N». 74. 121® Jaargang. 1878. Donderdag 28 Maart. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3,50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Ad ver ten tien: 20 Cent per regel. Geboorte- .Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels ƒ.1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite G°. te Brussel en Parij Zij die zich vóór 1 April 1878 op deze courant abonneeren, ontvangen de nog in dit kwartaal verschijnende nom mers gratis. Oprichting bergplaatsen van lompen. Middelburg, 27 Maart. Benoemingen en besluiten. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gezien de artikelen 6 en 7 der wet van den 28n Juni 1875 (Staatsblad n° 95), tot regeling van het toezicht bij het oprichten van inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken maken bekend dat ter gemeente-secretarie ter inzage zijn ge legd twee Verzoeken met bijlagen van S. L. Gobetz en H. A. Emanuel, om vergunning tot het inrichten van de perceelen K n" 291 in de Koestraat en K 34 en 305 in het Kattegat en in de Lange Geere, tot bergplaatsen van lompen enz. dat op Vrijdag den 12ec April a. ten raadhuize dezer gemeente, des namiddags te half 2 uur gelegenheid zal worden gegeven om tegen het maken dier inrichtingen bezwaren in te brengen, en deze mondeling of schriftelijk toe te lichten. Middelburg, den 25™ Maart 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, G. N.: DE .STOPPELAAR. In de heden namiddag gehouden zitting van den gemeenteraad alhier, waarvan wij het ge woon verslag in een volgend uommer mededee- len, zijn onder anderen de volgende zaken behandeld. Voor kennisgeving is aangenomen de mededee- ling van den voorzitter, dat de beer Termaat de benoeming tot lid der plaatselijke schoolcommissie aangenomen, doch de heer van Diesen daarvoor bedankt heeft, zoodat burgemeester en wethouders van de schoolcommissie eene aanbeveling ter, voorziening in de vacature hebben gevraagd. Aan mejuffrouw M. M. Faro is op verzoek eervol ontslag verleend als onderwijzeres in de gymnastiek. In de plaats van den op verzoek eervol ont slagen heer H. J. Dronkers zijn ter benoeming tot commissaris over de brandweer alpbabetisch voorgedragen de heeren J. J. H. Doorenbos en W. van Uije J. Jz. De benoeming is aangehouden. Het verzoek van H. Koppelle om verlenging van wachtgeld, ten bedrage van 80 'sjaars, is op voorstel van burgemeester en wethouders niet ingewilligd. Een amendement van den heer van Berlekom, om aan den adressant een wachtgeld van f 40 toe te kennen, was vooraf met 13 tegen 4 stemmen verworpen. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot uitgifte van grond iu erfpacht aan den heer Fak Brouwer tot oprichting eener steenbakkerij in het oud-havenkanaal, is zonder hoofdelijke omvraag goedgekeurd. Een voorstel van burg. en weth. tot verbouwing van het zoogenaamde Provoosthuis op den Dam, ten behoeve van de kantoren voor den ijk der maten en gewichten en voor den waarborg van gouden en zilveren werken, is tot de volgende zitting aangehouden. Bedoeld voorstel strekt om het Provoosthuis voor afbraak te verkööpen en op dezelfde plaats een gebouw voor genoemde kantoren te maken, indien met de regeering over eenkomsten van huur voor langen termijn, res pectievelijk van f 700 en van f 200 tot f 300 kunnen gesloten worden. Voor de betrekking van gemeente-apotheker zijn door het bestuur der godshulzen voorgedragen de heeren J. A. W. Daman, apotheker van het burgerlijk armbestuur te Rotterdamen W. A. de Vroom, apotheker te Frederiksoord. Eerstge noemde is met 13 stemmen benoemd, terwijl op laatstgenoemde 4 stemmen waren uitgebracht. De benoeming van een gemeente-opzichter is tot de volgende vergadering aangehouden. Voor die betrekking zjjn door burgemeester en wethouders aanbevolen de heeren P. Zevenhuizen, te Zeven huizen, en B. Iloogendam, te