T
eititeTtlaitd.
7
Telegraphische berichten.
0 n d e r w ij s.
Kerknieuws.
Koloniën.
Thermometerstand.
Staten-Generaal.
Algemeen Overzicht.
Marine en leger.
Kunstnieuws.
Verkoopingen en aanbestedingen.
kommandant 2e kl. te 's Bosch, de luitenant-
kolonel W. Schuunnan, van het 6e reg. infanterie;
tot luitenant-kolonel en plaatsel. kommandant 3e
kl. te Helder, de majoor H. F. Scharp, van het
5e reg. infanterie; bij het wapen der infanterie,
tot luitenant-kolonel, bij het reg. grenadiers en
jagers, de majoors W. C. E. de Villeneuve, H. E. J.
Heymans en jhr. A. E. J. Klerck, allen van het
korpsbij het le reg. de majoors M. F. J. Phaff,
H. J. Herbig en A. J. de Koff, allen van het
korps; bij het 2e reg. de majoors G. M. van de
Pol en B. J. baron Mulert tot de Leemkule, van
het korpsbij het 3e reg. de majoor -Gr. J. Ten
Raa, van het 2e reg.bij het 4e reg. de majoor
D. F. K. Hardenberg, van het korpsbij het 5e
reg. de majoors C. H. B. Wiedemann en J. J. F.
Janssens, van het korpsbij het 6e reg. de majoors
H. M. Verkouteren, van het korps, en J. N. A.
baron Taets van Amerongen, van den generalen
staf, thans directeur der krijgsschool voor officie
ren; bij het 7e reg. de majoor H. F. K. van
Overveldt, van het korps; bij het 8e reg. de
majoor M. J. Nolthenius de Man, van het 7e reg.
Benoemd bij het wapen der artillerie tot luit.-
kolonel, bij den staf van het wapen, de majoors
J. J. Bergansins, van dien staf, inspecteur der
draagbare wapenen, en M. C. F. Simon, mede van
genoemden staf, gouverneur der koninklijke mili
taire academie; bij het le reg. veld-artillerie, de
majoors C. D. H. Schneider en J. G. C. van Dijk,
van het korpsbij het 2e reg. vesting-artillerie,
de majoor L. E. F. Bolomey, van het korps; bij
het 3e reg. vesting-artillerie, de majoor M. J.
van Nieuwkuyk, thans van den staf van het
wapen, benoemd directeur der artillerieschietschool.
Benoemd bij het wapen der artillerie, tot kom
mandant van het 2e reg. veld-artillerie, de luit.-
kolonel jhr. C. J. A. ridder baronet Speelman,
van het le reg. veld-artillerie.
Overgeplaatst in rang bij het reg. grenadiers en
jagers, de majoor J. W. Boellaard van het 3e
reg. infanterie.
In Duitsche bladen wordt medegedeeld, dat de
professor in de anatomie dr. Kupffer een benoe
ming voor Amsterdam heeft bekomen en waar
schijnlijk die benoeming zal aannemen.
hij er op, dat Nederland nog genoeg invloedrijke
en vermogende vrienden telt van de muziek om
de 6000 kosten voor zijn uit 80 leden bestaande
kapel te waarborgen.
De directeur heeft zich daarom per circulaire
tot de kunstvrienden in Nederland gewend om
hun steun, teneinde hem in staat te stellen zijn
voornemen te volvoeren. Uit deze circulaire blijkt
dat geen gift wordt gevraagd, maar eene inschrij
ving als waarborg voor mogelijk tekort. Immers
de opbrengst van de concerten, in de Trocadero-
zaal, waar voor 4500 personen plaats is, tegen
2 fr. als toegang-prijs, wordt allereerst gestort tot
dekking van het als waarborgfonds te verstrek
ken voorschot, zonder hetwelk het plan onmo
gelijk is.
Het is daarom dat wij met aandrang Neèrland's
kunstminnaren durven aanmoedigen den heer
Coenen in zijn loffelijk voornemen te ondersteu
nen. De bescheidenste inschrijving zal dankbaar
worden aanvaard. Prins Frederik der Nederlanden
schreef reeds voor een aanzienlijk bedrag in.
(JV. v. d. D.)
De ontvangen Indische mailberichten, loopende
tot 5 April jl. bevatten o. a. het volgende:
Een hij den kommandant van het leger inge
komen telegram van den militairen kommandant
ter Sumatra's Westkust meldt het volgende
„Luik-kol. Engel bericht den 20en te zijn
opgerukt tegen vijandelijke hoofden van Loehoe
Sirega.r; na hardnekkigen wederstand en onge
looflijke krachtsinspanning werden vier zwaar
versterkte kampongs genomen en verwoest. Geen
dooden noch gewonden; gedrag der troepen uit
stekend."
