N«. 117. 121* Jaargang. 1878. Zaterdag 18 Mei. Op een eiland. Jaarverslag. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m, franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentiens 20 Gent per regel, Geboorte-f Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. Middelburg, 17 Mei, van Miss THACKERAY. De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend: dat het verslag van den toestand dezer gemeente over 1877, door hen, naar aanleiding van art. 182 der gemeentewet, aan den gemeenteraad gedaan, tegen betaling van f 0.50 bij de uitgevers J. C. W. Altorffer, verkrijgbaar is gesteld. Middelburg, den 17 Mei 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOEEE, De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. Aan het gisteren door ons medegedeelde uit het verslag van den toestand der gemeente Mid delburg over het jaar 1877, valt nog toe te voegen dat een belangrijk onderzoek werd ingesteld naar den toestand der elf bewaarscholen in de gemeente. Daar deze scholen niet onder het toezicht derpl. schoolcommissie staan, meende de gezondheidscom missie zich dit te moeten aantrekken en heeft zij omtrent de ligging dier scholen, haar vorm, in richting, afmeting, middelen van luchtverversching, verwarming en verlichting, omtrent den vorm van tafels en banken, de privaten, urinoirs, het drink water, de reinheid, de aanwezigheid van tuin, gymnastiekzaal, speel- en rustplaats, door plaat selijk onderzoek inlichtingen ingewonnen. Van de bestuurders en onderwijzeressen dier scholen heeft zij daarbij de meeste welwillendheid ondervonden. Aan haar verslag, met daarbij gevoegde tabel, dat aan die besturen is medegedeeld, ontleenen wij het volgende: „Wanneer de commissie bij haar bezoek in hare gedachten terugriep de ouderwetsche, aan geene de minste controle onderworpene matressen-school- tjes, dan gevoelde zij den grooten vooruitgang op dat gebied, en zij brengt daarom gaarne hulde aan de betrokken besturen maar toch, wan neer zij overwoog, dat de hygiëne thans andere eischen stelt, vooral voor den impressionabelen leeftijd van jeugdige kinderen, dan gevoelde zij dat de Middelburgsche bewaarscholen, bijna altoos in gewone woonhuizen opgericht, nog veel te wenschen overlieten. Zooals wel te begrijpen is, heeft de commissie ook bij deze scholen opge merkt, dat goede onderwijzeressen met voldoende hulp in slechte lokalen nog beter zijn dan tame-, lijke lokalen met gebrekkig toezicht, en daarom wil zij niet verzwijgen, dat haar op meer dan eene school getroffen heeft het gebrek aan een PEUILLHTCW. Naar het Engelsch IX. Hexham deed alsof hij niets merkte en zei op opgeruimden toon„Ik stel mij morgen ochtend ter beschikking dergenen die poseeren willen, juffrouw Hester. Gij zult mij toch niet weer teleur stellen?" Hester antwoordde niet en verliet de kamer. Hexham trachtte den volgenden dag zich zeiven te overtuigen dat hij alles met Hester weer in orde had gebracht. Hij was laat beneden geko men en had haar aan het ontbijt niet gezien, maar hij wist zeker dat zij hem niet in den steek zou laten, zoodat hij zijne chemicaliën gereed maakte en zich zeiven voor bleef praten dat zij wel komen zou. De glazen waren blank gepoetst en stonden op hun plaats. Hij vond dat alles was gelijk het wezen moestde zon scheen zoo als alle photographen het verlangen. Eens toen hij voetslappen boorde keerde Hexham zich toereikend getal goed opgeleide helpsters. Ook uit een hygiënisch oogpunt beschouwd, moet het helpend personeel goed en talrijk genoeg wezen. „Het heeft de commissie getroffen, dat zij bijna nergens eene soort van wacht- of ontvang-kamer gezien heeft en nergens eene wasehinrichting, waar alle kinderen bij het ter school komen de handen moeten wasschen; eveneens trof het haar, dat niet alle