N». 77.
121e Jaargang.
1878.
1 April.
De gymnastiek op school.
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/in. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor -België en Frankrijk: cfe firma Havas, Laith-b C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 30 Maart.
Wat het huis verliest, brengt
het huis terecht.
~rr
r -flit -blpd .vèrschijnt dagelijks
-Li—
■a
Eene waarheid, ons door de oudheid nage
laten, later vaak uit het oog verloren,
doch in onze dagen weder in hare eer
hersteld, is deze: dat eene „gezonde ziel"
slechts in een „gezond lichaam" huizen kan.
In hare eer hersteld is deze waarheid wel,
voor zoover men daaronder verstaan mag dat
zij door nagenoeg alle mannen van wetenschap
en beschaving gehuldigd wordt. Bewijzen
daarvoor zijn de adressen, in de laatste jaren
door de geneeskundige raden van bijna al onze
provinciën tot de regeering gericht om de
gymnastiek op de volksschool te brengen;
de aandrang der Maatschappij tot bevordering
der geneeskunde, die van verschillende vereeni-
gingen tot bevordering der volksgezondheid,
om van de gymnastiek-verhonden te zwij
gen, in dezelfde richting aangewend.
Practische toepassing heeft de overtuiging
van het nut en de noodzakelijkheid der gym
nastiek echter in ons land nog niet gevonden.
De gymnastiek maakt tot dusverre niet alleen
geen wettig erkend deel der volksopvoeding
uit, maar ook bij de aanhangige herziening on
zer schoolwet heeft zij zich nog geen baan
weten te breken. Het wetsontwerp-Kappéijne
noemt haar niet onder die vakken in welke
onderwijs gegeven moet wordenen in de
memorie van toelichting wordt slechts „bevor
dering der kamer-gymnastiek" aan de zorg
van het school-toezicht aanbevolen.
De minister grondt het achterwege laten der
gymnastiek op de „practische bezwaren, op
welke men het hoofd zou stooten." Hiermede
wordt in de eerste plaats bedoeld het gemis
van een voldoend aantal onderwijzers met akte
in de gymnastiek.
De feitelijke juistheid van dit bezwaar moet
erkend worden; of het echter eene voldoende
reden is om de gymnastiek als leervak nit te
sluiten, is eene andere vraag.
Gelijk in een opstel van' dr. B. Carsten,
adjunct-inspecteur van het geneeskundig staats-
JIX-.IL.ËTOlSr.
5
Haar het Italiaanseh van
Grazia Pïerantoni Mancini.
DERDE HOOFDSTUK.
BS BlEFDE KOMT IN HET SPEI.
Ik zag hem een weinig ondeugend lachend aan,
omdat hij mij deed denken aan de kalk, die als
een kleine vulkaan in haar kuil ligt te borrelen.
Maar van lieverlede bedaarde die groote woede;
de vier bladzijden waren vol, de laatste woorden,
die zeker aandoenlijk moeten geweest zijn, waren
geschreven, en de brief was onderteekend met
den enkelen naam Rafael en toen begonnen zijne
tranen zachtjes te vloeien, de pen viel hem uit
de hand, hij zag mij strak aan en vroeg:
„En nu?"
„Nu nog het couvert en het adres zoo.
geef hem np maar aan mij."
#A.an u En hij lachte onder zijne tranen.
«j „Gij, die zoo hooghartig zijt, zoudt u niet
heieedigd voelen door een dergelijke boodschap?"
toezicht in Zuid-Holland, in het jongste Januari*
nommer van den Economist,' wordt opgemerkt?
beweegt men zich ten opzichte van dit gebrek
aan gymnastiek-onderwijzers in een cirkel.
