles vond veelzijdige afkeuring, doch werd o. a. uitvoerig verdedigd door den heer van Kerkwijk, die constateerde dat uit een industrieel oogpunt en speciaal uit dat der openbare werken, Neder land zeer goed wedijverde met de meeste landen. De post werd goedgekeurd met 57 tegen 14 stemmen en de begrooting aangenomen. Daarna werd het schoolwetsdebat voortgezet. Verworpen werd, met 51 tegen 25 stemmen, een amendement-Moens om ook voor de hulponder wijzersexamens eene rijkscommissie te hebben, bij voorkeur uit onderwijzers samengesteld. Met 44 tegen 34 stemmen werd het amende ment-Verheijen verworpen om in artikel 61 de wiskunde en het teekenen te doen vervallen voor de akte van hoofdonderwijzer of hoofdonderwij zeres. buitenland. Londen. Volgens een bij de Times ontvan- geu bericht uit Konstantinopel is eene Oosten- r jkschTurksche conventie gesloten, waarbij de Porte in de bezetting van Bosnië en de Herzego- wina toestemt, terwijl Oostenrijk belooft eene eventueele alliantie tusschen Rusland, Servië en Montenegro te zullen verhinderen. 15 Juli.'s av. 11 u. 60 gr. 16 's morg. 8 u. 64 gr. 's midd. 1 u. 65 gr. 's av. 6 n. 65 gr. tweede kamek. Vaststelling van bijzondere bepalingen tot beteugeling der longziekte onder bet rundvee in bepaalde deelen des lands. {Verslag.) Algemeen is deze voordracht met genoegen ontvangen. Men zag daarin het bewijs dat de regeering althans een begin wil maken met het in werking brengen van maatregelen, welker wen- schelijkheid of noodzakelijkheid bij de enquête omtrent de besmettelijke longziekte onder het rundvee gebleken is. Men hoopt, dat de voor gestelde proefneming moge gelukken. Men vroeg hierbij wat der regeering bekend is omtrent de wet op den invoer van vee, die thans bij het Britsch parlement behandeld wordt. Verscheidene leden, die anders aan het wets ontwerp bijval schonken, hebben de late indiening daarvan betreurd. Overigens gaf men de verwachting te kennen dat, nu de regeering zich geneigd toont de voor stellen en wenken, in het verslag wegens de enquête vervat, op te volgen, daarmede van hare zijde zal worden voortgegaan. Inzonderheid wilde men wijziging van art. 13 der wet van 20 Juli 1870 (Stbl. no. 131). De aanmerking werd gemaakt, dat het wets ontwerp niet geheel overeenkomt met de mem. van toelichting. Volgens de laatste is het de bedoeling, de daarbij voorgeschreven maatregelen alleen in toepassing te brengen in het Zuid-Hol- landsche spoelingdistrict. De wet daarentegen machtigt de regeering om die toepassing te be velen in alle door haar aan te wijzen gedeelten van het rijk. Anderen vonden het daarentegen goed, dat de regeering de macht bezitte, om ook in andere streken dezelfde middelen tot bestrijding van den terecht ge vreesden vijand aan te wenden, als in het spoelingdistrict ter hand zullen worden genomen. Eenige leden deden de vraag of de regeering den omvang van de maatregelen, vooral met het oog op de financieele gevolgen, die zij in het spoelingdistrict voornemens is te nemen, wel ge noegzaam heeft doorzien. Verhooging van hoofdstuk IX (Water staat) der staatsbegrooting voor 1878. {Mem. van antwoord). De minister acht krachtige voortzetting der onderhanden werken in den Nieuwen Maasmond dringend noodig. Onder buitengewone winter- en stormschade, tot herstel waarvan fondsen zijn aangewezen, wordt die schade verstaan, welke voortvloeit uit omstandigheden, die bij het opmaken der jaar lij ksche onderhoudsbegrooting voorde verschillende werken niet kon worden voorzien en waarop dus in die