INK 155. 12Ie Jaargang. 1878. Donderdag 4 J uli. are Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiens 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagenten Voor bet Buitenland: de Compagnie générale de publicité étrapgère G, L. Daube en Cie. te Parijs en Frankfort, directeuren Elsbach en Jones. Gemeente-belastingen. Middelburg, 3 Juli. FEXTILLBTOISr'. de Schrijfster van „Jennie" enz. Benoemingen en besluiten. Marine en leger, Ku nstnieuws. Land bo uw. 1 COURANT. Kohier voor de plaatselijke directe be lasting op de honden over 1878. De burgemeester en wethouders van Middelbiirg, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat het primitief kohier voor de plaatselijke directe be lasting op de honden voor het jaar 1878, door gedeputeerde staten van Zeeland is goedgekeurd en ter invordering aan den gemeente-ontvanger uitgereikt. Middelburg, den 1 Juli 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCSOEEE. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Daar de kamer-dis cussiën over bet schoolwets- ontwerp in geen enkel opzicht iets nieuws ople veren, onthouden wij ons voorloopig van beschou wingen daarover, in de hoop van later, na afloop van het debat, zoo iemand van het thans levend geslacht dat beleeft, kracht, tijd en opgewekt heid te vinden om den „korten zin" dezer inder daad zeer „lange rede" voor onze lezers op te vissehen. Voor het oogenblik komt het telegra fisch bericht der genomen beslissingen ons vol doende voor. Tot toelichting alleen van ons kamer-telegram diene dat de kamer gisteren over het schooltoe zicht slechts voorloopig eenigen tijd gepraat heeft, dewijl in art. 8 het woord „arrondissements schoolopziener" voorkomt. Later, hij den titel „toezicht", zal men eerst voorgoed met het rede neeren over dit onderwerp aanvangen. Daar deze titel bij-art. 67 aanvangt, kan men, als de kamer, evenals gisteren, opiederenzittingdag slechts éen artikel afhandelde, berekenen dat, bij aanhoudend doorwerken, zonder reces of ander oponthoud, deze duplicaat-discussie den 23 Sep tember a. zou gehouden worden. Zondags toch zit de kamer niet, en het voorstel om ook op Zaterdag te werken heeft zij gisteren verworpen. Overigens werd gisteren het kweekelingenstelsei, zooals dit door den minister in art. 8 voorgesteld was, aangenomen. Als onderwijskracht verdwijnen dus de kweekelingen uit de school. Alleen nam de kamer een amendement van den heer Verheijen aan, dat door den minister niet zeer sterk bestreden werd, om den leeftijd, waarop kweekelingen voor hun oefening in de school zullen mogen komen, 6 DOOR HOOFDSTUK IV. HOE HAMBUBG DE LIEFDE BESCHOUWT. „Misschien. Maar er is een keerzijde aan de medaille, gelijk gij merken zult zoodra gij de beschaafdsten onder onze heeren leert kennen. Voor hen zijn de vrouwen niets dan huissloven, die aan niets anders denken dan koken en schoon maken. Gij schijnt half geneigd uwe schoone landgenooten een slechten naam te geven, mijnheer Carlton en toch als men haar mag beoordeelen naar zulk een bevallig exemplaar als onze miss Gray „Zoudt gij de Engelsche meisjes over het alge meen, naar haar willen beoordeelen O, mijnheer Steinmann dan zoudt gij tot een zeer verkeerde slotsom komen!" „Is zij dan zulk een schitterende uitzondering vroeg de senator op zijne gewone manier lachende. Carlton wachtte even en er kwam een zachter blik in zijne oogen, in plaats van op hun 17e, op hun 15e jaar te stellen. De aanneming van dit voorstel beschouwen wij als eene achteruitgang in de wet. Bij het uitbrengen van