N°. 115.
121e Jaargang.
1878.
Donderdag
16 Mei.
Telegraphische berichten.
Nationale Militie.
&MHtgfc*
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentien: 20 Gent per regel.
Geboorte-1 Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer- 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite G°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 15 Mei,
Benoemingen en besluiten.
Kunst nieuws»
0 n d e r w ij s.
Kerknieuws,
Rechtzaken,
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op het besluit van den commissaris des
konings in de provincie Zeeland, van den 9en
Mei 1878, a, no. 1941, 3e afd. (Provinciaal blad
no. 52;)
maken bekend:
dat het onderzoek van de in deze gemeente
zich bevindende verlofgangers van de militie te
land, om het even uit welke provincie zij afkom
stig zijn, namelijk, zij die hehooren tot de lich
tingen van 1874, 1875, 1876 en 1877, voor zoover
zij vóór den len April jl. in het genot van
onbepaald verlof zijn gesteld, zal plaats hebben
op 1 Juni 1878, des voormiddags te 10 uren, op
de Koopmansbeurs alhier.
Zij herinneren de belanghebbenden verder aan
de navolgende bepalingen der wet op de nationale
militie van 19 Augustus 1861, (Staatsblad no. 72)
lo de verlofganger meldt zich binnen dertig
dagen na den dag, waarop hem de verlofpas is
uitgereikt, bij den burgemeester zijner woonplaats
aan, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien
teekene. (Art. 133.);
2o de verlofganger, die zich in eene andere
gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan
den burgemeester zijner woonplaats. Binnen dertig
dagen na den dag, waarop hij komt in de ge
meente, waarin hij zich vestigt, meldt hij zich
aan bij den burgemeester dier gemeente, teneinde
deze zijn verlofpas voor gezien teekene. (Art. 134);
3o de verlofganger van de militie te land mag
zich zonder toestemming van den minister van
oorlog niet langer dan gedurende vier weken buiten
's lands begeven. (Art. 136);
4o de verlofganger die art. 133, 134 en 136
niet naleeft, wordt in werkelijken dienst geroepen
en gedurende drie maanden gehouden. (Art. 137)
5o de verlofganger van de militie te land,
die bij openbare kennisgeving is opgeroepen om
door den militie-commissaris te worden onderzocht,
verschijnt bij dat onderzoek in uniform gekleed
en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken,
hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven,
van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. (Art.
138, 139 en 140);
6o de verlofganger van de militie te land, is
aan de militaire rechtspleging en tucht onder
worpen; onder anderen gedurende den tijd, dien
het onderzoek voor den militie-commissaris duurt,
en in het algemeen wanneer hij in uniform ge
kleed is. (Art. 130)
7o. behoudens het bepaalde hij art. 130 kan
een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan
in de naastbij gelegen provoost of het nabij zijnde
huis van bewaring of arrest, door den militie
commissaris worden opgelegd aan den verlofganger:
lo die zonder geldige redenen niet bij het
onderzoek verschijnt
2o die daarbij verschenen zijnde zonder geldige
redenen, niet voorzien is van de hij art. 140
vermelde voorwerpen;
3o wiens kleeding- en uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden be
vonden -
4o die kleeding- of uitrustingstukken, aan een
ander behoorende, als de zijne vertoont (art. 141);
8o onverminderd de straf, in het voorgaand
artikel vermeld, is de verlofganger verplicht, op
den daartoe door den militie-commissaris te bepalen
tijd en plaats en op de in art. 140 voorschreven
wijze, voor hem te verschijnen om te worden
onderzocht. (Art. 143);
9o de verlofganger, die zich bij herhaling schuldig
maakt aan het feit, sub 4o van art. 141 bedoeld
of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie
commissaris verschijnt, of aldaar verschenen zijnde,
in het geval verkeert sub 2o en 3o van art. 141
vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en
van drie tot zes maanden gehouden. (Art. 144)
lOo de verlofganger die niet voldoet aan eene
oproeping voor den werkelijken dienst, wordt als
deserteur behandeld. (Art. 145)
llo elk, die voor de militie is ingeschreven, en
ieder, die daarbij is ingelijfd, kan, overeenkomstig
de daaromtrent bestaande voorschriften, tot een
vrijwillige verbintenis, voor den tijd van zes jaren
of langer worden toegelaten bij de zeemacht, het
korps mariniers hieronder begrepen, hij het leger
hier te lande of bij het krijgsvolk in 's rijks over-
zeesche bezittingen; plaatsvervangers echter niet
bij de zeemacht of het korps mariniers, gedurende
het eerste jaar van hun diensttijd. (Art. 9 en 74);
12o aan de bij de militie te land ingelijfden,
die verlangen na volbrachten oefeningstijd, mins
tens voor zes maanden onder de wapenen te
blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger
te verbinden, wordt zulks vergund. (Art. 126).
