BUITENLAND.
Telegraphische berichten.
Ingezonden Stukken.
Thermometerstand.
Staten-Gener aal.
Algemeen Overzicht,
Belgische brieven.
meldt daarin, dat genoemde som het bedrag is
van de overwinst, gemaakt sedert de oprichting
der bank, dus in 60 jaren, of beter uitgedrukt
de som van f 50,000 vertegenwoordigt de meer
dere waarde der bezittingen, die de spaarbank
naar den koers op ultimo December 1877 had,
dan de som, welke zij aan de inbrengers ver
schuldigd was, ten bedrage van ongeveer f 180,000.
Van die f 50,000 heeft het Nutsdepar temen t be
sloten f 18,000 beschikbaar te houden als reserve
of waarborg voor de deelhebbers bij mogelijke
waardevermindering harer fondsen; de overige
f 32,000 zal men gebruiken om verschillende
inrichtingen, van het Nut uitgegaan, te steunen.
Daartoe is besloten in eene vergadering, waar
geen derde deel der leden tegenwoordig was. De
overigen klagen nu; maar waarom worden dan
ook de huishoudelijke vergaderingen der Nutsaf-
deelingen zoo slecht bezocht Dan zou men niet
onverwachts voor dergelijke voldongen feiten
geplaatst kunnen worden. Een aantal leden te
Zwolle wil van het recht gebruik maken, om een
nadere vergadering te beleggen. Als het maar
niet te laat is. Vele invloedrijke leden hebben
reeds voor hun lidmaatschap bedankt. ZutfCt.)
blik de gast van Leopold II. Dit bezoek van
een prins uit het huis van Oranje aan ons hof is
eene te buitengewone gebeurtenis om er geen bij
zondere melding van te maken. De ontvangst is
trouwens zeer officieel en deftig geweest.
Dezen morgen ontving de militaire komman-
dant zeer vroegtijdig bericht dat prins Hendrik
der Nederlanden officieel door onzen koning en
den graaf van Vlaanderen ontvangen zou worden.
Dadelijk werden de noodige bevelen aan het
regiment karabiniers gegeven. Anderhalf bataljon
van dit keur-kovps, onder bevel van den kolonel
d'Outrewe, bezette des middags te half twee het
spoorwegstation. De, kolonel du Tilleul en de
stationschef, de heer Thiéfry, waren met de rege
ling in het gebouw belast.
Omstreeks denzelfden tijd kwam de graaf van
Vlaanderen, voorafgegaan door de generaals de
Moor, inspecteur der artillerie, de Puydt, dienst
doend kommandant der provincie en de Villers,
adjudanten des konings, en vergezeld van zijn
ordonnans officier, den heer d'Oultremont, aan het
station, waar hij ontvangen werd door de heeren
Dubois-Thorngouverneur der provincie Brabant
en Jottrand, burgemeester van Sint-Josse-ten-
Noode. Onze prins droeg het grootkruis van den
Nederlandschen leeuw. Eenige oogenblikken later
kwam Z. M. koning Leopold II zelf. De koning
droeg mede het grootkruis van den Nederlandschen
leeuw, was vergezeld van den majoor baron van
Itoode en van den graaf d'Oultremont, en werd
aan het station ontvangen door den baron de
Blockhausen, minister van staat, belast met de
algemeene directie der buitenlandsche zaken, dra
gende het grootkruis der Leopoldsorde.
Even over tweeën vertoonde zich de trein. De
soldaten presenteeren het geweer, de hoornblazers
doen fanfares hooren en hef muziekkorps der
karabiniers speelt het Nederlandsche volkslied.
Bij het uitstappen uit den koninklijken wagon
wordt prins Hendrik door den koning ontvangen,
die hem vriendschappelijk de hand drukt. Een
adjudant des konings, de generaal van der Strae-
ten Ponthoz en een ordonnans-officier, de heer
Wijckersloot, waren den prins tot aan de grens
te gemoet gereisd, waarheen zich ook de Neder
landsche gezant, baron Gericke van Herwijnen,
begeven had.
Prins Hendrik was in groote uniform als admi
raal en droeg het breede Oranje-lint der orde van
den Gouden leeuw van Nassau. (Eene Belgische
orde bezit de prins niet.) Aan de rechterhand
des konings gaande, nam de prins, na de eerste
welkomstgroeten en voorstellingen, de troepen in
oogenschouw, waarna het vorstelijk gezelschap
zich naar het paleis begaf, waar de prins logeert.
