iiavertentians 20 Cent per rte- Trouw-, Doodberichten enz.: van iedere regel meer 0,20, Oroote letters worden berekend Co. te Brussel Middelb Benoerrvngen en besluiten. (Irodmodigkiü tan dm ($£mr. enBwethe0!ewdeaing m het advies burg. °P bet adres v n het ba&.in- j~~ - meeFeene pfeèk is dan een adreshij achtte het voor het prestige van het gemeentebestuur niet wenschelijk het op te zenden. Hij wilde burg. en weth. uitnoodigen te onderzoeken, of beperking van het aantal tapperijen in de gemeente mogelijk is, en den uitslag van hun onderzoek aan den raad mede te deelen. De motie werd evenals de voordracht verworpen. De heer Tellegen wilde, om toch iets te doen, het artikel van het politie- reglement, waarin het schenken van sterken drank aan knapen wordt verboden, met groote letters in de krant plaatsen. De Asser courant deelt omtrent de te Utrecht gehoudene vergadering der hoofdcommissie voor de herdenking van de Unie van Utrecht het vol gende mede: Het ontwerp-gedenkteeken voor de Unie is ver vaardigd door den architect Nieuwenhuis te Utrecht naar de denkbeelden, aangegeven door prof. i eets. Behoudens de goedkeuring van Z. K. H. prins Hendrik besloot de vergadering met groote meer derheid tot oprichting van een nationaal gedenk- teeken naar de ontworpen teekening. Het monu ment stelt voor een groote kolom, samengesteld uit zeven kleinere kolommen (zeven provinciën die tot de Unie toetraden), te zamen dragende het beeld der vrijheid en op het voetstuk bewaakt door den Nassauschen Leeuw. Het geheel zal naar het ontwerp een hoogte hebben van 31 meter. De kosten worden geraamd op ruim een ton. Het voornemen bestaat het gedenkteeken te plaatsen op het bolwerk Lepelenburg. Art. 19 der wet van 29 Juni 1854 (Stbl. N\ 102), waarvan de tweede kamer gisteren de wijziging, na verwerping van alle amendementen, heeft aan genomen zooa's die door de regeering werd voor gesteld, luidde aldus: „Die bedelende gevonden wordt in eene plaats, voor welke eene openbare inrichting tot voorkoming van bedelarij bestaat, wordt gestraft met gevangenis van 14 dagen tot 6 maanden. „De rechter kan gelasten dat landloopers en bedelaars na het uiteinde der gevangenisstraf naar een bedelaarsgesticht of werkhuis zullen worden overgebracht. De last tot overbrenging is ver plichtend ten aanzien van hen, die reeds eenmaal wegens landlooperij of bedelarij zijn veroordeeld. marine. Bevorderd tot luitenant ter zee 2e klasse de adelborsten le klasse G. P. Posthuma en F. C. V. Zwaanshals. zeevisschefijen. Benoemd tot lid van het college voor de zeevisscherijen J. Regtdoorzee, te Amsterdam. stoomwezen. Benoemd J. M. Kuiler en J. C. FEUILLETON. EEN VIRTELLING V\N EEN P00ISCHEN GEESTELIJKE. I. De gouverneur van het district Podlachie liet my by zich komen en zei in het Fransch„Ca- simir Barinski heeft gratie gekregen en komt van daag uit Siberië terug. Hg moet zich hiei in de stad Dolw met der woon vestigen. Ik verlaat mg op u om hem aan het verstand te brengen dat hg zich voortaan, door de meest ge zette getrouwheid, de grootmoedigheid van den czaar waardig moet betoonen." Ik boog nederig en vertrok. Er werden na den opstand van 1863 en 1864 zooveel personen uit het district Podlachie naar Siberië verbannen, dat negen van de tien men schen niet meer zouden geweten hebben wie t'a- simir Barinski was; maar ik wist het zeer goed. Ik ben de geestelijke van het stadje Dolw, waar slechts éene katholieke parochie is, daar een groot gedeelte der bevolking uit Joden bestaat; en ik houd een register waarin ik de namen en de op gegeven misdaden mijner parochianen, die voor onze nationale zaak geleden hebben, opgeteelcend heb De politie, die dikwijls huiszoeking bij mij doet, heeft mij meer dan eens gevraagd wat ik toch met het houden van dat register voor heb; maar ik heb. altijd geantwoord dat het, voor het geval het zijne majesteit mocht behagen een van die afgedwaalde mannen of vrouwen, die aan den burgeroorlog deelnamen, gratie te schenken, goed is dat ik eenige herinnering