privaten uitmunten door Hollandsche zindelijkheid. De commissie moest het afkeuren, dat men in sommige scholen de behangsels en de donkere verven der voormalige woonkamers had laten bestaan, waardoor de scholen onoogelijk en onrein worden. „Verder heeft het de aandacht getrokken, dat men niet overal voor de kleederen eene flinke, in de schooluren goed geventileerde ruimte be schikbaar had een gang b. v. van voren en achteren met de buitenlucht in gemeenschap, die tegen den tijd van aankleeden gesloten wordt terwijl het toch bekend is, dat bovenkleederen dikwerf onrein en dragers van smetstoffen zijn. Rustbedden om zwakke kinderen eén tijd lang te laten rusten, scheen men bijna nergens noodig te hebben en thermometers, die men thans in elke woning, ja op de publieke straat kan raad plegen, ontbraken overal. „Bekend met de ongerieven van dikwerf tocht aanbrengende ventilatoren, willen wij het niet betreuren, dat men er nergens kwistig mede is geweest, maar opmerkelijk was het toch, dat wij nergens een ventilator in of naast een schoorsteen zagen. Meer dan eens vonden wij de opene speel plaats al te bekrompen en somtijds ontbrak zij geheel en alwij vonden ook wel scholen zonder overdekte speelplaats en somwijlen speel kamer en kleerkamer in dezelfde ruimte. „Niet gaarne zou de commissie, bij de ver scheidenheid der meeningen, eenig model van bank of tafel noodig willen verklaren; maar banken zonder steunsel, zooals wij ze veelal zagen, ver dienen toch afkeuring. Gaarne ziet men ook, dat zittende kinderen genoegzame ruimte hebben, en is die ruimte genoeg, wanneer de gemiddelde zitplaats slechts 1/3 meter is? Het heeft de commissie ook verwonderd, dat niet op alle scholen het drinkwater goed ja, dat het zelfs niet overal onderzocht was. Thans is dat door ons scheikundig lid gedaan. Veel te weinig mis schien wordt in den zomer aan de verhitte ge stellen een teug water, mits gezond en frisch water, uitgereikt. „Wij hebben in de tabel de moeielijk" in cijfers aan te geven luchtruimte van deuren niet ver meld, wel de licht- en luchtruimte van de ramen. Is zij overal gelijk? is zij overal voldoende? Men schielijk om, maar het ,was St. Julian die naar zijn atelier ging; daarop kwam freule Jeanne voorbij en toen lord Ulleskelf en telkens voelde Hexham zich meer teleurgesteld en geërgerd. Tweemaal kwam hij bij mij aan het venster van het salon waar ik zat te werken, maar ik wist niet waar Hester heengegaan was en of zij plan had te poseeren. Het laatst van allen ging de kleine Mary voorbij, met hare handen vol gras soorten welke ik haar had laten zoeken. Zij liep tusschen de bloemperken door en had haar hoofdje vol liefelijke beelden, merkwaardige droomen en toovergeschiedenissen uit een wereld, waarin zij, afgescheiden van ons, leefde. De hooge pampas grashalmen golfden over haar hoofd en bogen hunne gele pluimen in den wind. De wirte strui ken glinsterden geheimzinnig, de tjimaras lieten de gevederde takken hangen, de heesters werden door den wind bewogen terwijl een specht uit de buitenwereld, die zich in het tooverrijk gewaagd had, met veel inspanning tegen den stam van een slanken olm opklouterde. Hexham vroeg Mary of zij wist Waar Hester was. Het kind ontwaakte uit haar droom, wees naar het huis en zei: „Zij zat voor oom Henri te werken, daar in de huis kamer, toen ik er voorbijging." Zooals ik zeide was Hexham zeer ongeduldig van aard en een weinig hardvochtig, gelijk jonge menschen wel meer zijn, maar er lag iets gerust stellends in die hardvochtigheid en in het ver trouwen op zich zeiven en op zijn eigen hande lingen, omdat het een ware uitdrukking was van kelijke kac de gezonde vervangen, bedenke, dat men in eene school nooit te veel licht, maar nog minder te weinig mag toelaten, en dat de lucht elk