N°. 143.
121e Jaargang.
1878.
Donderdag
20 Juni.
DE BRÜIDSSCBOTEL.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/in. franco 3,50.
Afzonderlijke nonuners zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentien; 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitb C°. te Brussel en Parijs.
ERIOHT.
Zij die zich vóór 1 Juli a. op deze
courant abonneeren, ontvangen de nog
in dit kwartaal verschijnende nommers
gratis.
Middelburg, 19 Juni,
dook
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kunst nieuws.
Een landelijk zangersfeest,
t
MIDDELBURGSC
COl)
Naar wij vernemen is van het onlangs mede
gedeelde gerucht, als zou de stoomvaartmaat
schappij Zeeland voornemens zijn, na de voltooiing
van den spoorweg AmsterdamIJmuiden, een
stoombootdienst van Amsterdam op Queenbo-
rough te openen, bij de directie dier maatschappij
niets bekend.
In den nacht van Donderdag op Vrijdag den
28 Juni a. zal er een extra trein loopen voor het
vervoer van bijen. De trein vertrekt om 3 uren
uit Vlissingen (stad) en zal te 7.27 uren te
Roosendaal aankomen.
Naar wij vernemen zal, te beginnen met
Maandag 24 Juni a., de trein die om 10.34 uit
Goes vertrekt, ook te 's Heerarendskerke en Ar-
nemuiden stoppen.
De regeling is aldus: vertrek van Goes 10.34;
van 's Heerarendskerke 10.42; van Arnemuiden
10.59; van Middelburg 11.10; aankomst te Vlis
singen 11.19.
Het programma der uitvoering van het muziek
korps der schutterij op het Molenwater alhier, op
Vrijdag a., luidt als volgt:
No 1 Marsch, Schubertno 2 Wals, van den
Boogaerde; no 3 Festival Ouverture, Leutner;
no 4 Lied „die Kapelle," Kreutzer; no 5 fant.
uit de opera „la dame blanche" van Boieldieu,
A. de Jong; no 6 Bolero, Hum biet; no 7 potp.
„la fille de mad. Angot," Lecocq.
Aan de uitgave van een „Zeeuwsche Spoorweg-
gids voor Nederland, met correspondentiën naar
Duitschland, België, Frankrijk en Zwitserland,"
van de heeren J. C. en W. Altorffer alhier, geven
wij gaarne een woord ter aanbeveling. Vooral
de opgave der prijzen van de plaats- en retour-
kaarten, met vermelding van den duur van het
retour, zal men moeilijk ëlders vinden.
FBUILLHTON.
•Maar Faello kreeg geen beroerte, ofschoon hij
iederen dag in de grootste zomerhitte door het
stof naar de stad liep en leefde van een korst
brood, wat uien en een glas slechte mezzo-vino.
En dien kon hij nog nauwelijks betalen, want de
wijnoogst was den vorigen herfst slecht geweest,
en de beste wijn kostte een frank de flesch, het
geen wil zeggen dat hij alleen voor de rijken te
krijgen was. Het was zonderling, maar nadat
die koopman in drift was weggeloopen kwamen
verscheiden andere menschen vragen om den
bruidsschotel te mogen zien en boden er ver
schillende sommen voor. Het kwam nooit in
Faello op, dat die koopman hen zond, maar hij
voelde zich telkens in groote verzoeking. Die
gehuurde ezel was maar een ongelukkig beest en
de huur kostte hem bijna al zijn winst, doch
hij gaf hen allen hetzelfde antwoord, en als
hij nederknielde en zijne gebeden opzeide bij
het nederige graf zijner grootmdeder, op het
kleine kerkhof op den heuvel, kon hij met een
jjuiver geweten KeggennNonna mia} sia contenta"
Het ongewoon koninklijk besluit tot intrekking
van het aan twee ambtenaren van het ministerie
van binnenland^che zaken verleend eervol ontslag,
heeft dezer dagen ongetwijfeld veler aandacht
getrokken. Het Haagsche Dagblad geeft daarvan
de volgende uitlegging, waarvoor wij de verant
woordelijkheid natuurlijk aan dat blad laten.
