121e Jaargang.
1878.
N». 63.
Vrijdag
15 Maart.
ARME ZEPH!
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m, franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent,
Ad ver ten tien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 14 Maart.
Benoemingen en besluiten,
Onderwijs.
t
Op eene andere plaats in dit nommer vinden
onze lezers een afschrift van den brief, door de
kamer van koophandel en fabrieken alhier aan de
maatschappij tot exploitatie der staatsspoorwegen
gericht, over de aanstaande regeling van den
zomerdienst op de Zeeuwsehe lijn.
Van dit stuk is tevens een afschrift aan den
minister van waterstaat gezonden, met verzoek
op de daarin uitgesproken wenschen te willen
letten hij de goedkeuring der dienstregeling.
Daar het hier zoowel de bevordering van het
locaal Zeeuwsch verkeer als de verbeterde aanslui
ting met de treinen naar Holland en elders geldt, zou
het wensclielijk wezen dat den minister een hewij s
gegeven wierd, hoezeer de verschillende gemeenten,
aan of in de nabijheid der lijn gelegen, hare be
langen betrokken achten bij de opvolging der door
de kamer van koophandel gegeven wenken.
Wij geven daarom de besturen dier gemeenten
in overweging, door het inzenden v-an adressen
van instemming aan den minister, deze poging,
om de spoorwegverbinding op de Zeeuwsehe lijn
meer in overeenstemming te brengen met het al
gemeen belang, te ondersteunen.
Te Goes werd hij de herstemming op Dinsdag
jl. door 148 van de 243 kiezers gestemd, terwijl
er op 26 Februari jl. 191 stemden. Zoover men
kon nagaan, onthielden de anti-revolutionairen
zich van de stemming.
Het getal der stem-uitbrengende kiezers bedroeg
te Bergen-op Zoom 370, tegen 339 bij de vorige
gelegenheid.
Ter aanvulling van het verslag der zitting van
den gemeenteraad van Vlissingen, opgenomen in
Ons nommer van den 8™ dezer, ontleenen wij aan
de Vlissingsche courant de mededeeling dat, na
afloop der zitting met gesloten deuren en na het
vertrek der verslaggevers, alsnog door den heer
Callenfels het voorstel 'gedaan werd om de kermis
in de gemeente Vlissingen af te schaifen. Dit
voorstel werd door den heer -Laernoes ondersteund
en zal in de eerstvolgende zitting behandeld
worden.
Men schrijft ons uit Aagtekerke:
Dinsdag den 12en dezer woei reeds vroeg in
den morgen van de openbare en tevens van de
meeste particuliere gebouwen alhier dè nationale
F13XTXJL, X_. IE 'ITOisr
14 A
15.
DOOR
F. W. ROBINSON.
VUL
„afcïïe zeph!"
„Zoo denkt hij," mompelde zij. „Toen zij mij
op den winkel zeiden dat ik niet beter was dan,
dan toen zij aan ieder vertelden dat ik
toen zei hij dat het wel waar kon zijn, naar al
wat hij wist. Hij is heel hard voor ons beiden.
Hij is geen goede vader, Dudley."
„Denk niet te slecht over uw vader, Zeph," zei
Dudley. „Hij was in zijn recht met zoo te
spreken."
„Hij zei iets van u dat ik nog niet geloof,"
ging Zeph voort met iets van de oude scherpheid
in haar toon, „en dat gij met een dame zoudt
trouwen. Dat is een leugen, is het niet? Als
ik te arm en te min voor u ben als gij daar
over zijt gaan denken en er de dwaasheid van
hebt ingezien dat trek ik mij zoo niet aan. Na
een poos zou ik zoo heel, heel ongelukkig niet
zijn door u te verliezen. Maar daar is geen dame
in het spel, is het wel Dudley Zeg me dat."
driekleur. De geheele gemeente was met vlaggen
en groen getooidook een nette eerepoort was
opgericht.
De heer J. Peper werd nl. op dien dag als
nieuwbenoemd burgemeester van Aagtekerke door
een eerewacht te paard naar het versierde ge
meentehuis geleid, alwaar hij door den eersten
wethouder, den heer L. Hugense, in tegenwoor
digheid van de leden van den raad en van Vele
belangstellenden, in hartelijke woorden werd geluk-
gewenscht.
