aargang. 1878. Donderdag 23 Mei. Öp een eiland. Dit blad - verschijnt dagelijks, met uitzondering Zon- en Feestdagen. Prii^ Per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijk6 nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichton enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Hav.as, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 22 Mei. van Miss THACKERAY. Nederland *s ^oor zÜne natuurlijke hulpbron nen als bes tem<* tot een landbouwstaat en een gevolg daa-rvan '8' ^at meest al'e takken van ons volksbestr^11 aan ^en landbouw verwant zijn, en dat zijn ^loei of kwijning een belangrijken invloed uitoefent op het algemeene welzijn." De,-zen volzin schrijven wij af uit een uitnemend boepy6) dat voor korten tijd bij de firma W. Eek- en zoon te Leeuwarden uitgegeven is. („Bo- tJr- en kaasfabrieken eenige practische denkbeel den over hedendaagsche landbouwtoestanden", /door J. Einkes Borger.) De slotsom van des schrijvers betoog is dat, wil onze boter- en kaas bereiding, welke eeuwen lang een onzer nationale rijkdommen geweest is, haar vroeger standpunt herwinnen, het noodig is de natiën na te volgen welke ons in de laatste jaren zijn voorbijgestreefd. Bij de zuivelbewerking moeten de lessen der we tenschap in practijk worden gebracht en, voor zoover het onzen landbouwers niet mogelijk is ieder op zichzelf de daartoe noodige werktuigen en inrichtingen aan te schaffen, moeten zij zich vereenigen en door het oprichten van gemeen schappelijke boter- en kaasfabrieken zich de be sparing van uitgaven bij verbetering van pro ductie verschaffen, door welke de Deensche, Zwitsersche, Eussische en Amerikaansche boter en kaasmakers aan de onze de kroon van het hoofd hebben gerukt. Om dit alles uiteen te zetten kunnen wij niet anders dan naar het boekje van den heer Einkes Borger verwijzen, welks zaakrijke inhoud en dui delijke betoogtrant door een overzicht te zeer benadeeld zouden worden. Iets anders is het echter met het eerste gedeelte van dit geschrift, dat over den algemeenen toestand van den Neder- landschen landbouw handelt en de gebreken en gevaren van dien toestand in heldere en leerzame trekken aantoont. Yan dit gedeelte, dat van even veel belang is voor de streken, waar de zuivelbereiding niet zoozeer een hoofdtak van den landbouw uitmaakt als in Friesland, Gronin gen en Holland, willen wij beproeven eene schets te geven. Tot verklaring van het belangrijkste verschijn sel, dat tegenwoordig op landbouwgebied waar te nemen is, de kolossale stijging van de koop- en huurprijzen der gronden, zijn verschillende oorzaken aan te wijzen. De eerste is de verhoo ging van de waarde der landbouw-producten, het gevolg vooral van de verbeterde middelen van gemeenschap, waardoor alle voortbrengselen ge- Naar het Engelsck XL „Hoe lang?" vroegen de uitgedroogde lippen; en Emilie wendde zich werktuigelijk van mevr. St. Julian tot freule Jeanne, die teruggekeerd was en er bij stond met een ontdaan gelaat, bijna even bleek als dat van Emilie. „O, Emmy, lieve, lieve Emmy, geloof het toch niet: wij hebben sedert een brief gehad. Ik zal het mij nooit vergeven zoo lang.ik leefnooit! Ik liet het vallen, dat afschuwelijke papier. O lieve, o lieve, lieve Emmy!" snikte de arme Jeanne opnieuw geheel ontdaan, en zonk in een stoel, haar gelaat met hare handen bedekkende. De kleine Emilie spande zich in en stond met een meewarigen blik van haar plaats op, ging naar haar schoonzuster toe en legde haar hand op haar schouder. „Schrei niet, Jeanne," sprak zij sterk bevende. „Mama zegt er is nog hoop; gn Eevis zei dat ik mijn best moest doen mij in makkelijk gebracht worden naar de plaatsen waar zij den besten aftrek vinden. Een tweede oorzaak is een tijdelijk overvloedig aanbod van kapitaal, het gevolg eensdeels van den gedrukten toestand van handel en nijverheid, anderdeels van de na- deelige uitkomsten, welke men van het