r
1
TL Z, IT!?S am
«Mieren-Vrienden!
TSmfljlrtt.
Telegraphische berichten.
Ff
0 n d e r w ij s.
Kerknieu ws,
Marine en leger.
Thermometerstand.
JU/.
Algemeen Overzicht.
m- pruilen. „Gij hebt 5ee» recht
Fels tot opzichters 2e klasse voor het stoomwezen.
HINISTEKIEELE DEPARTEMENTEN. Benoemd tot
adjunct-commies bij het departement van water
staat, handel en nijverheid A. J. M. Visser.
De heer dr. H. Ranke, te Halle a/S., heeft zijne
benoeming tot hoogleeraar in de chirurgie te
Groningen aanvaard.
De Vrije gemeente te Amsterdam telt thans
470 leden, mannen en vrouwen. Behalve den
voorganger, den heer P. H. Hugenholtz jr., heeft
de gemeente drie beambten aangesteld, n. 1. een
in de godsdienstige samenkomsten (vroeger koster);
een bode (vroeger kerkeknecht) en een organist.
Voor het godsdienst-onderwijs zijn voorloopig
voor een jaar gehuurd twee lokalen in éen perceel,
waar met Mei a. de lessen en in October a. de cursus
van godsdienstonderwijs geopend zullen worden.
Zondag jl. hield de voorganger, de heer Hugen
holtz, ook het eerst een toespraak tot de gemeente
niet naar aanleiding van een bijbeltekst, maar van
de Bouddhistische spreuk„die niet werkt is dood."
Door den minister van oorlog is bepaald, dat
dit jaar weder eenige officieren van verschillende
wapens van het leger bij het bataljon mineurs en
sappeurs zullen worden ingedeeld, om gedurende
de maanden Mei en Juni te Utrecht, en vervol
gens gedurende de maanden Juli, Augustus en
September, in het kamp bij Soesterberg aan de
practische oefeningen deel te nemen.
Van het 3e regiment infanterie is daartoe reeds
aangewezen de 2e luit. L. de Jong van Lier, in
garnizoen te Middelburg.
De luitenant ter zee le klasse A. J. Krabbe
en de luitenants ter zee 2e klasse M. F. Tijdeman,
C. A. de Brauw en F. van den Berg, laatst be
hoord hebbende tot het eskader in Oost-Indië,
worden op nonactiviteit gesteld.
w7 - - -■ -
Te rekenen vau 15 Mei a. zullen alle trei
nen van de Hollandsehe lijn te Rotterdam het
station aan de beurs tot punt van vertrek en
aankomst hebben.
Het Nieuws van den Dag bevat, ter afschrik
king, de volgende advertentie:
„JAN VAN" DEN ZBOGAARD,
Boer en Diaken,
GERRIT SMIT, zijn knecht.
„C. BUSCHE.
„RICHARD W. LINN."
Dezer dagen werd door een inzender uit het
noorden van ons land een kistje met glaswerk
naar de wereldtentoonstelling afgezonden, met
het navolgende opschrift.
AVEC PRUDENCE TRAITER
Chez ouverture on decient prié agir avee toute
la prudence. Car ce
en
der republiek voorzien. De stukken, waarop de
beeldenaar van Napolion III voorkomt, zal hij
weigeren. Hij kan 's keizers, hoofd niet zien, al
is bet in goud gestempeld, zonder een flauwte te
krijgen. Zeer zeker een warm republikein!
Uit Parijs wordt aan het Handelsblad het
volgende geschreven:
Het is nu reeds de derde keer, dat ik uit Am
sterdam naar Frankrijk vertrekkende, in een
„internationalen" wagon van de Holl. spoorwegm.
plaats nam, in de hoop er tot Parijs te kunnen
blijven, maar te Antwerpen mij moest onderwer
pen aan het changes de voiture. Telkenmale werd
gezegd dat de wagen defect was geworden! Ge
lijke ervaring hebben andere reizigers die ik sprak,
opgedaan. Belofte en daad zijn blijkbaar niet éen
van beteekenis!
Wij kwamen hier eergisteren een kwartier te
laat aan wegens oponthoud aan de grenzen. Naam,
beroep en woonplaats werden thans namelijk niet
alleen gevraagd, maar de antwoorden ook opge-
teekend.
