N°. 108. 12le Jaargang. Woensdag 8 Mei. Op een eiland. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertenties 20 Cent per regel, Geboorte- Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Gröote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. 8 C H U T T E R IJ. Middelburg, 7 Mei, FEUILLETON. van Miss THACKERAY. Mr. W. A. VAN HOEK. Spoorweg-dieverijen- De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend: 1° dat de commissie uit bet gemeentebestuur ingevolge art. 15 der wet van 11 April 1827 (Stbl. no. 17), belast met het onderzoek nopens de al of niet gegrondheid der redenen welke tot vrijstelling of uitsluiting van den dienst bij de schutterij zijn ingebracht, hare le gewone jaar- lijksche zitting zal houden op Woensdag 22 Mei, des voormiddags ten 10 J ure, ter beoordeeling in hoeverre de redenen waarom in het voorgaande jaar voorwaardelijk vrijstelling is verleend, bij voortduring geldende zijn; 2° dat de belanghebbende personen, voor zoo verre zulks niet al reeds door hen is geschied, de schriftelijke bewijzen omtrent de redenen welke zij voor hunne vrijstelling kunnen aanvoeren alsnog vóór 22 dezer ter gemeente-secretarie moeten overleggen; 3° dat zijdie mochten verzuimen op het be paalde tijdstip voor de commissie van onderzoek te verschijnenzullen worden gerekend geene redenen van vrijstelling te hebben en voor zoo verre zij dienstplichtige nommers getrokken heb ben en niet vallen in de termen van art. 3 a, bc, l en m en art. 4 der wet, bij de schutterij zullen worden ingelijfd, totdat zij in een volgend jaar hunne reclames op den aangewezen voet zullen doen gelden. Hiervan is afkondiging geschied waar het be hoort den 6en Mei 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOEEE. De secretaris, Gr. N. DE STOPPELAAR. Wij herinneren den kiezers in ons hoofd kiesdistrict dat morgen (Woensdag), van des morgens 9 tot des middags 5 uren, de inleve ring moet plaats hebben van de stembriefjes yoor de benoeming van een lid der provinciale staten van Zeeland. Nogmaals zij aangedrongen op eene trouwe opkomst ter stembus, welke bij de eerste stem ming op 26 April jl. zooveel te wenschen heeft overgelaten. Wanneer men in aanmerking neemt dat van de 1391 kiezers in ons district, er 772 te Middelburg, Vlissingen en Veere woonachtig zijn, en men weet dan dat er, bij de eerste stemming, van die 772 niet minder dan 444 zijn thuis gebleven, dan lijkt de vrees niet hersenschimmig dat, bij de herstem ming, de bevolking der drie steden door die Naar het Engelsen VI. „Wij hadden u geheel uitgeschrapt, Jeanne-lief," zei Emilie, terwijl zij haar schoonzuster oplettend aanzag om de gelijkenis met Bevis terug te vinden. „Was ik maar thuis gebleven; maar gij vondt mama toch. „Wij dachten dat gij niet gekomen waart," zei Hester, „toen mijnheer Hexham zonder u arri veerde „Ik merk nu dat ik de eer heb gehad met freule Jeanne te reizen," zei Hexham, met eene diepe buiging. Freule Jeanne keerde mijnheer Hexham den rug toe. Zij had op de boot reeds een grooten afkeer van hem gekregen, want zij had opge merkt dat hij een paar maal naar haar en kapitein Sigourney keek en zij had er zich altijd wel bij bevonden menschen, die zij niet lijden mocht, den rug toe tekeeren dat vöorkwam alle gemeen zaamheid en het ïvas veel heter dit terstond te van het platteland zou kunnen overstemd worden. Wat dit laatste zeggen wil, werd gisteren op ongekunstelde wijze uitgesproken in eene advertentie van „Vele k i e z e r s" te Vrouwe-- polder. Daar kon men lezen dat kennis zoo geen vereischte is voor