N°; 142,
121* Jaargang.
1878.
Woensdag
19 Juni.
DE BRUIDSSCHOTEL.
Dit blad verschijnt dagelijks,'
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/'m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentien! 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20,
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
JAARHARKT.
Middelburg, 18 Juni,
ifetxilxjB Torsr.
door
OTJIDA,
Benoemingen en besluiten,
0 n d e r w ij s.
'TÉ
HIDDELBIRGSCHE COURANT.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
maken bekend:
dat de jaarmarkt in die gemeente, zoo geen
buitengewone omstandigheden zulks verhinderen,
dit jaar zal aanvangen den 22 Juli en eindigen
den 3 Augustus daaraanvolgende, terwijl de loting
van standplaatsen zal geschieden Maandag den
15 Juli te voren, des voormiddags te 10 uren,
waartoe de belanghebbenden zich vóór dien tijd
bij den marktmeester zullen moéten aanmelden.
Aan straatmuzikanten zal eerst Maandag den
29 Juli vergunning gegeven worden tot uitoefening
van hun bedrijf.
Middelburg, den lOden Mei 1878.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHORER.
De secretaris,
Gr. N. DE STOPPELAAR.
De Staats-courant van heden bevat de wetten
van den 4en dezer, Stbl. no. 85, tot vaststelling van
nadere wettelijke bepalingen betreffende den ijk
en het gebruik van weegwerktuigen; van den
5en dezer, Stbl. no. 88, tot onteigening van een
perceel ten behoeve van de verbreeding van de
Lange Pooten te 's Gravenhagevan den 5en
dezer, Stbl. no. 90, tot vernieuwing der bestaande
hypothecaire inschrijvingen; en van den5en dezer
Stbl. no. 91, tot verhooging èn wijziging van het
Vie hoofdstuk der staats-begrooting voor het
dienstjaar 1878.
Gisteren werd door de ingezetenen van Oost
en West-Souburg het feest gevierd van de 25jarige
ambtsbekleeding van hunnen burgemeester, jhr. J. H.
Paspoort van Grijpskerke. Reeds vroeg wapperde
uit alle huizen de nationale driekleur, en tot laat
in den avond gaven de ingezetenen big ken van
groote ingenomenheid met het feest.
De gemeenteraad bood den jubilaris een geschenk
aan, dat hem met eene toespraak van den wet
houder de Witte werd overhandigd in het gemeente
huis, waarna de jubilaris den gemeenteraad ten
zijnen huize ontving.
De burgemeester heeft bij zijn feest de armen
niet vergeten.
Den heer D. Windhorst, burgemeester der
gemeente Rilland-Bath, is door de ingezetenen
dier gemeente een prachtig schrijfbureau ten ge
schenke gegeven, als blijk van waardeering bij
gelegenheid van zijne 25jarige ambtsvervulling.
's Morgens stond hij op en spande de ezels in.
De armen hebben geen tijd om zich de weelde
te gunnen van bedroefd te zijn. Faello voelde
zich verlaten zonder die goede, oude, vrome ziel.
Het weinige wat er was, erfde hij met zijn zusters.
De hut hadden zij in huur; maar wat er in was,
de kar, en de muilezels was hun eigendom. Can
dida en Yina, de twee oudste meisjes, waren oud
genoeg om de huishouding gaande te houden,
maar voor Faello scheen niets meer hetzelfde.
Dat open, bruine, welbekende gelaat, gerimpeld
als een winterappel, had hij van zijn geboorte af
voor zich gezien. Hij miste het zoozeer dat hij
dikwijls tegen het avondeten in den stal ging om
uit te weenen, en zijn arm om den nek van Pastore
sloeg. Pastore begreep hem beter dan zijne
zusters. Het waren goede kinderen en zij waren
oprecht bedroefd, maar eigenlijk toch ook half
blij alleen de baas te zijn en zelve het huishpuden
te bestieren; niemand te hebben die haar beknorde
als zij lang bij de bron bleven staan of haar
.vlechtwerk slecht deden, en Candida deed de ko-
In de heden namiddag gehouden zitting van
den gemeenteraad van Vlissingen heeft de heer
A. C. Ruighart, na de gevorderde eeden afgelegd
te hebben, als nieuw lid zitting genomen.