Heden avond wordt daar een gala-diner gegeven
en morgen vertrekt de prins weder naar Parijsj
als voorzitter der Nederlandsche commissie voor
de wereld-tentoonstelling.
Over dit bezoek, dat eene soort van ochtend
verrassing voor de stad Brussel geweest is, wordt
hier nog al veel gesproken en gegist. Het komt
mij echter het meest waarschijnlijk voor, dat het
niets anders is dan eene beleefdheids-visite, zoo
als goede buren1 gewoon zijn die aan elkander te
brengen.
Een scheepskapitein liet zich dezer dagen
n een barbierswinkel te Antwerpen scheren. Op
het oogenblik dat de hand van den barbier zich
met het mes op de meest critieke plaats van zijn
hals bevond, zag hij in een der spiegels dat diens
andere hand bezig was, met de grootste behen
digheid zijn horloge uit zijn vestzak te rollen.
De kapitein bewaarde zijne tegenwoordigheid van
geest en hield zich leuk. Toen de operatie echter
afgeloopen en hij goed buiten bereik van het mes
was, vroeg hij op eens aan den scheerder:
„Weet gij ook hoe laat het is?" „Dat kan ik
u niet zeggen", antwoordde de barbier een
weinig verlegen. „Wel, dat is vreemd," hernam
de bestolene, „zie maar op mijn chronometer»
die loopt altijd precies."
Onnoodig te zeggen dat de-politie den al te
handigen baardschrapper voor eenigen tijd on
schadelijk heeft gemaakt.
Het Engelsche oorlogs-transportschip Eury-
dice, dat met ruim 300 passagiers en bijna 100
man équipage uit de West-Indië terug kwam en
naar Spithead bestemd was, is Zaterdag middag
nabij het eiland Wight plotseling gezonken. Slechts
vijf man zijn met veel moeite en na lang rondge
zworven te hebben, gered door een in de buurt
zijnde schoener, doch drie daarvan zijn reeds
overleden en de beide anderen, waaronder een
luitenant, zijn in een gevaarlijken toestand. Het
schip is waarschijnlijk, te midden van een sneeuw
storm, door een windhoos getroffen terwijl het
met volle zeilen voortstevende. Weinige minuten
te voren had men het te Ventnor, op Wight,
nog verkend.
25 Mrt. 's av. 11 u. 33 gr.
26 's morg. 8 u. 36 gr. 's midd. 1 u. 39 gr.
's av. 6 u. 38 gr.
De hoofdinhoud van het bij de tweede kamer
ingekomen wetsontwerp tot wijziging der regeling
van de kosten in burgerlijke zaken en van de
bevoegdheid der procureurs tot het bepleiten dier
zaken, luidt als volgt.
De tegenwoordige minister van justitie heeft
het wetsontwerp van zijn voorganger (tot afschaf
fing van de procureurs en invoering van het zui
ver rolproces) ingetrokken. Ook het tegenwoordig
wetsontwerp gaat uit van de stelling dat de
verplichte dubbele rechtsbijstand moet worden
afgeschaft, maar aan partijen blijft de bevoegd
heid meerdere practizijns in dienst te nemen en
op plaatsen, in welke daaraan behoefte bestaat,
blijft eene verdeeling der werkzaamheden toege
staan. Alleen is het noodig te zorgen, dat ten
laste van de tegenpartij geen andere kosten dan
die noodzakelijk waren, gebracht worden, en dat
dus, hoe overigens de rechtskundige bijstand
feitelijk ook wqrde verleend, alleen de kosten van
den enkelen rechtsbijstand aan de verliezende
partij in rekening kunnen gebracht worden.
Naar deze beschouwing is in het ontweip be
paald, dat ieder die advocaat kan zijn, ook als
procureur kan worden toegelaten.
De gegradueerde procureur zal tevens als advo
caat de geheele leiding en behandeling der rechts
zaak kunnen hebben. Vermoedelijk zal dat regel
worden bij alle kleinere rechtbanken.
De advocaat kan, ook zonder procureur te zijn,
blijven bestaan. Bij alle groote rechtbanken zul
len de werkzaamheden van den procureur en
advocaat daardoor in al die gevallen, waarin het
noodig blijkt, verdeeld kunnen worden naar be
hoefte en gelegenheid.
Daarnevens zal tevens blijven bestaan dé onge-
gradueerde procureur. Vooral hij zal in een
dringende behoefte van -het maatschappelijk leven
kunnen voorzien. Maar het voeren van pleidooien
kan hpm niet worden vergund.