het rapport in de af- deeling wis- en natuurkunde der koninklijke academie van wetenschappen, over de ingekomen verhandeling van dr. F. Seelheim, omtrent verrichte putboringen in Zeeland, zette de heer Harting voorop dat de verhandeling van den heer Seel heim zeer belangrijk was en alleszins de aandacht van de academie verdiende, doch dat het hem had verwonderd, dat de heer Seelheim uitsluitend het resultaat van zijn eigen onderzoekingen had medegedeeld, zonder ze met die van anderen te vergelijken, of daarvan profijt voor zijn onder zoekingen te trekken. De heer van Diesen sprak ook in dezen geest. Hij deelde daarbij mede dat nog niet zeer lang geleden vier boringen nabij Bruinisse waren gedaan, en dat ook hij gaarne zou zien, dat het opstel van den heer Seelheim onder de werken der academie werd opgenomen, alsook met het resultaat dezer boringen tot nut der wetenschap gewoekerd werd. De heer von Baumhauer had geen andere bedenkingen dan door de twee andere leden der commissie waren gemaakt. Eenstemmig was de academie van oordeel, dat de heer Seelheim gaarne van de gegeven wenken zou gebruik maken, waarom de vergadering be sloot het opstel, aangevuld zijnde, onder de wer ken der academie op te nemen. Gisteren avond zijn met het stoomschip Prinses Elisabeth, van Vlissingen naar Engeland vertrok ken de kinderen, van den groothertog van Hessen, bestaande uit vijf jeugdige prinsessen en een zeer jonge prins, komende van Darmstadt. De vorste lijke reizigers werden begeleid door den majoor von Herff, benevens door twee dames en twee bedienden. Naar men ons mededeelt zullen de groothertog en de groothertogin van Hessen zich Donderdag a. insgelijks over Vlissingen naar Londen begeven. De heer C. H. Elout, burgemeester van Dom burg, verzoekt ons mede te willen deelendat hij, wegens „onbeleefde bejegening van een der wet houders zijner gemeente, zich genoodzaakt heeft gezien, aan zijne majesteit den koning eervol ont slag als burgemeester dier gemeente aan te vragen". Den 2en dezer is tot lid van den raad te Aag- tekerke gekozen Jozias Hugense, met 17 van de 27 geldige stemmen. „Ik vind Pearl Gray de beminnelijkste en vol- maakste van alle vrouwen." „Maar gij hebt haar nog zoo weinig gezien." „Genoeg denk ik, om tot een goede gevolg trekking te komen. Ik ben niet gewoon haastig te oordeelen." „Maar daar gij zeer jong zijt, moet gij bedenken dat gij bijzonder vatbaar zijt voor indrukken.' „Toch oud genoeg om mijne indrukken in deze te vertrouwen en er naar te handelen." „Is dat u wezenlijk ernst, mijnheer Carlton?" „Bepaald. Vaarwel mijnheer Steinmann!'. „Gaat ge al zoo spoedig heen?" „Ik ben vandaag nog niet in de Göuse gasse geweest om naar de kleine Dora te hooren en het is reeds laat. „In dat geval zal ik u niet weerhouden, zal dit een beslissend bezoek zijn?" „Ja. Ik moet mijn noodlot kennen, eer ik naar Engeland terugkeer. Gij zijt een goed vriend voor haar en mij geweest, mijnheer Steinmann, mag ik straks terugkomen om u te vertellen hoe het mij gegaan is?" „Stellig. God zij met uIk denk niet dat gij veel te vreezen hebt. HOOFDSTUK V. HOE HET HEM GING. Miss Gray woonde tijdelijk in de Göuze gasse gelijkvloers. Zij was bij haar besluit gebleven De Staats-courant van heden bevat het verslag van de werkzaamheden van het koninklijk Neder lands;!: meteorologisch instituut en van de daar toe behoorende afdeeling zeevaart, verricht van 1 Juni 1877 tot 31 Mei 1878daaraan ontleenen wij o. a., dat in het afgeloopen jaar 86 journalen, bevattende 107 reizen, inkwamen; dat