Rotterdam. Als leden van het stembureau voor de a. ver kiezing van een lid der provinciale staten van Zeeland zijn benoemd de heeren Liebert, van Berlekom en Nagtglas, en als plaatsvervangers de heeren Dronkers en Damme. Onze opvatting dat het huwelijksplan van Z. K. H. prins Hendrik betrekking zou hebben op de oudste dochter van prins Karei van Pruisen, wordt door het Vaderland bevestigd. Het Haagsche Dagblad bewaart over deze Zaak het stilzwijgen. Andere bladen beweren dat bier sprake is van de oudste dochter van prins Frederik Karei van Pruisen, de prinses Maria Elisabeth Louisa Fre- derika, geboren 14 September 1855. De N. Rott. Ct. zelve heldert haar eerste be richt niet op. Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden is dooi den koning der Belgen begiftigd met het groot kruis der Leopoldsorde. Ofschoon, zooals de Arnh. Ct. zelve zegt, het eene zuiver huishoudelijke zaak betreft, willen wij toch hare opmerking over het door ons ge geven ontslag aan onzen Amsterdamschen corres pondent niet onbeantwoord laten, daar het ons niet kwaad voorkomt dat zich voor dergelijke gevallen in de Nederiandsche dagbladpers, overigens weinig tot samenwerking gezind, eene soort van jurisprudentie vestige. „Correspondenten zijn menscben, zegt de Arnh. Ct., en onderworpen aan dwalingen," Zij vindt het daarom wel wat hard, wegens eene dwaling ter goeder trouw, alle betrekking te verbreken met iemand, wiens berichten in den regel juist zijn. Wij hebben hierop alleen te antwoorden dat alle onjuiste berichten niet van hetzelfde belang en alle dwalingen niet even vergefelijk zijn. De mededeeling dat ëene groote nijverheids-onderne ming haar betalingen gestaakt heeft, komt ons van zóóveel gewicht voor, uithoofde der gevolgen welke daaruit kunnen voortvloeien èn voor de onderneming zelve èn voor het dagblad dat het bericht opneemt, dat een correspondent zich wel zesmaal mag bedenken alvorens hij zulk een nieuws meldt aan eene redactie, die buiten staat is de juistheid er van te controleeren. De aandacht onzer lezers wordt gevestigd op de achterstaande advertentie, waarin bijdragen gevraagd worden voor het bouwen van een nieuw lokaal voor de Protestantsche Alexander-bewaar- school te Maastricht. Wie het Protestantisme liefheeft zal voor dat doel gaarne iets willen afzonderen. De commissie uit de tweede kamer, belast met het onderzoek der geloofsbrieven betreffende de verkiezing te Zevenbergen, is in haar verslag tot de volgende conclusie gekomen, welke wij in hoofdzaak gisteren reeds onder onze telegr. be richten mededeelden: De meerderheid der commissie stelt voor 1° aan de informaliteit op 2,6 Februari te Waspik begaan, nl. het niet onderteekenen van de lijsten van de gestemd hebbende kiezers, niet dat gewicht toe te kennen, dat daardoor de eerste stemming, in het hoofdkiesdistrict Zevenbergen gehouden, onwettig zou moeten worden verklaard 2» te besluiten, dat het niet openen van de stembus van de gemeente Meeuwen, waarvan de stembriefjes van invloed hadden kunnen zijn op de herstemming van 12 Maart, niet is overeen komstig de kieswet, en mitsdien te besluiten, dat de heer Diepen niet kan worden toegelaten; 3° te besluiten, dat in het hoofdkiesdistrict'. Zevenbergen eene nieuwe herstemming zal moeten, plaats hebben; 4° den minister van binnenlandsche zaken een afdruk te zenden van het rapport, met verzoek om de noodige maatregelen te nemen voor deze nieuwe herstemming. De minderheid der commissie stelt voor: dat, alvorens over de toelating van den heer' Diepen te beslissen, de kamer besluite den minister van binnenlandsche zaken te verzoeken, haar de stembriefjes van het hoofdkiesdistrict Zevenbergen te doen toekomen. [Zie Telegr. berichten mnheden]. Door 31 ingezetenen van Meeuwen is een adres gericht aan de tweede kamer, waarin o. a. ge zegd wordt „dat. zij als kiesbevoegden, deel hebben ge nomen aan dë jongste verkiezing voor een lid van de tweede kamer der staten-generaal voor het hoofdkiesdistrict Zevenbergen; „dat de uitslag dier verkiezing niet blijkt, daar het stembureau de in deze gemeente uitgebrachte stemmen niet in aanmerking nam; „dat zoowel de geest als de letter der wet wil, dat bij herstemming een definitief resultaat moet worden verkregen en dat dus de opening der bus alsnog moet plaats hebben; „dat naar hunne overtuiging de kiezers onbe voegd zijn, om andermaal eene definitieve keuze te doen en daardoor de eerste stilzwijgend te vernietigen, indien zooals in dezen niet blijkt, dat fraude is gepleegd „waarom zij verzoeken dat, indien uwe verga dering mocht meenen, dat de bestaande wet geene vrijheid laat alsnog den uitslag der herstemming te constateeren, het haar bebage der regeering in overweging te geven, een wetsontwerp in te dienen, waarbij in de bestaande leemte, ook met het oog op de hierbedoelde verkiezing, zal wor den voorzien." Dezer dagen heeft onze letterkunde een ge- voeligen slag bekomen. De bekende, door allen, geliefde schrijver J. J. A. Goeverneur is helaasnaar het krankzinnigengesticht te Deventer vervoerd. 'tGing in den laatsten tijd niet te best met Goeverneur, maar dat hem zulk een droevig lot te wachten stond, was haast niet te verwachten. We behoeven wel niet te zeg gen hoeveel in hem verloren gaatde naam Goeverneur wekte bij allen, ouden en jongen, een blijde gedachte op, herinnert ieder aan zoo me nig ernstig of geestig, maar altijd aantrekkelijk vers van zijne hand. Hij was een waar volks schrijver, die door het geheele land met graagte gelezen werd, en daarom zal het geheele land rouw gevoelen over zijn somber lot in den avond zijns levens. (N. v. d. D.) Aan het slot van haar verslag over eene ver gadering, te Brugge gehouden ter bespreking van het bekende ontwerp van den ingenieur de Maere- Limnander, om door middel van een recht- streeksch kanaal de steden Gent en Brugge met de zee te verbinden, zegt de TStoïle Beige het volgende „Het is te begrijpen dat Brugge en Gent, het eerste zoo nabij de zee, het tweede zoo nabij den Schelde-mond gelegen, hartstochtelijk naar eene verbinding met de zee verlangen en het is ook te begrijpen, wij moeten billijk zijn, dat Nederland het recht om het gedeelte van het kanaal Ter NeuzenGent, dat op Nederlandsch grondgebied gelegen is, uit te diepen en te ver- breeden, ons zoo duur mogelijk wil doen betalen. Maar Nederland ziet daarbij, in zijn eigen belang, voorbij dat wij ons zoo noodig zelf zouden kunnen helpen, en dat zijn tegenstand de plannen van Brugge aanmoedigt, zonder nog in aanmerking te nemen dat ook de haven van Ostende in hooge mate aan onze behoefte aan betere gemeenschap met de zee dienstbaar gemaakt zou kunnen worden." Het komt ons voor dat in deze beschouwing de houding van Nederland ten opzichte van het Ter Neuzensche kanaal Wel wat eenzijdig wordt voorgesteld. Wanneer de locale tegenstand van Antwerpen en de politieke party-manoeuvres in België zich niet in den weg gesteld hadden, dan zou de oplossing van het vraagstuk, voor zoo ver de samenwerking der beide landen betreft, misschien reeds lang een voldongen feit zijn. De heer Goeman Borgesius, lid der tweede kamer, heeft in de Amsterdamsche afdeeling van het Multapatiorsbond eene rede gehouden over „den staat en het misbruik van sterken drank." Met tal van voorbeelden toonde bij aan wat elders reeds geschied is, zoowel door het initiatief van het volk, als van de regeering; hij wees op zoovele staten van Noord-Amerika, op Zweden, Zwitserland, op Engeland óm van zoovele gemeentebesturen niet te spreken - die alle door bet invoeren van strenge wetten tégen de openbare dronkenschap, door strafbepalingen niet alleen tegen den dronkaard, maar ook tegen