N» aa 121' Jaargani Vrijdag 19 April. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. [Afzonderlijke nommers zijn Verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiens 20 Cent per regel. Geboorte- Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite G°. te Brussel en Parijs. VERKIEZING. Middelburg, 18 April. FEUILLETON. êrflotmoÉiiijgïmd m den (paar. Spoorweg-dieverijen. f De burgemeester en wethouders van Middelburg, maken bekend dat de inlevering van stembriefjes voor de benoeming van een lid van de provinciale staten van Zeeland, in de plaats van den heer G. J. Sprenger, overleden, zal plaats hebben op Woens dag den 24en April a., van des voormiddags negen tot des namiddags vier uren, op een der bovenaehterzalen van het raadhuis, terwijl de opening dier stembriefjes zal geschieden op Don derdag den 25en April 1878, des voormiddags te negen uren. Middelburg, den 18 April 1873. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOREE. De secretaris, G„ N. DE STOPPELAAR. Omtrent het met primo November des vorigen jaars opgerichte spaarfonds bij de openbare scho len F en G ontvangen wij de volgende opgave. In November en December was bij beide scho len respectievelijk ingebracht 172.40 en 103.22. Deze sommen zijn in de eerste 3 maanden van 1878 als volgt vermeerderd: school F, Jan. f 98.70, Feb. 62.20, Mrt. f 61.85 n 52.67, 32.21, 31.36^ Zoodat in 5 maanden op school F is ingebracht f 395.15, op school G f 219.461, samen 614.611. Neemt men hierbij in aanmerking, dat deze som door kinderen van min- en onvermogenden is opgespaard, dan is zeker de uitkomst, welke het sparen op de school oplevert, hier ter stede niet gering te achten. Naar wij vernemen heeft de Ylissingsche Han delsbank aan het gemeentebestuur alhier aange boden om de door den gemeenteraad vastgestelde geldleening van f 59,000 a 41 pet. geheel a pat i over te nemen. Van dit aanbod kon echter, blijkens schrijven van burgemeester en wethouders, geen gebruik worden gemaakt, aangezien de raad besloten heeft dat eene publieke inschrijving zal plaats hebben. Van goederhand vernemen wij, dat vanwege het ministerie van marine aan verschillende voor name fabrieken hier te lande prijsopgave is ge vraagd voor het bouwen van drie torpedo-vaar tuigen en dat daarvoor bet laagst is ingeschreven door de Kon. Maatschappij „de Schelde" te Vlis- singen. Vad.) 6 EEN VERTELLING VAN EEN P00LSCHEN GEESTELIJKE. III. Wellicht was het ten gevolge van dit verzuim of omdat zij andere redenen gevonden had om mijn scherpzinnigheid te verdenken; maar den volgenden morgen kwam Paulina en knielde in mijn biechtstoel neder. Toen zij den laatsten keer was komen biechten had zij zichzelve beschuldigd van gulzigheid omdat zij tusschen de maaltijden in aardbeziën gegeten had en ik was er op voorbereid weer zulke onbeduidende dingen te hooren. Maar dit maal legde zij met éen volzin haar hart bloot. „Eerwaarde," sprak zij, „ik bemin Casimir Barinski." „En waart gij het die zijn gratie wist te be werken?" antwoordde ik met gemengde gevoe lens, niet wetende of toorn of medelijden bij mij de overhand had. „Ja," antwoordde zij bijna onhoorbaar door de tralies. „En zijt gij nog altijd een spion een ver raadster Zijt gij van plan weder de rol van Palila te spelen tegenover den man, dien gij Met ingang van 1 Mei a. is de heer A. P. Ver- hoeff, rijkstelegrafist 2e klasse te Goes, thans met verlof te Vlissingen, als zoodanig overgeplaatst naar Amsterdam. Op de Dinsdag te Goes gehouden bijeenkomst van burgemeesters en secretarissen werd besloten tot het oprichten van eeue „Vereëniging van bur gemeesters en secretarissen van Zuid- en Noord- Beveland". Aan een comité, béstaande uit de heeren H. G. Hartman