"büitihlaIix" Telegraphische berichten. Cyprus. Handelsberichten. Thermometerstand. Staten-Generaal. Algemeen Overzicht. Graanmarkten enz Pi* if zen van Effecten. spreken, als hij aan enkele personen zijn plan heeft medegedeeld, en deze het verzwegen hebben. Deze mededeelingen van den moordenaar komen volkomen overeen met de resultaten van het onderzoek der politie. Aan eene samenzwering, waarvan de ministerieele bladen te Berlijn weken achtereen den mond vol hadden, valt niet te denken. binnenland. 's Crraveinltage. Benoemd tot ontvanger dei- registratie te Cortgene A. Bounian, surnumerair. Tweede kamer. De discussie over artikel 45 van het schoolwetsontwerp en de daarop voor gestelde amendementen werd voortgezet. De heer Gorver Hooft kwam terug op de algemeene finan- cieele bezwaren voor de schatkist, welke echter, volgens den heer Viruly, niet mogen wegen, om dat het hier alleen aankomt op de bevrediging der behoeften van het onderwijs. Die bevredi ging is volgens de heeren Harinxma en van Eek slechts dan ten volle mogelijk als 40 percent dei- uitgaven aan de gemeenten wordt uitgekeerd, welk beginsel ook de heeren de Jong en Viruly ondersteunden, wenschende laatstgenoemde echter een waarborg dat niet,v zooais vrij algemeen gevreesd wordt, eene onnoodige uitkeering voor niet bestaande behoeften geschiede. Met dat doel stelde de heer Bastert een nieuw amendement voor, strekkende om minstens tien, hoogstens vijftig percent aan de gemeenten uit te keeren. De overige amendementen werden door de meeste sprekers bestreden. De heer Patijn, het amendement-Roëll verdedigende, grondde het ook op den treurigen financieelen toestand, die te meer aanspoort tot bedachtzaamheid en om geen overvloed uit te deelen, die tot geldverspilling en misbruik leidt. De heèren Haftmans en Brouwers bestreden krachtig het amendement Roëll in 't belang der kleinere gemeenten, die door het regeeringsontwerp gebaat zullen worden. De heer Dijckmeester verdedigde het amendement-Bredius omdat dit een fixum vaststelt. De heer van Tienhoven verdedigde het stelsel der regeering, dat uitgaande van het beginsel der gemengde betaling door staat en gemeente, de ongelijkmatigheid van den druk voor de gemeente-financien buiten beschou wing laat. De heeren van Aseh van Wijk en Verheijen bestreden het beginsel van het wets voorstel ook Lp verband tot de financieele quaestie* buitenland. Londen. Volgens de Times besliste het con gres, dat iedere mogend eid hare ambassadeurs en consuls in Turkije zal opdragen voor de uitvoe ring der besluiten haar betreffende te waken. Prins Bismarck achtte wegens het verschil der belangen allen collectieven dwang onmogelijk. 10 Juii. 's av. 11 u. 62 gr. 11 's morg. 8 u. 63 gr. 's midd. 1 a 62 gr. 's av. 6 u. 64 gr. Aanleg en verbetering: van eenige werken tesi belioeve fier binueniaudsche scheepvaart. Voorloopig verslag.) De hoofdstrekking van deze voordracht, waarin men eene krachtige poging zag tot bevordering der algemeene welvaart, vond in drie der afdee- lingen bij de meeste leden bijval of toejuiching. Zij waardeereu het in de regeering, dat deze, ge trouw aan hare bij de behandeling der staatsbe gruoting afgelegde verklaringen, niet enkel den aanleg van de onder handen zijnde openbare werken met kracht wenschte voort te zetten, maar ook niet aarzelde de medewerking der wet gevende