Het hoofdgebouw der tentoonstelling op het
Trocadore begint er reeds goed uit te zien. Veel
aandacht trekken het gebouw van Tunis door
zijn fraaie lijnen en dat der Chineezen met zijn
gebogen daken en roode en gouden kleuren. De
Japanners zijn minder gelukkig: hun huis is
als stond het in de Ferdinand Bolstraat Don
derdag grootendeels ingestort.
Zooals men weet worden de eigennamen in
telegrammen dikwijls op eene zeer eigenaardige
wijze verminkt. Welke verwarring daardoor
dikwijls kan ontstaan, ziet men uit de vólgende
plaats van een Silesisch blad: „Deondersecretaris
van staat Bourke antwoordde op eene vraag van
Wait, dat Kellanol (Kalalcaua I, koning van
Hawai? Red.) zich buiten staat verklaard heeft
de suikerconventie (met Hawai Sandwichs-
eilanden? Red.) uit te voeren wegens de oppo
sitie in de kamer; de onderhandelingen duren
voort." De telegraaf had „Holland" in „Kellanol"
veranderden dit zonderlinge woord gaf den
redacteur aanleiding tot een gedachtenvlucht tot
de Sandwichs-eilanden toe. Overmaat van scherp
zinnigheid kan bij de ontcijfering van telegrammen
dikwerf gevaarlijker zijn dan gebrek aan die
kostbare gave.
De viering van bet halve-eeuwfeest van het
onafhankelijk bestaan van België, voorloopig be
paald op den zomer van 1880, zal waarschijnlijk
tot Juli 1881 uitgesteld worden, omdat men over
tuigd is. niet eerder gereed te kunnen zijn met de
voorbereidselen.
BINNENLAND.
Tweede kamer. Aan de orde was het
wetsontwerp tot wijziging der wet op het hooger
onderwijs.
De heer Rombaeh had eene meer ingrijpende
herziening gewenscht, ten behoeve der opleiding
van de geneeskundigen. De minister van binnenl.
zaken verklaarde dat deze quaestie geheel onge-
tut. jie aanstaande herziening
UT i OlOtHvlAlj lli HEir/8
Met de heeren Mees 4
"«/I vervvaan
- v«r ce caisson tleht ierrie dedans. I het verzwaarde toelatings-examen voor de gym-
De dezer dagen tot arts bevorderde meiuf- I nasia in redelijkheid slechts op algemeene ont-
frouw Aletta .Tn™L° j
wt arts Devon
frouw Aletta Jacobs, zal gedurende
Engelsche hosni talen 1-
speciaal
hospitalen gaan bezoeken -
mejuf-
een jaar de
ucaueKenom zich
speciaal op de" uitoefening van vrouwen- en kin-
(lerpractijk toe te leggen en zich daarna te Am
sterdam als arts te vestigen.
Een prefect in Frankrijk heeft aan den betaal
meester gevraagd om hem voortaan zijn trakte
ment te betalen in geldstukken met den muntslag
thee
kelijk. u.c ueeren Mees en Moens hadden zij
echter vooral bezwaar tegen de voorgestelde on
beperkte vrijheid in de vaststelling van het leer
plan, en vroegen zij inlichting zoowel daaromtrent
als omtrent de nieuwe eischen voor het toelatings;
examen tot de gymnasia.
De minister achtte vrijheid van handelen vol
strekt noodzakelijk, onder verzekering dat do
eenheid der studiën niet verwaarloosd en dat bij
het verzwaarde toelatings-examen A
nasia ujj aigemeene i
wikkeling gelet zal worden. Wat het leerplan der
Dro-ffvinnssia
pro-gymnasia betreft zullen geen te hooge eischen
gesteld moeten J"
vorming.
De algemeene beraadslag
gesloten
worden voor de letterkundige
pngen werden hiermede
Het wetsontwerp werd vervolgens zonder verdere
discussie aangenomen met 54 tegen 9 stemmen.
Daarna kwam, met voorloopige aanhouding der
onteigeningswetten voor spoorwegen, de interpel
latie van den heer van Kerkwijk aan de orde.
De interpellant wees op de verschillende verplich
tingen, die de staat tegenover de gemeente Rot
terdam bij het contract van 1878 aanvaard heeft.
In dat contract neemt de staat, met afwijking
der overeenkomst van 1869, onder anderen over
het onderhoud der Koningshaven, waarvoor de
gemeente Rotterdam f 100.000 heeft ontvangen.
