Telegraphische berichten.
BUITEL A £T0.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Kunstnieuws.
Rechtszaken i
Thermometerstand.
Btaten-Greneraal.
Algemeen Overzicht.
nooit in discussie te treden met waanwijze be
krompenheid en domheid", zich buiten het gesprek
gehouden had. Dit was reeds weken geleden.
Doch thans verneemt men, dat de raad van justi
tie daarop rechtsingang verleend heeft tegen den
heer van Daalen.
Dat de heer van Daalen een toevallig bijge
woond gesprek tot onderwerp van een dagblad
artikel maakt, bewijst niet voor zijn juist besef
van journalistieke gepastheid. En dat de resident
van Batavia iemand vervolgen laat wegens de
uitdrukking „waanwijze bekrompenheid en dom
heid", bewijst niet voor diens juist besef van
ambtelijke waardigheid.
De tropische zon roept wonderlijke verschijnselen,
ook op ander gebied dan dat der flora vu fauna,
in het leven.
Gisteren namiddag te half 3 uur werd de ge
wone zomervergadering van den geneeskundigen
raad voor Zeeland alhier geopend. De voorzitter,
dr. A. A. Fokker, heette de nieuw benoemde
leden, de heeren Walraven en dr. Janssen, welkom
en deelde mede dat de heer dr. de Bruijne ver
hinderd was deze vergadering bij te wonen en
diens plaats vervuld werd door den heer Martin.
Na de goedkeuring der notulen werden de
volgende mededeelingen voor keunisge ving aange
nomen
a Een ingekomen verslag van burgemeester en
wethouders omtrent het onderzoek van het drink
water in de stadspompen, welk onderzoek in
Mei vervolgd en verder voortgezet zou worden.
b Yan den minister van binnenlandsche zaken
een verslag met plattegrondteekeningen, omtrent
den staat der krankzinnigen-gestichten in 1839
en 1874, en c een tweetal jaarverslagen.
De voor de leden gedrukte mededeeling van
den inspecteur aangaande de handelingen van het
geneeskundig staatstoezicht gaf tot weinig ge-
dachtenwisseling aanleiding. Zij betrof de volgende
punten.
Er is in de mededeeling vermeld, dat de aanleg
van een blok arbeiderswoningen aan den zoom
van eene achtergracht alhier, op wier stilstaand
water een aantal riolen uitmonden, en die reeds
meermalen, wegens de slechte exhalatiën welke
zij afgeeft, als eene hoogst ongezonde buurt be
sproken werd, en als zoodanig bij het gemeente
bestuur bekend staat, heeft geleid tot het indienen
van een voorstel aan het gemeentebestuur om
die gracht, al ware het slechts gedeeltelijk, te
dempen en om in den omtrek den afvoer van
vuil door middel van het tonnenstelsel te doen
bewerkstelligen.
Op de vraag van dr. de Man, welke gracht
hier bedoeld wordt, antwoordde de voorzitter
de gracht die begint bij de Volderijlaagte en
achter het Oudenmannen en Vrouwenhuis loopt.
Hij voegde er bij, dat van de gewenschte maat
regelen tot dusver niets vernomen is.
Vervolgens nam dr. de Man uit de medegedeelde
pokken-statistiek aanleiding tot eene herhaling
van hetgeen hij reeds vroeger in het midden heeft
gebracht, dat namelijk de inrichting der tabel,
hoezeer buiten de schuld van den inspecteur,
allicht aanleiding kan geven tot min aangename
indrukken bij het publiek. Zoo wordt o. a. ge
meld, dat te Nieuwvliet van de 5 poklijders 4
gevaccineerd waren en 1 ongevaccineerd, terwijl
3 hunner overleden zijn. Er staat niet bij of de
lijders gerevaccineerd waren. Het bericht betreft
een geval in genoemde gemeente bij een jongman,
van wien opgegeven werd dat hij met een pok
lijder in aanraking was geweest in den omtrek
van Sluis en die de ziekte mededeelde aan zijne
ouders en aan een zijner beide zusters. Allen
waren gevaccineerd, doch bij de ouders is de
ziekte doodelijk afgeloopen, en terwijl een uitwo.
nende zoon dit huishouden bezocht had, is zij in
rookenIk maakte mij ook nog andere dingen
tot gewoonte," vervolgde hij schielijker „maar dat
heeft niets met mijn verhaal te maken."