macht in te roepen tot het ondernemen van andere werken van dezen aard, die, althans in hootdzaak, als een complement der groote havenwerken moesten worden beschouwd. In deze aan de hoofdstrekking der voordracht gewijd, wordt verder gewezen op het groot be lang der zorg voor de binuenlandsche scheepvaart. De vorm, door de regeering aan de tegenwoor dige voordracht gegeven, vond bij verscheidene leden strenge afkeuring. Het gelde daarbij de bevordering van den aanleg van een groot aantal werken; maar die werken zijn van zeer verschil lenden aard, en de wijze, waarop de staat zich in den aanleg mengen zou, loopt insgelijks in hooge mate uiteen. Nevens een grooten interna tionalen handelsweg, als die van Amsterdam naar de Waal, welke dan toch wel, indien tot den aanleg daarvan moet worden overgegaan, verdiend had het onderwerp van een afzonderlijk wetsontwerp uit te maken, vindt men kanalen vermeld, gelijk dat van Eindhoven langs Tilbnrg naar den Amer, waarbij het blijkbaar meer zuiver locale belangen gvldt. Terwijl de wet „verbete ring van de binnenlandsche scheepvaart" in haar vaandel voert, omvat zij ook enkele polder- en waterstaatsbelangeu, zooals dan toch, naar de opvatting van eenige leden, met het subsidie aan de provincie Friesland het geval is. Werken, die de staat in eigen aanleg en uitsluitend voor eigen kosten op zich nemen zou, vindt men bijeenge voegd met anderen, waaromtrent dit insgelijks wel het geval zou zijn, maar waarvoor toch be paalde bijdragen van provinciën verplichtend wor den gesteld, en met weder anderen, welker aanleg niet van den staat afhangt, die daarvoor enkel subsidie verleent. Ook roet opzicht tot den toestand der in de wet opgetelde werken, of van de daaromtrent bestaande plannen, heerscht groot verschil. De samenkoppeling van zoo geheel ongelijksoor tige, over de verschillende deelen des lands ver spreide werken in een en hetzelfde ontwerp liet zich, naar men beweerde, nauwelijks anders ver klaren dan uit de begeerte om voor die voor dracht eene meerderheid in de vertegenwoordiging te verwerven, uit onderscheidene minderheden samengesteld, waarvan elke meer bepaald voor een onderdeel van het uitgestrekte plan partij koos. Het had al den schijn, alsof meu hier het do ut des toegepast wenschte te zienalsof men, om tot den aanleg der beide groote Hollandsche waterwegen te doen besluiten, ook andere deelen des rijks in meerdere of mindere mate had willen begiftigen. Maar zulk een taktiek, zulk een kans berekening, moest de'moraliseerend werken en aanleiding geven tot het doen gelden van plaatse lijke belangen boven het algemeen belang. Werd, gelijk hier het geval schijnt, op het gebied der van rijkswege aan te leggen of te ondersteunen openbaie werken eene soort van jusUtia distributiva uitgeoefend, dan werd van zelf, tot groot nadeel van den staat, een onder zoek uitgelokt, of wel inderdaad gerechtigheid jegens allen werd betracht. Uit begunstiging van het eene deel des lands werd aanspraak of aan drang op begunstiging van een ander deel geboren. Door de samenkoppeling van zoo vele te onder nemen of te ondersteunen openbare werken in éen en hetzelfde wetsontwerp werd de kamer be lemmerd in hare vrijheid om over elk daarvan een zelfstandig oordeel te vellen. Zij werd verleid om, opdat het eene, dat volstrekt noodzakelijk werd geacht, niet achterwege zou