Nadat de heer Peper allen zijn dank had be
tuigd voor de ondubbelzinnige bewijzen van inge
nomenheid met zijne benoeming, hieven de leer
lingen van de openbare school, onder leiding van
den hoofdonderwijzer J. P. van Kamer, een toe
passelijk lied aan, waarvoor de burgemeester ook
hun zijn hartelijken dank betuigde.
's Avonds was de geheele gemeente geïllumineerd
en werd er ook een vuurwerk ontstoken. De
armen werden dien dag op kosten van den bur
gemeester onthaald op brood, eieren, vleesch en
wijn, en ook de schoolkinderen werden den vol
genden dag rijkelijk getrakteerd.
Nog lang zal deze dag'hij vele bewoners van
Aagtekerke de aangenaamste herinneringen ach
terlaten.
De ons gisteren per telegraaf medegedeelde
interpellatie van den Gentschen afgevaardigde
Cruijt aan den Belgischen minister van openbare
werken over den stand der onderhandelingen be
treffende bet kanaal Geht-Ter Neuzen, is de
regeéring blijkbaar ongelegen gekomen. De minis
ter begon althans met te zeggen dat hij in den
loop der beraadslaging de verlangde inlichtingen
zou geven; doch toen later, nadat alle ingeschre
ven sprekers het woord gevoerd hadden, de minis
ter opstond om te spreken, waren eenige vrienden,
van het kabinet zóo ijverig bij de hand met
a dtmain te roepen, dat de heèr Beernaert vrien
delijk genoeg was om zijn antwoord uit te stellen.
De minister heeft dus nu tijd gehad om met zijne
ambtgenooten te raadplegen.
Wat de vraag van den heer Cruijt betreft, zij
verried niet veel vertrouwen in den goeden af
loop der onderhandelingen.
„Sedert eenigen tijd, zeide hij, wordt
door de dagbladen medegedeeld dat het tractaat
voor de voltooiing van het Ter Neuzensche kanaal
tusschen België en Nederland geteekend is. Ik
meen te weten dat hiervan geep woord waar is
en ik geloof eenigszins in staat te zijn de redenen
te kennen, waarom sommige bladen van tijd tot
tijd dit gerucht weder opwarmen. Ik maak echter
van deze gelegenheid gebruik om den minister
Van openbare werken te vragen of hij, zonder
Zij was eindelijk uit haar gevoelloosheid ont
waakt en zag haar ouden minnaar met glinste
rende, groote oogen aan, waarin het vurig ver
langen te lezen stond om overtuigd te zijn, dat
Dudley haar in allën ernst' had liefgehad.
„Mijn lieve Zeph, het is maar al te waar;" sta
melde hij, „ik ben verloofd; dat is mijn schande
en mijn verdriet."
„Ik ik dacht niet dat het zoo erg was,"
mompelde Zeph. «v.
„Het is zoo." j
„Waarom zocht ge mij dan op?": vroeg zij
nieuwsgierig. „Waarom liet ge mij niet met rust?
Ik had u nooit ëenig kwa'ad: gedaan."
Het licht stierf van- .haar gelaat weg en de
grijze schaduwen kwamen: donkerder weer.
„O, Zeph, ik dacht niet dat het hiertoe zou
gekomen zijn zei Dudley.
„Ik was gelukkig op mijn manier; het was
wel niet goed, maar het lachen en praten in de
Grandison-kamers hinderde toch niet veelmaar
toen gij mij opzocht, en te Keston kwaamt," zei
ze nadenkend, „mij week op week, avond op
avond ontmoettet, mij tot uw gezellin maaktet,
mij overal meenaamt, mij toondet dat gij een
weinig om mij gaaft, wel, wat kon ik anders
doen dan heel veel van u houden O mijn God,
wat kón ik doen?"
Dudley wist nie't wat te antwoorden. Hij zou
niets liever hebben gedaan dan het arme meisje
aan zijn hart drukken, haar woorden van troost
en liefde toespreken, haar zeggen dat zij zich van
onbescheidenheid en zonder schade voor de be
sprekingen welke nog gevoerd worden, ons kan
mededeelen hoe het thans met de onderhandelin
gen .staat." -
De herstemmingen in de hoofdkiesdistricten
Amsterdam, Rotterdam, Hilversum en Winschoten
zijn afgeloopen zooals ons gisteren per telegraaf
werd gemeld.