Bij het oorspronkelijk contract van 1878
was de uitbetaling dier ton toch bedongen, doch
het daartoe betrekkelijk art. 5 is later uit het
jongste contract weggenomen. Maar de interpel
lant meent dat desniettemin uit de spoorweg-
begrooting een ton is uitbetaald aan de gemeente
Rotterdam. Hij hoopt in het belang van de eer
en de waardigheid der regeering dat hij ongelijk
heeft; maar waarom in elk geval het contract
niet gesloten onder voorbehoud van wettelijke
bekrachtiging?
De minister betoogde dat de lasten voor den
staat uit het contract voortvloeiende geen wijzi
ging brengen in het contract van 1869. De
laatstbedoelde ton was in 1869 wettelijk bedongen
en de geldelijke betalingen, uit het nieuwe contract
voortkomende, kunnen uit den gewonen begroo-
tingspo'st worden gevonden. Wettelijke bekrach
tiging van het contract was dus onnoodig.
De heer van Stolk achtte de inlichtingen van
den minister voldoende en lichtte nader de zaak
toe.
De heer van Kerkwijk stelde eene motie van
afkeuring voor, dewijl niet onder voorbehoud
van wettelijké bekrachtiging het contract was
aangegaan. Deze motie zal na het reces behan
deld worden.
Yltsstngen. Binnengekomen het schip „Lady
Batrix" met steenkolen, van Sunderland.
BUITENLAND.
Londen. Het lagerhuis heeft met 319 tegen
64 stemmen het tegen de regeering gerichte amen
dement van den heer Lawson op het adres aan
de koningin verworpen en nam daarna het adres
eenparig aan.
Pestl». De minister-president sprak in de kamer
de bewering tegen dat Oostenrijk geïsoleerd zal
zijn, wanneer het misschien genoodzaakt zal wezen
tot handhaving zijner belangen oorlog te voeren.
Rumenië en Hongarije hebben dezelfde belangen.
9 Apr. 's av. 11 u. 41 gr.
10 's morg. 8 u. 41 gr. 's inidd. 1 u. 53 gr.
'a av. 6 u. 54 gr.
■«WA ÖiM
Aan de beide buizen v&n het Engelsche parle
ment is de gelegenheid geopend om hun oordeel
uit te spreken over de in de laatste dagen ge
volgde politiek van het Engelsche kabinet. In
beide huizen is door het ministerie een voorstel
gedaan om aan de koningin een adres van dank
betuiging te richten voor hare zorg voor 's lands
belangen, als antwoord op de koninklijke bood
schap, die de oproeping der reserve mededeelde.
In het lioogerhnis is deze voordracht ingeleid
door den premiergraaf Beaconsfield, met eene
rede, die ruim vijf kwartier duurde. Wat het
recht betreft beweerde hij, dat geen der mogend
heden, die in 1856 gecontracteerd hébben, recht
heeft, zich aan dat contract te onttrekken, zonder
de andere onderteekenaars van het protocol
daarin te kennen. Daarom moet het verdrag van
San Stephano in zijn geheel aan de beoordeeling
van het congres worden onderworpen, en daarom
kan Engeland niet deelnemen aan een congres,
waar dit niet het geval zou zijn. Wat de feiten
betreft, roept het verdrag een toestand in het
leven, die gevaarlijk moet zijn voor ieder, maar
in het bijzonder zulks voor Engeland is, omdat
hij gevaar zou kunnen opleveren voor de vrije
communicatie met Indië. Deze overwegingen
hebben geleid tot maatregelen van voorbereiding
op militair gebied. Dit was der langen Reden
Kurzer Sinn, waarop lord Granville, de leider
der liberalen in het hoogerhuis, met een kort
woord al de verantwoording voor het gebeurde
op de regeering wierp. Dit is voorzeker geene
repliek van eene oppositie, die zich sterk voelt
en met kracht van redenen eene opinie verdedigt.