blijven, ook voor een ander, dat zich minder of in het geheel niet aanbeveelt, te stemmen. De verschillende bezwaren tegen den vorm der wet, vonden bij verscheidene leden krachtige tegenspraak. Het onderstelde doel, om door eene vereeniging van minderheden de aanneming der wet te verzekeren, werd, zeide men, wel op den voorgrond gesteld, maar door niets bewezen. Het vermoeden van het bestaan van zoodanige kansberekening was eigenlijk veeleer eene be schuldiging tegen de kamer dan tegen de regee ring. Van de leden der kamer mocht niet worden ondersteld, dat zij zich door het behartigen van plaatselijke belangen van eene juiste waardeering van hetgeen het algemeen belang eischt, zouden laten aftrekken. Voor de eer en het prestige van regeering en kamer meenden sommigen tegen eene betichting te moeten protesteeren, die op beiden een dubbel zinnig licht wierp. Wel verre van het als een grief tegen de regeering te doen gelden, dat de wet zoo velerlei werken omvat, meenden vele leden het in haar te moeten prijzen, dat zij, door het samenvatten in éen ontwerp van de noodza kelijkste kanaalverbindingen, die op aanleg of ondersteuning van rijkswege aanspraak hebben, aan de kamer de gelegenheid gaf om de in dit opzicht bestaande behoefte in haar geheel te overzien. t Dat de regeering door de aan het ontwerp ge geven inrichting inbreuk zou maken op de vrijheid der kamer, om over ieder onderdeel een zelfstan dig oordeel te vellen, kon men in geenen deele toegeven. Almede kon men niet toestemmen, dat door de samenvoeging in éen ontwerp dé uitvoering van zoodanige werken, waaraan de meeste be hoefte bestaat, zou worden vertraagd. Wordt vervolgd.) Eene quaestie, die de nieuwsgierigheid van de meeste bladen bezig houdt en tot tal van conjec turen aanleiding geeft, is of het Engelsch-Turkseh defensief verbond reeds vóór de publicatie in de Daily Telegraph aan de mogendheden was mede gedeeld. Zoo ja, wanneer vraagt men. Ook aan Frankrijk en Italië? die bij hetgeen in de Mid dellandsche zee gebeurt een onmiddellijk belang hebben. Het eenige wat men hieromtrent zeker weet, is te putten uit de verklaring in het lager huis door den heer Bourke afgelegd, dat bij de regeering nog geen bericht was ingekomen omtrent eene officieele mededeeling van het verdrag aan andere mogendheden. Dit vaag gestelde ant woord laat voor vele gissingen plaats open. In Frankrijk is men met deze nieuwe Engelsche politiek niet zeer ingenomen. Reeds wordt aan de Times uit Berlijn geseind, dat de heeren Wad- dington en de St. Vallier gisteren aan de Russi sche gevolmachtigden moesten vragen, of deze geen afstand zouden willen doen van de voordee- len, hun door het congres in Armenië toegekend, om zoodoende het Engelsch-Turksche verdrag (volgens het gisteren medegedeelde laatste artikel van het aanhangsel bij het verdrag) buiten werking te stellen. Zoo zij weigerden, zou Frankrijk in het Oosten eene meer actieve politiek gaan voeren. De Indépendance vraagt naar aanleiding van dit bericht, of men misschien daarmede bedoelt, dat Frankrijk zich zou opwerpen tot voogd van het jonge Griekenland, evenals Engeland curator geworden is van de kindsche Porte. Hoewel wij het gaasche bericht voor een canardminstens genomen voor zeer overdreven houden, en geloo- ven, dat Frankrijk zich vooreerst wel buiten actieve buitenlandsche politiek zal