Hiervan is afkondiging geschied waar het
behoort.
Middelburg, den 10 Mei 1878.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SC HO EER.
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
Heden werden door de rijkscommissie voor het
examineeren van varenslieden 6 candidaten voor
den rang van derden stuurman geëxamineerd.
Aan éen werd het diploma voor den rang van
derden stuurman uitgereikt, namelijk aan J. Jon
ker te Veendam, 3 werden afgewezen wegens
onvoldoende kennis in de praktijk, 2 wegens
gemis van voldoende kennis in de theorie.
Naar wij vernemen zal de Ylissingsche visch-
sloep „de Zeeuw" dezen zomer niet ter visscherij
naar zee gaan.
Ondanks de pogingen, door het bestuur aange
wend, om met toezegging eener goede minimum-
gage volk te krijgen, is dit niet mogen gelukken,
zoodat dit sterke en fraaie vaartuig gedurende
langen tijd werkeloos in de haven zal móeten
blijven liggen.
Ook elders in ons land zijn er sloepen die, uit
gebrek aan equipage, de visscherij dezen zomer
niet zullen kunnen uitoefenen.
De te Amsterdam gevestigde hoofdcommissie
voor de aanbieding van een nationaal huldeblijk
aan Z. K. H. prins Hendrik heeft thans eene
oproeping voor dat doel tot alle Nederlanders
gericht. Zij meent te handelen in den geest van
den prins, door op den voorgrond te stellen dat
het karakter van het huldeblijk niet anders mag
en kan zijn dan algemeen Nederlandsch, zonder
onderscheid van rang en stand, gezindte of woon
plaats.
Elke afzonderlijke inschrijving kan van ten
minste 25 ct. tot f 10 bedragen. Hooger som
van éen persoon wordt niet aangenomen. Duide
lijk schrijve men voorts naam, voornaam en
woonplaats op de bij de circulaire gevoegde strook
papier en levere die met zijne bijdrage in ter
plaatse, waar de burgemeester zal aanwijzen.
De namen en woonplaatsen der gevers zullen
allen, zonder vermelding der bijdrage, in een
album verzameld, aan het vorstelijk echtpaar
worden aangeboden.
Terwijl de inzameling door het geheele land
geschiedt, zal de hoofd-commissie gaarne de wen
ken ontvangen van degenen, die haar willen
voorlichten in de keuze van eene gepaste en waar
dige bestemming der gelden.
De Staats-courant bevat de wet van den 7en
dezer, houdende nadere bepalingen omtrent den
accijns op den wijn.
Men schrijft aan de Zutf. cour. uit den Haag
„Men zegt dat binnen enkele weken bij den
raad van state het nieuwe strafwetboek zal inko
men. En „men" kon ditmaal wel eens goed in
gelicht zijn. Uit zeer goede bron toch vernam ik
dezer dagen, dat de minister van justitie reeds
bezig is om aan dit kolossale werk de laatste
hand te leggen.
„Het lot, dat aan het bedelarijwetje is te beurt
gevallen, is echter geen gunstig voorteeken voor
het in aantocht zijnde strafwetboek. Dat de eerste
kamer met zoo groote meerderheid de voordracht
op de bedelarij verworpen heeft, is zekér niet de
schuld van 's ministers zwakke verdediging, maar
kan wel als bewijs worden aangehaald dat er nog
heel wat moet gebeuren voordat de Code Pénal
buiten werking zal zijn gesteld. Men ga eens na
hoeveel redevoeringen er zijn gewijd aan de enkele
alinea, beginnende met„Niet strafbaar is hij"
en men berekene hoeveel honderden, ja duizenden
redevoeringen een algemeen strafwetboek zal
kosten. Wil men die voordracht op dezelfde
wijze behandelen als men het uit éen artikel be
staande bedelarij wetje behandeld heeft, dan zullen
zeer zeker de staten-generaal in de 19e eeuw met
dit reuzenwerk niet gereed komen.