oogenblik bederft door den adem en de uitwasemingen der kinderen, en dat men eene school ongezond moet verklaren, zoodra de warmte ons „tegenslaat" of wanneer onze reukorganen de aanwezigheid van menschen be speuren. „Ten slotte de ruimte; wij weten dat men de kubieke ruimte voor bewaarscholen respectievelijk lager stelt dan voor andere scholen, waar men een minimiim vordert van drie kubieke meter; maar wij vragen of dat wel billijk is. Anderhalve kubieke meter lucht, vooral in den winter, wan neer de deuren gesloten zijn en met de thans gebrui- :hels, die, om oeconomische redenen, open vuren van vroegeren tijd hebben durft de commissie zonder aarzelen voor te weinig en dus voor ongezond verklaren, en dat niet alleen voor de private gezondheid van kind pn onderwijzeres, maar, met het oog op de scholen als brandpunten van besmetting, ook voor de gezondheid van anderen. „Gymnastiek-inrichtingen bij de bewaarscholen zagen wij, éene enkele uitgezonderd, nergens." Wat de werkzaamheden der gezondheidscom missie aangaat, verdient nog vermelding dat deze, reeds in November jl. door burg. en weth. gewezen zijnde op de wenschelijkheid om sommige levens middelen nu en dan scheikundig of microscopisch te doen onderzoeken, zich daartoe bereid verklaard heeft, voor zoo ver het haar mogelijk is zich met dit dikwijls lastig en tijdroovend onderzoek bezig te houden. Als een gevolg dezer briefwisseling is. de commissie reeds sedert eenigen tijd bezig met het ondeVzoek der melk. Wij teekenen hierbij aan dat hetzelfde sedert ruim drie maanden o. a. te Zutfen geschiedt. De com missie onderzoekt daar de melk der verschillende verkoopers en deelt den uitslag daarvan iedere maand aan burg. en weth. mede. Deze mede- deeling wordt publiek gemaakt, hetgeen reeds een zeer merkbaren invloed op de koopers en de ver koopers, en daardoor ook op de hoedanigheid der melk, uitoefent. Het onderzoek geschiedt te Zutfen naar een dubbelen maatstaf: men wijst de hoeveelheid water aan, welke de melk meer bevat dan in normale melk het geval moet zijn, en men meet het roomgehalte (minimum 9 a 10 graden op den roomuieter). Over de politie wordt in 't verslag zeer -weinig gezegd. Of dit een gevolg is van hare hooge voortreffelijkheid laten wij in 't midden. Dat haar toezicht, wat de openbare wandelingen betreft, tot dusverre te wenschen overliet, wordt in 't verslag erkend en teneinde daarin verbetering te brengen zijn de twee vaste arbeiders, aan jeugdige kracht en sterkte. Geen slecht mensch kon dit volmaakte vertrouwen bezitten, dat de meeste daden en gezegden van George Hexham kenmerkte; maar het was welbezien het welbc* hagen van goede voornemens. Hij had gedacht dat het van zelve sprak dat Hester zou komen, niet alleen, maar dat zij zóu komen met ongeveer dezelfde gevoelens als waar mede hij haar verwachtte. Hij begreep haar afwezigheid, die voortdurende koelheid niet. Wat beteekende dit alles? Zou het, kon het be- teekenen dat zij zijn bewondering niet opge merkt had? Eensklaps werd het een zaak van het hoogste gewicht voor hem haar te vinden, haar verwijten te doen, op haar gelaat te lezen en te ontdekken waarom zij hem zoo gedwars boomd had. Hij kon haar den heelen dag, op ieder uur zien, en toch was dit het uur dat hij voor zich zeiven uitgekozen had, waarop hij haar noodig had, het uur waar hij naar uit gezien, op gerekend en naar verlangd had. Hij kwam ten derde male bij mij en vroeg of ik een boodschap voor hem wilde doen. Ik had wel een beetje met hem te doen, maar ik vond toch dat hij deze kleine bestraffing wel verdiende. „Als gij mede wilt gaan, zullen wij haar samen gaan zoeken," zei ik. „Gij bewijst mij een ontzaglijk grooten dienst," riep hij dankbaar uit. Men kon van de binnenplaats in de huiskamer komen; zij lag naast