houden, bewijst toch het ontstaan van dergelijke geruchten, dat er eene zekere gisting bestaat naar aanleiding vau de nieuwe wending in de Oostersche quaestie, door Beaconsfield met een welgekozen dramatisch effect bekend gemaakt, juist toen men aan het onder handelen was over Batoum en de Armenische grenzen. Nog meer blijkt dit uit een artikel in de République Fran/jaise. Met klemmende juist heid betoogt het blad, dat men de Engelsche politiek niet te streng kan beoordeelen. Het is kwetsend voor den te Berlijn vergaderden Euro- peeschen raad, dat er den 4en Juni eene afzon derlijke overeenkomst is geteekend met Turkije door de regeerng, wier ministers herhaaldelijk in hooge woorden hun afkeer hadden te kennen gegeven van afzonderlijke verdragen en van indivi- dueele schikkingen. Toen de onaf hankelijke pers van gansch Europa, zegt het blad van Gambetta, bijna eenparig hare stem verhief tegen de aanma- tiging van Rusland, dat. alléén eene quaestie de Oostersche wilde regelen, waarbij velen belang hadden, vermoedde zij niet dat door een toer van politieke goochelarij Engeland in het duister bezig was eene dergelijke rol op zich te nemen. Het kan zeer handig zijn, zijne vroeger met veel ophef verkondigde schoone beginselen nu met voeten te treden en te breken met een verleden, dat nauwelijks enkele weken oud is, doch men had daarin Europa moeten kenne i, althans die sta ten, die belang bebben bij de Midd- llandsche zee. Er zijn staten aan de Middellandsche zee, die daar vrijheid voor hunne vlag willen bewaren, en met wier belang het niet strookt Gibraltar, Malta, Cyprus en geheel Klein Azië in de handen der zelfde machtige zeemogendheid te zien. Heeft lord Beaconsfield daar wel eens aan gedacht? De .République eindigt met de meening uit te drukken, dat de Fransche gevolmachtigden de overeenkomst niet moeten erkennen en hunne medewerking moeten weigeren aan iedere daad, die tot bevestiging daarvan kan strekken. Het is, zegt het blad, om zich zoo gematigd mogelijk uit te drukken, une tractation êtninemment incor recte. Deze geprononceerde meeningen van het onder de geavanceerde republikeinen zeer invloed rijke blad zijn niet zonder beteekenis. De deftige Temps bespreekt wel het verdrag, doch onthoudt zich er van om ouder den eersten indruk zijne opinie te zeggen omtrent de houding, die Frankrijk er tegenover moet aannemen. Het congres nadert zijn einde. Men wil zelfs, dat Zaterdag het protocol zal geteekend worden; terwijl er echter geen publiciteit aan zal gegeven worden vóór de ratificatie. Gisteren is de vast- stelliug der grenzen in Armenië afgeloopen, nadat nog een klein incident had gedreigd moeilijkheden te zullen baren. Het was de quaestie, aan wien de stad Olti zou behooren. Door de speciale commissie voor de grensscheidingen, wier voor- zittersstoel prins Hohenlohe bekleedt, werd Olti aan Rusland toegewezen, terwijl een klein voor deel voor Turkije in de grensscheiding daar tegenover werd gesteld. Batoum wordt uitslui tend handelshaven. Alleen blijft nu nog te be slissen, wanneer de Russische troepen het Turksch gebleven grondgebied zullen ontruimen; doch dit punt zal geene moeilijkheden opleveren. Cyprus, naar de ouden ons melden, het lieve- lingsverblijf van Venus, naar hedendaagsche bota nisten beweren, het vaderland van de bloemkool, is een door aardbevingen oorlogen en