speculeeren in effecten ondervonden heeft. Hierdoor is in de derde plaats eene overdreven vraag naar boer derijen, in verhouding tot het aanbod, ontstaan. Bij de landbouwers bestaat het verkeerde ge bruik om al hun kinderen, hoe groot ook hun getal zij, voor hun eigen vak op te leiden; boven dien komen nog jongelieden uit andere Standen, door de voordeelen van het boerenbedrijf aange trokken, het aantal der landbouwers vergrooten, en het gevolg van het een en ander is de bij iedere verpachting op te merken verhooging van de pachten, voor welke altijd weder liefhebbers gevonden worden. Worden de lasten van den huurder door deze verschillende oorzaken reeds verzwaard, een ander verschijnsel, dat in dezelfde richting werkt, vindt men in de hoogére eischen van het leven, die zich ook onder den landbouwenden stand doen gelden, gepaard aan de verhooging der arbeidsloonen. Het aardsvaderlijk karakter, de eenvoud van het landleven zijn in verval. De landbouwende stand vertoont het kenmerk, dat aan alle standen van onzen tijd eigen is: uitgebreider behoeften, gevolg van hooger ontwikkeling en door veelvuldiger aanraking met andere standen en andere oorden levendig gehouden. Ook onder de boeren-arbeiders, hoewel hetgeen men de „sociale quaestie" noemt hun meerendeels zelfs niet bij name bekend is, heeft de wet van vraag en aanbod de loonen langzamerhand doen stijgen en zal de toeneming der behoeften den eisch naar hooger loon steeds dringender en algemeen doen worden. Als slotsom dezer verschillende gegevens is deze stelling gewettigd: De vermindering van inkomsten, door de steeds stijgende koop- en huurprijzen van het land, gepaard aan vermeer dering van uitgaven door de hoogere eischen van het leven, hebben voor den hedendaagschen land- bouwstand een ernstigen en kritieken toestand in het leven geroepen. Het is waar dat deze stelling bestreden wordt door de verzekering dat men dezelfde klacht al een menschenleven lang verneemt, terwijl niettemin de boerenstand steeds in welvaart, vooruitgaat. Doch het verdient ernstige overweging of deze vooruitgang, welke het gevolg is van de prijs- verhooging der landbouwproducten, ook in de toekomst verzekerd geacht mag worden. Hieraan bestaat gegronde twijfel. De verbeterde middelen van gemeenschap, door toepassing van den stoom vooral, stellen de verst verwijderde streken van alles te schikken. Ik zou het liever willen weten," sprak zij, weer bleek en moedeloos wordend. „Mag ik uw brief eens zien?" Freule Jeanne kreeg bijna ontzag voor de zachtmoedigheid dier beide vrouwen. „Hoe kunt gij nu aan mij denken? O Emilie! ik ik verdien het nietZij stond ten tweede male op en stoof de kamer uit. De verwonderlijke zachtheid en zelf beheersching van Emilie trof mij meer dan ik zeggen kan. Zij zei niet veel meer, maar ging terug naar haar moeder, knielde neder, begroef haar gelaat als een kind in haar moeders schoot en bleef in die houding geruimen tijd onbeweeglijk liggen, terwijl het heldere licht op die beide gebogen hoofden viel en het geluid van zingende vogels, blatende schapen en spelende kinderen door de open vensters naar binnen drong. Ik vond dat zij het best alleen waren, dus ging ik heen en deed de deur dicht. Het huis was stil en verlaten door de kleine wereld die er toe behoorde, maar voor mij was het tot stikkens toe vol met dezen grooten angst en kommer. Die onzekerheid was vreeselijk. Hoe zouden wij den tijd doorkomen tot dat de volgende mail aankwam Ik was innig dankbaar bij de gedachte dat de helft van den tijd verstreken was. Op dat oogenblik voelde ik echter dat ik ruimer adem moest halen, buiten op een duin, om dat alles overweldigende gevoel van droefheid af te schudden, dat zich van mij meester maakte bij de gedachte aan hetgeen zij, die mij zoo lief en dierbaar waren, te lijden had den aardbol in de gelegenheid met onze markten te concurreeren. Uit het verre Westen