Een onder dagteekening van 26 Maart jl.
door den secretaris der residentie Wester-afdeeling
van Borneo verzonden telegram luidt als volgt:
„Een patrouille van 50 man en 1 officier, ge
zonden ter bescherming van de Kantoes, door
Batang-Loepars aangevallen.
„Vijand met verlies teruggeslagen; van onzen
kant een officier gewond.
„Versterking 55 man met 1 officier, benevens
100 kettinggangers van Pontianak naar de meren
gezonden. De resident bevindt zich aldaar."
BINNEKLAND.
Tweede kamer. Het wetsontwerp tot
vaststelling der suppletoire Indische begrooting
was beden aan de orde. De heeren Wintgens en Cor-
ver Hooft bestreden die, in verband tot de overige
financieele wetsontwerpen, uitvoerig. Hun voor
naamste en algemeene bedenking was dat de
staatkundige en financieele toestand van Europa
Nederland zelfbeperking en matiging ten plicht
stelt en dus het aanvangen van nieuwe onderne
mingen niet gedoogt. De heer Wintgens vreesde
dat deze Indische vei'hooging op de overige maat
regelen praejudicieeren zal. Bovendien zou het
zijns oordeels onbillijk en deloyaal zijn over den
aanleg van spoorwegen te heslissen alvorens de
hangende contracten met de Indische spoorweg
maatschappij afgedaan zijn. Ook verzette hij
zich met kracht tegen de poging der regeering
om, in strijd met de grondwet en het Indisch
regeeringsreglement, door de kamer incidenteel
nieuwe belastingen voor Indië te doen vaststellen.
De regeering moet de verantwoordelijkheid daar
voor dragen. De heer Heydenrijck verklaarde
zich in beginsel niet tegen spoorwegaanleg, doch
verlangt een onverbrekelijk verband tusschen
dezen en de nieuwe Indische belastingen. De
heer Gratama huldigt het beginsel van den staats-
aanleg bij de Indische spoorwegen, gelijk voorge-
steld wordt.
De heer Patijn erkende de dringende behoefte
van Indië aan staatsspoorwegen, doch verlangt
hetzelfde nauwe verband als de heer Heijdenrijck.
De heer Bredius maakt vooral bezwaar tegen
het plan tot particuliere exploitatie van de Indi
sche spoorwegen.
Ook de heer van Nispen zag de financieele
toekomst donker in, spoorde tot matiging en be
perking in de uitgaven aan, immers zoolang de
Atjeh-oorlog zoovele offers vordert, waarmede de
regeering niet karig moet te werk gaan, hetgeen
de heer van der Sehrieck mede uiteenzette, daarbij
het bekende besluit tot inkrimping der toelagen
van de officieren in Atjeh afkeurende.
De heer Lenting vroeg inlichting omtrent de
bekende berichten aangaande de vestiging van
den baron Overbeeke op Borneo. De heeren van
den Berch en Vader ontwikkelden verschillende
bezwaren tegen de spoorweg-en belastingplannen.
8 Mei. 's av. 11 u. 53 gr.
9 's morg. 8 u. 54 gr. 's midd. 1 u. 60 gr.
's av. 6 u. 58 gr.
Herziening' schoolwet.
Voorl. verslag. (Slot.)
Bij zeer velen vond, na overweging van al wat
omtrent het aandeel van het rijk in de kosten
van het onderwijs was aangevoerd, het gevoelen
bijval, dat de percentsgewijze hulp van het rijk
zich meer tot vaste objecten bepalen moet, wier
uitzetting minder van het goedvinden der gemeen
teraden afhangt. Het meest practisch scheen, de
hulp te beperken tot de traktementen, hetzij dan
alleen van de hoofdonderwijzers, hetzij van de
onderwijzers in 't algemeen. In dien geest werd
door sommigen het denkbeeld voorgestaan en
door verscheiden leden ondersteund, om geheel de
zorg voor het personeel op den staat, over te
brengen, alle onderwijzers, althans de hoofden
der school, uit 's lands kas te bezoldigen en dan
ook de benoeming der onderwijzers van rijkswege
op voordracht der gemeentebesturen te doen plaats
hebben. Zoodoende zou de staatshulp wel tot
een nog hooger cijfer klimmen, maar als men het
doel der wet wilde, moest men niet te karig zijn
en vooral zorg dragen, dat de hulp overal vol
doende was. Tegenover het bloot financiëele be
zwaar stond, dat de rijksondersteuning veel ge
lijkmatiger zou worden verstrekt en dat in het
aangeprezen stelsel het middel ligt om te verkrij
gen, wat door allen moet worden gewenscht: nl.
een onafhankelijken, billijk bezoldigden onder
wijzersstand, die in talrijkheid aan de behoefte
voldoet.