„De theorie, welke mij het meest bezig hield,
was die van de slingeringen van een zoogenaam-
den Geluksslinger dien ik uitgedacht had. Daar
aan heb ik die kalme stemming te danken waarin
ik sedert eenigen tijd leef en waarin gij mij nu
ziet. Ik zei namelijk tot mij zeiven dat mijn
groote ongeluk, als ik zonder onbescheiden te zijn
het zoo noemen mag, alleen ontstaan was omdat
ik mij voorgesteld had buitengewoon gelukkig te
zullen worden. Als men zich in zijne droomen
verheft tot de hoogte van een wereldberoemd
man, of van den bruigom van Ellen Gilmore, is
het waarlijk geen wonder dat men bij het ont
waken een diepen val doet eer men weer vasten
grond onder de voeten heeft. Ware ik bescheide
ner geweest in mijne wenschen, dan zou de ver
vulling daarvan gemakkelijker en de ontgoocheling
in het ergste geval minder bitter geweest zijn.
Van dit, door mijn laatste ervaring als juist be
wezen grondbeginsel uitgaande, kwam ik dus tot
de logische gevolgtrekking, dat het beste middel
om het ongeluk zooveel mogelijk te vermijden,
was zoomin mogelijk geluk te verlangen. Dit
is reeds door mijne wijsgeerig bespiegelende voor
ouders, jaren voor Christus' geboorte' ingezien en
ik maak ook geen aanspaak op een patent voor
dit oude denkbeeld; doch het symbool waarin ik
het ten slotte kleedde is, geloof ik ten minste,
yap nieuwe vinding.
diens gezin overgebracht, met het gevolg dat in
April een niet gevaccineerd kind van twee maan
den er het slachtoffer van geworden is. Dr. de
Man wees er op, dat de vijanden der vaccinatie
dit geval anders uitleggen dan de medici en dat
zij zeggen zullen: de ouders waren gevaccineerd
en zijn toch gestorven. De medici weten dat de
vaccinatie zonder hervaccinatie weinig of niets te
beteekenen heeft als de lijders circa 50 jaren of
meer oud zijn, maar het publiek weet dat niet,
en daarom gaf spreker in bedenking, of er niet
een middel zou bestaan in dergelijke tabel ook
eene kolom op te nemen: „vermoedelijk niet ge
vaccineerd", of anders zoo mogelijk den leeftijd
te vermelden.
De voorzitter doet de toezegging, dat hij zijne
gedachten zal laten gaan over eene mogelijke
verbetering van de inrichting der bedoelde tabel.
De heer mr. Snijder, de aandacht vestigende
op de mededeeling van den inspecteur, dat over
het aanbrengen van doelmatige ventilatieraiddelen
in de openbare scholen te Veere en te Wemel-
dinge onderhandelingen zijn gevoerd, deelde mede
dat het gemeentebestuur van Veere onmiddellijk
aan den wenk des inspecteurs gevolg heeft gegeven.
De gedrukte mededeeling werd ten slotte voor
kennisgeving aangenomen. {Wordt vervolgd.)
De reeks der „Stemmen over staatkundige en
maatschappelijke Vraagstukken'', onder leiding
van D. C. Nijkoff, (uitgave van Blom en Olivierse,
te Kuilenburg), heeft, na zijn eersten jaargang
met klimmenden opgang te hebben doorleefd,
den tweeden geopend met een drietal studiën,
een van mr. L. E. Lenting, lid der tweede kamer,
over „Processiën"een van den beer van Wou-
drichem van Vliet, over „Onze koffiecultuurpolitiek
op Java", en een van den heer P. Crok over
„Onze Gastvrijheid'. Met dezen laatsten titel
worden de verplichtingen bedoeld, ons opgelegd
tegenover de talrijke vreemdelingen, die in de
laatste jaren, voornamelijk uit Dnitschland ko
mende, zich binnen onze grenzen gevestigd heb
ben en het aantal geestelijke gestichten en eigen
dommen in ons land voortdurend en op onrust
barende wijze doen toenemen.
De beide andere bijdragen zijn meer voor stu
die bestemd dan voor aangename lectuur. Ze
bevatten vele officieele stukken, waarvan de
raadpleging voor ieder, die aan deze belangrijke
onderwerpen der publieke zaak zijne aandacht
wijden wil, onontbeerlijk is. Het eerste nommer
der nieuwe reeks zal dan ook niet minder belang
stelling dan zijne voorgangers wekken.
De nieuwe uitgave van den heer Gouda Quint,
te Arnhem, der gezamenlijke werken van den
teekenaar Alexander v. H., is thans haar vierde
stadium ingetreden met den bundel „Ziedaar!",
bevattende drie uitverkochte seriën, vroeger uit
gegeven onder de titels„Vier boeken in het
leven", „De visch en de mensch", „Het
geweten".
