BUITENLAND. Telegraphische berichten. Verkoopingen en aanbestedingen. Thermometerstand. Staten-GeneraaL Algemeen Overzicht. Op den voorgrond werd gesteld: deNederland- sche boter heeft haar goeden naam in het buiten land verloren. De president der afdeeling, de heer von Baumhauer, kan daarvan meespreken. Als vertegenwoordiger van Nederland op de wereldtentoonstelling van 1876 te Philadelphia, moest die spreker ronduit zeggenonze boter- zending was een schande. De beroemde Holland- sche boter stond daar, in gelakte flesschen, totaal gesmolten en ranzig. Dat de Amerikaansche boter beter was, is te begrijpen. De Amerikanen stelden versche boter, uit koele kelders gekomen, ten toon. Maar er was ook boter uit Denemarken, boter, die dus evenzeer de zeereis en de hitte had getrotseerd en zij was, in blikken luchtdicht gesloten, uitstekend. Spr. had een blik van die Deensche boter be waard en opende het in tegenwoordigheid der congresleden. Zij allen proefden ze en de geoe fendste tongen konden van deze boter, die 2 jaar oud en heen en weder de reis over den oceaan gemaakt had, niets dan goeds zeggen. Het is dus geen wonder, dat de goede naam van de Deensche boter reeds zoo is gevestigd, dat er meer Deensche boter wordt verhandeld dan heel Denemarken kan opleveren. De boter, die de heer von Baumhauer ter tafel had gebracht, was afkomstig van een boterfabriek, volgens het stelsel van Schwarze te Aarhuus. Men weet, bij dit stelsel leveren een zeker aan tal boeren hunne melk (die eene bepaalde verhou ding moet hebben) bij de fabriek in. Daar wordt de boter gemaakt, zoo voordeelig mogelijk, door namelijk alle boterdeelen uit de melk te halen en alle melkdeelen uit de boter te houden. Vandaar dat onze gesmolten boter altijd in de onderste lagen een drassig, korrelig aanzien heeft, terwijl dit bij de Deensche boter het geval niet is. Het stelsel, door Schwarze duidelijk omschreven, is geen geheim en hier en daar in ons vaderland ook reed3 toegepast. Hoe komt het nu dat dit nog niet algemeen geschiedt? Spreker schreef dit toe aan den afkeer van nieuwigheden bij onze landbouwers. Hij deelde merkwaardige staaltjes mede, hoe zelfs ontwikkelde landbouwers met een thermometer niets willen te maken hebben. Wat krijgt men soms ten antwoord, als men een boer raadt de temperatuur der melk door een thermo meter te meten? dat de vinger van de melk meid beter is dan alle thermometers. Bij het stelsel van Schwarze zal men het met zulk een eenvoudig werktuigje wel niet kunnen stellen. Een bepaald vereischte is daar een tem peratuur van 9, 8 of liever nog minder graden Celsius. Dien graad krijgt men slechts door zeer koud water of ijs. Daar het water in ons land niet zoo koud is in den tijd van het botermaken, is dus een ijskelder een vereischte in het stelsel van Schwarze. Daar uit volgt weer dat slechts op groote schaal, door boterfabrieken, onze boter kan worden zooals die der Deensche mededingster of liever over- winnares is. Alle aanwezigen waren van dit laatste overtuigd, doch op sommige punten werd de voorzitter weer sproken. Onze boer, zeide men, is niet bang voor nieuwigheden, maar hij moet eerst zien dat ze in zijn geldelijk voordeel zijn. Het bewijs voor deze stelling is het toenemend gebruik der. maaiwerktuigen. Zelfs op theoretische gronden laten ontwikkelde landbouwers zich over tuigen. Het is gebeurd, dat na lezingen door den heer Sluis, van Beemster, 70 thermometers werden verkocht. Er werd ook op verzachtende omstandigheden gepleit. Er zijn boterhandelaars, die allerlei slechte boter aan den man trachten te brengen. Dit is zoo steTk, dat zeker afnemer liet verzoeken op de vaten Hollandsche boter het merk „kunst boter" te zetten, dan kon hij ze beter slijten. mijnheer Walton zeer in haar vertrouwen genomen. „Ik weet dat ik u vertrouwen kan, zei zij, „en ik geloof dat gij altijd een vrouw die in verlegen heid is zult bijstaan." Bij die ontboezeming stak de advocaat onwille keurig zijn hand in den zak en sloot zijn vingers over zijn beurs. Hij had die beweging zelf niet gemerkt, maar zij wel en zij vervolgde met een fijn lachje: „Ik heb geen inteekeninglijst