Een grooter getal leden helde er meer toe over
om, in den geest van het voorstel-Moens, een
aanmerkelijk deel der minimum-jaarwedden, of
ook het geheel bedrag daarvan voor rijks reke
ning te nemen, maar dan de benoeming der on
derwijzers aan den gemeenteraad over te laten.
Eenige leden drukten in dit verband vooral op
het laatste punt. De overtuiging, dat de benoe
ming van de onderwijzers door de gemeente hoogst
wenschelijk was, had hen vooral voor het denk
beeld gestemd, om het onderwijs gemeentezaak te
doen blijven, hetgeen én in 't belang van den
onderwijzer èn in dat van het onderwijs is.
Eindelijk werd door een groep leden het behoud
van het beginsel der wet van 1857 staatshulp,
maar alleen in geval van gebleken behoefte
voorgestaan. Zij wilden dus subsidie-verleening
voor ieder bijzonder geval, maar op veel ruimer
schaal dan volgens art. 36 der wet of art. 49
van het tegenwoordig ontwerp mogelijk is. De
moeielijkheid, dat er geen maatstaf voor de sub
sidie bestaat, ware volgens sommige dezer leden
weg te nemen, door bijv. te bepalen, dat alle
gemeenten, waar de opcenten op de rijksbelastin
gen en de hoofdelijke omslagen tot zeker-maxi
mum zijn opgevoerd, aanspraak hebben op een
tegemoetkoming van hoogstens 50 pet. in de
kosten van het lager onderwijs. Anderen, hoewel
van hetzelfde denkbeeld uitgaande, wilden geen
bepaalde aanspraak op ondersteuning hebben
toegekend, maar de zaak voor ieder afzouderlijk
geval onderzocht hebben en dus ook, opdat die
controle krachtig werd uitgeoefend, evenals thans,
de provincie in het verstrekken van de onder
steuning laten deelen.
Reeds is dan ook gezegd, dat een vrij aanmer
kelijk aantal leden zich tegen het verbod van
provinciale bijdragen heeft verklaard. Maar meer
algemeen was men het in dat opzicht met de
regeering eens, omdat de bijdragen van de pro
vincie van lieverlede zijn ontaard in bijdragen,
aan het zuiver provinciaal belang, en niet aan
dat van het eigenlijk onderwijs ontleend.
Ook nu weder vertoonden zicli voor- en tegen
standers van het vergelijkend examen.
Dat er bezwaren aan verbonden waren, werd door
niemand ontkend. Doch ware, ter tegemoetko
ming daaraan, geene uitbreiding te geven aan
's ministers voorstel, om, zonder dat voorafgaand
onderzoek, verplaatsing van hoofdonderwijzers
binnen de gemeente toe te laten? Zou uitbrei
ding tot schooldistricten of schoolprovinciën niet
in aanmerking kunnen komen Andere leden,
voorstanders van het stelsel der classificatie van de
scholen, meenden, dat met dat stelsel verminde
ring van het aantal vergelijkende examens tè
vereenigen ware en dat ook uit dit oogpunt de
voordeelen van het stelsel in het oog vielen.
Algemeen keurde men het af, dat bij de benoe
ming van den hulponderwijzer de tusschenkomst
of medewerking van den schoolopziener geheel
ter zijde werd gesteld.
Reeds is gezegd dat de meerderheid zich ver
klaard heeft voor het behoud van de faculta
tieve schoolgeldheffing, zoodat aan de
gemeentebesturen de vrijheid bleef. Zoodoende
werden de onmiskenbare voordeelen van kosteloos
onderwijs behouden en bleef de gelegenheid open
om aan enkele daartegen bestaande bezwaren
tegemoet te komen. Vrijgevigheid met opzicht
tot de schoolgeldheffing werd door menigeen
vooral ook voorgestaan, met het oog op den
breeden' zoom der bevolking, de arbeidende klasse.
De Porte blijft nog steeds weigeren om te
voldoen aan den aandrang der Russische regeering
om over te gaan tot de ontruiming van de vestingen
Schumla en Warna. Wanneer zij dit toegaf, zou
zij zooals men zich herinnert van de Russen
verkrijgen de ontruiming van Sau Stephano, daar
deze zouden terugtrekken tot achter de liniën
van Tschataldja. De Turksche regeering meent
echter, dat deze verandering van stelling voor
de Russen toch noodzakelijk zal zijn, zoodat zij
om niet ook zullen verkrijgen', wat hun thans
wordt aangeboden onder hezwarenden titel. Dit
moge het motief der weigering zijn, doch dat
laat zich in dé onderhandelingen niet noemen.