Meer practisch was lord Derby, de ex minister
van buitenlandsche zaken, die op het gevaar van
een oorlog wees, omdat Engeland waarschijnlijk
geen enkelen bondgenoot zou hebben, daar Oosten
rijk het gevaarlijk spel niet zou spelen van een
oorlog met Rusland, zonder de zekerheid te hebben
van Duitschland's neutraliteit. Met deze mede-
deeling schijnt de oud-minister eene onbescheiden
heid begaan te hebben, daar lord Salisbury een
oogenblik later verklaarde, dat door Derby's rede
de traditie werd geschonden, daar het geen ge
woonte was, dat oud-ministers aan het parlement
kabinetsgeheimen meededen, die zij in hunne
vroegere, functie te weten zijn gekomen. Deze
terechtwijzing, hoe verdiend ook, pleit in ieder
geval voor de waarheid van Derby's woorden,
waaruit wij kunnen opmaken, dat de Oostenrijk-
sche politiek vér van oorlogzuchtig is, en dat
tusschen dit rijk en Engeland, al hebben ze voor
het oogenblik dezelfde belangen, geen verbond
tegen Rusland bestaat. Het hoogerhuis nam de
behandelde voordracht zonder hoofdelijke stem
ming aan. In het huis der gemeenten gispte
de heer Gladstone de politiek der regeering; hij
was bang, dat Engeland geïsoleerd zou staan in
de verdediging ook van niet speciaal, Engelsche
belangen. De minister van oorlog repliceerde
den „vrede-tot-elken-prijs staatsman," en gaf hem
te kennen, dat het allerminst de bedoeling van
het ministerie was, om het Engelsche schip van
staat zoo maar zonder stuur de zee des oorlogs
te doen instevenen, maar om het, vooranker lig
gende, op te tuigen en in staat te stellen om,
wanneer het noodig is, welvoorzien en welbemand
aan zijne bestemming te voldoen. Deze niet zeer
nieuwe beeldspraak was het slot der zitting van
eergisteren avond, en wellicht heeft wel een der
leden, in een onrüstigen droom na de lange dis
cussie, dat welgewapende schip van staat met
volle zeilen een groote zaal zien binnenstuiven,
dreef, die aandachtigbèïnT
«ttodc vo„rt„cht 0.en
en verliet de kamer. Toen ik alleen was
met de gravin, in eene lichtblauw satijnen morgen
japon gehuld en met tallooze juweelen ringen
aan hare vingers, zei ik tot haar-—
„Panlina, Casimir Barinski heeft
gen en komt terug."
Dat is mijn harteboer,' „uipvuoruue zij op
kaarten wijzende„ik wist dat dit
jJugciaüHUll invloed
in het OostenIn de gisteren avond gehouden
zitting is de discussie voortgezet, ook over een
paar amendementen, waarvan dat van den heer
Lawson de afkeuring der regeeringspolitiek
onbewimpeld uitdrukt. Omtrent den uitslag meldt
de telegraaf nog niets. De bladen twijfelen echter
niet aan eene groote meerderheid ten gunste der
regeering.
Terwijl we zoo in Engeland de publieke zaak
publiek behandeld zien en de regeering zich ver
antwoordt, is de Russische politiek, zooals in den
aard ligt der staatsinstellingen van dat land, nog
in een sluier gehuld en kan men alleen door de
dunnere plekken der officieuse berichten en de
hare
gratie gekre-
antwoordde
een
...JMWUIIU j flllV
schoonen vreemdeling beduidde
„Casimir heeft dertien jaren in ballingschap ge
leefd, en die jaren tellen dubbel."
„Die arme jongen Maar een man van drie
en dertig is nog jong."
„Indien Casimir nog jong van hart is, indien
hij nog hetzelfde voor gevoelt als vroeger,
moet gij niet met hem spelen zooals de jonge
heer, niet waar?"
„Welk een idee, eerwaardeEn zij lachte
met de behaagzucht van een meisje van achttien
jaren. „Wie zon er nu verliefd worden op een vrouw-
van mijn leeftijd?"
„Paulina," zei ik meer droevig dan streng,
„niemand van de Poolsche patriotten, behalve ik,
wiens mond verzegeld is, weet welk verraderlijk
spel gij met onze landgenooten gespeeld hebt.
Gij wordt geëerbiedigd als een van de steunpila
ren onzer zaak, gij geeft aalmoezen en wordt
bemind, en toch waart gij het die de Barins
ki 's met ontelbare anderen in ballingschap
zondt."
„Nu ja, dat heb ik u gebiecht en daar hebt
gij mjj absolutie voor gegeven," hervatte zij, be.
v 6-""
mij nu een oude geschiedenis te verwijten."
k verwiï u niets, maar daar ik niet weet
nu eerlijk met ons omgaat, dag
ger - Casimir's
-j —vu iiu i maakte, m
een tijd toen gij met iemand coquetteerdet die u
heter aanstond."