bij mij, dat verze ker ik u, en ik bedel noch voor anderen noch voor mijzelve. Ik wil u alleen een mededeeling doen. Gij verdient uw brood met uw hoofd en met uw scherp vernuft; ik verdien het mijne, sedert de omstandigheden mij daartoe noodzaken, door mijn tact, mijn savoir-faire en door het ver trouwen dat ik vaders en moeders inboezem. „Yooral den eersten denk ik?" zei de jurist droog. „Gij houdt van een grapje, zie ik en ik neem het u niet kwalijk," antwoordde zij in het minst niet ontstemd. „Sedert den dood van mijn armen man hen ik genoodzaakt in mijn onderhoud en dat mijner dochters te voorzien. Rhoda, de jongste, heeft een goed huwelijk gedaan, maar Sibylle is kieskeurig en zwak en heeft veel be hoeften. Ik moet eerlijk bekennen dat ik ook liever op een goeden voet leef, in een mooie om geving en mij daartoe met inspanning van eigen krachten in staat stel, dan met een paar honderd pond 'sjaars „op kamers" te wonen en niets uit te voeren," Wordt vervolgd.) Een der aanwezigen, zelf landbouwer in een voorname landbouwersstreek van Noord Holland, erkende dat de boeren eerst willen weten of er voordeel in de nieuwigheden zit. Ongelukkiger wijs komen zij dat niet heel spoedig te weten want de meeste boeren rekenen niet. Zij zullen meestal niet kunnen zeggen hoeveel hun boerderij hun opbrengt. Zij houden geen boek of, wil men liever, zij houden zelfs geen bloote aanteekening van inkomsten en uitgaven. De voorzitter merkte op, dat het knoeien van tusschenhandelaars vanzelf vervallen zal als er boterfabrieken zijn. Ten slotte vereenigde de vergadering zich algemeen met den wensch, dat onze landbouwers niet zelf de boter langer zullen maken, maar boterfabrieken oprichten. Naar aanleiding van eene opgaaf, dat in het huis van arrest te Middelburg te gelijk drie gemeente-secretarissen en ontvangers gevangen zitten, geeft de Arrih. courant in overweging, in den gevel dier inrichting het opschrift te plaatsen Pauci sed cari („weinigen, maar kostbaar"), of: „specialiteit voor fatsoenlijke misdadigers." Het muziekkorps van het 8e regiment infanterie, in garnizoen te Arnhem, onder directie van den kapelmeester J. A. Kw;:st jr., is heden middag omstreeks 5 uren van Zierikzee alhier aangekomen en heeft zich onder het spelen van een maisch naar het Schutter shoj begeven, waar heden avond eene muziek-uitvoering gegeven wordt. De naam van den officier van de Conrad die bij het gister vermelde ongeluk is omgeko men, is Trompetter. Hij was tweede officier aan boord van genoemden stoomer. ötr.'dagbl Naar men verneemt zullen de deelnemers aan de maskerade te Delft Zondag a. hunne bui tenpartij te Scheveningen houden, en bij die ge legenheid aan alle senaten en commissi'-ri van vreemde universiteiten, die de feesten te Delft met hunne tegenwoordigheid hebben vereerd, een colla tion aanbieden. Naar men verneemt zijn de beide verwonde adelborsten van de Zweedsche oorlogskorvet Saga buiten gevaar. Veroordeelingen wegens majesteitsbeleediging. Te Grimberg een arbeider een jaar. Te Wollstein een arbeider een jaar. Te Elbing een muzikant twee en een half jaar. Te Borken een daglooner zes maanden. Te Mannheim een schoenmaker een jaar, een schrijnwerker negen maanden, een daglooner vier maanden. Te Gleiwitz een koop man negen maanden. Te Wezel de meesterknecht van de eigenares van een caroussel 18 maanden. Bovenstaand lijstje is letterlijk overgenomen uit de Berlijnsche Volkszeitnng, en zoo bevat dat blad er wekelijks twee of drie. Eene andere rübriék titelt het blad sum Denunziantenuntoesen, eene uitdrukking die bij de vertaling veel van hare welsprekendheid zou verliezen. Zij is zeer juist gekozenimmers het is een Unweseneen onding, iets dat niet bestaan moest en strijdt tegen de orde der dingen, dat de eene burger ijverig tracht ook maar een schijn van majesteitsschennis uit den mond van zijnen medeburger op te vangen, om daarmede spoedig naar het gerecht te loopen en daar maar eene al te welkome ontvangst te vinden. Het algemeene wantrouwen, de vele per soonlijke en familieveeten, die hieruit zullen ont staan, gevoeg-d hij den wrok, die de onuitputte lijke