Daarin heeft de Porte zich gesteld op het stand
punt van het verdrag van San Stephano, uithooSde
De heer B, van Schelven, predikant bij de
Nederduitsche hervormde gemeente te Alkmaar,
heeft voor het beroep naar Vlissingen bedankt.
De luitenants ter zee 2e klasse J. H. Wouters,
H. O. Feith, J. van Scheers, K. J. Bal, F. Böht-
lingk, D. A. Krayenhoff van de Leur, P. T. M.
vau Leeuwen en F. C. Granpré Molière, laatst
behoord hebbende tot het eskader in Oost Indië
en van daar in Nederland teruggekeerd, zijn op
nonactiviteit gesteld.
De heer Joh. M. Coenen, directeur van het paleis
voor volksvlijt te Amsterdam, heeft het voorne
men opgevat gedurende eenige dagen in de groote
zaal van het tentoonstellingsgebouw op het Tro-
cadéro te Parijs de schoonste nommers van zijn
répertoire ten gehoore te brengen.
De heer Coenen acht het voor de eer van Ne
derland en zijn toonkunstenaren terecht een plicht
iets te doen om onze eer op het gebied der toon
kunst op te houden.
Waar de steun der regeering ontbreekt, rekent
De menschen begonnen zich weer te verspreid en;
sommigen hadden hun huisjes bereikt en moesten
bukken om de lage deur binnen te gaan anderen
liepen voort langs de parken en duinen die van
de kerk afloopen tot aan, de hutjes die aan zee
liggen. Wij zagen Hester, Helena en Hexham
langs den grooten weg over de duinen gaan,
maar freule Jeanne was niet bij hen. Wij waren
dicht bij huis toen Emmy bleef staan voor een
klein dijkje aan den kant van den weg, waarop
een bloeiende hulst stond, die reeds rood begon
te worden tegen den winter.
„Dat is het boompje waar mijn man zooveel
van houdt," zei zij. „Het schitterde van de roode
hulst-hessen den morgen toen wij getrouwd zijn.
Kleine Bevis kijkt altijd of de bessen al beginnen
te gloeien, zooals hij zegt. Ik breng hem dik
wijls hier."
(Wordt vervolgd.)
Na het tot stand komen van de melkinrich
ting te Utrecht, verkoopen sommige ïnelkverkoo-
pers aldaai- thans betere melk dan vroeger; zij
hebben dit echter te laat gedaan, daar vele
hunner klanten reeds bij de melkinrichting zich
hebben laten inschrijven en daarbij nu wel blijven
zullen, in de veronderstelling, dat,' mocht de
melkinrichting eens niet in stand blijven, de melk
ook wel weer dun zou worden.
De arrondissements-rechtbank te Amsterdam
heeft de aanvrage om voorloopige surséance van
betaling der firma James Barge toegestaan. Geen
der op de bijeenkomst van crediteuren aanwezigen
heeft zich daartegen verzet. Tot bewindvoerders
zijn benoemd de heeren mr. J. Pinner, J. A. C.
van Leeuwen en J. H. F. Schuurman.
De Utrechtsche tramwegmaatschappij is thans
tot stand gekomen. Zoowel van belanghebbenden
bij het vervoer als bij het leggen van den weg,
is medewerking verkregen, zoodat bovendien on
geveer f 500 aan het rijk is gewaarborgd voor
kosten van eventueelè beschadiging van den rijks
straatweg. Binnen twee maanden verwacht men
reeds de exploitatie, voorloópig uitgaande van
de Neirde te Utrecht, later van het station van
den Rijnspoor.
De Arnh. courant vertelt dat de kerkeraad
•te. Dussen besloten heeft in geen geval voor de
bestaande vacature een predikant te beroepen
die een'baard draagt!
Zulk een besluit zou eenigszins te hegrijpen
zijn wanneer dames-gemeenteleden de meerderheid
in den kerkeraad hadden. Maar van „heeren dei-
schepping" is men deze openlijke voorkeur ten
aanzien van het uiterlijk niet gewoon.
Eenige slachters, veehandelaars en veever-
voerders te Amsterdam hebben zich tot de tweede
kamer gewend met een adres, houdende bezwaren
tegen het door den Amsterdamschen gemeenteraad
genomen besluit tot oprichting eener algemeene
stedelijke slachtplaats.
