Telegraphische berichten.
BUITENLAND.
"JScrkfffen.
De moordaanslag op Keizer
Wilhelm.
Burgerlijke stand,
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
den gehouden. Twee gebouwen zijn daartoe in
aanbouw; het éene wordt opgericht aan de noord
zijde bij het dorp Sirjansland; door middel van
twee centrifugaalpompen zal het polderwater in
de Grevelingen worden opgebracht, terwijl het
andere stoomgemaal komt aan de zuidoostzijde
des eilands bij Vianen. Dit stoomgemaal zal,
door de werking van éen groot scheprad, het
polderwater voeren in de rivier het Mastgat.
Eene bepaalde hoogte van den waterstand door
deze beide stoomgemalen te verkrijgen, zal voor
deze gronden een betere toekomst opleveren.
(J2. Ml.
Heden middag was een ongeveer achtjarige
knaap bijna in het droge dok alhier verdronken.
Spelende op den kaaimuur, gelijk de gewoon
te der kinderen is, stortte hij in het water.
Op zijn angstgeroep kwamen spoedig eenige
menschen aanloopen, er werden hem stokken en
touwen toegeworpen, waar de drenkeliug zich aan
vastklemde, doch hij miste de kracht om zich
vast te houden terwijl men hem ophaalde. Tel
kens viel hij terug in het water.
Eindelijk kwam een werkman, Cornelisse ge
naamd, wonende in de Brakstraat, zelf vader van
verscheidene kinderen, aansnellen, sprong in het
water, zwom naar een daar liggende platbodem-
bak, en bracht die onder het bereik van den
drenkeling. Nu gelukte het een touw onder zijne
armen te binden en hem op te halen.
Mocht het nu met zooveel moeite afgewende
gevaar een les wezen, om de kinderen, die altijd
op ijzingwekkende manier over den smallen kaai
muur van het dok rennen en spelen, daar af te
houden of te jagen
Te Goes schijnt eene manie te bestaan om aan
geplakte biljetten te vernielen. Die van het Zui-
der-zendingfeest zijn daar nu weder de slachtoffers
van geweest. De politie schijnt onmachtig te
wezen om deze baldadigheid te beletten.
Amsterdam telde op het einde des vorigen
jaars 141,473 mannelijke en 160,793 vrouwelijke,
te zamen 302,266 inwoners.
In de maand Augustus azal doordejacht-
vereeniging Nimrod een honden-wedstrijd gehou
den worden, waarbij de honden twee aan twee
in 't veld worden gebracht en in jagen en dres
suur naar een prijs dingen.
Een rozenboom van den heer van der Vliet,
te Overveen, heeft een stam van 5i centimeter
dikte, een omvang van 21 meter en draagt op
'toogenblik 7 a 8000 rozen en knoppen.
De opening van het badseizoen te Scheve-
ningen is op den Hen Juni a. bepaald.
De jonge leeuwen, voor een vijftal weken
te Amsterdam in Artis geboren, zijn thans iets
grooter dan volwassen katten en worden dooi
de leeuwin met de grootste angstvalligheid be
veiligd tegen de blikken der profane menschen-
wereld. Als de leeuwin haar kraamkamer geko
zen had in een spelonk der wildernis, kon zij
niet rustiger hare welpen voeden dan hier. Nie
mand dan de twee oppassers der leeuwen mag
iD hare nabijheid komen. Hieraan wordt streng
de hand gehouden, uit vrees dat anders de leeuwin
hare jongen van angst in een hoek zou dood
drukken.
Verscheidene Duitschers, uit de omstreken
van Coblenz, zijn voor Maassluis en Vlaardingen
aangeworven, om ter haringvangst op de loggers
gebezigd te worden. De uitbreiding der haring
vloot van die plaatsen doet een groote wanver
houding ontstaan tot het aantal visscherlieden,
terwijl door het verongelukken van ruim 50 man,
in de laatste 2 jaren, de behoefte aan manschappen
buitengewoon groot is geworden en de eischen
dit oogenblik niet meer; maar wat mij knorrig
maakt is dat mijn heele leven zonder vreugde,
zonder genot voorbijgegaan is."
Warren hield even op en ging toen langzaam
en bedaard voort
„Tot voor weinige jaren had ik mij altijd nog
verbeeld dat het anders en beter zou worden.