de commis sie te Amsterdam ijverig werkzaam bleef, en ook te Middelburg de meteorologische commissie her leefde. De heer Timmers, te Sittard, heeft een adres aan de tweede kamer ingediend, waarbij hij te kennen geeft, dat zijne vrouw buiten zijn weten en toedoen, toen haar het request tegen de onder wijswet, namens den deken, werd aangeboden, zijn naam daarop heeft geplaatst. Dat hij echter, wel verre van met den inhoud van dat petitionnement in te stemmen, zijn volle adhaesie schenkt aan de thans aanhangige wet op het onderwijs, weshalve hij protesteert tegen deze op het petitionnement voorkomende handteekening. belastingen. Pensioen verleend, tengevolge van lichaamsgebreken, ten bedrage van f 3000 aan J. Plugge, ontvanger der invoerrechten en accijn- sen en van den waarborg op de gouden en zil veren werken. koloniën. Aan den Oost-Indischen hoofdambte naar J. E. van den Bor, laatstelijk resident der Lampongsche districten, thans met verlof hier te lande, is, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit 's lands dienst, met behoud van recht op pensioen. Het eskader, bestaande uit de oorlogschepen Van Galen, Zilveren Kruis en Leeuwardenonder hevel van den kapitein ter zee W. K. van Gen nep, wordt tegen 10 dezer te Nieuwediep uit West-Indië terugverwacht. Naar wij vernemen zullen deze oorlogsbodems te Willemsoord de noodige herstellingen onder gaan, om daarna, tot aflossing van matrozen en mariniers, een reis naar Oost-Indië te ondernemen, langs de Kaap de Goede Hoop. Zijn wij wel ingelicht, dan wordt de kapitein ter zee W. K. van Gennep als divisie-commandant vervangen door den kapitein ter zee H. P. Van Boneval Faure. Vad.) Het Amerikaansche muziekkorps, onder leiding om de behagelijke woning „aan de Alster" te verlaten en hare plaats als verpleegster der arme kleine Dora in te nemen. Na de beraadslaging met haar echtgenoot had mevrouw Steinmann nog een gesprek met miss Gray gehad, waarin de oudere dame veel meer vriendelijkheid en in schikkelijkheid getoond had, dan de jongere ver wachtte. Zij verzocht haar zelfs in elk geval nog een tijdlang te blijven. Maar Pearl beschouwde zich als gebonden aan het ongelukkige hulpelooze vreemde kindje, dat met hare schrandere oogen en smeekende stem een beroep op haar medelijden had gedaan en daarom werd dit aanbod dank baar, doch vastberaden afgewezen. Daarop schonk mijnheer Steinmann miss Gray een somgelds„om de eerste kosten te bestrijden en alles zoo gerie felijk mogelijk in te richten voor de kleine patient." En dit werd op zulk een vaderlijken toon gezegd en gedaan, dat Pearl, met echt vrouwelijken tact, begreep dat haar trots haar eerder moest nopen zulk een vrijwillige goedheid aan te nemen dan te verwerpen. De kleine Dora herstelde, maar zeer langzaam. Het was alsof een harde wind haar weg zou voeren naar een zachter wereld. Zij verliet zich in alles op Paerl en stond alle pijn dapper door, als Pearl maar bij haar was om te troosten en te steunen. Die lieve PearlHet was haar nooit moeilijk geval len zacht te spreken, zich zonder gedruisch te bewe gen, zich aan anderen te wijden; hoe gemakkelijk viel het haar dus in dit geval tegenover dat kleine wezentje, dat in alles van haar afhankelijk was. van den heer Gilmore, heeft, naar een corres pondent van het Utr. Dbl. schrijft, Donderdag zijn intocht in den Haag gedaan, voorafgegaan door de muziek der huzaren, gevolgd door een lange rij van rijtuigen en goederenwagens en met de Amerikaansche vlag voorop. Wat de uitvoering betreft zegt hij: „De leden