Ofschoon in het prospectus van dezén bundel
gezegd wordt dat de daarin bevatte teekeningen
„even bekend" zijn als die der voorgaande seriën,
twijfelen wij echter of dit wel het geval is. Ons
althans kwamen ze nieuwer voor. Was het om
dat de eerste uitgave werkelijk minder algemeen
verspreid was, of wel is de opvatting oorspron
kelijker, de zin der schetsen ernstiger, dieper,
meer fantastisch Wij zullen hier geen antwoord
op trachten te vinden. Wie echter de! platen
onder de oogen krijgt, zal, daarvan houden
wij ons overtuigd, zich niet minder dan wij
tot vergelijken, bestudeeren en overdenken ge
drongen voelen.
„Geef mij eens een stuk papier en een potlood"
vervolgde hij tot zijn vriend gewend, „met een
paar lijnen kan ik het je het gemakkelijkst ver
klaren."
Fabricius gaf hem wat hij verlangde, zonder
een woord te spreken. Daarop teekende hij
een grooten, naar boven geopenden halven cirkel
op het papier en daaroverheen een loodrecht
neerhangenden slinger, welke het punt van den
halven cirkel, waar zich op de wijzerplaat van
een klok het getal VI bevindt, raakte. Daarnaast
schreef hij rechts, van onderen af beginnend,
op de plaats der uur-aanwijzingen V, IV, III, de
woorden: Bescheiden wenschen. Hartstochtelijk
verlangen, Eerzucht Overspannen begeerte
naar geluk. Grootheids waanzin. Vervolgens
draaide hij het papier weer om en schreef links
van den slinger, dus op de plaats der cijfers VII,
VIII, IX: Ergernis en verdriet. Hartzeer,
Bittere teleurstelling Wanhoop en eindelijk op
de plaats van de VI, vlak onder den slinger, zette
hij een dikke ronde punt, die hij met een welge
vallig lachje zorgvuldig aandikte en waaronder
hij de woorden: „Dood-Punt, Volmaakte rust"
schreef.
Hij hield het hoofd op zijde, trok de wenk
brauwen in de hoogte, maakte een spitsen mond,
alsof hij wilde gaan fluiten en bezag de teekening
een oogenblik met groote oplettendheid. Daarop
sprak hij. „Het is nog niet compleet. Tusschen
het „Dood-Punt" en de „Bescheiden wenschen"
rechts en „Ergernis en Verdriet" links, boort nog
lager onderwijs. Vergunning verleend tot het
geven van lager onderwijs hier te lande, mits
voldoende aan de vereischten der wet, aan mejuf
frouwen M. L. Verninas, geboren te St. Denis;
C. Majert, geb. te DuisburgM. E. Bergier, geb.
te St8 MaureF. Tate, geb. te HolmeA. Krebs,
geb. te Oppau; M. Chelfa, geb. te Carouge, en
aan den heer P. G. A. H. Muller, geb. te Altona.
De heer dr. C. Plugge, thans in Japan, zal
het hoogleeraarschap in de pharmacie aan de
hoogeschool te Groningen bij het begin van den
volgenden cursus aanvaarden.
In eene kunstbeschouwing in de Étoile Beige
over de wereldtentoonstelling te Parijs wordt
gezegd dat de kunst in Nederland zoo min van
de regeering als van de kamers of van rijke par
ticulieren eenigen steun van beteekenis geniet.
Aan de schamele inrichting der Nederlandsche
kunst-afdeeling is dat duidelijk te zien. De kun
stenaars, die zich onder deze ongunstige omstan
digheden een Europeeschen naam verworven hebben,
Israels, Hemkes, Bles, ten Kate, Bisschop, Roelofs,
Gabriel, Verveer, Maris, Mauve, Mesdag, allen
self-made men, houden niettemin de eer van hun
land waardig op. Hun wakker streven wekt te
meer belangstelling op, naarmate men hen meer
verwaarloost.
In de openbare zitting van het kantongerecht
te Middelburg van den 4en Juni zijn de navol
gende vonnissen in strafzaken gewezen:
B. W., J. C. S., Ie het zich bevinden op de
openbare straat in kennelijken staat van dron
kenschap te Middelburg tweemaal gepleegd, 2e
het te zamen en in vereeniging maken van nach
telijk burengerucht ter verstoring van de rust dei-
inwoners te Middelburg. De le veroordeeld in
drie geldboeten, twee van f 1 en een van 5.50,
en de 2e in eene geldboete van 5.50 of een dag
gevangenisstraf voor iedere boete.
E. C. M., P. B., vrijgesproken wegens het uiten
van scheldwoorden.