Ik was toch nog jong. De tijden waren hard en
slecht. Ik werkte tegen een armzalig loon in een
school in den staat New-York. Ik onderwees
daar van alles wat ik wist, en wat ik zelf eerst
leeren moest om het te kunnen onderwijzen
Grieksch en Latijn, Duitsch en Fransch, wiskunde
en natuurkunde, ook muziek, in mijne zooge
naamde vrije uren. Over dag kwam ik bijna niet
tot rust en was altijd omringd door een troep
levenmakende, ondeugende jongens, wier voor
naamste bezigheid was, mij terwijl ik hen les gaf,
op een fout in het Engelsch te betrappen.
's Avonds was ik doodmoede, en toch kon ik
altijd nog een half uur met open oogcn droomen,
eer ik insliep. En dan zag ik mij zeiven in een
gelukkigen buitengewonen staat: Ik had dan
het hoogste lot getrokken; de gebraden duiven
kwamen eensklaps van alle kanten naar mij
toevliegen. Ik was rijk, aanzienlijk, machtig,...
ik weet niet wat al! Ik braeht de wereld of
liever Ellen Gilmore, die mijn wereld uitmaakte,
in verbazing. Zijt gij ook zulk een dwaas
geweest als ik, Herman Hebt gij ook in zulk
een wakend droomenden toestand u zelf als
minister, als millionair, als schrijver van het
der aanwezigen steeds toenemen. Vroeger heeft
men ook voor de haringvisscherij reeds enkele
Duitschers gebezigd; door hun kracht en goeden
wil waren zij zeer bruikbaar.
In De Werkmansbode leest men de volgende
advertentie
„Wij ondergeteekenden geven door dezen met
leedwezen te kennen, dat op den 25en Mei '78
ons een broeder is geboren onder den naam van
Joris Johannes Christiaan, verder betreuren wij
allen de geboorte van dat kind, om reden dat wij
door onze ouders verplicht zullen worden weêr
elk éen gedeelte van onze voeding, kleeding en
dekking te moeten missen.
„En dat is zeker en gewis,
„Dat de geboorte van dat vierde kind
„Voor onze ouders
„Meer vloek dan zegen is.
„Uit aller naam mijner bedroefde
broeder en zusters noemen wij ons,
„J. C. Lebeau Sne.
„H. C. Lebeau.
„G. Lebeau."
De Figaro verhaalt naar aanleiding der
Voltaire feesten de volgende anecdote. Keizerin
Katharina van Rusland had eene vurige bewon
dering voor Voltaire. De Semiramis van het
Noorden liet zich door Houdon een standbeeld
van den wijsgeer maken, dat 14,000 livres köstte.
Het marmeren standbeeld kwam eerst in Petersburg
aan, toen de keizerin op haar sterfbed lag.
Langen tijd bleef het ingepakt liggen tot keizer
Alexander het in het winterpaleis liet plaatsen.
Na Alexander kwam Nikolaas aan de regeering,
en daar Voltaire's gezicht hem hinderde, liet hij
het beeld wegnemeu. Het werd toen geborgen
op den zolder van een paleis, dat spoedig daarop
afbrandde. De keizer was bij den brand tegen
woordig. Het eerste wat men redde en voorbij
zijne majesteit droeg was weer het standbeeld. In
het fantastische licht van den brand scheen het
Nikolaas toe, alsof het beeld hem toegrijnsde.
„Men sla dat ding stuk," riep hij uit.
Tijdens den Krimoorlog liep de keizer, slechtge
humeurd, door de gangen van zijn paleis rond en
zag op eene plaats, waar hij anders nooit kwam,
weer Voltaire staan, spotachtig verlicht door de
maan.
„Adlerberg," riep de keizer woedend, „waarom
is dat standbeeld niet stuk geslagen, zooals ik in
der tijd bevolen heb?"
De handige adjudant antwoordde„Sirevergeef
mij, maar ik meende een kunstwerk niet te mogen
vernietigen, dat de groote keizerin Katharina zelf
heeft laten maken."
„Breng dan dat fatale gezicht ergens, waar ik
het nooit weer zié", riep Nikolaas haast schreiend
van woede uit.
De sluwe Adlerberg bedacht zich eens en liet
toen het standbeeld naar de bibliotheek brengen.
Daar stond het veilig, Want daar kwam de czaar
zeker nooit. Het staat er nog.
binnenland.