Van 't voorgestelde zal het gevolg worden, dat
waar de advocaat de rol niet zal kunnen waar
nemen, een procureur nevens hem in de zaak
zal werkzaam zijndoch dat daar waar de
adyocaat, hetzij om persoonlijke of om locale
redenen, de rol wel kan waarnemen, hij zelf ook
de geheele zaak zonder een afzonderlijken procu
reur zal kunnen behandelen.
Op welke wijze echter ook de rechtsbijstand
plaats hebbe, hetzij volstrekt ongedeeld, hetzij
verdeeld, nimmer zal de verliezende partij met
meerdere kosten van de winnende partij, dan die
door deze noodzakelijk waren te maken, worden
bezwaard.
De tallooze besognes tusschen procureurs en
.advocaten zullen evenzeer van de declaratiën
verdwijnen, als de vacatiën voor hetzelfde werk,
èn door advocaat èn door procureur verricht,
tenzij de rechtzoekenden zelve die hebben gewenscht,
in welk geval het zeker niet onbillijk is dat zij
daarvan ook de finantieele gevolgen dragen.
In plaats van de procureurs af te schaffen,
worden zij door het tegenwoordig wetsontwerp
gehandhaafd.
Als zoodanig zullen allen worden toegelaten,
die aan gestelde vereischten voldoenterwijl
tevens het verbod, om gelijktijdig advocaat en
procureur te zijn, zal vervallen. Voorts zal, door
wijziging van de betrekkelijke reglementen, worden
bepaald 1° dat het gètal der procureurs is on
bepaald; 2" dat als procureur op zijn verzoek
wordt toegelaten ieder die óf den graad van
doctor in de rechtswetenschap aan eene rijks- of-
daarmede gelijk gestelde Nederl. universiteit ver
kregen hééft, óf het toelatings-examen met goed
gevolg heeft afgelegd. De akte van eedsaflegging
geldt voor akte van toelating3° dat het beroep
van advocaat vereenigbaar is met dat van pro
cureur.
De laatste tijdingen gisteren avond uit het
buitenland ontvangen, waren niet geschikt om
den reeds donkeren staatkundigen horizont te
doen ophelderen. Van twee kanten te gelijk
kwamen berichten, die bewezen dat het tusschen
Rusland en Engeland bijna tot eene breuk geko
men is.
Uit Berlijn meldde men aan de Pall Mall Gazette
„Rusland's antwoord op de eischen van Groot-
Britannië is niet voldoende bevonden. De Britsche
regeering heeft hiervan kennis gegeven aan het
kabinet te Berlijn. Prins Bismarck en graaf An-
drassy doen hun best om een bemiddeling tot
stand te brengen. Rusland heeft echter besloten,
te volharden bij hot beginsel, dat noch de terug
gave van Bessarabië, noch de afstand van Armenië
op het congres mogen behandeld worden als be
palingen, welke de goedkeuring der mogendheden
vereischen."
Voor zoo ver men op deze pogingen tot be
middeling nog eenige hoop mocht bouwen, wordt
die vernietigd door de taal welke de Times,
zeker niet zonder behoorlijk ingelicht te zijn,
voert.
„Lord Derby, schrijft het Gtfy-blad, heeft
aan het kabinet van St. Petersburg gevraagd,
of de mededeeling van het vredes verdrag aan
de mogendheden moet worden beschouwd als het
overleggen van dat verdrag aan het congres.
Rusland heeft die vraag ontkennend beantwoord
en alzoo de eenige voorwaarde, onder welke de
Britsche regeering het congres zou willen bijwo
nen, v e r w o r p e n."
Bij deze categorische mededeeling is alleen nog
te voegen dat het vredestractaat heden aan het
Engelsèhe parlement overgelegd zal worden en
dat de Norddsutsche Allgemeine Zeitung verklaart,
dat de samenkomst van het congres op het
oogenblik als zeer onwaarschijnlijk beschouwd
moet worden. Een congres zonder Engeland, dat
door het Journal de Saint-Petersbourg en andere
Russische bladen ernstig besproken wordt, zou
toch voor Frankrijk, Oostenrijk en Italië, zelfs
al vereenigde Bismarck er zich mede, zeker
al te avontuurlijk zijn.
Bijna kan men dus zeggen dat de teerling ge
worpen is. Wel beweert het straks genoemde
offióieuse Duitsche blad, dat „een RussischEn
gelsche oorlog nog niet beschouwd moet worden
als het n o o d z a k e 1 ij k gevolg van Engeland's
houding." Maar als twee groote mogendheden in
zulk een spanning tegenover elkander zijn, als zij
beide tot den oorlog voorbereid en, wat het
gevaarlijkst is, beider strijdkrachten bijna in
onmiddelijke aanraking met elkander, zijn, dan is
het behoud van den vrede eigenlijk nog maar,
om eene gemeenzame uitdrukking te bezigen,
„een stuivertje op zijn kant."