C. P. L., het binnen den bebouwden kring der
gemeente Vlissingen houden van een varken,
zonder inachtneming der voorwaarden door burg.
en weth. in de vergunning gesteld, veroordeeld in
eene geldboete van 3 of een dag gevangenisstraf.
A. B., het jagen in eens anders jacht, zonder
voorzien te zijn van eene schriftelijke vergunning
yan den eigenaar of rechthebbende noch in diens
gezelschap, tweemaal gepleegd, veroordeeld in
twee geldboeten elk van f 10 of een dag gevan
genisstraf voor elke boete.
E. L., het niet op de eerste vordering vertoo-
nen zijner schriftelijke vergunning aan de met het
toezicht op de jacht en vvsscherij belaste ambte
naren, veroordeeld in eene geldboete van 3 of
een dag gevangenisstraf.
G. de B., het aanwenden van pogingen om
wild te bemachtigen en door middel van veld-
strikken, veroordeeld in eene geldboete van f 20
of zeven dagen gevangenisstraf.
A. G., het opzettelijk toebrengen van schade
aan een anders roerend eigendom, veroordeeld ir.
eene geldboete van 5.50 of twee dagen gevan
genisstraf.
P. J., P. W., het maken van nachtgeruchten
tot verstoring van de rust der inwoners te West-
kapelle, veroordeeld in eene geldboete van f 5.50
of twee dagen gevangenisstraf.
P. M., het beschadigen van het plantsoen te
Oostkapelle, twee malen gepleegd, veroordeeld in
twee geldboeten elk van f 0.50 of een dag gevan
genisstraf voor elke boete. En allen in de kosten.
De bekende „muurquaestie" (de civiele vor
dering van den heer Oostmeijer te Amsterdam
tegen de omnibusmaatschappij) werd gisteren voor
de rechtbank te Amsterdam behandeld. De beer
Oostmeijer eischtontbinding der overeenkomst
van huur en verhuur wegens wanpraestatie, ten-
Verstandige, kalme onverschilligheid"maar de
teekening zooals zij daar ligt is voldoende voor
de verklaring mijner theorie. Volgt gij mij
Fabricius knikte zwijgend met het hoofd. Er
was een diepe neerslachtigheid over hem gekomen.
Hij zag thans in den vriend zijner jeugd, voor
wien hij eenmaal op een schoone toekomst ge
hoopt had, en wien hij heden nog niets dan goeds
toewenschte, een beklagenswaardigen monomaan.
„Ziet gij" vervolgde Warren ijverig betoogende,
alsof hij een wetenschappelijke voordracht voor
een aandachtigen kring van toehoorders hield „als
ik dien Geluksslinger nu zacht naar den rechter
kant omhoog tiltot hij het punt „Bescheiden
wenschen" bereikt en hem dan laat vallen, gaat
hij gehoorzaam en natuurlijk terug tot aan het
punt „Ergernis en Verdriet," waar hij niet over
heen kan, slingert dan nog een tijd lang in de
ruimte „Verstandige onverschilligheid" en komt
eindelijk op het „Dood-Punt" tot „Volmaakte
Rust." Een troostrijk denkbeeld!" Hij
hield een oogenblik op als verwachtte hij eenige
tegenspraak van Fabricius; doch toen deze bleef
zwijgen, vervolgde hij „Gij begrijpt nu al waar
ik heen wil: til ik den slinger op tot „Hartstoch
telijk Verlangen" of „Grootheids waanzin", vliegt
hij van zelf terug naar „Hartzeer" of „Wanhoop".
Dat is duidelijk, niet waar?"
Wvrdt vervolgd-)
gevolge van het omverhalen van den bekenden
muur, benevens vergoeding van kosten, schade
en interessen. Het bedrag dezer laatste schatte
hij, op grond van den huurprijs der aanplakbor
den op den omvergehaalden muur, op 6,300. De
omnibusmaatschappij biedt f 300 aan. Voor den
eischer pleit mr. Ph. A. Haas, voor de gedaagde
mr. W. Heineken. De uitspraak is bepaald op
17 Juni a.
buitenland.
Berlijn. De krachten des keizers nemen toe
de toestand van den zieke is vrij bevredigend.
Men verwacht dat de keizer den kroonprins de
waarneming der regeeringszaken zal opdragen.
Bij vele socialisten worden huiszoekingen ge
daan.
Petersburg. De toestand van prins Gort-
chakoff is zoozeer verbeterd dat hij waarschijnlijk
aan 't congres zal deelnemen.
4Jun.'s av. 11 u. 57 gr.
5 's morg. 8 u. 56 gr. 's midd. 1 u. 58 gr.
's av. 6 u. 57 gr.
SCHOOLM ET.