's Hage. In den schietwedstrijd behaalde de
Rotterdamsche schutterij den eersten corpsprijs.
Eerste kamer. De successiewet werd heden
bestreden door de heeren van Akerlaken, de Vos
de Wael, Geertsema, Rijckevorsel, Thooft, Mi-
chiels en Sasse van IJsselt, op grond vooral van
den onevenredigen last, die op den grondeigen
dom gelegd wordt, tegenover de vrijstelling der
kapitalen in portefeuille. Slechts in uitersten
nood mocht tot zulk eene drukkende en anti
nationale belasting de toevlucht genomen worden.
De heeren Pincoffs, Pické, Hein, de Raadt,
grootste letterkundige werk van den nieuweren
tijd, als zegevierend generaal, als aanvoerder
eener partij in het parlement of iets van dien
aard, gezien Dat alles heb ik beleefd in
mijne droomen wel te verstaan. Maar het was
toch een heerlijke tijd. „Ellen Gilmore, die ik
daar even noemde, was de oudste zuster van
een mijner leerlingen en wel van den minst leer
gierigen knaap van de geheele school. Zijn vader
was er evenwel opgesteld dat hij iets zou leeren
en daar ik den naam had van veel geduld te
bezitten, werd ik uitverkoren om dit tegen be
hoorlijke betaling tot stand te brengen. Bij die
gelegenheid kwam ik bij de familie Gilmore aan
huis en nadat ik mij toevalligerwijze ook als
musicus had doen kennen gij herinnert u wel
licht dat ik voor een dilettant vrij goed piano
speelde kwam ik er dagelijks om Francis taal
onderricht en Ellen muziekles te geven.
Wordt vervolgd.)
van Rhemen, Borsius en de Sitter verdedigden
de wet. Zij ontkenden haar anti-nationaal karak
ter en ofschoon niet enthusiast voor haar,
meenden de meesten dat de financieele toestand,
vooral nu de leeningwet is aangenomen, voorzie
ning vordert. De wet noemde de heer van
Rhemen eene noodzakelijke en billijke aanvul
ling; doch hiertoe moeten wij ons ook bepalen,
geen verdere uitbreiding aan de directe lasten
geven, vooral geen income-tax, waartegen ook de
heer Pincoffs zich verzette, die echter juist in de
successiebelasting een middel ziet tot voorkoming
van den income-tax.
De min. van financiën verdedigde de wet breed
voerig, met handhaving zijner vroegere verkla
ringen. Zoolang een rijks-income-tax niet onver
mijdelijk is, moet die aan de gemeenten blijven.
Over eene belasting op de aandeelen van vennoot
schappen zou de minister denken.
Het wetsontwerp werd hierna a angenomen
met 19 tegen 16 stemmeh.
buitenland.
Berlijn. De toestand van den keizer is be
vredigend.
Alle kabinetten hebben de uitnoodiging tot het
congres aangenomen.
Bet lijn. Bismarck is alhier aangekomen.
(Van 25 Mei tot 1 Juni.)
Goes. BevallenJ. Molhoek, geb. Donga, z.
C. Hendrikse, geb. Semeijn, d. W. C. van Zwee-
den, geb. van der Bliek, z. J. E. Huijsse, geb.
den Boer, z. M. Wessels, geb. Mulder, z. G- C.
Touw, geb. Rijkaard, z. C. Goedhart, geb. Olree,
d. M. Botbijl, geb. Hogerwerve, d.
Overleden: G. P. Breetvelt, z. 9 w. G. M.
Nagelkerke, man van J. de Smit, 72 j. A. van
Rooijen, laatst gehuwd met P. G. Lampon, 70 j.
J. A. Oranje, d. 7 m.
3 Jun. 's av. 11 u. 56 gr.
4 's morg. 8 u. 58 gr. 's midd. 1 u. 63 gr.
's av. 6 u. 62 gr.