Jz., secretaris van Goes, G. J. van den Bosch, burgemeester van Katten- dijke, en Z. D. van der Bilt La Motthe, secretaris van 's Heer Abtskerke, werd het ontwerpen van een reglement opgedragen. De vraag of ook wethouders en ontvangers van gemeenten tot de vereeniging konden worden toegelaten, gaf aanleiding tot eenige discussie, waarvan de slotsom was, dat in beginsel besloten werd tot facultatieve toelating dier heeren. G.Ct Met 1 Mei a. zal aan het besluit van den mi nister van oorlog uitvoering worden gegeven, door het vestigen van een' brigade maréchaussée te Ter Neuzen; tot kommandant dier brigade is aangewezen de brigadier A. H. A. Vermeulen, thans te Axel. (T. N. Ct.y In den vooroever van den Eendraehtpolder, ge meente Zaamslag,. is voor het Hellegat eene af schuiving ontstaan, welke minstens 800 meter lang en '150 meter breed is. De Réichs-Anzeiger heeft de verloving van prinses Marie van Pruisen met prins Hendrik der Nederlanden bekend gemaakt. De Nederlandsche Staats-courant schijnt zich met dergelijke futiliteiten niet te bemoeien. Als het geldt de benoeming van een plaatsvervangend polder-heemraad of zoo iets, zal het bericht niet ontbreken, maar het aanstaande huwelijk van den broeder des konings behoort tot de nieuwtjes beneden de waardigheid van een officieel blad. (Arnh. Ct.) Den 9en Mei a. zal te Utrecht aan het cen- traalbureau der Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen het surnumerairs-examen pla ats hebben, voor het personeel dier Maatschappij. Tot opheldering diene, dat op de bureaux personen geplaatst worden als schrijver,' die niet tot amb tenaar kunnen bevorderd worden, dan na het examen voor surnumerair met gunstig gevolg te Hebben afgelegd. De ondergeteekende heeft half Maart 11. door vaderloos hebt gemaakt, dien gij vóór den tijd hebt doen verouderen Zeg mij de waarheid. Spreek. „Ik ben een spion," stamelde zij„maar bij de hoop op mijn zaligheid, eerwaarde, indien ik de vrouw van Casimir Barinski kon worden, zon ik ook een brave vrouw zijn. Ik verlang goed te maken wat ik misdreven heb. Mijn hart heeft nooit gesproken zooals het nu spreekt, en ik voel dat ik voor dien man zou kunnen sterven. Als hij mij tot zijne vrouw wilde nemen zou ik met hem willen gaan waarheen hij Op die wijze rammelde zij voort, totdat ik haar kortaf in de rede viel en verzocht behoor lijk te biechten, en als zij haar ziel liefhad, niet te trachten mij i om den tuin te leiden ten opzichte van haar gedrag in het verleden, noch van hare plannen voor de toekomst. Zij slaakte een diepe zucht, die zoo ongelukkig klonk dat zij mij als een verwijt trof, want met die vrouw was het onmogelijk te weten of zij niet waarlijk veroot moedigd was. Als de vrees voor den. duivel haar overviel, of wanneer zij de een of andere gunst van haar beschermheilige wilde afsmeeken, kon zij uren lang oprecht zijn, en zichzelve zulke vreeselijke verwijten doen, dat men in verzoeking kwam haar toe te roepen„GenoegZij begon met mij te vertellen dat zij Casimir bemind had, van het oogenblik waarop zij zijne gedichten ge lezen had en dat zij om gratie voor hem gevraagd had in de eerste opwelling van haar berouw. De gratie was des te gewilliger verleend, omdat van Gend en Loos, kantoor te Middelburg, een staal tapijt, wegende 2 kilo, franco naar de Louvre te Parijs verzonden, hetwelk aldaar niet ontvan gen is. Den 6en April werd een tweede envoi, van ge lijke;.' '..houd als het eerste, door dezelfde expe diteurs, aan hetzelfde adres verzonden, met het zelfde ongunstig gevolg. Evenals bij de vorige verzending werd er d.oor een brief per post kennis van gegeven aan de administrateurs van de Louvre. Ingevolge een schrijven uit de Louvre