serie strenge straffen bij talloozen zal zetten, zijn elementen, die een weligen bodem zullen vormen voor het socialisme, om zich uit te breiden en te versterken. Eene regeering, die zoo hare waardigheid wegwerpt, en zoo weinig besef van eigen kracht heeft, dat ze tot zulke middelen hare toevlucht moet nemen, is op gevaarlijken weg. Een Amerikaan, zekere Bishop heeft eene reis gemaakt, zooals men ze slechts uit de nieuwe wereld hoort. Van Quebec naar de golf van Mexico, een afstand van 2500 mijlen, heeft hij afgelegd in een papieren bootje. Het bootje was bij het einde der reis geheel onbeschadigd, doch de reiziger had veel geleden en was meer dood dan levend door de doorgestane vermoeienissen en ontberingen. De reis genoot de algemeene sympathie, daar zij een uitvloeisel was van een pari, die populaire zaak in Amerika. Hoewel streng afschaffer, vertelt Bishop met genoegen; dat hij meent zijn leven te danken te hebben aan een slokje brandewijn, hem gereikt door een barmhartigen Samaritaan, toen hij verkleumd aan den oever van eene rivier lag, die hij, nadat zijne boot was omgeslagen, zwemmende had moeten bereiken. Als een karakteristiek staaltje, hoe hier en daar in Rusland groote misbruiken heerscheD, wordt uit Jekaterinosland aan eene Duitsche cou rant het volgende geschreven. De heer Ssolonikio, onderwijzer in het Latijn en Grieksch aan het gymnasium aldaar, had bij het examen een zijner leerlingen, zekeren Lewinsohn voortdurend een onvoldoend aantal punten genoteerd. Op een goeden morgen werd dat Lewinsohn wat erg en greep hij in tegenwoordigheid van verscheidene onderwijzers en leerlingen Isolonikio aan, gaf hem eenige vuistslagen in het gezicht en noemde hem een schurk. Op de vragen van den spoedig geroepen directeur antwoordde Lewinsohn, dat hij niets had gedaan dan een schurk gestraft; want dat Ssolonikio hem vóór het examen tweemaal zeer duidelijk had te kennen gegeven, dat voor geld zijne medewerking op het examen te koop was. De leerling wilde niet in dat voorstel treden en werd daarom „genegerd". Uit een onderzoek, bij andere leerlingen ingesteld, bleek voldingend, dat Isolonikio die practijken reeds sinds lang met vrucht dreef. De Noorweegsche regeering heeft bij hare marine een nieuw vuurwapen ingevoerdhet repeteer- of magazijn-geweer, ook genoemd naar zijne heide uitvinders, het Krag Peterson geweer. Behalve de gewone bestanddeelen van een licht achterlaadgeweer, heeft dit wapen nog eene ka mer die van zeven tot vijftien patronen kan be vatten. Door een vernuftig mechanisme brengt dezelfde beweging, die de ledige huls uitwerpt, oogenblikkelijk daarna een nieuwe patroon in de kamer van den loop, zoodat men die slechts weer te sluiten heeft om oogenblikkelijk te kun nen vuren. Is de patronenkamer ledig, en ont breekt de tijd om haar te vullen, dan kan men het geweer als een gewoon achterlader gebruiken, zoodat het nieuwe toestel altijd voordeel nooit nadeel kan geven. Geweren van deze soort wer den reeds lang geleden tijdens de regeering van Maximiliaan van Mexico door losloopende avon turiers gebruiktmaar thans is het voor het eerst, dat ze bij een geregeld korps zijn ingevoerd. BINNENLAND. Tweede kamer. Na eenige discussie werd met 67 tegen 7 stemmen aangenomen het wets ontwerp betrekkelijk de lokaalspoorwegen. Daarna werd het schoolwetsdebat voortgezet. De minister verdedigde uitvoerig artikel 45. Het rijk regelt het onderwijs en draagt de uitvoering aan de gemeenten op. Daarvoor moet eene uit- keering plaats hebben, welke algemeen moet zijn. Daar alle gemeenten gelijke rechten hebben, moe ten zij ook gelijke uitkeering genieten. Daarvoor is, naar berekening, 2J a 4 millioen noodig, welke door de belastingschuldigen opgebracht moeten worden. Overtreft dit onze krachten Neen, evenmin als in België. De tijdelijke tegenspoed in Indië mag ons daarvan niet weerhouden. Op alles mag bezuinigd worden, behalve op het onderwijs waarvoor de uitgaven zulke belangrijke moreele en industrieele voordeelen afwerpen. De minister ontkende, dat het artikel tot de aange voerde misbruiken aanleiding kan geven. Hij bestreed de verschillende