het buiten-atelier, waarmede zij door een deur verbonden was. Zooals Mary wie, met den tuinman der gemeente, het onderhoud van plantsoen en wandelingen voortaan is opgedragen, tot buitengewone agenten van politie aangesteld. Hierdoor hebben zij de bevoegdheid verkregen om bij overtredingen proces-verbaal op te maken. Heden namiddag heeft ten raadhuize alhier de opening plaats gehad van de bus en de biljetten voor de door het gemeentebestuur uitgeschreven geldleening groot f 59,000, rentende 4jj pet. Er is ingeschreven voor 269 aandeelen van 1000 door de volgende heerenScheurleer zonen, te 's Hage, 5 aandeelen a 1005, 5 a/1000, 10 a 990 en 39 a 980L. E. Hendrikse alhier voor 7 a 100 pet. en 3 a 99 pet.I. Boasson zonen alhier voor 11 a 100/j pet.; jhr. mr. J. w. M. Schorer alhier voor 10 a 100 pet.; N. G. Bos alhier voor 2 a 99| pet, 1 a 97pet. en 2 a 95 pet.; van den Broecke Luteijn Schouten alhier voor 7 a 100 pet.5 a 997/3 pet. en 5 a 95 pet.; J. D. M. de Stoppelaar alhier voor 40 a 101 pet.; B. J. Akkerman alhier voor 3 a 100 pet.; Jac. de Kanter alhier voor 2 a 101/ pet. en 2 a 100 pet.F. G. Sprenger alhier voor 5a/ 1005.06 en 4 a 1002.26; M. Fokker alhier voor 4 a 100§ pet.; J. A. Tak alhier voor 59 a 100J pet.; van der Leijé Co., alhier voor 10 a 100 pet.; P. J. Siegers, te Vlissingen, voor 1 a 100 pet.; J. A. Zip alhier voor 5a/ 1020, la f 1015, 1 a 1010, 5 a 1005.50, 5 a/ 1002.30 en 10 a 1000.30. Toegewezen zijn aan de heeren J. D. M. de Stoppelaar 40, J. A. Zip 12, Jac. de Kanter 2 en F. G- Sprenger 5, samen 59 aandeelen. De Staats-courant bevat de wet van den 7 dezer, Stbl. no 37, tot wijziging der wet van 13 Juni 1857 (Stbl. no 86) op de zeevisscherijenalsmede de wet van den 7 dezer, Stbl. no 40, tot aan vulling van het reglement op het beleid der regeering van Nederlandsch-Indië. De officieren der zeemacht zijn voornemens prins Hendrik, die den rang van luitenant-admiraal bekleedt en in zijne jeugd in verschillende rangen actief dienst gedaan heeft, bij gelegenheid van zijn huwelijk een geschenk aan te bieden. Het zelfde zal geschieden door de gemeenten (niet de ingezetenen van) Baarn, Soest en Soestdijk. Woensdag avond overleed te Amsterdam op 65jarigen leeftijd de advocaat mr.Assuerus Salomo van Nierop, geboren te Hoorn, oud-lid van de tweede kamer, lid van de provinciale staten van Noord-Holland, van den gemeenteraad van gezegd had zat Hester voor het raam te werken toen wij binnenkwamende deur van het atelier stond open en ik hoorde daar binnen menschen praten. De naald van Hester ging eenigszins op de maat op en neder. Zij wist dat Hexham met mij binnengekomen was; maar zij keek niet op en werkte onafge broken voort. Arme Hester! haar hart was te bezwaard om haar te doen blozen of haar geagi teerd te maken. Hexham had haar gewond en teleurgesteld, maar hoe jong zij ook was, had zij een sterk gevoel van betamelijkheid, 'tgeen haar belette iets te verraden van wat zij gevoelde, en daarenboven beheerschte thans die onbepaalde onverklaarbare angst al hare gedachten en ge voelens, behalve die welke zij niet bekennen wilde. George Hexham stond met een verbaasd gelaat, vol toorn en liefde en berouw, haar steken gade te slaan zooals zij vorderden. Een, twee, drie, telde hij en het zonderlinge kleine kleedingstuk werd in hare blanke handen omgekeerd en ge draaid. Eens zag zij naar hem op. Het zou beter geweest zijn indien zij verwijtend gekeken had, maar neen, het was een koude blik dien zij op hem wierp en daarna boog zij het hoofd weder over haar werk. Ik liet het aan hen alleen over om tot een verklaring te komen en keerde naar het salon terug. Later vertelde Hester mij hoe boos zij op mij geweest was dat ik hem daar gebracht had.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1