beeft men aldaar het tweede pak evenmin ontvangen. Jhr. Mr. J. P. Bodjjaert. Aan 't station van den staatsspoorweg te Venlo werd sinds eenigen tijd herhaaldeIjjk geld gestolen. Het bestuur der Exploitatie-maatschappij loofde eene belooning van f 25 uit voor het aanwijzen van den dader en Zaterdag gelukte het een be ambte om een 18jarigen jongen op heeterdaad van. diefstal uit de buffetlade te betrappen. Als de directie nu eens dezelfde vindingrijkheid en' mildheid wilde toepassen tot ontdekking der dievèn, die niet haar zelve of hare beambten, maar de reizigers en verzenders van goederen berooven, wie weet hoe spoedig wij dan het betrappen van eenige spoorwegdieven zouden kunnen berichten! „Vertoonen zich reeds weer donkere wolken aan den politieken horizont vraagt de Haagsche cor respondent der Zutfensche courant. „Heel helder is de lucht ten minste niet. Nog nauwelijks is bet liberale kabinet eenige maanden aan het bewind, of het heeft reeds harde aanvallen te verduren. „De min. van waterstaat is het reces ingegaan met een afkeurende motie als een zwaard van Damocles boven zijn hoofd. „De min. van binnenl. zaken zal een zware campagne moeten doorstaan met zijn schoolwets- ontwerp, dat, naar ik verneem, in de afdeelingen juist door de vrinden niet bijzonder gunstig is ontvangen. „En eindelijk is de min. van financiën verrast met een verslag op zijn leeningsontwerp, waarin eigenlijk met zoovele woorden wordt gezegd: uw eerste werk is onaannemelijk. Ware bedoeld verslag niet onderteekend door van Houten, van Heukelom, Bliissé en van der Loeff, men zou zeer zeker niet op de gedachte komen, dat de meerderheid der kamer ministerieel is. „Nu is het volkomen waar, de verslagen van de kamer drukken volstrekt niet altijd het juiste gevoelen van de werkelijke meerderheid uit; maar het is op zich zelf reeds een veeg teeken, dat het tot stand komen van zulk een verslag, hetwelk eenige personen, die zeer in aanzien waren bij het hof, die verzen ook gelezen hadden, en er door getroffen waren; maar er was aan de be vrijding van graaf Barinski een voorwaarde ver bonden, namelijk dat Paulina haar best zou doen om de trouw van den gewezen balling te win nen door hem een winstgevende geheime betrek king aan te bieden, als hij er in wilde toestemmen openlijk de Poolsche zaak af te zweren en zijn handteekening te zetten onder een stuk, waarin verzekerd werd dat de ballingen in Siberië met de meeste menschlieveDdheid behandeld werden. Dit stuk moest dan de ronde doen in alle Rus- sisebgezinde bladen van Europa. Toen ik Pau lina hoorde zeggen dat zij die taak op zich genomen had, en haar meende te volbrengen, wist ik dat wat zij voor Casimir voelde een gril mocht wezen, maar nooit ware liefde kon zijn, want een vrouw, die een man liefheeft, begint niet mét op zijn eerloosheid te speculeeren. Eenige oogenblikken te voren had zij zich bereid ver klaard haar tegenwoordige levenswijs vaarwel te zeggen en den man, wiens vrouw zij wilde worden, tot aan het uiteinde der wereld te volgenmaar deze inconsequentie was welbezien zeer begrijpe lijk in een vrouw, die naar niets haakte dan naar stoffelijke genietingen en die zich nooit door eenig beginsel van een voornemen had laten af brengen. Ik liet haar doorspreken en deed haar eenige vragen over hare politieke handelingen gedurende de jaren, waarin zij haar gedrag yoor mij verborgen had gehouden, doch zij antwoordde aan den tijd vaö Heemskerk doet tfenkèn, op dit oogenblik mogelijk is, vooral omdat het niet te ontkennen valt, dat de financieele voorstellen der regeering de basis zijn, waarop al haar andere plannen zijn gebouwd. Wórdt die basis wegge nomen, dan kan er uit den aard der zaak ook van al het