Tot lid der commissie voor de strafverordeningen
is benoemd de heer Wibaut, tot lid der commissie
voor het belastingstelsel de heer Ruighart.
De heer G. B. Einwachter Bilheimer is opnieuw
benoemd tot lid der commissie van toezicht over
de scholen voor middelbaar onderwijs.
In ons volgend nommer geven wij het gewone
verslag.
Te 's Heer Arendskerke is door belanghebben
den in het gemeentehuis ter onderteekening ne-
dergelegd een adres aan den minister van waterstaat
enz., inhoudende het verzoek, op daarbij aange
voerde gronden, om den spoortrein loopendenaar
Vlissingen, die sedert 15 Mei 11. des morgens
omstreeks elf uren de gemeente passeert, weder
aan het station te doen stoppen, zooals vóór
dien tijd. Ct.)
Drie en dertig waterschaps- en polderbesturen
en dertig gemeentebesturen uit Noord-Brabant
hebben zich tot den minister van waterstaat,
handel en nijverheid gewend met een adres, waarin
gewezen wordt op den ongelukkigen toestand,
waarin 26,000 hectaren gronds in het noord
oostelijk deel van Noord-Brabant verkeeren met
betrekking tot afwatering en dijkwezen. Achter
uitgang in welvaart bij de bevolking is daarvan
het noodlottig gevolg. Daarom is voorziening in
dien toestand dringend noodzakelijk, te meer, daar
door verschillende in aangrenzende streken gedane
werken, de toestand verergerd is.
Adressanten dringen daarbij aan bij de regeering,
dat zij het verbeteringswerk onderneme, waarvoor
bij de verschillende besturen de middelen en
krachten ontbreken. Met te meer vertrouwen
doen zij dit, daar zij overtuigd zijn, dat het geld,
in deze door den staat te besteden, met alleen
indirect, maar ook direct rentegevend zal zijn en
dat het zal blijken, dat langs dien weg destreek
zelve, die door het werk bevoordeeld wordt, het
kapitaal met de renten en meerdere baten bovendien,
aan de schatkist zal terugbetalen.
Men schrijft ons uit Amsterdam, 17 Juni.
Met den handel en de nijverheid is het hier
droevig gesteld. Duizende handen zijn zonder
werk, en 't zal kort duren of honderden worden
zonder brood. Als een bewijs hiervan kan dienen,
dat toen Zaterdag middag te 2 uren de inschrijving
geopend werd om bij de stadsreinigings-dienst
geplaatst te worden, reeds te 12 uren meer dan
200 flinke stevige mannen zich om het lokaal
peren ketting met glazen kralen om, die de mars
kramer haar op de najaarskermis gegeven had,
en die grootmoeder haar verboden had te dra
gen.
Een paar weken en langer merkte Faello er
niets van; maar toen hij het eindelijk zag, ging
hij bedaard naar haar toe, maakte de ketting los
en wierp die in den put.
„Moeten wij ophouden la Noma te gehoorza
men omdat zij dood is?" zei hij. „ZiePastore",
voegde hij er zachter bij „die komt nooit dichter
bij het vuur dan zij hem toestonden als hij nat
is droogt hij zich op het stroo af voordat hij
binnen komt, zooals zij hem geleerd heeft. Moe
ten wij minder aan haar denken dan dat dier?"
Het meisje weende. Pastore kwam uit zijn hoekje
en wreef zijn zachte witte wang tegen de hare
om haar tranen af te drogen.
Pastore had hen allen lief met die eindelooze
verschoonende liefde waartoe honden en enkele
vrouwen in staat zijn. Zij behandelden hem goed;
het gebeurde wel eens dat hij niet genoeg te eten
kreeg, maar dan hadden zij het zelve ook niet.
Zij waren heel lief voor hem en hij was als een
kind in huisals hij zag hoe zijn broeders gesla
gen, geschopt, doodgehongerd en gekneveld wer
den en 's winters nachts in de sneeuw buiten
moesten blijven, vond Pastore met zijn honden
verstand dat zijn thuis een paradijs was.