bewaar aan hunne individueele misdrijven, teneinde hen te kunnen waarschuwen dat zg na hun terugkeer niet weer daartoe vervallen. Ik heb ook de eer gehad den directeur van politie uit te leggen dat de aanteekeningen, die ik van het karakter der misdadigers had gehou den, mij in staat zouden stellen ieder hunner toe te spreken met de meest op hem toepasselijke vermaningen. De politie, ziende hoe hoogst ongunstig al die karakterschetsen zijn, heeft er tot nogtoe in be rust, maar ik denk dat zij minder voldaan zou wezen als zij kon gissen dat elke hekelende bij naam in mijn oogen een tegenovergestelde betee kenis heeft, en dat ik, door enkele teekens van geheimschrift op mijn eigen hand, bij voorbeeld den vorm der hoofdletters en de plaatsing der comma's, in staat ben met éen oogopslag de ware en bijzondere geschiedenis der ballingen op te maken, welke mijne aanteekeningen allemaal schijnen te veroordeelen. Thuis komende raadpleegde ik dus mijn regis ter en merkte door een k met een bijzonder groot oog in den naam van Barinski, dat hij hoege naamd niets gedaan had waardoor hij zijn straf verdiend had; de woorden twistziek en arglistig herinnerden mij tevens aan zijn moed en recht schapenheid. Hy was nauwelijks 20 jaren toen hij in L63 verbannen werd met zijn vader en drie broeders, allen sedert, naar ik vernomen had, in de „mijnen van Ural bezweken. Zijn moeder was ook dood en zijn eenige zuster Eveline was gehuwd en woonde in Frankrijk. Iedereen weet dat de Barinskis van vader op zoon trouwe pa triotten zijn geweesten ik twijfel niet of Casimir zou, als de gelegenheid zich voorgedaan had, zijn zwaard voor Polen getrokken hebben, even als de andere leden zijner familie; maar toevallig was de opstand nog niet tot Dolw doorgedrongen toen de vader en zijne zonen op zekeren nacht allen in hechtenis genomen werden en zonder eenig proces naar Siberië getransporteerd. Der gelijke maatregelen waren niets bijzonders in die dagen. De aanklacht van een spion was genoeg en een kommapunt toonde mg aan dat de spion, die de Barinski's verraden had, de gravin Pau lina Marienha was, die nog in onze stad woonde. Ik stond peinzend een half uur lang die komma punt te bekijken, sloot het register en ging uit om de gravin een bezoek te brengen. Zij was thuis, in haar groot hotel op het Artil lerieplein. Haar kamenier, een rossige Jodin, Re becca, geleidde mij naar haar boudoir, en ik vond haar verdiept in haar geliefkoosde bezigheid oin karavanen-thee te drinken, en zichzelve met een pak kaarten waar te zeggen. Zy had juist harten boer gekeerd toen ik binnenkwam, Paulina Marienha was dicht bij de veertig, maar zij kon zich best voor dertig uitgeven en dat deed zij, geloof ik ook. Zij bezat al de spreekwoordelijke schoonheid der Poolsche Vrou wen met haar donker haar, groote oogen, slank figuur en verblindende tint beantwoordde zg ge heel aan de beschrijving, welke de Lithanerdich ter van de vrouwen van zijn land geeft„Dartel als jonge katjes, blank als lelies, en onder de lange zwarte oogharen ionkelen hare oogen als sterren." Ik heb nooit een vrouw gekend die zulk een betoovering uitoefende op degenen die haar na derden, zoodat zelfs ik, haar biechtvader, vond dat de zonden welke zij mij beleed, niet zoo erg schenen als de zonden van andere menschen. Zij had streelende, kinderlijke manieren en kon, als zg berispt werd, met de handen voor haar gelaat gaan zitten weenen, hetgeen mij dikwijls met verbazing deed vragen of zij zich even goed als gewone menschen bewust was welke vreeselijke dingen zg bedreef. Haar lach was even \eilei- delijk als hare tranenen niettegenstaande zij reeds zoo oud was, had ze geen enkelen rimpel op haar blank voorhoofd ofschoon God en ik maar al te goed wisten welke diepe rimpels daarop gegrift zouden zijn, indien de vreeselijke geheimen van haar hart er hunne sporen op hadd en achter gelaten. Rebecca, de Jodin, legde mijn breedge- randen hoed op een kast, bracht mij een kop

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1