„Zooals men weet was de door weinigen goed
gekeurde opheffing van de afdeeling „Statistiek"
bij het departement nog gecompliceerd met het
verleenen van eervol ontslag aan twee, ieder op
zijn terrein verdienstelijke ambtenaren, nog in de
volle kracht des levens. Deze handeling had
ieder verbaasd, omdat men onderstelde dat veel
van 't door hen verricht werk, al was de zelfstan
dige afdeeling ook opgeheven, later toch niet
ongedaan zou kunnen gelaten wordenof, indien
men zich hierin ook al mocht vergissen, voor die
twee bruikbare ambtenaren toch wel een andere
werkkring ware te vinden geweest. Welnu, de
minister van binnenlandsche zaken, aanvankelijk
denkelijk slecht voorgelicht, schijnt ook tot deze
overtuiging te zijn gekomen, en heeft er niet
voor teruggedeinsd, den koning voor te stellen,
op het ontslag van die twee ambtenaren terug
te komen.
„Wij vermelden dit feit met ingenomenheid,
het ter navolging aanbevelende."
De Staats-courant bevat de wet van 5 dezer
(Stbl. no 92) tot vaststelling van uitgaven wegens'
verstrekkingen door het departement van marine,
dienst 1878, alsmede de wet van den 6 dezer,
houdende vaststelling van de begrooting der uit
gaven voor het fonds tot het geven van voor
schotten aan planters voor de kosten van aan
voer van vrije arbeiders in de kolonie Suriname
over het jaar 1878.
Welke zonderlinge redeneeringen de Standaard
aan hare „geloovige" lezers te slikken meent te
kunnen geven, doet de Haagsche correspondent
der Zutfensche courant o. a. uitkomen. Hij
schrijft
„De Standaard houdt er al een bijzonder vreemde
logica op na. Voor eenige dagen gaf zij een
artikel ten beste om te betoogen, dat van het
rechtsgevoel der staten-generaal niets meer te
hopen was. Thans zet zij de redenen uiteen,
waarom zij van den koning nog wel iets verwacht.
Zie eens hoe prachtig dat blad zich weet uit te
drukken
„„God regeert en ook het hart van onzen koning
is in de hand van dien God als een waterbeek."
„„Éen kleine beweging van Zijn Goddelijke Mo
gendheid ga slechts naar dat koninklijk hart uit,
en in dat hart zal een zoo krachtig rechtsbesef
De pottebakkersdochter placht ook naar het
kerkhof te gaan omdat haar moeder er begraven
lag.
Eens of tweemaal zag Faello haar en nam zijn
hoed voor haar af, daar zij tot de familie van
zijn patroon behoorde; maar hij durfde haar
niet aanzien en toen hij het eens deed klopte
zijn hart zoo hevig, dat hij bijna geen adem kon
halen. Iets later waagde hij het in haar afwezig
heid eenige blauwe bloempjes op het graf harer
moeder neer te leggen, en was benieuwd of zij
zou begrijpen wie dat gedaan had maar hoe
kon zij dat weten Die blauwe bloempjes
konden niet spreken.
Zij sprak nooit tegen hemalleen tegen Pastore
die sedert den dag waarop zjj hem gestreeld had,
altijd naar haar toeliep als hij haar zag.
„Dea is een lief meisje en zij zal een mooi
stuivertje mede krijgen als zij trouwt", hoorde
Faello de buren op zekeren avond zeggen, toen
het werk was afgeloopen, de sterren aan den
hemel stonden en de sterretjes op aarde, de
vuurvliegjes, heuvel en dal verlichtten en zich in
het koren verdrongen.
„O ja, het is een mooi meisje", zei een ander „zij
noemen Fista daarginds, als de man die voor haar
bestemd isGianBattista was een jonge fabriekant,
knap en welgesteld, die fraaie, vurige paarden bereed
en 's winters fluweel en 's Zomers witte katoenen
kleeren droeg; hij woonde in een ouden grijzen
toren, op een naburigen heuvel en was de dandy
en de held van de buurt,
opwaken, dat het den koning, al ging ook alle
magistrale macht tegen hem staan, onmogelijk
zal wezen zijn hand te leenen tot nog erger
rechtskrenking dan ons tot dusver reeds is aan
gedaan."