Zooals wij gisteren nog onder de rubriek Telegra
fische berichten konden mededeelen is het congres
nog eenige dagen uitgesteld en zal het eerst den
13en dezer maand bijeenkomen. Mocht de keizer
dan ten gevolge zijner wonden nog ernstig ziek
zijn, dan zou nog wel een kort uitstel mogelijk
wezen. Dit is echter slechts eene quaes tie van enkele
dagen; het feit, dat de oproepingsbrieven aan de
ouderteekenaars van het tractaat van Parijs over
handigd zijn, staat onherroepelijk vast en is ook
in het Engelsche parlement door het ministerie
medegedeeld. Men had mogen verwachten, dat
de oppositie, nu de politiek van het kabinet
Beaconsfield door den goeden uitslag bekroond
is, en de regeering bewezen heeft den oorlog niet
d tout prix gewild te hebbenzoo haar het toe
juichen van het behaalde succes te zwaar viel,
althans gezwegen zou hebben. Doch neen! Er
moest toch geopponeerd worden. De ministers
hadden in beide huizen tevens medegedeeld, dat
graaf Beaconsfield en lord Salisbury, bijgestaan
door den Engelschen gezant te Berlijn, lord Odo
Russell, Engeland op het congres zouden verte
genwoordigen. De keuze van deze gevolmach
tigden ontlokte in het huis der gemeenten aan
lord Harrington en in het huis der lords aan lord
Granville eene scherpe kritiek. Waarop de beide
leaders der oppositie hunne aanmerkingen grond
den, wordt nog niet gemeld. Wat de motieven
ook zijn mogen, schijnt het de parlementaire
controle wel wat ver gedreven om op dergelijke
benoemingen te willen invloed uitoefenen, die
ontegenzeggelijk tot het gebied der uitvoerende
macht behooren. Engelands thans zegevierende
politiek zal trouwens ook op het congres wel
het best vertegenwoordigd worden door de beide
staatslieden, die haar tot nu toe geleid hebben.
Zou men hen na het verkregen voordeel nu soms
een brevet van ongeschiktheid willen geven Of
hebben we enkel te denken aan kwalijk verborgen
spijt, dat van al de ellende, die door de oppositie
als onvermijdelijk gevolg van de regeeringspolitiek
voorspeld is, nu niets te bespeuren valt
In dezelfde zitting ontkende Salisbury de juist
heid van het Globe-artikel, waarin de punten
werden medegedeeld, waaromtrent overeenstem
ming was verkregen. De bladen zijn echter nog
niet afgeschrikt van het maken van hypothesen.
Daily News bevat er nu weer eene onder den
vorm van een telegram uit Konstantinopel. Het
blad meent te weten, dat er thans tusschen En
geland en Rusland volkomen overeenstemming
bestaat op de volgende voorwaardende schepping
van een onafhankelijk Bulgarije; annexatie bij
Griekenland van Thessalië, Epirus en Creta; ver
grooting van grondgebied met Oostenrijks toe
stemming voor Servië en Montenegroalle andere
provinciën van Turkije, hetzij in Europa, hetzij
in Azië worden onafhankelijk, behalve Hedjaz
(in Arabië?) en zullen onder het opzicht eener
internationale commissie geplaatst worden, terwijl
de sultan in naam het gebied blijft voeren te
Konstantinopel. Wij hechten aan dit bericht niet
de minste waarde en vermelden het meer om der
curiositeit wille. Vooral het denkbeeld om den
sultan alleen eenig gebied te laten, waarover hij
volle macht heeft, in Arabië, buiten zijn tegen-
woordigen machtskring en hem toch te Konstan
tinopel te doen resideeren, ontneemt veel van de
geloofwaardigheid van het bericht in het Lon-
densche oppositieblad.
De meeste bladen zijn het er over eens, dat de
zitting van het congres thans niet van langen
duur kan zijn. Er zijn slechts algemeene grond
slagen vast te stellen, daar de regeling in détail
meer eigenaardig het werk van speciale commis
sies is. Of aan deze commissies de beslissing
over die punten zal overgelaten worden of dat
het congres in latere zitting op hunne rapporten
recht zal doen, is natuurlijk met zooveel anders
nog geheel onbekend. Eene andere reden
waarom men acht, dat het congres niet lang bijeen
zal zijn, is dat Berlijn tot plaats van bijeenkomst
is gekozen. Pruisens hoofdstad is, zooals men
weet, des zomers zeer ongezond, en diplomaten
zijn, hoewel het een taai ras is en ze zeer oud
worden, toch ook onderworpen aan menschelijke
kwalen als koorts en andere. Indien de kanse
liers dus voorzien konden, dat ze lang bij elkan
der zonden moeten zijn, was wel eene andere
plaats uitgekozen.
In de Fransche kamer heeft gisteren een voor
val plaats gehad, dat wel eens de aftreding van
den minister van oorlog kon ten gevolge hebben.