En zijn jonge meester had hem zeer lief. Wanneer
hij ooit een vrijen dag had gehad in de negen jaar
sedert Pastore bij hem was gekomen, toen was
verdrongen. Dit getal groeide allengs aan en te
2 uren verdrongen zich letterlijk ongeveer 500
personen om zich het eerst op de lijst te doen
inschrijven, aangezien slechts een 100tal benoodigd
was, en men in de meening verkeerde, dat de
eersten de beste kansen hadden. Het ging hierbij
zoo druk en onhebbelijk toe, dat de hulp der
politie moest ingeroepen worden om de orde onder
deze werklievende mannen te bewaren.
Ook voor de betrekking van dienaar van politie,
waarbij, volgens het Woensdag 71. gevallen raads
besluit tot goedkeuring van de voorgestelde
reorganisatie, een 300 mannen kunnen geplaatst
worden, geven zich honderden aanen voor eenige
vacante betrekkingen van inspecteur is het getal
sollicitanten legio, onder welke zelfs officieren van
Z. M. leger. O Tempora o mores De bezoldiging
is voor inspecteur 2e kl. f 1200, le kl. f 1500.
Uit Hamont in België wordt het overlijden
gemeld van een Nederlander, wiens groote be
scheidenheid oorzaak geweest is dat zijne ver
diensten minder op prijs gesteld werden, dan zij
waard waren geweest. Wij bedoelen dr. Mathijsen,
gepensioneerd eerste officier van gezondheid eerste
klasse van het Nederlandsche leger, die behalve
door zijne eervolle loopbaan en door verschillende
belangrijke geneeskundige geschriften, zich vooral
bekend gemaakt heeft door de uitvinding van
het gips-verband, dat bij de behandeling van been
breuken, gewrichtsbescha dingen en verkrommingen
voor den chirurg van onschatbare waarde is.
Ofschoon in Nederland met de orde van den
Nederlandschen leeuw en met de Eikenkroon be
giftigd, was Mathijsen's naam in het buitenland
minder bekend dan die van menig minder ver
dienstelijk, maar meer in 'toog vallende geleerde
of uitvinder. Hij bereikte den ouderdom van
73 jaren.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan
den kap. ter zee jhr. H. O. Wichers, minister van
marine, tot het aannemen der versierselen van
ridder le kl. der orde van St. Stanislaus en van
kommandeur le kl. der orde van St. Olof, hem
respectievelijk door Z. M. den keizer aller Russen
en door Z. M. den koning van Zweden en Noor
wegen geschonken; en aan den luit. ter zee le
kl. W. baron van Hogendorp, adjudant van Z.
K. H. prins Hendrik der Nederlanden, tot het
aannemen en dragen der versierselen van het
officierskruis der Leopolds-orde, en het ridderkruis
le kl. met eikenloof van den Zahringer Leeuwi
hem respectievelijk door Z. M. den koning der
hij een ronde witte wollen bal van drie maanden
oud was Pastore de speelmakker en kameraad
geweest dien hij boven alle anderen verkoos, en
dan had hij met hem over de bergen gedoold,
begroeid met laag eiken- en kastanjehout en
met hooge pijnboomen, die hunne grijze pluimen
ten hemel verheffen. Nu had Faello geen hart
meer voor een vrijen dag; hij voelde den last
des levens op zijne jeugdige schouders. Zoolang
zijn grootmoeder leefde had hij geen zorgen ge
kend; maar nu peinsde hij nacht en dag: „alsik
niet genoeg verdien om de kinderen te onderhou
den zooals zij Want de kleine meisjes waren
met haar vijven en hadden meer en meer noodig
naarmate zij ouder werden en niemand verdient
veel geld met het vervoeren van vazen en potten
en brandhout voor andere menschen. Het geld
gaat in den zak der pottebakkers en der hout-
koopers. Daarenboven had Guidetta de kunst
verstaan om den haan en de kippen gezond te
houdenzij wist hoe een varken vetgemest werd;
en zij kon soep koken van paddestoelen en krui
den uit het bosch; zij wist op allerlei manieren
geld uit te sparen, maar de kleine meisjes dachten
daar niet aan, of ze deden het verkeerd. De
kippen kwijnden of legden niethet varken bleef
mager; de soep kookte over, of kostte te veel
en eens was er een paddestoel in geweest, waar
van zij allen ziek werden; de spinnewebbenkwa
men te '"voorschijn, het stof hoopte zich op, de
schoorsteen ging rooken en de kool werd worm
stekig. De meisjes meenden bet goed, maar zij
Belgen en Z. D. H. den Groot-Hertog van Baden
geschonken.