De gymnastiek wordt niet tot verplicht leervak
verheven omdat er geen onderwijzers zijn;
maar de onderwijzers doen geen moeite om
een akte voor gymnastiek te krijgen, dewijl
deze niet tot de verplichte vakken behoort. Er
bestaat echter wel een weg om ons uit dezen
cirkel te verlossen. Wanneer de oefeningen
zich bepalen tot het methodisch uitvoeren van
vrije bewegingen óp de plaats, zooals mar-
cheeren, loopen, springen, tot oefeningen met
den stok, de halters, den hal, touwtje springen
enz., dan kunnen ze zeer wel door onderwij
zers, die geen bepaalde opleiding er voor
genoten hebben, met behulp van een goed
handboek geleid worden. Op deze wijze zouden
ook aanvankelijk de kosten vermeden worden,
aan het stellen van vaste werktuigen en het
inrichten van werkplaatsen verbonden.
Het nut dezer oefeningen wordt door de
genees- en opvoedkundigen algemeen erkend.
Ze geven een goede houding aan het lichaam,
bevorderen de losheid en gemakkelijkheid der
bewegingen en zijn daardoor voor de lichaams
ontwikkeling in hoöge mate dienstig. Ze brengen
eene nuttige en noodige afwisseling in het
onderwijs, voor onderwijzers en leerlingen even
wenschelijk, en schenken gelegenheid tot ver-
versching der lucht in de school-lokalen, welke,
na een paar uren door de ademhaling van
honderden kinderen verontreinigd te zijn, daar
aan groote behoefte heeft. Voor de aandacht
en den leerlust der kinderen eindelijk zijn ze,
naar het getuigenis der meeste opvoedkundigen
en mannen van de practijk, niet schadelijk,
maar zeer bevorderlijk.
Hét ware dus te wenschen dat de „kamer
gymnastiek," als overgangsmiddel tot de gym
nastiek zelve hare plaats verkreeg pnder de nor
male vakken der lagere school. Voor de opleiding
van gymnastiek-onderwijzers zou dan meer en
heter gelegenheid, dan tot dusverre bestaat,
geopend moet worden, gelijk zulks in een adres
met memorie van toelichting, door de besturen
van het Ned. Gymnastiekverbond en van de
Vereeniging van gymnastiek-onderwijzers aan
den minister van binnenlandsche zaken inge
diend, met kracht van redenen wordt uiteen
gezet.
„Het is zeker hard yoor mij," mompelde
ik een weinig verlegen; maar gij hebt mij
betooverd zie daar voor éen keer, voor
een vriend!"
Rafaël stond op en drukte mij de hand, met
zulk een kracht dat hij haar bijna ontwrichtte.
Volgens afspraak werd de brief 's avonds bij
de dame bezorgd en den volgenden morgen kwam
het antwoord, een sierlijk geparfumeerd briefje,
dat mijn vriend mij tot eiken prijs wilde laten
lezen en dat ik hier met zijne toestemming over
schrijf.
„Zeer geachte heer,
„Ik ben een arm onervaren meisje, zonder moe
der en ik word door een groot gevaar bedreigd:
namelijk van iemand te moeten huwen dien ik
niet kan achten noch liefhebben. Daarom durf
ik uw schoonen hartstochtelijken brief beant
woorden. Wie zoo schrijft moet een rechtschapen
mensch zijn en moet waarheid spreken, daarom
stel ik vertrouwen in u. Gij zegt dat gij een
arme, ongelukkige wees zijt, en dat heeft mij tot
tranen toe geroerd.
„Ik zal den wil van mijn vader weten te
wederstreven, die eigenlijk mijn welzijn beoogt;
zijn geheele erfdeel houdt bij zijn dood op,
omdat hij geen mannelijke afstammelingen
heeft, en daarom verlangt hij dat ik een rijk
huwelijk doe.
„Maar ik heb in tijds leeren inzien hoeveel
Terschil er bestaat tusschen fortuin en deugd, en
Niet de minste aandrang tot verbetering van
ons lager onderwijs is daarin gelegendat
wtze "Volksschool niet meer, zooals vroeger, tot
voorbeeld ter navolging voor andere beschaafde
volken kan dienen, maar langzamerhand een
voorbeeld tot waarschuwing dreigt te worden.
