N°. 133.
121e Jaargang
1878.
my
7 Juni,
De geluksslinger.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 17 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Bij deze courant behooren drie Bijvoegsels.
Middelburg",'6 Juni,
PBUILLHTOW.
BURGSC
De tweede kamer is tegen den 12en dezer, des
namiddags te half vier, weder bijeengeroepen.
De commissie van rapporteurs over het wets
ontwerp tot herziening der wet op het lager
onderwijs, heeft na van de ingediende memorie
van beantwoording op bet afdeelingsverslag
kennis genomen te hebben, het wetsontwerp voor
openbare behandeling gereed verklaard.
Ten gevolge op het gisteren gemelde deelen wij
nog het volgende mede omtrent het verhandelde'
in de vergadering van den geneeskundigen raad
voor Zeeland.
Achtereenvolgens werden door den secretaris
uitgebracht
a Het verslag van liet bureau van vaccinatie
over 1877, waaruit o. a. bleek dat door het bureau
alhier 257 vaccinaties hebben plaats gehad, waar
onder 61 revaceinaties 6 dier 61 bleven zonder
resultaat.
b Het verslag van het bureau voor scheikundige
en mikroskopische onderzoekingen over 1877,
waarin wordt medegedeeld dat het gebruik van
dat bureau zeer is toegenomen. Er hadden ge
durende het jaar 171 onderzoekingen plaats,
grootendeels water-onderzoekingen tengevolge van
gevallen van loodvergiftiging.
Acht monsters werden door officieele personen
of corporaties toegezonden, de overige 163 waren
van particulieren. Yan de 149 water-analysen
waren er 133 van regen- en 16 van welwater;
van de eerstgenoemden bleken 69 in meerdere of
mindere mate loodhoudendvan de 16 laatstge
noemden waren er 11 zuiver.
Yan opzettelijke vervalsching van levensmiddelen
is niets bekend, hetgeen echter niet bewijst dat
zij niet plaats heeft.
De voorzitter deelde mede, dat het voornemen
"bestaat om het bureau aan te vullen en het
onderzoek van het drinkwater in Zeeland voort
te zetten.
Deze mededeeling werd, evenals de heide hoven-
bedoelde verslagen, voor kennisgeving aangenomen.
Dr. Keyzer bracht rapport uit namens de
commissie belast met het nazien der rekening.
Overeenkomstig het advies der commissie werd de
rekening goedgekeurd.
Tot leden der commissie belast met het nazien
Nouvelle van Rudolph Lindau.
„Zeer duidelijk," antwoordde Fabricius droevig.
„Zeer goed," vervolgde Warren met ijver. „Ik
kwam helaas wat laat tot die ontdekking. Ik
had mij zooals ik verteld heb in mijn droomen
niet met kleinigheden ingelaten. Ik had president
der republiek, overwinnend generaal, beroemd
geleerde of Ellen's bruidegom willen worden
Hm! Een bescheiden man. Wat zegt gij
van mij Ik had den geluksslinger als een krank
zinnige omhoog getrokken en toen hij eenmaal
aan mijne machtelooze hand ontglipte en terug
snelde, moest hij een grooten boog beschrijven en
het punt van Wanhoop aanraken. Dat waren
harde, slechte tijden! Ik hoop dat het u nim
mer zoo slecht gegaan is, als het mij toen ging.
Ik leefde als in een vasten droomals in een
wilden roesHij bleef weer steken, evenals
een oogenhlik te voren en lachte toen luid en
smartelijk... „Ja in een roes! Ik dronk..."
Maar op eens werd zijn gezicht, dat afschuwelijk
vertrokken was geweest, weer ernstig en edel en
hij sprak jnet huivering„Het is vreeselijk voor
der notulen werden benoemd dr. Keyzer en dr.
de Wind.
Yan dr. Bruinsma, te Steenbergen, is een zee^
uitvoerig schrijven ingekomen, houdende bezwaren
voor apothekers en met hen gelijk gestelden tegen
art. 2 van het koninklijk besluit van 18 November
1870, betreffende de maten, gewichten en weeg
werktuigen.