„Met belangstelling heb ik de debatten over de
bedelarij gevolgdmaar ondanks al de afkeurende
adviezen van uitstekende rechtsgeleerden moet ik
verklaren, dat ik de heftige oppositie tegen dit
wetje niet begrijp. Dat men in hetgeen werd
voorgedragen nog niet zijn desideratum vond, dat
begrijp ikmaar dat men liever de allertreurigste
regeling, waaronder wij nu leven, heeft willen
bestendigen, dat i3 mij minder verklaarbaar."
belastingen. Benoemd tot hoofdverificateur
voor den actieven dienst der directe belastingen,
invoerrechten en accijnsen te Amsterdam, J. van
de Waereld, thans verificateur aldaar.
leger. Op nonactiviteit gesteld de kapitein
G. L. Sterk, van het 4e reg. infanterie, in afwach
ting dat omtrent hem nader zal worden beschikt.
Een van de eerste schilderstukken, welke op de
wereld tentoonstelling te Parijs zijn aangekocht,
was een „Gezicht op den IJsel" van den Haag-
schen schilder van Borselen.
Door burg. en weth. van Amsterdam wordt
voorgesteld aan de hoogere burgerschool met
driejarigen cursus voor jongens aldaar, bij het
begin van den nieuwen cursus nog drie leeraren
aan te stellen, een voor het onderwijs in de ge
schiedenis en aardrijkskunde, een voor het Fransch
en een voor de wiskunde, elk op eene jaarwedde
van f 2500.
De heer J. W. Unger, pred. te Koudekerke,
heeft voor het beroep naar Idsegahuizen en Piaam
bedankt.
Meer dan een jaar geleden werd een persoon,
die voor het hof te Leeuwarden wegens een mis
daad en een wanbedrijf terecht stond, enkel aan
het laatste schuldig verklaard. Het arrest werd
door den hoogen raad vernietigd, met verwijzing
naar het hof te Arnhem. Dit hof oordeelde in
raadkamer, dat de zaak correctioneel was en bij
een rechtbank thuis behoordehet verwees den
beklaagde toen naar de rechtbank te Groningen,
binnen welker ressort de beklaagde woonde. Die
rechtbank echter verklaarde zich onbevoegd,
omdat het Arnhemsehe hof de zaak had hehoo
ren te verwijzen naar een rechtbank binnen zijn
eigen rechtsgebied. Dit vonnis werd door het
Leeuwarder hof bevestigd, met de opmerking, dat
dit hof anders ten tweeden male dezelfde zaak
zou moeten beslechten.
De procureur-generaal te Leeuwarden kwam nu
tegen dit arrest in cassatie en tegelijk op zijn
verzoek de proc.-gen. te Arnhem tegen de ver
wijzing naar Groningen. Bij de behandeling dezer
zaak voor den hoogen raad merkte de rapporteur,
de raadsheer mr. Jolles, op dat de proc.-gen. te
Arnhem zijn eigen beroep in cassatie afbrak
De adv. van den beklaagde, mr. S. van Hou
ten, achtte den proc.-gen. van Arnhem niet-ont-
vankelijk en het beroep van dien te Leeuwarden
niet gegrond. Over 14 dagen zal het openbaar
ministerie hij den hoogen raad zijn oordeel zeggen
over deze zonderlinge zaak, waarin een persoon
van het eene rechtscollege naar het andere wordt
verwezen.
Dat de familie Minderhoud te Westkapelle in
den eersten tijd nog geen gevaar loopt uit te
sterven blijkt uit een in de vorige week aldaar
voorgekomen geval, toen eene huwelijksakte door
al de elf daarbij, betrokken personen, zijnde de
beide gehuwden, de vier ouders, (moeders zoowel
als vaders) de vier getuigen en den ambtenaar
van den burgerlijken stand, met den naam Min
derhoud onderteekend werd.
Den 13en dezer is te Hulst door den burge
meester, den heer G. Pierssens, de gedenksteen
gelegd van de restauratie van den toren der
groote-kerk aldaar. Aan de commissie van rijks
adviseurs^ voor de,4nqnumenten van geschiedenis
en kun^t'hëeft mén,de herstelling van dit monument
te danken, waarvóór jhariijjss (gedurende 5 jaren)
een rykabijdriqge. vah 5600 wordt verleend. De
uitvoering derthans (begonnen werken werd bij
aanbesteding van 28 Augustus 1877 voor f 38,000
toegewezen aan dó aannemers Jos. Gustin en W.