van het muziekkorps spelen met een moeilijk te evenaren entrain en ensemble en zoo tusschenbeide de forti, in een zaal althans, wat fortissimo in de ooren klinken, in de zachtere passages toonen de artisten geheel meester te zijn op hun instrumenten; de heer Gilmore zwaait met vaste hand den staf, en weet zijn korps te bezielen, tot kalmte te brengen, aan te voeren en te leiden. Sommige tempi worden wel eens genomen met een snelheid en gejaagdheid, die doet denken aan een wedstrijd van Ameri kaansche steamers op de Iludsonrivier-. De toon der koperen instrumenten is zeer te roemen, even als de stemmen. Verschillende leden van het korps deden zich ook als goede solisten kennen. Mej. Norton is eene aangename verschijning, met een lief stemgeluidin hare houding eenigszins stijf. In het eerste deel droeg zij voor The star spangled banner, waarna zij, na tot tweemaal te zijn teruggeroepen, het békende Home, sweet home deed hboren". Na zijn leedwezen uitgesproken te hebben dat er geen gelegenheid was om het korps in de open lucht te hooren, besluit hij aldus „Hier in den Haag is het anders Dunkier en nog eens Dunkier, en dat is net als perdrix toujours perdrix; men behoeft geen vervelend criticaster te zijn om te beweren, dat de kapel niet zoo is als in de jaren toen Hösel nog leefde en ook Völlmar zelf medewerkte; daarbij al die arrangementen door éen persoon krijgen in den regel een zeker fabriekmerk". Aau de Zeeuwsche boerinnen. {Door onzen Schouwen-Duivelandschen medewerker.) Hetzij gij zat onder eene koe, hetzij gij stondt aan de karn, of gezeten waart aan de botertobbe, vaak heeft mijn oog met welgevallen op u ge rust, en met het grootste pleizier ben ik inet sommigen uwer ter kelder neêrgedaald, om een roomton te helpen verzetten of een glaasje versehe melk te gebruiken. Weet dus dat ik u, als ko ninginnen der Zeeuwsche melkerij, om deze en vele andere dingen hoogacht, en daarom voor u ga omschrijven, wat een boer en eene boerin, uit mijne omstreken, door de Zierikzeesche afdeeling der Zeeuwsche maatschappij van landbouw afge- Toen Hubert Carlton de klink oplichtte van de straatdeur en kalm doorliep naar de zitkamer van miss Gray, zag hij haar geknield liggen naast het bedje waarop Dora zachtjes insluimerde. De zon was nu geheel verdwenen, maar haar laatste schijnsel verlichtte zelfs dit kleine straatje met een gouden glans, en iets van dien glans drong door in het kleine kamertje waar Carlton op den drempel bleef staan om de bewoonster gade te slaan. Pearl had gelezen, maar bet boek was aan haar hand ontvallen en zij zelve was op den grond gezonken, en liet haar hoofd op den arm der kleine Dora rusten. Hare oogen waren ge vestigd op den rooskleurigen streep boven de huizen aan den overkant en hare gedachten waren ver van hier. Het was alsof ook zij ingeslapen was, zoo weinig lette zij op den nieuw aange komene. Hij stond naar haar te kijken en merkte de golving in haar glanzig haar op, de zachte lijn van haar voorhoofd, den lieven mond en de flinke kleine kin die zulk een besliste uitdrukking aan haar gelaat gaf. Hij zag die heldere kalme oogen, vol hoop en vertrouwen omhoog ziende; hij kende den liefelijken blos waarmede zij zich zou omkeeren en bem begroeten als hij goedvond te spreken, maar voordat hij zijne lippen opende, werd Pearl zijne tegenwoordigheid gewaar en wendde zich met een glimlach tot hem, doch zonder eenige verbazing hem hier te zien. Hij had baar zoo levendig voor den geest gestaan}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1