Natuurlijk is het van overwegend belang welke
houding de andere mogendheden zuilen aannemen
en het verdient opmerking, dat de groote Duitsche
bladen hun best doen om Oostenrijk te overtuigen
dat het niet wijs zou handelen door zich bij
Engeland aan te sluiten, maar liever trachten
moet, bij de vestiging van het nieuwe vorstendom
Bulgarije en. de uitvoering der andere bepalingen
van het tractaat van San Stefano, zijn eigen be
langen te behartigen. Zooals men weet heeten
de onderhandelingen tusschen Londen en Weenen,
om gemeenschappelijk op te treden, voor 't oogen
blik afgebroken.
Zonder Oostenrijk vermag Engeland natuurlijk
veel minder, doch men dwaalt veeltijds door de
kracht van het Britsche rijk voor een oorlog op
het vasteland als geheel onbeduidend voor te
stellen. Groote veldslagen leveren en langdurige
veldtochten boeren kan Engeland zeker niet. Maar
met zijn reusachtige zeemacht, die zich op alle
punten van den aardbol bevindt, kan het den
Russischen kolos- bestoken overal waar hij een
kwetsbaar punt bezit. Het kan zijne scheepvaart
geheel en zijn handel voor een groot deel tot
volslagen stilstand doemenhet kan door zijn
financieelen invloed de geldmarkt bijna voor
zijn vijand sluiten. Op die manier kan het
Britsche rijk den strijd jaren en jaren volhouden,
zonder zelf groote verliezen te lijden, zijn tegen-
Stander intuSschen afmattende, prikkelende, jagende',
gereed om ieder vonkje, dat zich maar ergens
in Europa vertoont, tot een brand tegen Rusland
aan te blazen,
Aldus heeft Engeland ook Nkpoleon I be-
kampt en wanneer diens ond rgang ten slotte aan
andere dan de Engelsche legers te danken is ge
weest, zonder de voorafgegane langdurige vijand
schap van het Britsche rijk ware het misschien
nooit gelukt hem te doen vallen.
Wat hiervan zij, één rustige toekomst schijnt
het oogenblik ons 'niet te voorspellen. Ook in
Frankrijk heeft men blijkbaar nog niet veel ver
trouwen in "den wereldvrede, daar het vroeger
reeds afgewezen voorstel van den heer Laisant,
om den militiedienst tot drie jaren terug te bren
gen, door hem andermaal ingediendzijnde, door
de kamer verworpen is. Dé kamer behandelde
verder alleen nog een paar verkiezingen, waarbij
zij den heer Michaud toeliet, doch den heer Lorois,
gekozen in het arrondissement Quimperlé (dep.
Finistère) afwees. Dë senaat heeft, aan zijne
clericale traditiën getrouw, de zaak der seminarie-
beurzen weder in dien zin beslist, hetgeen mis
schien eene botsing met de kamer te weeg zal
brengen, die over deze wijziging in de begrooting
haar eindbesluit moet uitspreken en eindelijk wel
eens van de kerkelijke preferentiën harer oudere
zuster genoeg kon hebben. Overigens is het
budget van uitgaven door den senaat aangenomen.
Duitschland fis een onder-kanselier en Pruisen
een minister van financiën rijker geworden. Graaf
Stolberg-Wernigerode is tot rechterarm van Bis
marck benoemd en de aanstelling van den heer
Robrecht, burgemeester van Berlijn, tot opvolger
van den heer von Camphausen, is zoo goed als
zeker. Graaf Stolberg is tevens vice-president
van het Pruisische ministerie geworden. De
„ijzeren prins" kan dus voortaan zoo lang hij
wil te Varzin blijven, zijn Stellvertreter is altijd
overal op zijn post. Zal men hem daarom minder
missen Dat moet de toekomst leeren.
Bezoek van Z. K. E. prins Hendrik der Nederlanden.
Brussel, 25 Maart.