Bedoeld schrijven (waarvan de heer Bruinsma
ook afschrift aan de andere geneeskundige raden
gezonden heeft) is door den inspecteur gesteld in
handen eeuer commissie, bestaande uit twee
apothekers en een geneeskundige, zijnde de lieeren
de Ligny, Hennequin en dr. Jansen. De heer de
Ligny bracht namens die commissie schriftelijk
rapport uit, waaruit bleekdat zij het bezwaar
van den heer Bruinsma niet zoo overwegend acht
en zich niet vereenigen kan met het denkbeeld
om te trachten opheffing van genoemd kon. hesl.
te verkrijgen. De commissie adviseert mitsdien,
den heer Bruinsma mede te deelen, dat de raad
zich met zijn voorstel niet vereenigen kan, welk
advies na eenige discussie werd aangenomen.
Evenzeer werd aangenomen een voorstel van
den heer de Ligny tot herziening der prijslijst
van geneesmiddelen van 29 Nov. 1873, op grond
dat sedert dien tijd een massa nieuwe middelen
er hij zijn gekomen en de prijzen van verschil
lende artikelen aanmerkelijk gewijzigd zijn.
Dr. de Man deed een voorstel tot het instellen
van een onderzoek betreffende de tijdelijke be
waarplaatsen van krankzinnigen. Bij de toelich
ting van zijn voorstel deed de voorsteller onder
anderen uitkomen, dat de tijdelijke bewaarplaatsen
niet in orde zijn en zelfs die te Middelburg in
het gasthuis te wenschen overlaat. Het bestuur
der godshuizen alhier heeft beslotentwee nieuwe
kamers te houwen, uitsluitend voor tijdelijke be
waarplaatsen bestemd. Meet men den -toestand
in de overige gemeenten van Zeeland naar den
thans te Middelburg bestaand en toestand af, dan
zal die zeker elders nog meer te wenschen
overlaten, en het is daarom, dat dr. de Man
voorstelde te hesluiten tot het instellen van een
onderzoek naar den toestand der tijdelijke be
waarplaatsen van krankzinnigen in de grootere
gemeenten van Zeeland.
De raad vereenigde zich met dat voorstel,
terwijl besloten werd het instellen van het be
doelde onderzoek en het uitbrengen van een
rapport daaromtrent op te dragen aan de in loco
wonende leden van den geneeskundigen raad.
De inspecteur deed een voorstel tot het instel
len van een onderzoek naar de hoeveelheid kool
zuur in de lokalen der lagere scholen hier en
daar in de provincie. Het voorstel is, naar de
voorzitter mededeelde, een uitvloeisel van een in
een mensch, als hij ziet dat hij zóo diep gezon
ken is." Hij zweeg langen tijd, stopte een
nieuwe pijp, keerde zich naar Fabricius toe
en vroeg:
„Hebt gij genoeg van mijn leven, of wilt gij
het einde der geschiedenis liooren?"
„Het spijt mij je zoo te hooren spreken," ant
woordde Fabricius „maar wat ik je bidden mag,
ga voort. Dat is misschien het beste".
„Ja het doet mij goed mijn hart eens te kunnen
uitstorten.Ik raakte dus aan den drank. Men
krijgt die akelige gewoonte zeer licht in Ame
rika Ik moest verscheiden betrekkingen laten
varen, omdat men mij niet meer voor respectable
hield. Maar ik vond steeds zonder veel moeite
een nieuw bestaan. Gebrek behoefde ik nooit te
lijden, ofschoon ik het ook niet bepaald breed
had. Ik had weinig noodig. Ik veronachtzaamde
mijn kleeding. Ik kocht geen hoeken meer.
Anderhalf jaar nadat ik Elmira verlaten had ont
moette ik op zekeren dag Ellen in het Central
Park te New-York; zij was sedert vijftien maan
den gehuwd, dat wist ik. Zij herkende mij ter
stond en sprak mij aan. Ik had wel in den grond
willen zinkenwant ik voelde dat ik er haveloos
en slordig uitzag en verbeeldde mij dat zij de
zonde, waaraan ik mij had overgegeven, op mijn
gelaat moest lezenmaar zij merkte niets of wilde
niets merken. Zij reikte mij de hand en sprak
met haar welluidende stem
„Het doet mij genoegen dat ik u eindelijk eens
ontmoetj mijnheer Warren. Ik heb mijn vader
1877 op de lagere scholen te Goes ingesteld on
derzoek, waaromtrent een rapport is ingekomen,
hetwelk ter inzage voor de leden wordt overge
legd. Om te beginnen zou dit onderzoek zich
bepalen tot de gemeenten Middelburg, Vlissingen
en Goes.
Bij de discussie over dit voorstel deelde dr.
Verschoor mede, dat de ventilatie proef, op de
school 2e klasse te Goes, met ronde kokers door
den muur, ter hoogte van 1.30 M., zeer voldoet.
