N°. 102.
1878.
Woensdag
1 Mei.
f
Op een eiland.
121e Jaargang.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 30 April.
^FBIJILLËTOÏïr
van Miss THACKERAY.
Benoemingen en besluiten.
0 n d e r w ij s.
Naar wij vernemen is machtiging verzocht om
de staten van Zeeland tot een buitengewone ver
gadering hij een te roepen tegen de laatste helft
van Mei a., ter behandeling van de aanvragen,
door eenige polders in Noord-Beveland gedaan
om calamiteus verklaard te worden.
Naar wij vernemen is in de zomerdienstrege
ling ook een nieuwe sneltrein gelegd, welke om
3 uren uit Ylissingen, om 3.13 uit Middelburg,
3.37 uit Goes en om 4.27 uit Bergen op Zoom
vertrekken en om 4.50 uur te Eoosendaal aanko
men zal.
De gemeenteraad van Ylissingen Meld heden
namiddag eene zitting, waarin onder anderen zijn
uitgeloot vijftien aandeelen van f 1000 in de geld-
leening groot f 200,000, zijnde de volgende nom
rners163,182, 26, 37, 97, 29, 9, 17, 188, 139, 88,
90, 101, 24 en 146. Mede zijn uitgeloot twee
aandeelen van f 1000 in de geldleening groot
f66000, zijnde de nommers 39 en 4.
Tot hulponderwijzer op de school van den heer
Stuart is benoemd de heer C. Brakman, thans
hulponderwijzer te Groede, met algemeene stem
men, en tot lid der plaatselijke schoolcommissie
de heer A. J. van Ockenburg met 10 stemmen,
terwijl 1 stem was uitgebracht op den heer A. O- J.
Schindler, die, mede was aanbevolen.
Met 9 tegen 2 stemmen is besloten tot het
zenden van een adres van gelukwensching aan
Z. K. H. prins Hendrik met zijne verloving. De
twee tegenstemmers waren vóór het voorstel van
het dagelijksch bestuur, dat strekte om met de
aanbieding van een adres te wachten tot de vol
trekking van het voorgenomen huwelijk.
In ons volgend nommer geven wij van deze
zitting het gewone verslag.
Van iemand die zeer goed op de hoogte kan
wezen, ontvangen wij de stellige verzekering dat
het uit Indische bladen in de Nederlandsche over
genomen bericht, als zou de heer Bool, directeur
van openbare werken, te Batavia, door bet opper
bestuur naar Nederland opgeroepen zijn, van allen
grond ontbloot is.
Z. K. H. prins Hendrik, vergezeld van de adju
danten van Hogendorp en Eoell, is gisteren mor-
Naar het Engelsch
II.
Freule Jeanne Beverley had altijd verklaard
dat er drie dingen waren welke zij verfoeide:
eilanden, knappe menschen en bemoeizucht. Zij
wist dat zij niet knap was, maar zij deed niets
om haar aanleg aan te kweeken. Het maakte de
menschen uit haar eigen stand maar vervelend en
die nit de lagere standen maakte het ingebeeld.
Zij was niet mooi. Neenmaar zij gaf niet om
schoonheid, ofschoon zij moest bekennen dat zij
het zeer zou betreuren als zij niet in staat was
zich naar de laatste mode te kleeden. Het was
goed en wel voor artisten en zulke menschen om
het tegendeel te bteweren, maar zij wist dat een
leelijke vrouw, die goed gekleed is, er heter uit
ziet dan het liefste slordige vrouwtje dat de
linten van haar hoed in elkaar frommelt. Het
was waar, haar broeder Bevis had er anders over
gedacht. Hij had Emilie getrouwd, die niet tot
zijn stand behoorde; maar freule Jeanne ver
gen te half tien naar Parijs vertrokken ter bijwo
ning van de opening dér wereldtentoonstelling, als
eerevoorzitter der Nederlandsche hoofdcommissie.