Met de gymnastiek althans, staan wij reeds bij
de meeste landen ten achteren, gelijk uit de
volgende opgave blijkt.
In Denemarken is de gymnastiek sedert het
begin dezer eeuw op alle scholen ingevoerd.
In Zweden is de gymnastiek een verplicht
leervak op alle scholen des lands.
In Pruisen is de gymnastiek verplichtend
gesteld voor alle hoogere, middelbare en lagere
scholen in de steden en op het platteland,
alsmede voor de militairen.
In Oostenrijk is de gymnastiek een verplicht
leervak op alle lagere en middelbare scholen.
In Wurtemberg is de gymnastiek op alle
scholen verplichtendieder kind heeft 4 uren
les per week.
In Badèn is de gymnastiek op alle jongens
scholen en bij de militairen ingevoerd.
In Saksen (Weimar, Koburg) is de gymnas
tiek verplichtend op alle scholen.
In Beijeren werd in 1868 door de vertegen
woordiging eene motie van dr. Ebell aangeno
men, strekkende om in de nieuwe wet op het
onderwijs de gymnastiek als verplicht leervak
te doen opnemen.
In Rusland is de gymnastiek op bijna alle
openbare en bijzondere scholen en op de kost
scholen voor jonge meisjes ingevoerd.
Zwitserland bleef natuurlijk niet achter. In
dat land, waar de gymnastiek geheel in het
volksleven is opgenomen, is zij ook op de
lagere scholen ingevoerd.
Ook in België wordt de gymnastiek op alle
lagere scholen ingevoerd. Jaarlijks komen de
Onderwijzers en onderwijzeressen, hij 200 te gelijk,
gedurende de vacantie naar Brussel, tot het
ontvangen van onderwijs in de gymnastiek,
teneinde zich in het geven van dit onderwijs
op hunne scholen meer te bekwamen.
Zulk eene vergelijking vervult ons met
schaamte. Het gemeen overleg tusschen regee
ring en volksvertegenwoordiging make dat wij
weldra, ook waar het de zorg voor de ontwik
keling des lichaams betreft, andere volken
onder de oogen durven te zien!
ik wil liever arm en bemind wezen dan zïjk en
verachtelijk.
„Ik zou zooveel tot u willen zeggen, maar
mijne hand beeft. Houd moed en werk, ik zal
aan u denken en bidden dat' God u bijsta.
„Meer zeg ik niet, want dat zou niet te pas
komen voor een jong meisje; maar geloof in mij
evenals ik in u geloof.
„Ik zend u een blonde haarlok opdat gij een
gedachtenis van mij zoudt hebben; maar denk
niet dat ik zoo driest ben van u mijn eigen haar
te zenden; het is van mijn moeder en was voor
mij altijd een reliek; moge het dat ook voor u
zijn!
„Schrijf mij niet, want ik heb voor de beelte
nis mijner moeder gezworen uwe brieven ongele
zen en onbeantwoord te verbranden. Het is ons
meisjes niet vergund onze hartsgeheimen aan
anderen toe te vertrouwen dan aan onzen brui
gom of onzen echtgenoot; als de hemel toestaat
dat gij dat wordt, dan zult gij de liefde leeren
kennen, welke het gemoed vervult van
Argia."
Ik vond dien brief zeer schoon. „Wie zoo
schrijft" zei ik is waard bemind te worden."
„En ik heb haar met hart en ziel lief!"
riep Rafaël uit en kuste den brief voordat hij
hem weer op zijn hart legde. „Ziet ge, mijn
vriend, dat is de ware levensvreugde, en ik tart
alle schatten .ter wereld om mij die te ver
schaffen."
Tengevolge van bet ontsporen van den sneltrein,
die te 9.20 uur van Viissingen vertrok, bij Ber-
geh op Zoom, kwam de trein die te 2.7 uur alhier
had moeten wezen, eerst omstreeks half vijf aan.