amendementen, welker welwillende strekking hij erkende, doch welker practische uitvoerbaarheid en billijkheid de mi nister bestreed. De heer Bredius trok zijn amendement in. Door de heeren Viruly en Meinesz werd voorge steld de tweede en derde aiineas van het artikel te latezf vervallen. De heer Wintgens constateerde, dat de minister geen financieele oplossing gegeven en zich alleen beroepen heeft op het oordeel der meerderheid. De heer van de Putte bestreed het beginsel van het regeeringsartikel. Aan de gemeenten moet de zorg voor het onderwijs gelaten worden. Deze zijn ook heter in staat hare belastingen uit te breiden. Het regeeringsontwerp werpt een nieuwen hinder paal op tegen de regeling van het belastingstelsel. Do heer Schimmelpenninck wijzigde zijn amende ment zoodat de vroeger gedane uitgaven voor schoollokalen niet in rekening gebracht worden op de begrootingdie als maatstaf voor de uit keering dient. ^Nadat alle amendementen met groote meerder heid verworpen waren, werd artikel 45 aangeno men met 45 tegen 36 stemmen. BUITENLAND. Parijs. Door het congres is besloten te Kon- stantinopel eene commissie te vestigen voor de belangen der Turksche fondsenhouders. Rus- lands voorstel dat de mogendheden gezamen lijk de uitvoering van het tractaat zouden waar borgen is verworpen. Ter provinciale griffie van Zeeland liggen ter lezing de voorwaarden waarop door of van wege den commissaris des konings in Zeeland, op 19 Juli a. zal worden aanbesteed het uit- en inhan- gen en het maken en herstellen van houten deuren van de kleine sluis te Hansweert. Jl. Dinsdag is te Zaamslag bij openbare veiling verkochteen hofstede met 33 hectaren 27 aren en 70 centiaren bouw- en weiland, dijk enz., gelegen in den Zaamslagpolder, in acht per- ceelen, waarvan de gezamenlijke opbrengst heeft bedragen f 76,973. Er is besteed van 900 tot f 1300 per 44 aren 56 centiaren (oud gemet). 11 Juli. 's av. 11 u. 60 gr. 12 's morg. 8 u. 62 gr. 's mldd. 1 u, 67 gr. 's av. 6 u. 67 gr. Aanleg: en verbetering van eenige werken ten lïelioeve der binnenlandsche scheepvaart. Voorloopig verslag.) (Vervolg.) Ook de financieele zijde der voordracht gaf tot uiteenloopende beschouwingen aanleiding. Verscheidene leden achtten het alleszins moge lijk, dat het door de regeering geraamd cijfer van 30 millioen, over 6 jaren te verdeelen, zeer verre zou wtflKden overschreden, ja dat wellicht het dubbele der geraamde som zou noodig zijn. En ook indien de gezamenlijke uitgaaf, die het gevolg zou zijn van d^ aanneming der tegen woordige wet, zich beperikte tot eeu cijfer van vijf millioen 'sjaars, gedurende zes jaren te be talen, zouden zelfs ijverige .voorstanders van de hoofdstrekking der wet huiveren daaraan hun stem te geven, indien niet duidelijker bleekhoe deze uitgaaf zal worden bestreden. Alles bijeengenomen was er; naar veler oordeel, reden genoeg om omtrent de financieele toekomst des vaderlands bezorgdheid te koesteren, en wel te overwegen of het raadzaam \vas, die toekomst nog meer te bezwaren. Men móest daarbij niet vergeten, dat het vaderland door buitengewone rampen kon worden getroffen, dtie onmiddellijk groote geldelijke offers noodzakelijk maakten. Was men eenmaal een tijdperk varf tekorten en geldleeningen ingetreden, dan zou 1 onder zulke ongunstige omstandigheden groote Verwarring in de geldmiddelen kunnen ontstaan. j Een aantal leden, ofschoon het financieel be zwaar niet gering achtende, bleef wan oordeel, dat men daardoor zich van den aanleg of de ondersteuning der in aanmerking komende wer ken niet moest laten afschrikken. Nederland wa3 rijk genoeg om in wezenlijke behoeften der be volking te kunnen voorzien. Buitengewone uit gaven van dezen aard worden in alle andere landen door middel van geldleening bestreden. Waarom zouden wij ons daarvan moeten ont houden Kanaal van Amsterdam door de Geldersehe vallei naar de Bovenwaal. De meerderheid was van oordeel, dat tot behoud, óf liever tot het doen herleven van Amsterdams Rijnhandel ten ter onmisbare aanvulling van het Noordzeekanaal, een aan de tegenwoordige eischen der riviervaart, voldoende waterweg van de hoofdstad naar