Van die te Zevenbergen maakt de Staats-cou-
rant melding als volgt
„Bij de herstemming ih het hoofdkiesdistrict
Zevenbergen hebben verkregen de heer J. H. A.
Diepen 754 en de heer mr. R. van de Werk 745
stemmen; van onwaarde waren 29 stembiljetten,
terwijl de stembus'uit Meeuwen, met 53 stembil
jetten, ter zijde werd gelaten wegens het ontbre
ken van een der vereischte zegels."
Bij het geringe verschil tusschen het stemmental
der beide candidaten zouden de 53 biljetten uit
de stembus van Meeuwen- natuurlijk op den uit
slag van invloed hebben kunnen zijn* Andere
bladen melden dan ook dat het stembureau daarom
de verkiezing nietig verklaard en beslist heeft
dat eèn nieuwe herstemming' plaats zal hebben.
Ingevolge art. 66 der- kieswet heeft inderdaad
het bureau te beslissen of „een, tusschen het getal
der in de bussen gevonden stembriefjes en dat
der kiezers, die stemden, bestaand verschil, van
invloed heeft kunnen zijn op de verkregen meer
derheid van stemmen." Volgens art. 70 behoort
er echter in dat geval niet eene herstemming,
maar eene nieuwe vrije stemming plaats te hebben.
Na de onrustbarende geruchten die in de laatste
dagen aangaande een mogelijk uitstel van het
XVIe taal- en letterkundig congres te Kampen,
zijn verspreidkan het niet ondienstig ge
acht worden mede te deelen 'tgeen wij van
goeder hand vernemen dat de commissie,
belast met de regeling, er in de verste verte niet
aan denkt tot dusdanig uitstel over te gaan, om
dat zij zich niet kan voorstellen dat deParijsche
tentoonstelling, die maanden lang geopend blijft,
voor de Belgische leden, op wier tegenwoordig
heid zij natuurlijk den hoogsten prijs stelt,, een
verhindering zou zijn om dit reeds eenmaal uiV
gesteld congres door hunne aanwezigheid op te
luisteren.
De lokalen waar, en de tijd waarop het congres
zal worden gehouden, zijn voorloopig aangewezen.
Zooals bij vroegere gelegenheden, zullen de ver
gaderingen ook thans te Kampen in de tweede
helft van Augustus, op drie eerlang nader te be
palen achtereenvolgende dagen plaats hebben.
Voorts zijn er bepalingen gemaakt omtrent de
feestelijkheden waarmede de regelings-commissie
nu af als zijn verloofde kon beschouwendit
scheen de eenige eerlijke, fatsoenlijke wijze waarop
hij het kwaad kon herstellen. De Hemel wist
dat hij haar meer beminde dan Geraldine, dat
Zeph den laatsten tijd zoo zeer zijn geluk
had uitgemaakt, dat hij liever zijne eer dan haar
wilde verliezen. Maar hij zweeg stilde crisis
was gekomen en het was verstandig ze moedig
tegen te gaan, hoewel het hem onmogelijk scheen
zonder dit meisje ooit weer geluk te kennen.
„Moed, Zeph, moed," antwoordde hij zacht.
Zij ging voort op dezelfde half verstrooide wijze,
alsof zij eer zichzelve dan hem vragen deed.
„Als ik maar kon begrijpen waarom gij u zoo
veel moeite om mij gaaft, zooveel van uw tijd
voor mij opofferdet, en zeidet dat ge mij zoo
liefhadt als ik het maar kon begrijpenzei
ze„maar zoo steeds voort te gaan en mij dan
eensklaps als een ouden handschoen weg te wer
pen, dit is een raadsel dat ik niet kan raden;
want het was alles comediespel, was het niet?"
„Neen, Zeph, dat was het niet," riep hij uit.
„Ik zei u nooit een onwaarheid. Gij waart en
zijt me onuitsprekelijk dierbaarmaar zoowel
om uwent- als om mijnentwil moeten wij el
kaar vaarwel zeggen."
„Nu is het uitgekomen," voegde zij er bij.
„Ik zou Wel willen weten wat er zou gebeurd
zijn, als men er niet over had gesproken."