De broeder van uwen koning is op het oogen-
Mijnheer de Redacteur
De betuiging moet mij van het hart, dat ik
altijd verlangend het oogenblik te gemoet zie,
hetwelk mij de Middelburgsche courant ter lezing
zal geven. Gezonde redeneering, bezadigde op
merkingen, vaak gekruid met geestige scherts
schenkt zij mij dikwijls ter overweging. Des te
meer werd ik derhalve heden onaangenaam ver
rast, toen ik uwe gevolgtrekking uit de door u
medegedeelde inleiding van het gewichtig rapport
der Rotterdamsche schoolcommissie las. Uwe
opmerking is juistde gedachte verdrinkt
in die voorzetsel zeeprof. Geel zou dien zin als
voorbeeld van den .„onoprechten stijl" hebben
kunnen gebruiken, zoo een dergelijke zinbouw
niet eerder tot den zoogenaamden „kanselarijstijl"
behoordedoch is uwe gevolgtrekking
ook juist Gelooft u werkelijk, dat de waardeering
van den invloed van een' persoon, van eene commis
sie enz., hooger of lager peil bereikt, naar gelang
de stijl van de eerste of die van den secretaris
der tweede meerdere of mindere voortreffelijkheid
bezit Als iemand uit het eerste het beste nieuws
blad den eersten den besten gebrekkigen zin uit
kipte, (en lang immers zou die „iemand" niet
behoeven te zoeken), en uit dien zin eene waar
deering van den invloed der nieuwsbladen wilde
opmaken, welk gewicht zou u dan aan zulk eene
waardeering schenken Al ware ook door u,
nu wellicht afgeschrikt van verder lezen door dien
eersten zin, een ^gunstig of een ongunstig oordeel
aangaande den 'invloed der schoolcommissies ge
trokken uit hetgeen verder in bedoeld rapport
te lezen staat, dan zou immers hetgeen voor éene
commissie geldt, nog niet voor alle geldig zijn
hoogstens zou men kunnen beweren, deze com-
missies kunnen hetzij dan nuttig of schadelijk
werken.
Op grond hiervan vermeet ik mij te gissen,
dat in den zin „de waardeering van den invloed
der plaatselijke schoolcommissie op het openbare
onderwijs zal niet toenemen, enz." achter het laatste
woord zijn weggevallen de woorden „bij hen, die
BINNENLAND*
Tweede hamer. De geloofsbrieven van den
heer Reekers goedgekeurd zijnde, wordt deze,
alsmede de heer Schimmelpenninck van der Oije,
beëedigd en toegelaten.
Verslag wordt uitgebracht betreffende de inge
komen geloofsbrieven van den heer Diepen. De
meerderheid der commissie acht de informaliteit,
bij de verkiezing op 26 Febr. te Waspik voorge
vallen, niet van genoegzaam belang om die ver
kiezing te vernietigen, maar beschouwt eene
tweede herstemming als noodzakelijk, uithoofde
van het gebeurde met de stembus te Meeuwen.
De minderheid der commissie is van oordeel dat,
alvorens omtrent de toelating van den heer Diepen
beslist kan worden, de stembus van Meeuwen
door de kamer onderzocht moet worden.
Hierover zal morgen beraadslaagd worden.
Daarna komt de interpellatie van den heer de Ca-
sembroot over Suriname aan de orde. Aanstaanden
Donderdag discussie over het verslag der com
missie van onderzoek omtrent de longziekte onder
het vee, daarna behandeling der wetsontwerpen
betreffende de zeevisscherij, het notarisambt en
de beëedïgde vertalers. Aanstaanden Dinsdag
benoeming van een commies-griffier der kamer.
De heer Kerkwijk wenscht op een nader te
bepalen dag den minister van waterstaat te vragen
waarom de in Februari jl. gesloten overeenkomst
met de gemeente Rotterdam, als equivalent voor
de verandering aan de brug over de Koningshaven,
niet aangegaan is behoudens wettelijke bekrach
tiging, dewijl door die overeenkomst zware gel
delijke verplichtingen aan de schatkist worden
opgelegd.
BUITENLAND.
Brussel. De graaf van .Vlaanderen, broeder
Van koning Leopold II, is voornemens weldra
een bezoek aan het Nederlandsche hof te brengen,
De heer Gericke, Nederlandsch gezant te Brussel,
heeft, in verband tot, dit bezoek, eenigen tijd te
's Gravenhage vertoefd.
Brussel. Het Russische officieuse blad le
Nord zegt dat de samenkomst van het congres
weinig waarschijnlijk is. Daar echter het
belang van Europa medebrengt dat de crisis
niet onbepaald voortdure, moeten de mogend
heden qok zonder Engeland haar plicht vervullen.
Berlijn. De minister van koophandel, de
heer Achenbachheeft zijn ontslag aangevraagd.