Een eigenaardige schedel, door Stanley van
zijne Afrikaansche reizen meegebracht, werpt
Volgens prof. Huxley een nieuw licht op de afstam
ming van den mensch. Hij zou de lang gezochte
„ontbrekende schakel" in de wordingsketen van
Darwin zijn. Stanley verhaalt, dat hij op eene
plaats, die hij bezocht, eene lange rij zulke sche
dels op palen vond en dat hij op zijne vraag,
van wie die afkomstig waren ten antwoord
kreeg, dat het overblijfselen waren van gevangen
boschmenschen, die „soko" genoemd werden en
dienden tot „miama", d. i. voedsel. Ook stukken
buid werden hem vertoond, doch zulk een bosch-
mensch zelf kon hij niet te zien krijgen. De huid
moet veel op die van een aap gelijken, evenals
de schedel, hoewel Iluxley toch meent, dat hij
van een mensch afkomstig is.
BÜITEXLAXD.
Weenen. De regeering heeft een wetsontwerp
ingediend tot dekking van een krediet van 60
millioen.
St. Petersburg. Het Journal de St. Peters-
bourg betoogt dat Rusland alles gedaan heeft om aan
Engeland's rechtmatigen invloed in Turkije te
gemoet te komen. De eisch van geheele overleg
ging van het tractaat aan het congres is reeds
lang toegestaan.
Heden is alhier aanbesteeda de verbetering en
het onderhoud der aarde-, kram-, rijs-, steenglooiing-
werken enz., van den polder Walcheren. Er is
ingeschreven door de volgende heeren:
le Perceel: Noord watering, de heeren J. Ver-
kuyl Quakkelaar, te Vlissingen, voor 53,109
H. Hage, te Middelburg, voor 52,747; J. Ver-
kuyl Quakkelaar, te Vlissingen, voor f 52,111;
Iz. van Male Dz., te Breskens, voor f 51,339.
2e Perceel: OostwatëringH. Hage, te Middel
burg, voor 8300Iz. van Male Dz., te Breskens,
voor ƒ7996; J. van den Hoek, te Middelburg,
voor ƒ7755.
3é PerceelZuidwatering, H. Hagè, te Middel
burg, voor 9840Iz. van Male Dz., te.Breskens,
voor f 9239 .J. van den Hoek, te Middelburg,
voor 8725.
4e Perceel: Westwatering, Iz. van Male Dz., te
Breskens, voor 7629; J. Verknyl Quakkelaar,
te Vlissingen, voor f 7569J. van den Hoek, te
Middelburg, voor /7255; H. Hage, te Middelburg,,
voor f 7255.
b Het weghalen van broed- of mosselzaad aan
de Noordwatering. Ingeschreven door de heeren
V. N. Voerman, te Philippine, voor/470; Stoffel
Jiimelet Mz., te Bruinisse-, voor f 125Andries
Jumelet Wz., te idem, voor f 100J. van den
Berg Mz., te idem, voor ƒ26.54.
Door burgemeester en wethouders van Zierikzee
is op 8 Mei 1878 ten raadhuize in het openbaar
bij minste inschrijving aanbesteed: het doen van
eenige vernieuwingen aan de gebouwen en andere
werken dier gemeente, met het gewone onderbond
daarvan in tien perceelen.
le Perceel. Openbare gebouwen, aannemer de
heer L. Geers,voor 1981.
2e Perceel. Kaaimuren, aannemer de lieer
C. J. Elsevier, voor ƒ804.
3e Perceel. Beschoeiingen en paalwerken, aan
nemer de heer W. Koole, voor 1335.
4e Perceel. Leveren van materialen en leggen
van winterkrammat, aannemer de heer J. de
Rijke, voor ƒ1029.
oe Perceel. Bruggen dichtste sas enz., aannemer
de heer H. Bosaans, voor 504.
6e Perceel. Riolen, putten en waterleidingen,
aannemer de heer J. Lammers Sr.voor 288,30.
7e Perceel. Het slaan van baardplanken langs
den kaaimuur aan het Luitje, aannemer de heer
J. Bartels, voor f 630.
8e Perceel. Het vernieuwen der defensiewerken
van een gedeelte van den Westhavendijk bij het
Westhavenhoofd, aannemer de heer Jj de Rijke,
voor 1193.
9e Perceel. Het maken van Steenglooiing ter
vervanging van een gedeelte versleten rijsbeslag
aan het Kwistegeld, aannemer de heer J. de Rijke,
voor f 924.
10e Perceel. Schoolgebouwenaannemer de
heer J. van Dijke, voor 1669.