Keijenberg te Turnhout.
Het tijdperk der stichting dezer kerk is niet met
zekerheid bekend. Volgens de overlevering zou
deze tussehen de jaren 1200 a 1300 moeten hebben
plaats gehad. De kerk was toegewijd aan den
H. Willebrordus zij is eene kruiskerk, rustende,
met hare bogen, dié regelmatig volgens de oude
bouwkunst uit elkander rijzen, op zeer vele
groote en kleinere pilaren. De steen, waarvan
deze kerk en toren zijn gebouwd, is doorgaans
grauwe arduin (zandsteen). Aanvankelijk moet
de kerk zoowel van buiten als van binnen zeer
sierlijk geweest zijnvooral het koor, 't welk
met veel zorg aangelegd en voltooid is, namelijk
de zijbanken kapelsgewijze verdeeld en daartusschen
met verheven bogen en spitsen naar de oude kunst
ten pronk gebouwd en opgesierd. Deze spitsen
of pinakels zijn echter door verloop van tijd mee-
rendeels verdwenen. De kerk was vroeger geheel
ingericht en in gebruik voor den Roomsch-katho-
lieken eeredienst, totdat zij tijdens de inneming
der vesting Hulst, 4 November 1645, aan de Her
vormden is overgegaan, die voor den dienst slechts
de voor- of preekkerk, welke ruimte genoeg op
leverde, gebruikten en het koor tot bergplaats
of andere doeleinden hestemden. Dit heeft zoo
voortgeduurd tot het jaar 1807, toen, onder en
op last van het Fransche bewind, de kerk door
een zwaren muur is gescheiden en het voorste
deel, zijnde het koor met het transept (zooge
naamde wandelkerk), weder aan de R. K. is
teruggegeven, terwijl de toren aan de burgerlijke
gemeente werd toegewezen, in welken toestand
sedert geene verandering is gekomen.
De kerktoren is nu tot viermaal toe door den
bliksem getroffen en weggebrand, t. w.lo. in
het jaar 1468, waarbij kerkdaken en een groot
gedeelte der woningen nevens den toren zijn
vernield geworden2o. in 1562, 6 Juni, toren, al
de kerkdaken en omstreeks 160 hnizen; 3o. in
1663, 20 November, toren en grootendeels al de
kerkdaken, en 4o. 1 September 1876.
Men leest in de Leidsche courant
Eergisteren was het voor onze stadgenoote mej.
de wed. J. M. de Vroede een gedenkwaardige
feestdag. Vijftig jaren lang is zij de trouwe
hospita geweest voor eene reeks studenten-
geslachten, die sedert het jaar 1828 op hare kamers
hebben gewoond. Uit dezen had zich eene com
missie gevormd, die zich ten taak stelde de jubi
laris op den dag dat zij haar gouden hospitafeest
zou gedenken, uit naam van de oud-studenten,
die eenmaal in het „Hotel de Vroede" hebben
gewoond, eenige geschenken aan te bieden. Met
eene hartelijke toespraak, vol waardeering van de
goede zorg en diensten, welke de jubilaris gedu
rende al dien tijd voor hare „heeren" gehad heelt,
werden haar, in tegenwoordigheid van vele oud
studenten, deze geschenken aangeboden door
mr. N. J. C. Snouck Hurgronje, lid van gedepu
teerde staten van Zeeland. Bij deze geschenken
was eene calligraphische lijst gevoegd, waarop de
namen voorkwamen van allen, die tot dit feest
hadden bijgedragen. Gedurende die 50 jaren
hebben op de kamers van mej. de Vroede 48
studenten gewoond, terwijl gewoonlijk drie bewo
ners te gelijk in dit goed befaamde huis verblijf
hielden.
Te Maastricht is gisteren nacht een magazijn
van ijzerwaren, hout en bouwmaterialen, toebe-
hoorende aan de firma de Beaumond en zoon,
geheel afgebrand. De schade wordt op f 100,000
begroot, doch alles was verzekerd.
BINNENLAND.
's CJravenhage. Bij de herstemming voor
de verkiezing van een lid der prov. staten werd
de heer graaf van Bylandt (conservatief) verkozen
met 383 stemmen. De heer Bergsma (liberaal)
verkreeg 241 stemmen.
's Gravemhage. De installatie der heertn