De memorie van beantwoording is verschenen.
Zij gaat vergezeld van een gewijzigd wetsontwerp.
De in het ontwerp gebrachte veranderingen zijn
echter bijna alle van ondergeschikt belang.
Geen enkel principieel punt wordt veranderd.
De voornaamste verandering is deze, dat in art.
44 omschreven wordt welke de kosten van het
onderwijs zijn, die ten laste der gemeenten komen,
'nl.de jaarwedde der onderwijzers; b de ver
goeding aan onderwijzers, aan het hoofd van
scholen staande, wegens gemis of in plaats van
vrije woninge de toelagen en bijdragen tot
opleiding van onderwijzersd de uitgaven ten
behoeve van het herhalings-onderwijse die voor
het stichten en in stand houden of voor het huren
der schoollokalen en onderwijzerswoningendie
voor het aanschaffen en onderhouden der school-
meubelen en der schoolboeken, leermiddelen en
schoolbehoefteng die voor verlichting en ver
warming en het schoonhouden der schoollokalen
h die van het plaatselijk schooltoezicht en van de
vergelijkende examens i die voor de schoolbiblio
theken, belooningen en eereblij ken."
Door de wijzigingen, in den titel van het toezicht
gebracht, is de verhouding tusschen de twee soor
ten van schoolopziener verduidelijkt. De adjunct
schoolopziener wordt door een arrondissements
schoolopziener vervangen, wiens bevoegdheden
nader zijn omschreven. Hersteld is diens benoe
ming voor zes jaren.
Een nieuw artikel 93 is ingelascht, ter bepaling
dat de tegenwoordige districts-schoolopzieners en
de inspecteurs door het in werking treden van de
nieuwe wet van rechtswege eervol worden ont
slagen.
De inspecteurs, die op dat tijdstip den ouder
dom van 65 jaren hebben bereikt, behouden
levenslang hun volle wedde als wachtgeld; de
inspecteurs die op dat tijdstip dien ouderdom niet
hebben bereikt, hebben aanspraak op wachtgeld,
volgens de bepalingen van het besluit van 21
Juli 1869.
Wat de financieele gevolgen betreft, zegt de
minister, dat men moet verwachten een rijzend
eindcijfer van hoofdstuk V, voor zooveel de uit
gaven voor het openbaar lager onderwijs betreft,
dadelijk met f 2,500,000 en gaandeweg met 4 mil-
lioen. Deze uitgaven zullen uit de gewone mid
delen moeten worden bestreden. Zoo noodig
zullen nieuwe bronnen van ontvangst worden
geopend.
Omtrent de traktementen der onderwijzers zegt
de minister: De regeling van het minimum strekt
om te beletten, dat door verkeerde zuinigheid het
peil te laag zinke. De bepaling, die voor elke
gemeente en elke school in het rijk gelijkelijk
werkt, mag niet te ver afwijken van den bestaan-
den toestand. Aan het uitvoerend gezag echter
worde de macht verleend om overal, waar zulks
noodig is en in dier voege als zulks noodig is,
het wettelijk minimum te verhoogen.
Eergisteren avond is aan de Engelsche kamers
mededeeling gedaan van den tekst der uitnoodi -
gingen tot het congres en van het daarop door
lord Salisbury gezonden antwoord. De uitnoodi-
ging, zooals die gelijkluidend verzonden is aan
alle onderteekenaars van de tractaten van 1856
en 1871, luidt als volgt
Overeenkomstig het initiatief door het Oosten-
rijkschHongaarsche kabinet genomen, heeft de
regeering van Z. M. den keizer (van Duitschland)
de eer aan de mogendheden, die de tractaten van
1856 en 1871 hebben onderteekend, voor te stellen
zich tot een congres te vereeuigen te Berlijn, om
er te beraadslagen over de bepalingen van het
voorloopig tractaat van San Stephano, geslo'ten
tusschen Rusland en Turkije. De regeering van
Z. M.deze uitnoodiging aan de regeering van
hare Britsche Majesteit overhandigende, verstaat,
dat de regeering van Hare Britsche Majesteit,
haar aannemende, er in toestemt de vrije
beraadslaging toe te laten over het
gansche verdrag van San Stephano
en bereid is daaraan deel te nemen.
Enz.
Dit is dan de formule, sinds lang door Engeland
geëischt en eindelijk door Rusland toegegeven.
De gespatieerde woorden (wij spatieerden) klinken
wel wat vreemd, als men denkt dat ze tot En
geland gericht zijn. Ze staan er dan ook alleen
met het oog op Rusland en konden niet geschrapt
worden in de andere invitaties, daar alle gelijk;-