De heer de Ligny wees op het verslag der ge
zondheidscommissie alhier omtrent den toestand
der bewaarscholen uitgebracht en op de moeilijk
heid om het koolzuurgelialte te bepalen. Zal het
onderzoek eenig effect hebben, dan dient dit op
verschillende tijden ingesteld en herhaald te wor
den, minstens eens in de zomer en eens in de
wintermaanden.
Dr. de Man, gewagende van een indertijd door
hem hier en te Ter Neuzen ingesteld onderzoek
naar de gezichtsterkte van schoolkinderen, deelde
mede dat gebleken is dat zoowel hier als ginds
de leerlingen der hoogste klassen meer kortzichtig
waren dan die der laagste klassen.
Het voorstel van den voorzitter werd ten slotte
aangenomen, waarna de werkzaamheden tot des
avonds 7 uren werden geschorst.
Alstoen had eene langdurige bespreking plaats
van een door de heeren Hennequin en Janssen
uitgedrukten wensch, dat middelen beraamd zon
den worden, dat de gewichten heneden het gram
van geneesheeren en apothekers ten piatten lande
ook in andere plaatsen dan in de hoofdplaats
van liet arrondissement kunnen geijkt worden.
De voorzitter merkte op, en verschillende leden
beaamden dit, dat de vervulling van dien wensch
hrit mogelijk is, daar bepaald is dat de ijk van
de kleine gewichten in de hoofdplaats van het
arrondissement geschieden moet, op grond dat
de voor dien ijk gebruikt wordende zeer gevoelige
balans niet tegen herhaald vervoer bestand is.
De heer de Ligny meende, dat aan het bezwaar
zou tegemoet gekomen worden indien een vaste
dag voor het ijken der milligram-gewichten bepaald
werd. Het resultaat der bespreking was, dat be
sloten werd, den inspecteur op te dragen, pogin
gen aan te wenden tot het verkrijgen van een
vasten termijn voor bedoelden ijk.
Alsnu ging de vergadering over in comité en
werd de openbare zitting gesloten.
Naar men verneemt zijn op last van den bur
gemeester van St. Philipsland, door den gemeente
veldwachter een zestal processen-verbaal opgemaakt
tegen ingezetenen, wegens overtreding der Zon
dagswet. ZN.)
De uitslag der eergisteren (Dinsdag) te Ter
en Francis naar u gevraagd, maar zij konden mij
geen inlichtingen omtrent uw verblijf geven. Ik
wilde u verzoeken mij gedurende den winter
weder eenige muzieklessen te geven. Gij weet
toch waar ik woon," en zij gaf mij haar adres.
„Ik stamelde een onverstaanbaar antwoord op
die vriendelijke toespraak. Zij zag mij met een
welwillenden lach aan; doch op eens werd zij
ernstig en vroeg deelnemend:
„Zijt gij ziek geweest, mijnheer Warren. Ik
vind dat gij er een weinig afgevallen uitziet."
„Ja," antwoordde ik, blijde een verontschuldi
ging voor mijn uiterlijk gevonden te hebben.
Ik ben ziek geweest en voel mij nog niet heel
wel."
„Dat spijt mij," antwoordde zij zacht. Lach
mij uit Fabricius! Scheld mij uit voor een on-
verbeterlijken dwaasMaar ik las in hare oogen
meer dan alledaagsche, beleefde deelneming zij
zag mjj bezorgd, medelijdend aan. Een onuitspre
kelijke smart maakte zich van mij meester. Wat
had ik gedaan om zoo ongelukkig te zijn? Het
werd mij groen en geel voor de oogen. Het
drinken, de onrust, slapelooze nachten, dat alles
had mij verzwakt. Ik wankelde een paar schreden
achteruit en zag haar verbijsterd aan. Om ons
heen bewoog zieh het gewoel der groote stad.
„Kom spoedig, heel spoedig," zei zij schielijk
en verwijderde zich. Ik zag haar in 't rijtuig
stappen, dat zij waarschijnlijk verlaten had om
een wandeling te maken. Daarop zag ik hoe zij
met een bleek gelaat uit het portier keek en mij
Neuzen plaats gehad hebbende verkiezing voor
twee leden van den gemeenteraad, ter voorziening
in de opengevallen plaatsen door het bedanken
van den heer J. Dome en het overlijden van den
heer J. J Fercken, was als volgt: Er waren
ingeleverd 193 stembriefjes, waarvan 1 van on
waarde; daarvan verkregen de heeren mr. J. P.