„Ik heb sedert weken getracht moed te verza
melen om er een eind aan te makenik was zoo
rampzalig om uwentwil." -
en andere lichamen zich zullen beijveren dit XVIe
congres naar best vermogen op te luisteren.
Ook is er 't noodige besproken omtrent de
maatregelen die kunnen strekken om de be
zoekers het komen, logéeren en gaan zoo gemak
kelijk mogelijk te maken. Zu;Ct
notarissen. Ingetrokken de bij besluit van
26 Januari gedane benoeming van mr. J. K. de
Boer, tot notaris te Bozum, gemeente Baardera-
deel, en benoemd tot notaris binnen het arron
dissement Leeuwarden: ter standplaats Witmar-
siun, gemeente Wönseradeel, mr. J. K. de Boer,
hierboven vermeld, en ter standplaats Bozum,
gemeente Baarderadeel, S. Haagsma, candidaat-
notaris, gemeente-secretaris en kantonrechter
plaatsvervanger te Sneek, uit welke laatstgemelde
betrekking hem tevens eervol ontslag is verleend.
entrepotdok. Opnieuw voor vier jaren be
noemd tot commissarissen van het entrepotdok
te Amsterdam J. Messchert van Vollenhoven,
mr. W. Rahusen en A. W. van Eeghen, met
ingang van 1 Mei a.
leger. Benoemd bij het personeel van den
geneeskundigen dienst der landmacht tot apotheker
3e klasse, de student voor genoemden dienst
H. J. de Grient Dreux.
Tegenover de klachten en bezwaren, van ver
schillende zijden en vooral van die van onder
wijzers, ingebracht tegen de pogingen der regeering-
om tot eene volledige statistiek van het school
verzuim te geraken, verdient de volgende brief,
door den heer A. de Man, hoofdonderwijzer te
Vreeswijk, aan het Utrechtsch Dagblad gericht,
eene plaats.
„In uw dagblad van heden komt onder de
rubriek „verscheidenheid" een bericht voor, door
u overgenomen uit de Arnhemsche courant.
Volgens dat „historisch" bericht klaagde een
hoofdonderwijzer aan eene openbare school van
300 kinderen over de verschrikkelijke moeite, van
hem gevorderd tot het bijhouden van de school
verzuim-statistiek; beweerde hij, dat hij daarmede
des voormiddags tot half elf en des namiddags
tot kwart over drieën moest bezig zijn; en kwam
alzoo tot het resultaat, dat er van onderwijs geven
niet veel komen kon uit gebrek aan tijd. Gaarne
erken ik, dat de thans verplichte absentie-lijsten
lang niet volmaakt zijn; dat het niet altijd even
gemakkelijk valt te weten, tot welke rubriek van
schoolverzuim de door het kind opgegeven reden
„Slechts sinds wekenOmet een diepen
zucht; „toen was het te laat."
„Zeph, lieve Zeph, het is niet te laat," riep
Dudley uit; „dit is het keerpunt van ons leven.
Daar is niets waarop gij met schaamte behoeft
terug te zien. Gij zijt goed en waar en eerlijk
geweest. Gij hebt geen reden tot berouw; de
schande blijft voor mij over."
„Ik ben dwaas geweest," zei Zeph bitter„ik
dacht dat ik met een heer zou trouwen en was
onnoozel genoeg hem te vertrouwen."
„Ik heb geen misbruik van uw vertrouwen
gemaakt, Zeph."
„Gij hebt mij met achting behandeld, bedoelt
ge," zei Zeph. „Ik wenschte dat ge het niet hadt
gedaan."
„Goede God
„Dan zou ik op mijn hoede zijn geweest en u
verlaten hebben vóór ik om u gaf," zei Zeph;
„ik zou bang geworden en weggeloopen zijn. Ik
zeg dit niet als een verwijt, Dudley; ik zei dat
ik niet gekomen was om tegen u te getuigen
ik bedoelde niet Vergeef mij. Nu ken ik
de waarheidzei ze opstaande, „ik denk dat
het nu wel gaan zal u vaarwel te
zeggen."
Zij werd toch bleeker bij die gedachte en in
haar oogen lag die half-wezenlooze blik die hem
te voren verschrikt had.
„Ge gaat natuurlijk naar huis?" vroeg hij.
„Jaik ga naar huis," antwoordde ze, uit
geput.