wanbestuur sedert eeuwen geteisterd eiland, dat voor eene uitgebreide exploitatie vatbaar is. Nu worden er koorn, boomwol, meekrap, olijven en andere vruchten geteeld, terwijl de wijnbouw nog vrij aanzienlijk is en de Cypersche wijnen nog vrij hoog staan aangeschreven. De bosschen leveren uitstekend werkhout op; ceders, pijnboomen, eiken, eypressen en beuken vindt men er in de aangenaamste afwisseling. Deze bronnen van welvaart worden echter door de niet talrijke en arme bevolking slechts zeer onvolledig geëxploi teerd. Welke politieke bezwaren men moge heb ben tegen eene bezetting van bet eiland door de Engelschen, dit is zeker, dat deze met hun prac- tischen geest, iu zoo menige kolonie gebleken, den economischen toestand van het eiland in zeer korten tijd zullen verbeteren. Er is echter veel te doen. Eene groote uitgestrektheid onbebouwd land is in moeras verkeerd en veroorzaakt door de opstijgende dampen vele koortsen. De grond, die bebouwd wordt, is van uitnemende quali- teit en brengt zonder veel moeite allerlei vruchten en planten voort. Het eiland heeft verschillende havens, als Baffo, Limasol, Larnaca en vooral Famagousta, die slechts op de noodige werken wachten om uitnemende zeehavens te worden. Thans echter zijn ze door het ontbreken van hoofden, nog lang geene veilige reede. Aan de laatste haven is, om een voorbeeld te noemen van het verval van Cyprus, niets gedaan sedert in 1571 de Turken het eiland aan Venetië ont namen. In plaats van eene welvarende, rijke en duchtig versterkte zeehaven, vindt men er thans slechts een armoedig dorp. De bezetting van Cyprus door de Engelschen kan, hoe vreemd het ook klinke nog ten goede komen aan de Turksche fondsenhouders. In het gesloten verdrag toch is opgenomen, dat al wat Cyprus meer rendeert, dan er aan besteed wordt, door de Engelschen aan de Porte moet uitgekeerd worden. Optimisten wachten hiervan spoedig eenig resultaat. Als strategische positie is het eiland voor En geland alles waard. Nu dit rijk toch eenmaal het principe heeft aangenomen om zijne Indische troepen in een Europeeschen oorlog te gebruiken, moet het ook een station hebben om die niet spoedig uit te putten krijgsmacht te landen en behoorlijk te kunnen ontwikkelen. Daartoe is Malta althans voor een leger, zooals men ■"tegenwoordig hebben moet te klein. Dit eiland kan geene troepenmacht bergen, die ook maar eenigszins in een tegenwoordigen oorlog gewicht in de schaal zou leggen. Als Engeland er in slaagt van Cyprus behalve een militair station, eene welvarende kolonie te maken, de aanwezige bronnen van welvaart rijkelijk te doen vloeien voor een sedert jareu krachteloos volk, dan zal menigeen in later tijd gaarne willen vergeten, hoe de tegenwoordige EDgelsche regeering zich het bezit van het eiland verworven heeft. Oostburg 10 Juli. De markt had heden weder weinig te beteekenen, zoowel ten aanzien van den aanvoer als van de vraag. De aankoopen bepaalden zich dan ook bijDa uitsluitend tot kleine partijtjes van de beste tarwe en win tergerst voor dadelijk gebruik. De prijzen waren lager en zijn aan te nemen als volgtTarwe 11, 10.50, 10 a 9; rogge /8 a/ 7.50; wintergerst f 7.75 a f L50; zomergerst G.75 a 6haver 4.50, 4, 3 en f 9.50 a 8.50 per 100 kilogram paardenboonen en erwten beiden 8 a 17.50-, kanariezaad zonder eenige begeerte; van nieuw koolzaad waren 10 a 