van Ame rika, uit de afgelegen vlakten van Eusland komen de granen tot ons; het vleescli uit de prairieën van Texas, uit de pampa's van Zuid-Amerika, uit de grasvlakten van Australië wordt gezouten, gedroogd, in bussen geconserveerd, in ijs bewaard, ja in den vorm van levend vee in de Europeesche staten aangevoerd; wat die voortbrengselen aan kosten van vervoer duurder zijn, winnen ze uit door de geringe waarde van den grond en door de lagere arbeidsloonen. Een zorgeloos voortleven, in de overtuiging dat het op den duur wel goed zal blijven gaan, is dus niet gewettigd en een gevolg daarvan is het streven, dat zich ook ten onzent op het gebied van den landbouw openbaart, om door toepassing der lessen van wetenschap en ervaring de voort brenging te vermeerderen en de soort der producten te verbeteren. Men denke aan het draineeren, aan de verbeterde bemesting, aan het delven van klei en het vervoeren van terp-aarde naar lichtere gronden, aan de verwisseling van zaaigranen, aan het verbouwen van te voren onbekende producten, aan de massa verbeterde en nieuwe werktuigen, aan de toenemende vraag eindelijk naar weten schappelijke kennis van den landbouw, aan welke de rijks-landbouwschool te Wageningen hare oprichting te danken heeft. Als een stap in dezelfde richting oppert de heer Borger zijn plan tot oprichting van zuivel-fabrieken, voor de uiteen zetting waarvan wij den lezer naar zijn belangrijk geschrift verwijzen. Er is echter nog éen gedeelte van zijn betoog waar wij de,-aandacht op willen vestigen, namelijk op hetgeen hijnaar aanleiding van de reed3 aan gevoerde v^rhooging der pachten, over het pacht stelsel in 't algemeen zegt. Nog niet lang geleden werd in een groot gedeelte van ons land de huur- of pachtsom der boerderijen niet bepaald door de wet van vraag en aanbod, maar door den wil van den landheer. Met dit stelsel, overblijfsel uit den bloeitijd van den geboorte adel, heeft onze tijd gebroken, en daar mede de verhouding van eigenaars en pachters op den eenigen gezonden grondslag geplaatst. Deze verandering heeft echter ook hare schaduwzijde, in de eerste plaats hierin gelegen dat de pachter in onzekerheid verkeert of hem niet, aan het einde van zijn huurtijd, door een hooger eisch van den eigenaar, gepaard aan vermeerderde aanvraag naar boerderijen, zijne pacht ontnomen zal worden. Het nieuwe stelsel heeft de pacht van 5, 6 of 7 jaren van weleer overgenomen, maar zonder de zekerheid dat zij na verloop van dien tijd verlengd zal worden. Hierdoor gaat de prikkel verloren, welke vroeger denmaar toen ik de deur van freule Jeanne's kamer voorbij kwam, deed eenige wroeging mij stilstaan; ik klopte aan en ging binnen. Die arme freule Jeanne! Zij stond voor haar toilet tafel en had haar cassette geopend om den brief te krijgen dien zij daar een oogenblik te voren verborgen had, en terwijl zij dit deed scheen zij een blik geworpen te hebben op haar eigen beeld in den spiegel een ontsteld vreemd beeld, zoo als zij nooitte voren aanschouwd had. En daar stond zij nu als versteend te kijken naar de tranen, die langzaam langs hare wangen biggelden. Zij schrikte toen ik binnen kwam en keerde zich om. „Ik ik ben niet gewoon aan zulke dingen," sprak zij. „Ik heb een gevoel gehad alsof ik iemand anders was, mevrouw Campbell. Ik weet niet wat ik doen moet. Wat denkt gij er van? Moet ik dit naar binnen brengen Zou het eenigen troost brengen?" „Het zal geen troost brengen, vrees ik. Het is geschreven voor voordat het gebeurde. Maar ik vrees dat het ook niets baat nu iets Voor haar verborgen te houden," zei ik, en zoo gingen wij samen terug naar de kamer van mevrouw, die haar hand naar den brief uitstak en ons wenkte om heen te gaan. Toen wij over het portaal gingen hoorde ik Emilie in tranen uitbarsten en ik begreep dat dit veroorzaakt werd door het zien van het welbe kende schrift van den armen Bevis. Jeanne be gon ook