begrooting niet kon worden gerekend. Ook de minister had gewenscht, dat het door de wetgevende macht toegestaan crediet voor de kosten der Nederlandsche inzending op de Parij sche tentoonstelling, niet was overschreden. Bij herhaling heeft hij de hoofdcommissie tot de meeste spaarzaamheid aangespoord en haar ge wezen op de grenzen van het toegestaan crediet. Overlegging der correspondentie komt hem minder wenschelijk voor. Zonder over de wijze, waarop de hoofdcom missie haar taak heeft opgevat en uitgevoerd, een beslissende uitspraak te doen, schijnt de stel ling dat Nederland, alleen wegens de hier ver kregen ervaring, vooreerst niet meer aan interna tionale tentoonstellingen zou moeten deelnemen alleszins betwistbaar. Het is niet raadzaam thans, ïa/ien stand, waarin de zaak zich bevindt, nog wijziging te brengen in de bestaande regeling voor de Parijsche tentoonstelling. Bezuiniging van eenig belang zou daardoor ook niet worden verkregen. De aangevraagde verhooging van ongeveer vijf ton zal gedekt worden door het vrijvallen van andere gelden. Lager onderwijs-amendement. Door de heeren van der Kaay en de Beiufort is voorgesteld art. 65 der wet aldus te lezen: „Ter verkrijging van eene akte van bekwaam heid voor huis- en schoolonderwijs in een of meer der vakken, vermeld in art. 2, onder l, m, n en onder q, r en s, wordt vereischt: a de volbrachte leeftijd van 18 jaren; b het afleggen van een examen in de vakken, waarvoor de bevoegdheid verlangd wordt, voor eene der commissiën, in art. 57 vermeld. „De bepalingen van de artt. 58 en 59 zijn ten deze toepasselijk. - „Al wat verder het examen betreft, wordt door- ons bij algemeenen maatregel van inwendig be stuur geregeld. „Aan ieder, die voldaan heeft, wordt kosteloos eene akte van bekwaamheid uitgereikt als onder wijzer in het vak of de vakken, waarvoor het examen met goed gevolg is afgelegd." Evenals de telegraaf ons gisteren avond niets té melden had, zoo zwijgen ook heden de stemmen van Reuter, Wolff, de Agence Russe, en hoe de ondernemers verder heeten mogen, die de taak op zich genomen hebben om het nieuws over de wereld uit te storten. Men mag dus aannemen dat er werkelijk niets meldenswaardigs voorge vallen is. Tenzij men het antwoord als nieuws beschouwen mocht, door den heer Cross gisteren in het Engel- sche parlement gegeven op de vraag van lord Montagu: „of der regeering iets bekend was van een verdrag tusschen Nederland en Duitschland, waardoor Nederland gemaakt zou worden tot een deel van het Duitsche rijk Het bescheid van den heer Cross luidde woordelijk aldus: „De regeering weet van zoodanig verdrag niets af." Wie zich nu ongerust gemaakt mocht hebben óver het door de Univers in de wereld geworpen praatje en na het antwoord van den Engelschen minister zijne vrees geheel zou voelen wijken, zou, naar ons inzien, groot ongelijk hebben. Wij zijn zeer stellig overtuigd dat, indien dergelijke plan nen ooit gekoesterd worden, ze niet langs een omweg wereldkundig gemaakt zullen worden. Men zal ze dan lang te voren, zien aankomen, en wat een Engelsch minister op de vraag van een nieuws gierig parlementslid antwoordt, zal niet in staat zijn om den loop der dingen te veranderen. Dewijl er nu tot dusverre niets hoegenaamd gebeurd is dat een zoodanige gebeurtenis waarschijnlijk maakt, en daarentegen alle gegevens bestaan voor het jonge Duitsche rijk, om tijdens de tegenwoordige binnenlandsche verwikkelingen en met Elzas- Lotharingen op den hals, zich niet nog den last eener nieuwe inlijving te