het lidmaatschap der staten, omdat men „met die veelweters niet altijd gebaat is"; daar kon men den heer Sprenger aanbevolen zien, omdat „de familie S. gunstig bekend staat" en omdat het „bene den de waardigheid dier familie" wezen zou, hem niet te verkiezen! Wie daarom er aan hecht een man van erkende bekwaamheid en karakter in de staten te brengen, drage het zijne er toe hij om ons niet door het platteland te laten overstemmen en brenge zijne stem uit op den heer De kamer van koophandel en fabrieken te Vlissingen heeft, in antwoord op haar adres be treffende eene verbeterde regeling van den zomer dienst der staatsspoorwegen (Zuiderlijn), een schrijven ontvangen van den minister van water, staat enz. waarin de minister te kennen geeft: „Dat in de aanstaande zomerdienstregeling op de Zeeuwsche lijn verschillende verbeteringen zijn aangebracht. Zoo zal van ieder station de gele genheid bestaan om 's morgens te 12 uren, 2 of 1 uur 38 m. te Amsterdam en ten 12 uur 20 m. te Utrecht te zijn. In den middag is een trein vastgesteld, die, te 3 uur 10 m. van Vlissingen vertrekkende, te 4 uur 50 m. te Roosendaal aan komt en aansluiting geeft naar den Haag, Leiden, Amsterdam, Utrecht enz.verder zal de trein, die 8 uur 45 m. van Vlissingen vertrok tot Middelburg, nu doorgaan tot Goes." Verdere verbetering der communicatie met Holland, stuit af opde dienstregeling van den Grand Central Beigewaarin geen verandering wordt gebracht. Ten slotte merkt de minister op dat, met het oog op den omvang van het vervoer op de Zeeuwsche lijn, eene vermeerdering van het aantal treinen in billijkheid niet gevorderd kan worden. Te Vlissingen is gisteren avond in eene daar toe opgeroepen bijeenkomst van ingezetenen, om van gedachten te wisselen over het aanbieden van een huwelijksgeschenk aan Z. K. H. prins Hendrik, eene commissie benoemd om deze zaak nader te bespreken en de uitvoering te regelen. Tot leden dier commissie werden benoemd, doen, om hen op hun plaats te zetten. Als men schen van een zekeren rang in de wereld anderen niet op hun plaats zetten, wist men nooit welke gemeenzaamheid er uit kon voortkomen. Daarop liep zij weder naar den kleinen Bevis en tilde hem op, ofschoon hij erg tegenspartelde. Als hij het had kunnen doen, zou de kleine Bevis haar zeker ook gaarne den rug toegekeerd hebben. „Freule Jeanne Beverley heeft iets militair achtigs over zich," zei Hexham tot mevrouw Campbell. Terwijl hij dit zeide begon de groote hel te luiden en weldra verdwenen de dames om zich voor het diner te kleeden. „Gij weet den weg, mijnheer Hexham," zei mevr. Campbell, hem de richting aanwijzende. „Gij moet de zijdeur in, recht door en langs de galerij." Mevrouw St. Julian had den arm van haar man gegrepen en wandelde met hem op het huis aan. „Goddank, Henry," zei zij, „alles is wel. Lord Mountmore heeft met deze mail een brief van zijn zoon gehad. Freule Jeanne heeft beloofd hem mij te laten zienzij had niets van dat vreese- lijke bericht gehoord." „Dat was ook niet waarschijnlijk," zei St. Ju lian „Ulleskelf kreeg die courant hij toeval in handen. Ik ben blij dat gij zoo voorzichtig zijt geweest, vrouwtje." „Ik zou zoo wel een portret van hen willen maken," zei Hexham tot de huishoudster, nog eens Omziende voor dat hij het huis in ging. de heeren (alphabetisch) J. van der Beke Callen- fels, T. C. Dommisse, H. Engelsman Kleijnhens, P. G. de Vey Mèstdagh, Th. van Uije Pieterse, J. Yerkuyl Quakkelaar, P. Forbes Wels, F. Wi- paut, H. P. Winkelman, C. L. van Woelderen. Na vijf en dertig jarigen dienst bij de dienst