N°. 124. 121e Jaargang. 1878. Maandag 27 Mei. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. hoofdagent voor België en frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 25 Mei, Spoorweg-dieverijen. Benoemingen en besluiten. 0 n d e r w (j s. Marine en leger, Kunstnieuws. Rechtszaken. ritifit i'ffisasaaa imi Betreffende het ongeluk met het stoomschip „Voorwaarts" wordt ons nader gemelddat onmiddellijk na het bericht van het ongeluk last gegeven is aan de Madura, die gereed lag tot vertrek, om van Batavia naar Penarng te stoomen. De passagiers van de Voorwaarts, die allen te Penang zijn ontscheept, zullen dus slechts enkele dagen oponthoud hebben. Tot lid van den gemeenteraad te Krabbendijke is met 23 van de uitgebrachte 35 geldige stemmen verkozen de heer Anth. de Kok. Naar men verneemt is in eene vergadering der leden van den dijkraad voor Ellewoutsdijk en Borssele besloten bezwaren in te dienen tegen het voorstel van gedeputeerde staten, tot wijziging van art. 93 van het reglement voor de calamiteuze polders en waterschappen betreffende de benoeming van schatters voor het dijkgeschot. (ff. Cf.) Aan het commissariaat van politie alhier is als gevonden gedeponeerd: een gouden kinderme daillon; een bovenstuk van een gouden oorbel; een garen sigarenkoker en een kinderportemonnaie, waarin eenig geld. *Ter herinnering aan zijn onlangs gevierd 25jarig jubilé, vereerden de leden van den gemeenteraad van RillandBath dezer dagen den burgemeester, E. Windhorst, een prachtigen fauteuil. Tot aanvulling van ons telegrafisch kamer overzicht van gisteren is alleen nog noodig te vermelden dat het amendement, in ons bericht aangeduid met „alle herrekeniDgen na te laten bij erfenis onder periodiek vruchtgebruik", in het V aderland aldus wordt medegedeeld „De heer Mees stelt een nieuw art. ibis voor, strekkende om in art. 23 no. 3, der successie wet, te doen vervallen de bepaling dat bij vrucht gebruik door verschillende erfgenamen telkens bij den dood der jongeren een herrekening moet plaats hebben. Hij acht dit billijk en in 't belang der administratie." Van belang is voorts nog de stemmenlijst, uit welke blijkt dat de heeren Schagen van Leeuwen en van Kerkwijk de eenige liberalen waren die tegen het wetsontwerp stemden. Voor :t overige mist men onder de 49 voorstemmers niet eene der scha keeringen van de liberale partij, evenals de 30 andere opposanten uitsluitend uit het mixed pickle van conservatieven, anti-revolutionairen en katho lieken zijn samengesteld. Vóór stemden de heeren: de Jong, de Beaufort, Idzerda, v. d. Loefif, Bredius Jr., Patijn, Rombach, Hingst, de Vos, Blussé, v. ,d. Kaaij, Sandberg, Stieltjes, Mees, Viruly, van de Werk, van Stolk, v. d. Feltz, v. Harinxma, Gratama, Sickesz, Bas- tert, Gevers, Luijben, Moens, Bredius, van Delden, Schepel, Lenting, Godefroi, de Meijier, Borgesius, Bergsma, Zylker, van Tienhoven, Dijckmeester, Röell, v. Meinesz, van Houten, Cremers, Miran- dolle, van de Putte, Kops, Wybenga, vanHeukelom, Holtzman, van Eek en de voorzitter. Tegen stemden de heeren: v. d. Berch, S. v.d. OyeBichonReekersv. Asch van Wijk, Heijdenrijck, de Casembroot, Kerens, v. Kerkwijk, de Bieberstein, v. Nispen, C. Hooft, Begram, v. d. Schrieck, T. V. Berkhout, Haffmans, v. Baar, Borret, Verheijen, Mackay, Lambrechts, v. Zinnicq Bergman, Vader, Insinger, S. v. Leeuwen, de Jonge, Schimmelpenninck, v.d.Hoeven, Arnoldts, Brouwers, v. Wassenaer en Wintgens. Naar de N. Rott. Ct. verneemt, zullen de na volgende heeren voor Nederland deel uitmaken van de jury der algemeene tentoonstelling te Parijs. Schilderijen en teekeningen, P. Stortenbeker en Roelofs. Bouwkundige teekeningen, werktuigen en openbare Werken, Waldorp. Gravures en lithographic, P. Stortenbeker, Lager