zijn verleider, den tapper, 'door het bèperken van het aantal dezer laatsten, hetzij door zeer dure paten ten, hetzij eenvoudig door verbod, het drankver- bruik binnen korten tijd met verbazende snelheid hadden zien afnemen, en te gelijk voorspoed bij den werkman, vrede en geluk in het gezin, wel vaart in de maatschappij hadden zien toenemen. Verbetering kan echter niet door het initiatief der regeering alleen komen eene- regeering, die ingrijpende maatregelen neemt tot het behoud van het volk, kan het verwijt van dwang/nooit ont gaan alleen daar, waar, zoöals iü de bovenge noemde landen, de wensch tot het nemen van beperkende maatregelen krachtig was uitgesproken door het volk zelf - en de groote. meerderheid van ons volk is Goddank nog de vijand van het misbruik alleen daar hebben de wetten eene duurzame kracht gekregen en oefenen zij hëilzamen invloed uit. Met den steun van het volk, dat het goede wil, is de overwinning zeker. Het debat, waartoe hier de gelegenheid werd gegeven, was zeer geanimeerd. In plaats van oppositie tegen de geuite denkbeelden, wilde het meerendeel der sprekers verder gaan. Een der sprekers veroordeelde de regeering, die zelf aan boord der oorlogsschepen haren onder- hoorigenjenever schenkt; waarop een officier, lid van het MultapatiorsDond, dezen spreker gerust stelde door de verzekering, dat die weinige vin gerhoeden jenever nooit tot misbruik kunnen leiden. Hij wees echter op een ander euvel, bij het leger te lande, nl. den invloed, door vele onderofficieren uitgeoefend op het zakgeld der milicienseen kwaad, dat hij niet nader behoefde toe te lichten. Hij had, nu onlangs, aan de mili taire autoriteiten vergunning gevraagd eene voor dracht voor het kader onderofficieren te houden, doch die gelegenheid was hem geweigerd. Na de verschillende sprekers kwam de heer Goeman Borgesius weder aan het woord. Wat het misbruik door militairen betreft, spre ker moest hier erkennen, dat het hem steeds dubbel met leedwezen vervult, wanneer hij een dronken milicien ontmoet. Wat de strafbepalingen tegen dronkenschap binnenshuis betreft, de vrijheid van het gezin is ook den staat te heilig, dan dat hij daarin ooit zal kunnen ingrijpen. Iets anders ware het, dat de staat, zooals dit in Engeland geschiedt, zich het recht toekenne, den dronkaard in de kroeg, alsmede den tapper te treffen. Maar de vrij heid in het gezin aan te randen, zoover mag de staat niet gaan. Zijn taak is in de eerste plaats de persoonlijke vrijheid te eerbiedigen, een titel, waarmede het volk zich zoo gaarne siert, een voorrecht waarop het zich telkens be roept, niettegenstaande het volk zelf toont die vrijheid niet te waardeeren, daar het, verslaafd als het is aan den drank, zich zelf het knellend# slavenjuk op de schouders legt. Wat de Bondshuizen betreft, spreker is daarvan een groot voorstanderdoch daarvoor in de eerste plaats flinke financieele steun noodig is. Evenzoo is de vervalsching van den drank een bedrog, dat zeer stellig onder de strafwet thuis behoort, waartoe het, zooals hij vertrouwt, dan ook wel spoedig komen zal. Ten slotte kan spreker niemand veroordeelen, die geheele onthouding voorstaat, hoewel dit een principieel verschil der heide vereenigingen is, waarover veel te zeggen valt. Het verdient echter erkend te worden, dat zij, die den zedelijken moed hebben zich geheel te ont houden, behooren_ tot de keurbenden, die in de gelederen strijden van hen die de dronkenschap verfoeien. (Hbl.) onderscheidingen. Vergunning verleend aan mr. A. J. W. Farncombe Sanders, te 's Graven- hage, tot het aannemen en dragen der versierse len van officier der orde van de kroon, hem door Z. M. den koning van Italië geschonken. ministerieede departementen. Op Verzoek met 30 April a. eervol ontslagen de inspecteur

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1