weer te schreien, maar zij wiscbte hare bestond, om het gepachte goed zoo goed mogelijk te behandelen en door verbetering in waarde te doen stijgen. Slechts op oogenblikkelijk voordeel aangelegd, ontaardt het landbouwbedrijf in een plunder-systeem en wordt alle arbeid vermeden, die slechts na verloop van tijd opbrengst geeft en dus misschien een opvolger ten goede zou komen. Ondanks deze nadeelen is het er verre vandaan dat men den vroegeren toestand terug zou moeten wenschen, toen de boer teerde op de bescherming ofde genade van den landheer, vaak ten kostezijner burgerlijke en staatkundige vrijheid. Ook wordt de eenzijdige werking van het eigenbelang der grond eigenaars in het opvoeren der pachten van zelf eenigszins onschadelijk gemaakt door de andere zijde daarvan, welke het voor hen wenschelijk maakt een goed en werkzaam pachter, die voor de verbetering hunner bezitting wat doet en wat over heeft, zoo lang mogelijk te behouden. Niet temin moet het als hoogst noodig beschouwd worden het pachtstelsel zoodanig te wijzigen, dat het op het gemeenschappelijk belang van eigenaar en pachter gegrond worde, hetzij door uitbreiding van het Groninger beklemrecht, veranderd naai de behoeften van onzen tijd, hetzij op andere wijze. Het zijn deze en andere wenken, welke voorna melijk onze aandacht getrokken hebben in het boekje van den heer Borger, waarvan wij de lezing aan allen aanbevelen, die zich tot den Nederlandschen landbouw, dat gewichtigste onzer nationale belangen, aangetrokken voelen. Bij de verkiezing van een lid van den ge meenteraad te Ylissingen zijn uitgebracht 151 stemmen, waarvan 1 van onwaarde. Volstrekte meerderheid 76 stemmen. Op den heer A. C. Euighart werden uitgebracht 98 stemmen, die al- zoo verkozen is. Verder waren uitgebracht op de heeren W. C. van Duureu Dutilh 20J. A. de Wolff 10, J. T. Dommisse 9 stemmen, terwijl de anderen over verschillende personen waren verdeeld. Ook te Zutfen hebben zich eenige dames tot een comité vereenigd om aan de toekomstige ge malin van Z. K. II. prins Hendrik een geschenk aan te bieden „namens de vrouwen uit de Graaf schap." Vindt dit Friesche en Graafsckapsche voorbeeld navolging, dan zal de dag der aanbieding van al deze geschenken voor de prinses iets hebben van een cursus in de aardrijkskunde van Neder land. Te Utrecht heeft de hoofdcommissie voor het geschenk besloten in de eerste plaats zich aan te tranen ongeduldig af en deed haar best om weer zich zelve te zijn. „'t Is te gek," zet ze „en dat alles om niets. Die goede BevisIk ben zeker dat hij heelhuids terug komt. Ik heb geen geduld met zulk een dwaze vrees. Nu ben ik ook bevreesd; maar daarom is er van daag niet meer gevaar dan er gisteren was." Ik kon niet ontkennen dat zij eenigszins gelijk had met hare blijmoedige opvatting: eigenlijk was het iets zeer onzekers, niGts meer dan een toe speling op een ongeluk, terwijl altijd, overal, aan alle kanten gevaren van eiken aard al degenen die wij liefhebben, omringen, waarvoor geen liefderijke zorgen 'of gebeden hen kunnen behoe den: een voet glijdt uit, er valt een steen en een hart breekt, of een levensdraad wordt afgesneden en wat dan? Een afgrijselijk vizioen van mijn eigen kind vlak, vlak aan den rand van die vreeselijke klip, verrees voor mijne oogen; ik was ook zenuwachtig en vervuld met droeve gedach ten en voorgevoelens, door het gezicht van het leed dier arme jonge vrouw opgewekt. Freule Jeanne zei op haar eigenaardige besliste manier dat zij ook naar buiten moest gaan. Zij kon het in huis niet uithouden en het gezicht der huisgenooten was haar onverdraaglijk. Zij liep met vasten, gelijkmatigen tred naast mij en vertelde mij af en toe het een en ander van haar lievelingsbroeder. Haar onophoudelijke woorden vloed werd tegengehouden door haar wezenlijk goed hart, dat bewogen werd van medegevoel

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1