Bijna ongelooflijk leek ons gisteren het op de
algemeene vergadering der Vereeniging voor sta
tistiek aan 't licht gekomen nieuws dat de min.
van binnenlandsche zaken besloten heeft de af-
deeling statistiek aan zijn departement op te
beffen. Zulk eene miskenning der wetenschap,
welke voor de maatschappij misschien bet meest
van allen noodig is en in ons land tot dusverre
nog zoo verwaarloosd wordt, leek ons van iedere
regeering, maar van de tegenwoordige nog meer
dan van eenige andere, onmógelijk.
Wij gelooven dan ook stellig dat de opheffing
der afdeeling statistiek aan het ministerie van
binnenl. zaken slechts een voorbereidende maat
regel geweest zal zijn, om binnen zeer korten
tij d door eene betere en vollediger regeling der
openbare statistiek gevolgd te worden. In deze
vaste overtuiging, laten wij hier volgen het op
de zaak betrekking hebbend gedeelte van het
verslag, dat in het Utr. Dagblad van de verga
dering der vereeniging voor statistiek gegeven is.
Aan de orde was de vraag:
„Is het wenschelijk en mogelijk, dat vanwege
de Vereeniging een statistisch instituut wordt
opgericht."
Mr. N. G. Pierson betoogde de wenschelijkheid
van de oprichting van zoodanig instituut. De
taak van dat bureau zou zijn groepeeren en verza
melen, zelfstandig onderzoeken, eritiseeren en leiden.
Spreker leverde een welsprekende en warme afkeu
ring van de wijze, waarop tot nu toe de statistieke
gegevens bijeengebracht wordenzoowel uit het
oogpunt van betrouwbaarheid als van belangrijk
heid laat, wat geleverd wordt, te wenschen over:
ja, veelal staan die twee in omgekeerde verhouding
tot elkander, zoodat wat betrouwbaar is niet
belangrijk en wat belangrijk is niet vertrouwbaar
kan geacht worden. Daarin moet verandering
komen; en dat kan geschieden, meende hij, doo
zoodanig instituut.
De heer de Bosch Kemper deed naar aanleiding
hiervan eene mededeeling, die diepen indruk
maakte in de vergadering.
Na velerlei besprekingen over de zeer halfslach
tige wijze, waarop thans de statistiek behartigd
wordt, waarvoor ieder departement van algemeen
bestuur iets doet, terwijl een afdeeling voor sta
tistiek bij binnenlandsche zaken bestaat, wier
werkkring echter niet juist bepaald of omschreven
is, is dezer dagen het besluit genomen om die
afdeeling met 1 Juli op te heffen en dus terug
te keeren tot den vroegeren toestand, toen zulk
een afdeeling ook niet bestond, en de statistiek
onderstelde dat hij haar na het huwelijk wel zou
geleerd hebben zich behoorlijk te kleeden. Zij
had gedaan wat zij kon om hem van dien dwazen
stap te weerhouden, maar nu hij het ook gedaan
had, had zij er zooveel mogelijk party voor ge
trokken, doch niemand wilde naar haar luisteren
en zij had hem waarlijk tweemaal een som gelds
moeten leenen omdat zijn vader hem zijn toelage
onthield. Het is waar hij had het haar terugge
geven, anders had zij inderdaad niet geweten hoe
ze in dat kwartaal haar rekeningen had moeten
betalen. Als zij niet onafhankelijk was zou ze
haast niet weten hoe zij het met de luimen van
lady Mountmore, haar stiefmoeder, uithield. Dank
zij de oude tante Adelaide was zij echter in staat
geheel voor zichzelve te zorgen en dat was haar
een groote troost hij hare veelvuldige grieven.
Zooals de zaken nu stonden reed Clemenee altijd
op Bazouk, haar rijpaard en maakte haar ponies
lam, en leende haar geld uit. Beverley en Bevis haar
broeders hadden natuurlijk recht te verwach-,
ten dat zij hen nu en dan een kleinigheid leende
maar Clemenee was toch eigenlijk maar. haar
stiefzuster, en als zij bedacht op welken' voet zij
met lady Mountmore stond
Zoo kon freule Jeanne voortrammelen, ofschoon
ZÜ no& jong was, niet ouder dan zes of1 zeven
en twintig. Het was volkomen waar dat zij
thuis de tanden had moeten laten zien, anders
zou zij geheel gevild en op zijde gezet zijn. Lord
Beverley, de oudste zoon, kon haar nooit vergeven
dat zij de eenige erfgenaam der oude tante was
veelal aan ondergeschikte ambtenaren was toever
trouwd.