en mid delbaar onderwijs, drukkunst en boekhandel, Jonckbloet. Papier en photographie, J. J. van Kerkwijk. - Meubelen en tapijten, van Oudheus- den. Zilver- en juwelierswerk, C. Hartsen. Katoen- en wolspinnerij en weverij, G. Oijens, Landbouwproducten (niet voor voeding) en gra nen, v. d. Vliet. Scheikundige producten en gegiste dranken, Gunning. Krijgskunde, gene raal Besier. Tuinbouw, A. van Lennep. De Arnh. Ct. schrijft als volgt over de aan staande verkiezing in het district Arnhem: „Met genoegen zagen wij, dat de conservatieven in dit kiesdistrict den heer van Goltstein hebben candidaat gesteld. Vooreerst omdat de heer van Goltstein een man is wiens kennis en karakter achting verwierven, zoodat hij ten volle verdient dat zijne landgenooten de aandacht op hem ves tigen. Mocht hij gekozen worden, het gehalte en het -prestige der vertegenwoordiging zou er waar lijk geen schade bij hebben, evenmin als door den heer van Rees, aan wien wij de voorkeur geven „In de tweede plaats verheugt ons deze candi- datuur, omdat er uit blijkt dat de conservatieven zelfstandig optreden. Zij hebben zich altijd de nationale partij bij uitnemendheid genoemd, en thans is weder de gelegenheid daar om door den uitslag eener stemming te bewijzen, dat inderdaad zij, welke in naam van die richting optreden, gesteund worden. Met belangstelling zien wij den uitslag der verkiezing te gemoet, waarin die nationale kracht door een cijfer zal zijn vertegen woordigd." De Staats-courant van heden bevat een konink lijk besluit van 15 dezer (Stbl. no. 75), houdende verlenging van den termijn van schorsing van het besluit van burgemeester en wethouders van Roermond, van 8 Februari jl., waarbij de hoofd onderwijzer der tweede openbare school aldaar P. J. van de Kamp voor drie maanden is ge schorst in zijne betrekking. Deze verlenging geschiedt tot 1 September a. tengevolge van vertraagde inzending der ge vraagde inlichtingen, waardoor het onderzoek der zaak niet zoo ver gevorderd is, dat vóór 1 Juni eerstkomende eene beslissing genomen kan worden. In hetzelfde nommer is opgenomen een kon. besluit van 17 dezer (Stbl. no. 75), houdende vaststelling van een definitief reglement voor de scheepvaart, ter beveiliging van de beweegbare brug over het Noordzeekanaal te Zaandam in den spoorweg van Nieuwediep naar Amsterdam, en zulks met intrekking van het koninklijk be sluit van 20 September 1875 (Staatsblad no 171) en het daarbij vastgestelde voorloopig reglement. Bij het hoofdcomité te 's Gravenhage zijn van den heer A. de Bruijne, kommandant van de „Willem Barents," twee brieven van 12 en 16/17 Mei uit Bergen ontvangen. Luitenant de Bruijne schrijft o. a.„Wij heb ben, zooals u denken kunt, partij getrokken van de rustige dagen hier, om ons beter in te richten en ons kalm voor den tocht voor te bereiden deze dagen zijn onberekenbaar nuttig geweest. „De laatste hand aan de inrichting te leggen, was, door het druk bezoek aan boord, te Amster dam tegengehouden. „Bovendien hebben wij het groote geluk gehad het stoomschip de Yoringen aan te treffen en waren wij daardoor in de gelegenheid, de inrich tingen voor zeedieploodingen en dreggingen bij hem aan boord en op de werf te bezichtigen en voor onze gereedmaking daarvan partij te trekken" (zooals men weet is de Voringen een Zweedsch oorlogstoomschip, speciaal ingericht voor weten schappelijke zeereizen tot vermeerdering van de kennis van den Oceaan, zijne stroomingen, enz.). Tengevolge van het minder juist aanbrengen van de uitloozingpijp der galerij, was er een lek geweest, dat echter te Bergen was hersteld en zoo men dacht, voor de toekomst verholpen. Het eenige wat nog iets te wenschen overliet, was het vinden van voldoenden stuurlast. Het tuig