notarissen. Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Zwolle, standplaats Heemse, ge
meente Ambt-Hardenberg, G. de Meijier, candidaat-
notaris te Rotterdam.
rechterlijke macht. Benoemd tot substituut
officier van justitie bij de arrondissements recht
bank te Rotterdam, mr. D. R. B. baron van Lynden,
thans substituut-griffier bij de arrondissements
rechtbank te Dordrecht.
geneeskundige raden. Benoemd tot plaats
vervangend lid van den geneeskundigen raad voor
Zeeland, dr. J. J. Couvée, leeraar in de scheikunde
aan 's rijks hoogere burgerschool te Middelburg.
(Reeds onder tel. ber. gemeld.)
ministerieële departementen. Ingetrokken
het met 1 Juli e. k. aan de adjunct-commiesen
bij het dep. van binnenl. zaken P. L. de Jongh
van Arkel en H. Wolff verleend eervol ontslag.
De kweekschool voor onderwijzeressen vanwege
het departement Groningen der „Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen" telt bij den aanvang van
den nieuwen cursus 28 kweekelingen, waarvan
17 interne en 11 externe. Van deze kweekelingen
zullen 5 in October het examen als hulponder
wijzeres afleggen. Op de herhalingschool voor
meisjes, mede opgericht door het departement
Groningenis het aantal leerlingen van 69 tot
93 gestegen.
De heer W. O. Swaving, te Haarlem, heeft,
wegens voortdurende ongesteldheid, eervol ont
slag gevraagd als leeraar in de Nederl. taal aan
de hoogere burgerschool met 3j. curcus aldaar.
Benoemd tot hulponderwijzer te Hellevoet-
sluis C. Moens, thans hulponderwijzer te Colijns-
plaat.
De uitslag der voorjaars-examens van 1878
in de verschillende provinciën was als volgt
Yoor hoofdonderwijzer werden geëxamineerd 274
candidaten, van welke 106 slaagden, dat is ruim
38 pet. Yan de 428 geëxamineerden voor hulp
onderwijzer slaagden 260 en van de 231 adspirant-
hulponderwijzeressen bekwamen 137 de gevraagde
akte. Gerekend bij vorige jaren, is dus het aantal
hulponderwijzers nog niet buitengewoon toegeno
men. Voor hoofd- en hulponderwijzers en onder
wijzeressen was de uitslag weder het gunstigst in
Limburg; in 't geheel werden in die provincie ge
ëxamineerd 134, van welke slechts 17 zijn afge
wezen.
waren zeer zorgeloos, en Candida mokte over
haar halsketen die in den put lag.
Het werd Faello zeer droef om het hart.
„Gij moest een vrouw nemen, Faello; die zou
uwe zaken wel in orde houden" zeiden de buren.
Faello bloosde, want zoo iets was nooit in hem
opgekomen; maar hij antwoordde kort af:
„Misschien, als al mijne zusters getrouwd zijn."
De jongste, Toinetta, was zeven jaar oud; de
buren lachten en gaven hem den bijnaam van
den Monnik HFrateMaar Faello lachte niet.
Er was éen meisje juist in die laatste paar
maanden dat naar hem opgezien had als hij
voorbijgingniet terloops, zooals de anderen,
maar open, en toch lief, met heldere blauwe oogen,
die hem deden denken aan de Madonnas in de
koninklijke galerijen in de stad.
Hij had haar nooit gesproken en zou er ook
nooit aan gedacht hebben haar aan te spreken.
Zij was de dochter van een der meesters-potten-
bakkers, wier groote roode kruiken hij naar
beneden naar Florence bracht, en zij was eerst
kortelings uit een klooster gekomen, waar zij
opgevoed was en fijne handwerkjes had geleerd.
Zij was zoover van hem verwijderd als ware zij
de dochter van een edelman, en toch dacht hij
gaarne aan haar evenals hij aan de heiligen
dacht. Dat was al.
Eens had zij Pastore gestreeld en toen had
Faello de plek gekust waarop haar hand gerust
had en daarna erg gebloosd.
Nu bij dit zachte lenteweer, toen deze lieve