„Men zou kunnen vragen of het feit, dat Z. M.
de koning de voordracht heeft onderteekend en
ministers heeft genomen, die er rond voor uit
kwamen een voordracht in dien geest te willen
indienen, niet het beste bewijs is, dat God goed
vindt wat de antirevolutionairen afkeuren en of
onder die omstandigheden een volkspetitionnement,
als thans op touw gezet wordt, wel in overeen
stemming is met de Christelijk-historische leer.
„Maar dit lijdt in elk geval geen twijfel, dat
het zeer inconsequent is te beweren, dat uit de
smeltkroes der staten-generaal onmogelijk een
rechtvaardige wet kan voortkomen, maar daaren
tegen door een werking Gods, 's konings hart
wel ten goede geneigd zou kunnen worden.
Waarom zou „een kleine beweging van Zijne
Goddelijke Mogendheid naar het koninklijk hart"
w e 1 en naar de harten der volksvertegenwoordi
gers niet mogelijk zijn
Aan het Nieuws van den Dag wordt gemeld
dat in eene eergisteren avond gehouden vergade
ring der kiezersvereeniging „Eendracht maakt
macht"te Yeendamde 2 volgende moties
vanwege de kiezersvereeniging „de Grondwet" in
behandeld geweest zijn:
1° De fiere, vrije mannen van het Noorden
hebben goed en bloed veil voor de gewapende
verdediging van ons Nederland en verlangen dure
ministers voor marine en oorlog. De uitslag
was 18 stemmen tegen, 1 voor en 3 buiten
stemming.
2° De fiere, vrije mannen enz. verlangen goed-
koope ministers van oorlog en marine en verde
diging van stoffelijke en zedelijke volkswelvaart.
De stemming gaf aan19 voor, 1 tegen en 2
buiten stemming. Van de andere onderafdeelingen
ziet men eerstdaags den uitslag van die moties
te gemoet. Voorts zijn benoemd tot afgevaar
digden naar de hoofdvergadering de heeren A.
Winkler Prins, H. J. Jordens en F. R. van Till.
Tot zoo ver het bericht in het Nieuws van
den Dag.
Naar de bewoordingen dezer motiën te oordee-
len, schijnen de „fiere vrije mannen van het
Noorden" zich thans met een grapje van de zaak
af te willen maken.
rechterlijke macht. Benoemd tot rechter -
plaatsvervanger in de rechtbank te Rotterdam,
Faello kreeg een gevoel, alsof het licht der
sterren en der vuurvliegjes verdween en de ge-
heele aarde grauw en donker werd. Maar wat
ging het hem eigenlijk aan? Of Dea aan Gian
Battista behoorde of niet, de zijne kon ze toch
nimmer worden. Dea met hare zachte oogen als
vergeet-mij-nietjes, hare lange blonde vlechten,
den paarlsnoer om haar hals en haar bruidschat
van ruim vijf duizend franken, om niet van het
linnengoed te spreken!
Het zou altijd zijn lot blijven haar voorbij te
zien gaan dat alleen en meer niet.
Hij moest den wolf van zijn deur houden en
den soepketel gevuld voor die vijf hongerige
.magen. Haar vader lette zelfs nooit op hem, be
halve om hem een ruw bevel te geven, of hem
Zaterdag 's avonds te betalen Faello was een
der karrevoerders anders niet. Ser Baldassare
woonde in een huis met groene zonneblinden en
droeg een goud horlogie en was op en top een
groot man, wat ten minste te Imprimeta voor
grootheid doorging. De menschen zeiden dat hij
wel een dozijn van zijne eigen groote roode
potten met Fransche banknoten kon vullen zonder
arm te worden; maar dat was misschien over
dreven.
Hoe het zij, hij was een zeer groot man in de
oogen van Faello, die nederig de groote, dik
buikige kruiken en aarden potten, zoo groot als
Engelsche biervaten, waarmede zulk een groot
fortuin verworven werd voor Dea en hare drie
broeders, voor hem naar de stad bracht.
mr. W. H. 's Jacob, te Rotterdam, en tot kan-
tonrechter-plaatsvervanger te Helmond, dr. J.L. A.