andere, onderwijs, openbare werken enz., niets komen. „In elk geval moet het thans voorgevallene ook in verband met de interpellatie-Kerkwijk naar buiten af een zeer onaa. genamen indruk maken. Ik zegin verband met dè interpellatie- Kerkwijk want het is uiet aan te nemen, dat de heer Kerkwijk, zoó hevig, de regeering aanval lende, dat heeft gedaan geheel buiten medeweten van zijn partij. Een van béide is slechts moge lijk: óf de organisatie der liberale partij in de kamer beteekent niet veel, óf de hevige aanval tegen de bevriende regeering is in den boezem der partij noodig geacht. En indien dit laatste waar is, dan blijkt daaruit ten duidelijkste, dat het wantrouwen reeds vrij hoog is geklommen. „Het zou des te meer jammer zijn, indien door verdeeldheid in eigen boezem het leven van het jeugdige kabinet in gevaar werd gebracht, omdat de ministers nu reeds het bewijs leveren over groote talenten te beschikken. Zoo heeft dezer dagen de min. van justitie de vuurproef schitterend doorstaan. De welingelichten in den lande beweer den, dat hij echec zou lijden zoowel op zijn nota riaat als op zijnbedelarijwet; maar de min. heeft die voordrachten zoo goed verdedigd, dat zij ten slotte beide met groote meerderheid zijn aange nomen. „Minder is men tevreden met de wijze waarop de min. van justitie heeft voorzien in de vacature van het vice-presidentschap voor den hoogen raad. Wel is waar is dit een benoeming die in den ministerraad ter sprake komt, maar de min. van justitie blijft toch iu de eerste plaats de verant woordelijke man. Een feit is het in elk geval dat het nagenoeg door allen, die in dezen tot oordeeleu bevoegd zijn, zeer wordt afgekeurd dat men zes raadsleden, waaronder zeer verdienstelijke, gepasseerd heeft om een van de jongsten, den heer Coninck Liefsting, te benoemen. Het zou mij niet verwonderen als er bij de aanstaande installatie nog een woordje over voorviel; want het college als zoodanig schijnt te meenen, dat het in zijn eer i? aangetast, en gisteren hoorde ik zelfs vertellen, dat enkele van de oudste leden hun ontslag hadden aangevraagd. „Zoover zal het echter wel niet komen. Het lidmaatschap van den hoogen raad is een van die betrekkingen, waarvoor men in den regel niet bedankt uit persoonlijke gevoeligheid'." mij vrij kortaf dat zij die zaken elders gebiecht en er absolutie voor gekregen had. Toen ik nog eens trachtte inlichtingen uit te lokken aangaande haar tegenwoordige verhouding met de politie, antwoordde zij dat zij, met het oog op haar werk voor de politie, een pelgrimstocht gedaan had naar het altaar van St. Elisabeth van Hon garije, waardoor zij aanspraak had op vollen af laat, en niet gehouden was mij iets te openbaren. Het was volkomen in overeenstemming met deze opvatting van den godsdienst, dat zij eindigde met haar voornemen te kennen te geven om zes waskaarsen ieder van een pond te branden voor het altaar van de H. Maagd, opdat hare huwe lijksplannen mochten gelukken. Ik vertelde droogweg dat zij zich die kosten wel kon besparen. „Casimir Barinski gaat met een ander trouwen," zei ik, „en de beste boete die gij doen kunt. is, dat gij hem met vrede laat." „Owas het eenige antwoord dat door de tralies tot mij doordrong, terwijl zij naar haar adem hijgde. „Hij zal Joulka Zezioff huwen, die hij innig liefheeft," voegde ik er meêdoogenloos hij. „De liefdé welke hij u eens toedroeg, is geheel uitge storven.' „Maar die kan weêr herleven," antwoordde zij vastberaden. „Neen, dat kan zij niet," riep ik toornig uit. „Wees tevreden met de achting die hij u bewijst et) die gij' zoo weinig verdient. Indien gij Casi mir Barinski buwdet ponder hem te zeggen wie

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1