Dronkers 142, C. J. A. Fercken 139, J. B. Taze-
laar 52, J. L. van IJsselsteijn 11, J. M. van den
Driessen Mareeuw 9, A. Scheele 5 stemmen enz.,
zoodat de heeren Dronkers en Fercken zijn gekozen.
In de gisteren gehouden vergadering van inge
landen van het ealamiteuze waterschap Ellewouts-
dijk is benoemd tot ontvanger griffier de heer
C. A. Prumers, met 28 van de 36 uitgebrachte
stemmen; de heer D. J. Scholten verkreeg 6 en
de heer J. Beenhakker 2 stemmen, terwijl tot
gezworene is herbenoemd de heer Abraham Leijs.
(ff. Ct.)
Het Utr. Dagblad betoogt, ter bestrijding van
hetgeen soms tegen de successie-belasting in de
rechte lijn wordt aangevoerd, dat juist regeerin
gen van beslist conservatieven oorsprong de
heffing van een successierecht in de rechte lijn
het eerst hij de vertegenwoordiging hebben in
gediend.
Daartoe wordt herinnerd, dat op 9 Aug. 1843
de bekwame staatsman, ridder v. d. Heim v.
Duivendijke, van streng-hehoudende richting op
staatkundig gebied en zitting hebbend in het
kabinet Schimmelpenninck v. d. Oijev. Hall,
deze zelfde heffing van successie in de rechte lijn
aan de vertegenwoordiging aanbood, en zijn
ministerszetel ruimde, toen voormeld ontwerp bij
de kamer een min gunstig onthaal had gevonden
terwijl andermaal een conservatief bewind, het
kabinet Heemskerkvan Lijndenvan der Heim,
op 16 Sept. 1877 deze belasting voordroeg.
Het Haagsche Dagblad schijnt eene ontdekking
gedaan te hebben. Het spreekt van eene nihilis
tische kerkelijke partij, die in Limburg niet
slechts vertegenwoordigers, maar ook een orgaan,
de Volksvriend hebben moet. Onnoodig te zeggen
dat met die nihilistische keikelijken, of kerkelijke
nihilisten, (de twee woorden vloeken tegen elkaar)
de booze liberalen bedoeld worden.
De schrik over 't aannemen der successie-wet
schijnt trouwens den conservatieven bladen in
't hoofd geslagen. In hetzelfde nommer van 't Dag^
blad vindt men een groot hoofdartikel van de
N. Zutf. Ct. overgenomen, waarin den heer van
Stoik ten laste gelegd wordt dat hij „geen gele
genheid voorhij laat gaan om zoo radicaal moge-
in het voorbijrijden met strakke»ontstelden
blik aanzag.
Naar huis gaande moest ik haar woning voorbij.
Zij bewoonde een paleis. Ik sloot mij in mijn
kamer in een armzalig logement op en droomde
Ellen had mij lief, Ellen bewonderde mij, zij was
niet voor mij verloren. De slinger stond weder
op waanzinnige verwachtingen.
„Yerklaar mij Herman, als gij kunt, hoe het
komt dat een verstandig, bedaard mensch, want
dat hen ik in het gewone leven altijd geweest,
en daar ga ik nog heden voor door in de oogen
van alle schooldirecteuren hij wie ik acht jaar
lang mijn brood met amo enz., eerlijk en zuur
verdiend hebverklaar mij hoe het komt dat
zoo iemand, op enkele tijden, hij zijn volle be
wustzijn en toch bepaald krankzinnig kan zijn.
Ik zal tot mijn verontschuldiging en tot uw op
heldering aannemen dat die toestand de voorbode
was van een zenuwziekte, die mij kort daarna
aantastte en weken lang aan het bed kluisterde.
„Ond"r mijn genezing werd ik weer kalm en
verstandigmaar met mijn leven was het gedaan.
Ik was in die twee maanden twintig jaren ouder
geworden. Toen ik de ziekenkamer verliet was
ik oud en gebrekkig, zooals ik nu ben. Mijn
verleden, hoe leeg en vreugdeloos ook, was ge
heel mijn leven. Er bleef mij niets meer te doen,
te hopen, te wenschen over. Het was schemering
voor mij geworden. De dag met zijn gedruis
en zijn hitte was voorhij. Het werd stil en koel
om mij heep. De slinger bewoog zieh traag i«