doende schutterij te Vlissingen, is aan den adjudant onderofficier J. E. Burger, op zijn verzoek eervol ontslag verleend en als zoodanig benoemd de sergeant-majoor C. de Vries. De wereldtentoonstelling te Parijs, op zichzelve reeds belangrijk, mag als het zichtbare teeken der bewonderenswaardig spoedige herstelling van Frankrijk, na volksrampen van welke de geschie denis bijna geen tweede voorbeeld oplevert, een der gewichtigste gebeurtenissen van onzen tijd genoemd worden. Wij hebben daarom gemeend ons door een ver slaggever op de plaats zelve, Nederlander van geboorte, op de hoogte te moeten doen honden van hetgeen Frankrijk's hoofdstad in de zomer maanden van dit jaar te zien en op te merken geeft. Den eersten zijner brieven vinden onze lezers onder onze rubriek „Buitenland" van heden. Z. M. de koning heeft Zaterdag avond de gala voorstelling van het blijspel „Citroenen" in den stadsschouwburg te Amsterdam bijgewoond en Zondag te 1 uur een bezoek aan Artis gebracht,waar de duizenden nieuwsgierigen door elkander wer den verdrongen, en even onordelijk door elkander liepen als gewoonlijk, vertredende en vertrappende al wat zij. aan bloemen, heesters en struiken tegenkwamen. Op zijn weg door Artis betoonde Z. M zich overigens zeer minzaam; een kleine knaap, die niet spoedig uit de voeten kon komen en kwam te struikelen, werd door Z. M. op de been geholpen en daarna gelukkig gemaakt door dien Z. M. hem naar naam en ouderdom vraagde. In de Koningszaal werd den koning een verfris- sching aangeboden, en wensebte hij den heer Westerman en familie geluk met zijn 40jarig jubilé als directeur van Artis. Te 2jj uur is Z. M. weder naar het Paleis teruggekeerd, waar te 6 uren diner was van 22 couverts. Maandag te 10 J uur vertrok Z. M. naar den Haag. {DU.) De buitengewone hartelijkheid en opgewektheid waarmede geheel Amsterdam en nog velen van buiten de hoofdstad het poolscnip de Willem Barents een „goede reis!" hebben gewenscht, heeft op de kleine bemanning een diepen en uitstekenden indruk gemaakt. Een ooggetuige schildert in het Handelsblad dien indruk als volgt Het echtpaar stond op den drempel hunner woning, mevrouw op den arm van haar man ge leund die forsche man met zijn kloeke houding, en die vrouw, met haar zacht, echt vrouwelijk gelaat naar het zijne gekeerd, trachtende zijn blik op te vangen. Zij was even groot als hij want St. Julian was iemand van middelbare grootte en zij was groot voor een vrouw. Onderwijl liep Hexham, die niet precies den weg in huis wist en veel tijd noodig had voor zijn toilet, schielijk naar hoven, stoof zijn eigen deur voorbij, liep eeri gang door, een trap op, een trap afEn daar stond hij weer in den don keren tuin, waar alle licht verdwenen was, of schoon al de bloemen nog schitterden en riekten. Er was een roode streep aan de lucht, al de menschen waren verdwenen maar toen hij zich omkeerde zag hij en hij kon zijne oogen bijna niet gelooven een witte gedaante, die als een vizioen midden in «en bed met witte lelies stond, door het zachte avondlicht beschenen. Was het gezichtsbedrog? Voor het eerst in zijn leven voelde Hexham zich een weinig onthutsten als begon hij te gelooven aan het bovennatuurlijke, dat hij somtijds verworpen had, deed hij een stap vooruit en bleef weer stil staan. „Ik hen het, mijnheer Hexham," sprak een be deesde, heldere stem. „Ik kwam wat bloemen voor Emilie halen." Het was de stem van Hes ter. De Voorzienigheid zorgt er liefderijk voor dat de weg van twee gelieven door bekoorlijke dreven leidt en al wat zij zeggen of doen heeft „Aanhoord was het niet minder aardig om rond te zien. De bemanning voelde zich niet weinig gevierd en gevleid door al de belangstelling, welke men haar bewees, en de matrozen beant woordden de wenschen, hun toegeroepen, op de vermakelijkste wijze. „We gaan vgoi- de eer van de Nederlandsche vlag!" riep de kok, die tevens ondertimmerman en lichtmatroos is, een zijner vrienden toe. De bootsman was ten laatste schor van al zijn inspanning, want hij was de leider der hoerahs! die telkens ten antwoord werden gegeven door de bemanning, en hij was tevens voorzanger als -zeemansliederen moesten worden aangeheven. Een der matrozen, een jonge loods uit Vlissingen, zat op de verschansing met een groote lei. Hij noteerde alles wat hem trof, de namen der salueerende schepen, enz., enz., om een beschrijving van dezen heerlijken tocht naar zijn vader te Vlissingen te zenden. Een ander matroos wees mij een mooien collier, dien hij in een houten kokertje bewaarde, en hem door zijn zuster mede gegeven was om op het graf van Barents te leggen, welke opdracht hij op de puinhoopen van 't „Behouden Huis" te Nova-Zembla hoopt te volgen. Van de matrozen vernam ik nog iets anders. Zij hadden 's morgens voor gezamenlijke rekening en zonder er hunne officieren iets van te zeggen, een telegram gezonden aan prins Hen drik, om Z. K. H. in naam der bemanning van het vertrekkend poolschip geluk te wenschen met zijn aanstaand huwelijk. „Het is wellicht een kleinigheid, maar mij trof dit zeer als een bewijs der volksliefde, welke de prins in zoo ruime mate gewonnen heeft." De heer J. J. van Weel, te Wolfaartsdijk, meldt het volgende aan de Goesche courant „Op den 30en April werd voor mij aan het station te 's Heer Arendskerke meegegeven een geëncadreerde gravure, afgezonden aan mijn adres door de firma Goupil c° te 's Hage. „Bij het openmaken der kist ten mijnen huize bleek het, dat het glas, dat in die lijst behoorde te staan, geheel verdwenen was slechts een paar kleine fragmentjes van dat glas zijn gevonden de gravure en de lijst hadden ook eenigszins geleden. „De genoemde firma, met een en ander in ken nis gesteld, heeft gemeld dat de bedoelde gravure in behoorlijken staat is afgezonden. „Vermits er geen uiterlijke teekenen van braak aan de kist zichtbaar zijn, blijkt hieruit, dat ge durende het vervoer per spoortrein van 's Hage naar 's Heer Arendskerke, er gelegenheid heeft een eigenaardige bekoring, die zij aan alle leven- looze voorwerpen mededeelen. De avond, de stilte, het ruischen der hagen, de akkers in de verte, de zoete muziek van Hester's stem, dit alles gaf Hexham voor het eerst in zijn leven het gevoel alsof hij op zijne knieën zou kunnen vallen en aanbidden. „Kan ik u helpen!" vroeg hij. „Juffr. Hester, mag ik een bloem van u hebben voor mijn knoopsgat „Er zijn niets dan groote lelies," antwoordde de stem. TWEEDE DEEL. V. Bij de beschrijving van dit kleine voorval heb ik verteld wat ik zelve gezien heb en wat mij later werd medegedeeld. Mijn venster ziet uit op den tuin en ligt juist tegenover het groote bed met lelies. Ik deed het dicht en begon mij te kleeden, met een flauw voorgevoel van hetgeen de toekomst zou kunnen brengen en lialf vermoe dende wat er omging in de gemoederen van de menschen om mij heen. Sedert eenige dagen scheen het bezorgde gelaat van mevr. St. Julian mij overal te volgen. Emilie, Hexham, Hester, en zelfs freule Jeanne, schenen allemaal een deel uit te maken van de prikkel bare, ontvankelijke gemoedsstemming, waarin ik

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1