Bij de ontsporing werd de goederenwagon
omver gereden en zijn eenige andere rijtuigen
beschadigd. Niemand heeft persoonlijk letsel be
komen.
Gisteren morgen werd door den schipper van
den Belgischen loodskotter n° 6, kruisende in de
Wielingen, nabij het strand van den Zwarten
Polder een mast gezien met tjalktuig, boven het
water uitstekende, waaraan zich twee mannen
vastklemden, terwijl een derde, in de branding
zwemmende, met den dood worstelde.
Toen deze twee personen met behulp eener
reddingboei door de bemanning van den kotter
gered waren, was de derde, wien men niet dade
lijk hulp kon verleenen, reeds gezonken.
Het bleek dat het gezonken vaartuig een tjalk
was, met steenen beladen en eergisteren avond
van Ylissingen vertrokken. Bij aankomst vóór
den Zwarten polder had de dochter van den
schipper zich met een knecht naar den wal bege
ven. Aan boord waren achtergebleven de schip
per, twee matrozen, waaronder de zoon des schip
pers, en de dienstdoende loodsman J. K.woon
achtig te Viissingen. Terwijl men des morgens
bet vaartuig tegen den oever bracht om te los
sen, schijnt de bodem er uitgestooten en de tjalk
gezonken te zijn. Toen de loodskotter nabij
kwam, was de schipper reeds verdronken; terwijl
de persoon, die in de branding omkwam, de straks
genoemde J. K. geweest is;
Onze berichtgever maakt hierbij dé opmerking
dat langs de Vlaamsche kust, tusschen Ostende,
WeMuijne, Blanckenberghe en Heijstzijnde,
onderling ongeveer vier Eng. mijlen van elkander
gelegen, drie reddingbooten geregeld aanwezig zijn,
terwijl, langs de Hollandsche kust, over eene
lengte van minstens 10 Eng. mijlen, niet een zoo
danig vaartuig'te vinden is.
:.i \i.
Het centraal bestuur van het Algemeen Neder-
landsch werkliedenverbond heeft een adres aan de
tweede kamer gericht over het onderwijs-ontwerp.
Daarin wordt leedwezen uitgesproken dat in het
ontwerp bij bet vele goede dat het bevat
vier hoofdzaken worden gemist, namelijkleer
plicht, kosteloos onderwijs, voorbereidend onder
wijs en herhalings- en voortgezet onderwijs.
Waarom die hoofdpunten niet mogen ontbreken,
wordt in het adres in den breede ontvouwd.
„Ja, ja, maar nu zijt gij toch zeker van
plan veranderd? Wat denkt gij nu te doen
„Haar te gehoorzamen; haar in stilte lief
hebben en voor haar werken; hebt gij het dan
niet gelezen Zij begeert geen rijkdomwaartoe
zou die mij dus dienen?"
„Wel, om haar të spoediger te kunnen
huwen
„O! denkt gij dan dat het zoo gemakkelijk
zal zijn om mijn hooghartigen grootvader er toe
te bewegen den zoon van Julia als zijn kleinzoon
te erkennen? Denk eens aan het schandaal van
een proces, aan de vernedering, aan de beslom
mering. Wie geen medelijden met zijn eigen
zoon gehad heeft, zal het ook niet met diens
nakomeling hebben. Laat hem zijn rijkdom maar
behouden: mij behoort de kunst en de liefde."
„Hij is erger dan een ezel," zei ik
's avonds tot mijn, vrouw, toen ik haar alles ver
teld had.
„Als ik u was," zei ze, en knipte veel-
beteekenend met de oogen, „zou ik lust krijgen
om op mijn eigen gelegenheid den draad te gaan
zoeken."
„Op mijn eigen gelegenheidHoe iou ik
dat moeten aanleggen
„Gij moet er maar eens over denken, druil
oor