Generaal Börel is het meest conservatieve element
in de Fransche regeering en behoort eer tot de
rechterzijde dan tot een kabinet uit de republi-
keinsche meerderheid. Een lid der kamer schijnt
hem gisteren bijzonderhedën ontbreken nog ge
vraagd te hebben om het gedrag af te keuren van een
onderofficier devgensdarmes,iie zich aan eenig plicht -
verzuim of machtsovertreding had schuldig gemaakt
Over de beteekenis der zaak zelve kunnen wij nog
niet oordeelen; doch het antwoord van den mi
nister, dab door Havas geseind wordt is in ieder
geval merkwaardig. De generaal zeide o. a.
„Laat ieder, die dat wil, zich schikken in een toe
stand, waarin men verplicht zou zijn aan al die
klachten gevolg te geven; ik voor mij zal het
nimmer doen." Deze woorden, die stormachtige
bijvalsbetuigingen ontlokten aan de rechterzijde,
rieken meer naar de principes van het kabinet
van den ordre moral, dan ze passen in het kader
van de tegenwoordige republikeinsche meerderheid.
Indien de meerderheid op de zaak hlijft aandrin
gen, stelt de generaal in de aangehaalde uitdruk
king ook de portefeuille-quaestie. Een groot
verlies kan het niet zijn, daar in het Fransche
leger zeker nog wel een kundig hoofdofficier zal
te vinden zijn met meer constitutioneele begrippen.
Heden wordt in de Fransche kamer van afge
vaardigden beraadslaagd over het Fransch-Ita-
liaansch handelsverdrag.
Zondag middag om twee uur reed de keizer
van Duitschland in een open rijtuig, op den bok
waarvan als naar gewoonte de koetsier en een
jager zaten, de zuidzijde der Linden langs om
een rit in de Diergaarde te maken. Toen het
rijtuig voor het huis n° 18 gekomen was, viel
uit een venster der tweede verdieping een schot,
dat den keizer in de rechterwang trof. De keizer
bedekte dadelijk met zijn zakdoek de bloedende
wang, toen een tweede schot viel, dat hem ernstig
verwondde. De vorst werd door verscheidene
hagelkorrels getroffen, die deels hunne kracht
verloren in helm en mantel, doch ook deels in
het lichaam doordrongen. De keizer bleef vol
komen bedaard en gaf den koetsier last om te
keeren. Toen echter begaf hem de kracht en de
jager moest in den wagen plaats nemen om hem
te steunen. Spoedig was het paleis weer bereikt,
waar de gewonde keizer door dienaren de trappen
opgedragen werd.
De doctoren Langenbeck (de beroemde chirurg)
en Willms waren evenals de lijfarts von Lauer
spoedig bij de hand. Niettegenstaande het bloed
verlies verloor de patiënt geen oogenblik zijn
bewustzijn. Dadelijk begonnen de doctoren de in
groot aantal door de huid gedrongen hagelkorrels
te verwijderen.
Unter der Linden was alles intusschen in groote
opschudding. Aanstonds na het plegen van het
feit drongen verscheidene personen het huis binnen,
waaruit het schot gevallen was, om den moorde
naar te vatten. De deur der kamer, waar hij
zich bevond, werd gesloten gevonden, doch werd
aanstonds ingetrapt door den eigenaar van het
Lindenhotel, die het eerst binnengekomen van den
moordenaar een revolverschot in den hals kreeg.
De moordenaar richtte daarop het wapen tegen
zich zeiven en verwondde zich belangrijk aan het
hoofd door twee schoten, zoodat de doctoren hem
Zondag niet meer dan 48 uren levens meer voor
spelden. Een jong officier, die mede binnendrong
sloeg den moordenaar het wapen uit de hand,
zoodat men zich van hem kon meester maken.
1-Iet bleek nu, dat hij Nobiling heette en op den
keizer geschoten had met een geweer met getrok
ken loopen, geladen met hagel no 3 of 4. Aan
stonds liet men den gevangenwagen komen om
den misdadiger te vervoeren, daar hij anders niet
veilig zou geweest zijn voor de woede des volks,
dat niet beter verlangde dan de lynchwet uit te
oefenen en den moordenaar te steenigen. In den
in Berlijn zoo welbekenden „groenen wagen"
werd hij overgebracht naar de Criminalpolizei,