den' Rijn noodzakelijk is. De hier te behandelen) hoofdvraag- is dus eigenlijk alleen, welke der drie bekende richtingen voor dien waterweg zal wor den gekozen. Wat verdient de voorkeur: a de verbetering van de bestaande Keulsche vaart langs Utrecht en Vreeswijk; b hare vervanging door een nieuw groot scheepvaartkanaal, dat even als het bestaande te Gorinchem zou uitmonden (plan-Waldorp) c het in het wetsontwerp voorgesteld kanaal door de Geldersehe vallei? De slotsom der overwegingen hieromtrent wordt door de meerderheid der commissie van rappor teurs aldus opgegeven, dat zij, door al hetgeen in de afdeelingen over het kanaal door de Gel dersehe vallei is verhandeldden indruk heeft verkregen datzal dit plan bij de kamer ingang vinden, nadere toelichting en verdediging alles zins vereischt wordt. Zij vleit zich, dat de regee- ring, desnoods ook na het hooren der ingenieurs, met het rivierbeheer belast, op meer overtuigende wijze dan tot nu toe geschied is de redenen zal kunnen blootleggen, waarom dat plan, na tot. in 1874 toe door den waterstaat en de militaire genie veroordeeld te zijn, thans geacht wordt boven elk ander de voorkeur te verdienen, en vestigt hare aandacht op hetgeen over sommige hoofdpunten, zooals de overgang aan den Neder- rijn bij de Grebbe, de doorsnijding van de Betuwe en het belang der defensie, is in 't midden gebracht. Verscheidene leden meenden, dat er geen af doende reden bestond, om de verbetering van den waterweg van Meppel tot in de Zuiderzee in de tegenwoordige wet op te nemen. Vele leden achtten het rijksbelang genoegzaam betrokken bij de verbetering van den waterweg tusschen Amsterdam en Rotterdam, om die voor staatsrekening uit te voeren. Velen drongen er op aan, dat bij het definitief vaststellen der plannen omtrent dezen waterweg, daaraan zoodanige rich ting mocht worden gegeven, dat de belangen van Gouda zooveel mogelijk werden gespaard. Algemeen werd erkend dat, tengevolge van het bestaand internationaal traktaat, er werken moe ten worden uitgevoerd tot verzekering van een voldoenden waterstand op de kanalen in Drente en Overijsel. Naar het oordeel van verscheidene leden echter zijn de plannen, die de regeering in dit opzicht heeft, nog niet tot genoegzame rijpheid gebracht, om daaromtrent eene beslissing te nemen. In het subsidie tot voltooiing der verbetering van de seheepvaartkanalen in de provincie Gro ningen, zag men geen bezwaar. Verscheiden leden zagen bezwaar in het hooge cijfer van het subsidie voor de werken tot ver betering van den binnenlandschen waterstaat van Friesland. Vele leden verlangden nadere specifi catie van den aard der werken, die gesubsidiëerd moeten worden. Omtrent de overige onderdeelen van het onder werp, behelst het verslag voorts eenige opmer kingen, terwijl ten slotte wordt medegedeeld, dat hetzij door een grooter, hetzij door een kleiner aantal leden is aangedrongen op: 1. verbinding van de Maas met de Zuid-Wil lemsvaart; 2. het maken van een afwateringskanaal naar den A'mer of naar het vloedspui, waardoor het zoogenaamde Bossche veld van den last van het water kon worden bevrijd 3. verbetering der watergemeenschap tusschen Leiden en 's Gravenhage, waar o. a. de kleine sluis aan den Leidschen dam een groot beletsel is, en vooral ook verbetering der vaart van 's Gravenhage naar de Maas; 4. gelijkmaking van het peil van Schermer boezem en het wegbreken der sluis te Purmerend 5. kanalisatie van Almelo naar Zutfen langs de Regge en de Berkel. Bij het verslag zijn nota's gevoegd van wijlen den heer Stieltjes en van de heeren Roëll, Bastert en Oldenhuis Gratama. Nadat de beslissing omtrent Batoum gevallen was, heeft het congres zich bezig gehouden met de wenschen der Armeniërs, die zooals men zich herinnert door twee afgevaardigden naar Berlijn zijn overgebracht. Het congres heeft op dit punt het artikel van het verdrag van San Stephano bekrachtigd, waarin der Porte de plicht werd opgelegd om zonder verwijl alle hervormingen in die landstreken tot stand te brengen, die door de plaatselijke behoeften vereischt worden, en om

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2