Steyns, directeur der hoogere burgerschool aldaar.
schoolopzieners. Benoemd tot schoolopziener
in het le schooldistrict der provincie Groningen
de heer G. van Milligen.
landsgebouwen. Benoemd tot hoofdopzichter
bij de landsgebouwen G. D. Wijndels de Jongh,
te Amsterdamen D. Fokkenste Zwolle, thans
opzichters bij de landsgebouwen.
kadaster. Na afgelegd vergelijkend examen
zijn benoemd tot aspirant-landmeters bij het ka
daster de heerenM. de Vos, te Zierikzee, J. G. A.
Boon, te Leiden, W. Holthuizen, te Dordrecht,
A. J. Welling, te Amersfoort, F. A. Bonté, te
Utrecht, S. J. Posthumate Harlingen, E. Tobi,
te Deventer, J. Groeneveld, te Groningen, L. Roc-
quette Muntinghe, te GroningenE. R. de Vries,
te Usquert, provincie Groningen, W. J. Verhoe
ven, te 's GravenhageJ. M. H. Pollen, te Roer
mond, V. A. Prins, te Arnhem, J.. G. ten Bokkel,
te Geesteren bij Borculo D. Balfort, te Utrecht
H. van Gorkum, te Zwolle, P. Wagemaker, te
Rotterdam, V. J. Hondius, te Wageningen, J.M.
de Waard, te Dordrecht, W. J. de Haan, te Breda,
D. E. Henrard, te Maastricht. (Eerstgenoemde
reeds onder tel. ber. gemeld.)
Tot directeur der Ambachtsschool te Utrecht
is benoemd de heer E. Jelsma, leeraar in het
bouwkundig teekenen aan de Ambachtsschool te
Arnhem.
Bij kon. besluiten van 17 dezer no 13 en
16 is weder aan 29 dames en 2 heeren, in het
buitenland geboren, mits zij overigens aan de
daartoe bij de wet gevorderde vereischten vol
doen, vergunning verleend tot het geven van
lager onderwijs hier te lande.
Tusschen het hoog geboomte dat de hoeve „de
Oranjezon" omgeeft, wierp de zon gisteren haar
stralen op een landelijk, echt Zeeuwsch tafereel.
Uit een zestal gemeenten in het Noordelijk en
Oostelijk deel van Walcheren waren een aantal
dorpelingen, leden of begunstigers van zangver-
eenigingen, bijeengekomen om gezamenlijk de
eerste slgemeene vergadering van den zangersbond
„Walcheren" te helpen houden. Eenige honderden
frissche, meest door de zon gebruinde gezichten,
kloeke mans- en vrouwenfiguren, bewogen zich
Het was een heerlijke zomertijd, warm natuurlijk,
maar door zware regenbuien des nachts opge-
frischt. De oogst was in alles overvloedig de
tarwe, de haver en de gerst; het hooi was ver
scheiden malen gemaaid en wijnstok en olijf boomen
beloofden veel voor de toekomst. Maar de over
vloed die hem omringde, kwam bij Faello niet
over den drempel.
Sedert Giudetta gestorven was scheen er geen
einde te komen aan de rampen van dat arme
kleine gezin.
Candida, de oudste, bezweek bijna aan keel
ziekte, en, toen zij eindelijk herstelde, was zij te
zwak om iets te doen en zei dat zij, als zij haar
halsketen nog maar had gehad, die in de put lag,
die ziekte nooit gekregen zou hebbenzij had
geen zeer logisch verstand en was een beetje
gesteld op opschik, maar zij was mooi en vijftien
jaar oud. Het varken was zoo lang ziek geweest,
dat het ten laatste maar besloten had dood te
gaanvijf kippen werden 's morgens vroeg uit
het hok gestolen, voordat Faello en Pastore nog
een mijl van huis waren; de kleine Toinetta
brak haar enkel bij het klimmen in een kersen
boom en de drie middelsten, waarop nu die ge-
heele last van ziekenverpleging en werk neer
kwam, hielden het huis slecht in orde, en vonden
de wasch, het schrobben van de vloeren en
allerlei dagelijksch werk veel te zwaar. Als
Faello bij zonsondergang thuis kwam moest hij
aan het vegen gaan, den grond omspitten en
zelfs zijn eigen goed gaap wgsschen, op de plaats
L