berokkenen, hebben wij aan geen der annexatie-geruchten van den laatsten tijd een oogenblik geloof geslagen. Daarentegen gelooven wij dat er voor ons kleine land een groot, blijvend, doch min of meer ver borgen gevaar bestaat. Dit gevaar is daarin gelegen dat het Duitsche rijk nog niet gekomen is tot hetgeen, als men een voorwendsel zoeken wilde voor eene daad van geweld, de „natuurlijke grens" zijner uitzetting genoemd zou kunnen worden. Dat is de Noord zee, de mondingen der groote rivier, die in het hart van Zuidelijk Duitschland voert, en doctri naire geleerden zoowel als hebzuchtige koop-' lieden laten niet nadie „natuurlijke grens' nu en dan voor het oog van Duitschland's staats lieden te doen flikkeren. Daarin ligt een gevaar en het tweede is daarin gelegen dat men, door er aanhoudend over te praten, de gemoederen met het inlijvingsdenkbeeld vertrouwd maakt. De Fransche onrustkraaiers, door partij bedoelingen gedreven, bekommeren zich daar niet om, maar wij Nederlanders moeten wijzer zijn. Wij moeten ons tot tegenweer gereed houden, teneinde het opslokken van ons land althans zoo moeilijk te maken als mogelijk is, en voor 't overige ons niet door zenuwachtigen angst laten verleiden om, bij ieder praatje dat in de lucht zweeft, te schreeuwen alsof de inlijving al voor de deur stond en wij, als weerlooze schapen, daarin slechts te berusten hadden. Van deze inlijvings-beschouwing tot de maat regelen, door Oostenrijk genomen met opzicht tot Bosnië en de Herzegowina, en door Engeland met opzicht tot Cyprus, is de overgang niet groot. De Porte heeft haren ambtenaren in Bosnië bekend gemaakt dat de „witjassen" (de Oostenrijksche soldaten) met vriendschappelijke bedoelingen ko men, en men hen dus welwillend heeft te ontvan gen. Tot dien vriendschappelijken intocht maken 13 Oostenrijksche linie-regimenten met 10 bataljons jagers en de noodige artillerie en cavalerie zich gereed. Wat Cyprus betreft, hierheen gaan uit Engeland zelf slechts 160 sappeurs, om de noodige versterkingen in het eiland aan te leggen of te verbeteren, benevens drie bataljons linie-troepen, maar bovendien 10,000 man Indische soldaten, die men door deze bezetting op overtuigende manier de eenheid van het belang der verdediging, tusschen moederland en koloniën, duidelijk wil maken. Sir Garnet Wolseley, die met een trak tement van f 60,000 de koningin op Cyprus gaat vertegenwoordigen, is er misschien heden reeds aangekomen, met zijn zakken vol memoriën en ontwerpen van Britsche ingenieurs en ondernemers, die allerlei plannen voor exploitatie en spoorweg aanleg in de nieuwe kolonie beraamd hebbend Zonder eenigen twijfel zal, hoe men voor 't overige over de inlijving denken moge, het vruchtbare eiland onder de Britsche kolonisatie eene betere toekomst tegemoet gaan dan onder het Turksche wanbestuur. Gisteren was het 89 jaren geleden dat het volk van Parijs de Bastille innam, de bezetting der forteres, tegen de gemaakte overeenkomst, ge deeltelijk vermoordde en de enkele gevangenen, die er zich in bevonden, vrijliet. Onbeteekenend als het feit op zichzelf is, behoort het tot een der merkpalen in die wonderbaarlijke Fransche revolutie, waarin elke gebeurtenis een buiten gewoon karakter schijnt te bezitten. Als zoo danig is de gedenkdag te Parijs door de repu blikeinen met banketten en redevoeringen gevierd. Van onordelijkheid of straatrumoer was geen spoor te ontdekken. Het proces van den dezer dagen ter dood ver oordeelden Hödel is behandeld in eene vrij kleine zaal. Nu moet bij