12 monsters aan, waarvoor 14 a 13.50 werd gevraagd. Men bood meest f 13 te vergeefs. Wat de qualiteit betreft, big kt dat de droogte voldoende is, doch grofte en kleur laten te wenschen oververreweg het meerendeel der aangebrachte monsters was rossig of bont. Het artikel werd hier te lande weder weinig ver bouwd, doch 't beschot schijnt bevredigend. Hier en daar zelfs ruim. Middelburg, 11 Juli. De kleine aanvoer was alleen uit Walcheren en was meest tarwe en witte boonen. Goede Walchersche tarwe werd alleen voor verbruik gekocht a f 0.25 lager rogge f 0.25 lager voor eonsumtie; winter- en zomergerst op de notering gehoudengoede Wal chersche witte boonen zeer weinig begeerd en flauw prijshoudend dito bruine boonen en kook- erwten niet getoond; dito paardenboonen zonder veranderingvan nieuw winterkoolzaad waren drie a vier partijtjes ter veil, het beste er van is tot de notering verkocht, bij gunstig weder wach ten wij a. Donderdag grooteren aanvoer, waar door er dan beter over de qualiteit kan geoor deeld worden; de beste Walchersche tarwe 10.75, 11 en 11.25 gekochtmindere dito 9 75 a f 10; rogge f 8; wintergerst f 7.50 aangeboden; zomergerst f 7.50 verlaten; goede Walchersche witte boonen 12.50 a f 12.75; dito paardenboo nen 8.25; nieuw winterkoolzaad om het nieuwtje ƒ14.10 betaald. gemiddelde marktprijzen. Yersehe boter 1.08 a 1.12; eieren per 100 stuks f 3. Bergen op Zoom, 11 Juli. Puike witte tarwe 11 50a 12.25, mindere 8.50 a ƒ11.25 roode 9.25 a i 11.50 rogge f 7.25 a 7.60; boekweit 5.60 a f 5.70 per 58 kilo wintergerst 7.50 a f 7.75zomergerst 7.a 7.25haver 9.50 a 10., per 100 kilo; kookerwten f 9.a f 10. paardenboonen 7.50 a 7.75; kanariezaad 7. a 8.50bruine boonen 9.a 13.witte boonen 8.75 a f 12 50duivenboonen 9.50 a 10.—. Suiker onveranderd 26} op 88 gradenmelassea zonder handel; boter per stuk f 0.90, kilo f 0.60eieren per 26 stuks f 0.85. Amsterdam, 10 Juli. 11 Juli. ST AATSLEENINGEN. Sfcderl. Cert. N. W. Seh. 2* pet. 63 63£ dito dito dito. 3 741 75 dito dito dito. 4 98981 België. Certificaten2} Frankrijk. Origin. Inscbr. 3 {Hongarije. Obl. Goudleen. 5 59j 60 Italië. Cert. Adm. Amsterd. 5 Oostenrijk. Obl. Mei-Nov. 5 551 55} dito Febr.-Aug. 5 55 54} dito Jan.-Juli.5 57} 57^ dito April-Oct. 5 57} 56} dito dito Goud. 4 65 Polen. Obl. Schatkist 1844. 4 76} 76} Portug. Obl. Btl. 1853/1869. 3 50} 50} dito dito 1876. 6 96} 96} Rusland. Obl. Hope C. 1798/1815 5 95} 95} Cert. Inschr. 5e Serie 1854 5 64 63} dito dito 6" 1855 5 78 77} Obügatiën 1862 5 82} dito 1864 1000 5 901 89} dito 1864 1005 87} 87} dito 1877 dito5 86} 86^ dito 1872 gecons. dito. 5 84} 84Ar dito 1873 gecons. dito5 8585} dito 1850 1' Leening dito. 4} 84} dito 1860 2' Leening dito. 4} 81} 82} dito 1875 gecons. dito. 4} 76} 76} Cert. Hope C" 1840. 4 dito 2e, 3', 4e Leen. 1842/44. 4 62} Obligatie-Leening 1867/69. 4 74 73} dito dito 1859 3 62} Cert. van Bank-Assign 6 42} 43 Spanje. Obi. Buit. 1867/75. 1 14} 14^ dito dito 1876 2 32} 32} dito Binneni. Es. 5000-10000 1 12} 12} dito dito 1876 2 27} 27} Turkije. Obl. Alg.Sch. 1865 5 13} 13}} dito dito 1869 6 16} 19 Egypte. Obl. Leening 1876 6 5o 53 dito dito 1876 5 71 72} Vereen. Staten. Obl. 1876 4} 102 101} dito dito 1871 5 103} 104 dito dito 1861 6 10o 105 Brazilië. Obl. Londen 1865 5 9l} 92} dito Leening 1875 5 90}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 3