„Ik verwijt
in hoever gij .ma om
vaard ik u niet weer hetzelfde te doen
eenige misdaad was dat hij u het hof
pcm A
„nij kwelde mij met uitbarstingen vaujalqezie,"
zei ze, een klagenden toon aannemende. „Waar
om zoudt gij mij in staat rekenen hetzelfde nog
eens te doen? Kom ik niet iedere week bij u
in de biecht, en belijd ik u niet de geringste mij
ner tekortkomingen?"
„Helaashet is juist het onbeduidende dier te
kortkomingen, Paulina, dat mij doet vrcézen dat
gij nog een bijzonderen biechtvader hebt voor
wien gij de groote bewaart-," zeide ik met een
zucht, want ik kende de dubbelzinnigheid dei-
vrouwen. Ik merkte dat zij bij die woorden van
maar zij lachte tegelijkertijd en
dergelijke streken kon geleerd
hebben „Is het mogelijk dat sommige vrouwen
haar bekentenissen kunnen splitsen en tusschen
twee priesters verdoelen vroeg zij.
„Ja, en ik geloof dat dit met u bet geval is,"
antwoordde ik streng. „Wilt gij mij in de oogen
zien en bevestigen dat het niet zoo is
r\
kleur verschoot:
vroeg waar ik
„O, ik wil u wel een uur lang in de oogen
zien," riep zij uit en zette hare oogen wijd open
als had zij met een kind te doen. „Ik ben een
beter biechtelinge dan gij denkt, eerwaarde.
Ik
doe niets ondeugends of gij verneemt het. Maal
ais gij mijne zonden te onbeduidend vindt, kan
ik ze wel grooter maken."
Ik beknorde haar over dit profane gezegde en
nadat we nog een poos over onverschillige dingen
gesproken hadden, verliet ik haar. Ik was ech
ter niet zonder vermoedens.
Paulina Marienha had geen godsdienst, maar zij
was zoo bijgeloovig als een oude boerin. Ik
geloof dat zij zich verbeeldde handig genoeg te
zijn om de heiligen zand in de oogen te kunnen
strooien en onder den dekmantel te kunnen komen.
Met hare gebeden en aalmoezen en de gewijde
kaarsen, die zij brandde, en de geschenken die
zij gaf om het altaar der Moeder Gods te versieren
overtrof het bedrag barer giften dat der meeste
Christenen: en zij beriep zich met bet grootste
welbehagen op dit feit, alsof de deuren van het
Paradijs welstaanshalve nooit gesloten konden
worden voor iemand die zich daar zoovele schat
ten vergaderd had als zij. Ik vrees dat zij er
nooit tegen op zag een onwaarheid te vertellen,
maar zij zon geen week hebben laten voorbijgaan
zonder dezen leugen aan den een of anderen pas
toor te biechten, teneinde er absolutie voor te
krijgen.
Ik heb opgemerkt dat vrouwen, die gewoon
zijn haar toevlucht- tot de biecht te nemen, er
eerder toe komen wreedheden te begaan dan
andere. Zij beschouwen de oorbiecht als de af-
wassching van alle oude kerfstokken en als een
vrijbrief om opnieuw te gaan zondigen. Ik heb
eene boerin hooren dreigen dat zij haar man
zou vergiftigen, er bijvoegende dat zij, als hij
goed en wel onder den grond lag, zou gaan
biechten, lange gebeden opzeggen tot boetedoening
en verder, dank zij de absolutie, met een gerust
geweten leven. Panlina Marienha was een katho
lieke vrouw, die zich op dienzelfden grond
misdaad zou verschoond rekenen.
elke
van
Zij had
eens haar heele gemoed voor mij uitgestort, maar
toen zij zag dat ik vasthield aan de leer, dat de
Goddelijke vergiffenis alleen kan verkregen wor
den door waar berouw, blijkende uit eene veran*
dering van levenswijze, werd zij terughoudend,
en van dien dag af biechtte zij mij alleen nietig
heden, die
die mij moeite kostten
om met
duld aan te hooren. Blijkbaar vertelde zij mij
allerlei leugens in antwoord op de vragen, die
ik- tot haar richtte: maar wat beteekenden een
paar leugens meer of minder voor een vrouw,
die zich weder verlichtte door naar den biecht
stoel van den een of anderen onbekenden dorps
pastoor te gaan, die niet wist wie zij was, en
nadat zij hem dingen verteld had waarvan zijne
haren te berge rezen, hare absolutie te koopen
door een gift, die hem deed gelooven aan de in
nigheid harer liefdadigheid
Wordt vervolgd,)