dergelijke omstandigheden zeker de eerste gedachte zijn om eene behoorlijke plaats voor de dagbladschrijvers in te ruimen, niet uit eenige persoonlijke consideratie, maar enkel om het feit, dat zij ieder niet voor zich alleen maar voor duizenden goed hooren moeten. Niets van dat al. Bismarck3 haut dédain voor de dagblad pers schijnt doorgedrongen te zijn ook tot zijne ambtenaren. Het geldt bij eene dergelijke ge legenheid niet eene beleefdheid, aan enkele per sonen bewezen deze komen geheel op den achtergrondmaar het geldt het voldoen aan de onbetwistbare aanspraak, die het publiek heeft op volkomen openbaarheid van de behandeling eener dergelijke cause célèbre. Terwijl nu over het algemeen de Berlijnsche pers zeer weinig mede werking vindt van ambtenaren, was het hier al heel erg. De National-Zeitung, zich over dat feit bekla gende zegt: Zeker zal geen der ambtenaren, die door hun toedoen of door hunne nalatigheid de taak der verslaggevers gisteren moeilijk, ja soms onmogelijk maakten, van den hoogste tot den laagste, een dag later voorbijgaan zonder zelf eene courant ter hand te nemen, en eene scherpe critiek uit te oefenen op iedere gaping, op ieder verzuim in het medegedeelde nieuw3. Men zoude wenschen, dat zij zich dan uit het hetgeen bij Hödel's proces gebeurd is, eens een denkbeeld vormden naar welken maatstaf zij de taak dei- dagbladpers moeten beoordeelen. Het is inder daad een sprekend bewijs voor de bekwaamheid der Berlijnsche verslaggevers, dat onder de gege ven omstandigheden nog zulke uitvoerige berich ten gegeven zijn. Geen tafel, geen gereserveerde plaats was voor hen bestemdmet moeite en dringen moesten zij zich een stoel veroveren en die dan nog verdedigen tegen andere belangstel lenden. Deels staande tusschen het gedrang eener zenuwachtig bewegelijke menigte, moesten de verslaggevers werken, terwijl het verkeer met de buitenwereld geheel afgesloten was en de jongens van de drukkerij, die om copie kwamen, niet in de zaal werden toegelaten. Het Berlijnsche blad wil deze behandeling nog liever niet toeschrijven aan opzettelijken kwaden wil en aan voorbedachte minachting van de die naren van het publiek. Zij getuigt echter van eene onverschilligheid, die zeer nabij die minach ting komt, en op eene totale miskenning van de behoefte aan openbaarheid juist in dit proces. Het blad eindigt met in zijn klacht den steun der openbare meening te vragen. Ongelukkig echter is de tegenwoordige Pruisi sche regeering niet zeer gevoelig voor de openbare meening. Goes, 16 Juli. Tarwe 30 cent lager; overige artikelen eender; koolzaad ruim aangevoerd f 13.40 a 13.50 per hectoliter verkocht. Rotterdam, 16 Juli. Ter markt van heden waren aangevoerd 1156 runderen; 227 vette, 9 nuchtere kalveren; 1194 schapen; 402 varkens; 149 biggen; runderen le qual. 90; 2" qual. 70; 3- ,qual. 50; kalveren le qual. 105; 2e qual. 85; schapen 80 cent. Vlissingen, 16 Juli. Boter per kilogram f 1.30 a f 1.22. Eieren a f per 104 stuks. Bergen op Zoom 16 Juli. Boter per stuk f 0.95, per 4 kilo f 0.60. Eieren per 26 f 0.95. Amsterdam, 15 Juli. 16 Juli. SIAAISLEEN INGEK. Hfederl. Cert. N. W. Sch. 24 pet. 63 4 63f dito dito dito. 3 74$ 75 dito dito dito. 4 98^ 98^ België. Certificaten24 61 Frankrijk. Origin. Inschri 3 Hongarije. Obl. Goudleen. 5 60 out Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5 72 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 55J 55| dito Febr.-Aug. 5 55 54f dito Jan.-Juli,5 57f ol-ft

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 3