was flink en goed, doch te Bergen had men er vele vereenvoudigingen aan gebrachtde stabiliteit van het schip achtte de kommandant meer dan voldoende. De brief luidt verder: „Het (Zweedsch) gouvernement had aanschrij ving gezonden aan den havenmeester en andere autoriteiten, om, mochten wij hier binnenkomen, in alle opzichten ons van dienst te zijn. Hiertoe is Je heer H. Laus, superintendent der loodsen, ten volle bereid geweest. Hij heeft de goedheid gehad mij te voorzien van de. beste beschrijving der Noordkust van Noorwegen met de nieuwste kaarten, en door zijne hulp zijn wij ook in kennis gekomen met zijn neef, den gezaghebber van de Voringen, van wien wij later alle inlichtingen omtrent hunne ervaring in looden en dreggen mochten ontvangen. „De gezondheid der bemanning is uitmuntend de onderlinge overeenstemming laat niets te wen schen over, zoowel voor als achter heerscht de beste geestin alle opzichten meen ik, dat eene zeer gelukkige keuze van personen is gedaan, en ik twijfel ook niet, of de fortuin, die ons tot nu toe steeds gediend heeft, zal ons verder niet in den steek laten. Morgen, Zaterdag 18 Mei, te 10 uren, hoop ik Bergen të verlaten, na de kom passen te hebben geverifieerd; de tijdmeters heb ben zich uitmuntend gehouden. „Indien alles goed gaat, ontvangt u dus geen tijdingen meer van ons, dan bij de terugkomst. Wij nemen dus bij dezen van u afscheid." Onder de „Nieuwe Uitgaven", tot de kennisma king waarvan ons in de laatste dagen tijd gegund werd, behoort eene studie van dr. E. 0. Houtsma, conrector aan 't gymnasium te Groningen, over „Dr. H. Schliemann en zijne opgravingen te My cenae", (Groningen bij J. B. Wolters). De schrij ver komt, na eene uitvoerige vergelijkende studie van hetgeen hem zoo uit de gedichten van Ho merus, als uit geschiedkundige bronnen en uit opgravingen in andere deelen der klassieke en barbaarsche wereld bekend is, tot de slotsom dat voor de bewering van dr. Schliemann, als zoude hij te Mycenae de graven van Agamemnon en zijn gevolg gevonden hebben, geen grond be staat. Van de personen wier lijken men in de graven gevonden heeft, weet men niets. Wat den tijd betreft, tot welken de te Mycenae opge dolven voorwerpen, geraamten en gebouwen be- hooren, onderscheidt de1 heer Houtsma in de Grieksche kunstgeschiedenis drie perioden. De eerste is die der oorspronkelijke ontwikkeling de tweede die, waarin de kunst, door bemidde ling der Pheniciërs, onder Assyrischen en Egyp- tischen invloed komtde derde de eigenlijke Grieksche kunst in haren bloeitijd. De eerste periode stelt de schrijver op ongeveer 900 of 800 jaren v. C.de tweede van dien tijd af tot in de 6e eeuw v. C., wanneer de laatste periode ge rekend kan worden aan te vangen. Bij deze verdeeling zijn de te Mycenae gevon den voorwerpen te plaatsen in de oudste periode, daar ze eenigen, doch zeer geringen invloed van het Oosten verraden en met hetgeen elders uit die periode gevonden is overeenstemmen. Ze zouden dan ouder wezen dan de gedichten, welke onder den naam van Homerus doorgaan en dus niet in betrekking kunnen staan tot de personen, welke in die gedichten voorkomen. De dwaling van dr. Schliemann in dit opzicht ontneemt echter niets aan de hooge waarde zijner nasporingen, welke een zeldzaam voorbeeld ople veren van wat door een vasten wil en door liefde tot studie, zelfs bij het gemis van alle noodza kelijke opleiding, teweeg gebracht kan worden. Om die reden hebben dan ook zijne onderzoekin gen de aandacht getrokken niet slechts van de geleerde, maar ook van de ongeletterde wereld, en het is uit dien hoofde dat wij van het geschrift van dr. Houtsma melding meenden te moeten maken. Zekere G. van IJ. te Y. meldt ons weer een spoorwegdieverij, waarvan hij de dupe