Met algemeene, luide instemming begroette de
vergadering het, toen prof. Vissering met ernst
en nadruk zijn afkeuring uitsprak over de mis
kenning der waarde van de statistiek door de
regeering; hij noemde het een schande voor Ne
derland, dat een besluit als het door den beer de
Bosch Kemper vermelde, daar kon genomen wor
den. De regeering zelve, maar ook de natie, om
niet te spreken van de wetenschap, heeft het
grootste belang bij de kennis der feiten, die be
trekking hebben op de groote maatschappelijke
belangen, en alleen de regeering is in staat, die
kennis te verspreiden. De regeering blijkt vol
strekt niet het inzicht te hebben, dat de statis
tiek in en om haar zelve belangrijk is, dat de
kennis der statistieke gegevens voor de regeering
en de natie gewichtig is, en dat zij moeten ver
zameld worden door wetenschappelijk gevormde
menschen, die er voor gestudeerd hebben en die
er inzicht in, maar bovenal, die er hart voor
hebben.
Na verdere beraadslaging vereemgde men zich
met het voorstel van den heer Vissering, om bij
de regeering aan te dringen op de oprichting yan
een goed georganiseerd, wel voorzien centraal-
bureau voor statistiek, dat op wetenschappelijke
wijze de belangrijke gegevens zou verzamelen
omtrent de feiten, die voor de kennis der maat
schappelijke toestanden en belangen noodig zijn;
het bestuur zal verder overwegen, in hoever liet
mogelijk is, daarnaast, eene inrichting in 't leven
te roepen, die de door dat centraal-bureau ver
zamelde gegevens verwerkt, controleert en criti-
seért,
„Eigen Haard" bevat eene teekening van den
heer P. A. Schipperus, van het poolschip, de
„Willem Barents", met een bijschrift van den
luitenant ter zee Koolemans Beijnen.
Dit laatste geeft, behalve eene beschrijving van
het fraaie vaartuig, een overzicht van het onzen
lezers thans tamelijk wel bekende doel der reis
en yan de middelen, tot bereiking van dit doel
bijeengebracht.
Hoofdzakelijk bestemd tot oefening, tot verken
ning en tot het doen van wetenschappelijke waar
nemingen, zal de tocht tevens gebruikt worden
om eenige wit marmeren gedenksteenen te plaat
sen op de oorden, waar de Nederlandsche pool
reizigers van vroeger tijd geleefd, geleden en
gestreden hebben. De heer D. Weegewijs, steen-
en beeldhouwer te Amsterdam, heeft deze stee-
nen gebeiteld. Als proef der opschriften wordt
het volgende medegedeeld, dat op een grafsteen
op het verlaten zeemanskerkhof van het eiland
geworden, en stond haar niet bij zooals hij had
behooren te doen.
Bevis was altijd op reis met een zending, of in
ongenade. De oude lord Mountmore was zwak
en zoo goed als kindsch. Lady Mountmore was
geen aangename dame om mede om te gaan, eii
al de liefde waarover zij te beschikken bad
schonk zij natuurlijk aan freule Clemenee kaar
eigen kind.
Freule Jeanne was gelukkig niet lichtgeloovig
van aard. Zij nam het leven kalm op, en snakte
niet naar genegenheid waar die niet te vinden
was; maar zij schikte zich in het onvermijdelijke
en toen Bevis met een zending naar Zuid-Amerika
gezonden werd, wist zij een soort van algemeene
verzoening teweeg te brengen. Zij was bij die
gelegenheid zeer tevreden over zichzelve. Ieder
een nam liaar in den arm, vroeg haar om raad.