is gewor den. Den 23en Mei ontving hij een kist, volgens opgave van den leverancier moetende inhouden 45 stuks koek, die hij door zijn zoon per as van het station liet halen. Bij aankomst bemerkte hij dat de zegels open waren, het touwtje stuk was gebroken, de kist open was, en er slechts 42 stuks in waren. Van IJ. maakt tevens de opmer king, dat goederen, aan hem per baal gezonden, ongeschonden blijven, terwijl bij verpakking in kist of mand later abuizen plaats hebben. Reeds meer dan eens was hem hetzelfde als hierboven overkomen. (ff. Ct.) invoerrechten es acoijksen. Benoemd tot kommies-verificateur der 3e categorie, tevens roeier en scheepsmeter, ter standplaats Hansweert X. A. Schuiten, kommies 3= klasse, tevens roeier der dranken en scheepsmeter ter standplaats Nijmegen. Overgeplaatst naar Westkapelle J. J. van de Velde Olivier, kommies 2e klasse te Hansweert, en hem tevens opgedragen de functie van deurwaar der der directe belastingen voor het rayon, bevat tende de gemeenten Domburg, Westkapelle, Aag- tekerke, Zoutelande, Biggekerke, Meliskerke en Grijpskerke. rechterlijke macht. Benoemd tot raadsheer in het gerechtshof te 's Gravenhage, mr. F. G. R. H. van Lilaar, thans raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam. [Reeds onder „Tel. ber." gemeld.) Benoemd tot rechter in de arrondissements rechtbank te Amsterdam, mr. D. Binger, thans rechter-plaatsvervanger in die rechtbank en advo caat aldaar. archieven. Benoemd, buiten bezwaar van 's rijks schatkist, tot tijdelijk ambtenaar bij het oud-provinciaal archief in Gelderland mr. J. J. S. baron Sloet. ministerieele departementen. Benoemd tot rechtsgeleerd adviseur bij het departement van oorlog, mr. G. A. van Hamel, substituut officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank te Rotterdam. polderbesturen. Benoemd tot gezworen voor de watering Cadzand, A. J. van Cruyningen [Reeds onder „Tel. ber." gemeld.] Door den gemeenteraad van Wolfaartsdijk is benoemd tot hulponderwijzer aan de openb. school te Oud-Sabbinge de heer J. H. J. Bartelse, van Goes. De heer J. A. M. van der Jagt is na 43 jarigen dienst, op zijn verzoek, wegens lichaams zwakte, eervol ontslagen als hoofdonderwijzer te Burgh op Schouwen. De luitenants ter zee 2e klasse H. van den Pauvert en L. G. Krol, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië en van daar den 18en dezer in Nederland teruggekeerd, zijn met dien datum op nonactiviteit gesteld. Volgens het Handelsblad hebben slechts 7 van de 38 kweekelingen, die tot de 2de afdeeling der rijks academie van beeldende kunsten behooren, het in ons nommer van Vrijdag jl. medegedeelde adres onderteekend. In eene te Amsterdam gehouden bijeenkomst van afgevaardigden en leden der Maatschappij tot bevordering der bouwkunst is o. a. besloten het hoofdbestuur te verzoeken een adres te richten aan de regeering: „om haar te wijzen op de eenzijdige richting in de bouwkunst, haar door de commissie van rijksadviseurs aangeraden, die de vrije kunstuiting aan banden legt en de oorspronkelijkheid der Nederlandsche bouwkunst onwaardig is." Bij arresten van het gerechtshof te 's Graven hage van gisteren zijn veroordeeld: lo H. J. van A.te Vlissingen, ter zake van twee diefstallen in een bewoond huis met behulp van een valschen sleutel, tot cellulaire gevange nisstraf voor den tijd van éen jaar. 2o A. B., te Cortgene, ter zake van diefstal bij nacht in een bewoond huis, tot cellulaire ge vangenisstraf voor den tijd van 45 dagen. Daarna is behandeld de zaak tegen P. m. boerenknecht te Oudelande, beschuldigd van op lichterij. Door den adv.-gen. mr. van der Hoeven werd 2 jaren celstraf tegen hem gerequireerd, Uitspraak over 8 dagen,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1