„Gij zult nu en dan Emmy eens gaan opzoeken,
niet waar Jeanne?" sprak de arme Bevis, een
goedhartig jong mensch met een zeer gunstig
uiterlijk. Freule Jeanne zei, „waarschijnlijk wel,"
en wenschte zichzelve geluk met haar takt en
welslagen bij deze gelegenheid, alsook met haar
manier van zijn in 't algemeen, haar uiterlijk,
haar titel en haar positie in de wereld. Zij vond
dat de arme Emmy niet waard was dat er zoo
veel drukte om haar gemaakt werd, maar zij be
sloot haar toch eens te gaan opzoeken. Freule
Jeanne was eenigszins achterdochtig, maar goed
hartig en niet onontvankelijk voor rede. Zij hield
van barsche openhartigheid en was onafhankelijk
Amsterdamwaar vroeger eene traankokerij,
Smeerenburg genaamd, gevestigd was, geplaatst
zal worden
IN MEMOEIAM.
Spitsbergen op Nieu-land
ontdekt
tot 79° 30' N. Breedte
door de Hollanders.
Smeerenberg op Amsterdam-eiland aan de Holl. baai.
Hoofdzetel der Nederlandsche Noordsche
Compagnie.
Hier overwinterden, 16331634,
Jacob Seegersz. en zes anderen.
Hier overwinterden en stierven, 16341635,
Andries Jansz. van Middelburg en zes anderen.
commissarissen des konings. Benoemd tot
commissaris des konings in de provincie Overjjsel,
mr. J. H. Geertsema Czn., lid van de tweede
kamer der staten-generaal. (In het telegr. bericht
van gisteren werd de benoemde ten onrechte als
lid der le kamer aangeduid.)
ministerieele departementen. Eervol ontslag
verleend aan den referendaris bij het departement
van binnenlandsche zaken, jhr. mr. G. de Bosch
Kemper, met dankbetuiging voor de door hem
bewezen diensten en behoudens zijne aanspraak
op pensioen of wachtgeld.
Eervol ontslag verleend bij het departement
van binnenlandsche zaken aan de adjunct-commie-
sen P. L. de Jongb van Arkel en H. Wolff, be
houdens hunne aanspraak op pensioen of wachtgeld.
invoerrechten en accijnsen. Eervol ontslag
verleend aan J. Plugge, op zijn verzoek, uit zijne
betrekking van ontvanger der invoerrechten en
aecijnsen en van den waarborg op de gouden en
zilveren werken te 's Gravenhage, behoudens aan
spraak op pensio en.
Te Ellewoutsdijk heeft de hoofdonderwijzer, de
heer J. P. de Groot, den 26en dezer zijn 25ja-
rigen schooldienst herdacht na vooraf, sinds 15
Januari 1844, ruim 9 jaren als zoodanig aan de
openbare school te Kats werkzaam te zijn geweest.
(N. G. Ct.)
in hare manieren. Hare openhartigheid was som
tijds bijna verbijsterend, daar zij verwachtte dat
hare uitspraken in alle stilte en onderdanigheid
werden aangehoord door de ongelukkige slacht
offers van haar doorzicht. Maar toch was zij
een rechtschapen vrouw en als zij eens overtuigd
was dat zij ongelijk had zou zij het altijd toe
geven.
Het huwelijk was nog al een teeder punt voor
deze dame. Zij had eens een jongen evangelisehen
dominé te kennen gegeven dat, alhoewel zijne
vooruitzichten niet schitterend waren, zij toch niet
ongenegen was die met hem te deelen, als hij
maar voor den dag wilde komen. Tot haar groote
verbazing stond het jonge mensch verlegen op,
liep de kamer door, sprak gedurende zijn verder
bezoek alleen met Clemenee en kwam nooit terug.
Freule Jeanne was zeer verwonderd; doch daar
haar hart niet veel in de zaak betrokken
was kon zij hem na eenig nadenken vergeven.
De zachtheid in dit zonderlinge vrouwenkarakter
lag in haar liefde voor kinderen. De kleine Bevis,
het zoontje van haar broer, kraaide altijd tegen
haar, klopte met zijne zachte mollige handjes op
hare uitstekende jukbeenderen; zij liet hem aan
haar haar, aan de krullen en vlechten, waaraan
een uur besteed was, trekken, met zijne vingers
in hare oogen steken en baar horloge bard inde
rondte draaien. Zij was nog te jong om bepaald
een oude vrijster te zijn. Zij liad nooit in haar
leven eenige liefde gekend behalve die van Bevis,
maar Bevis was een beetje bang voor haar ge-