N°. 60. 121e Jaargang. 1878. 12 Maart. AEME ZE PU! Dit blad verschijnt dagel'ijks, met uitzondering van Zonr en Feestdagen. Prijs per .3;m. franco 3,50. erlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien: 20 Cent per regel. GeboortevTrouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20. Groote letters worden berekend naar -Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Lapfite C°. te Brussel en Parijs. Brandweer Middelburg, 11 Maart. Onderwijs* Kerknieu ws. Marine en leger, .-,7 V' 111 rM fh 'V i i i> .r. 1 Be burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op de verordening nopens de brandweer voor deze gemeente, maken bekend: 1° dat bet contingent van bet voor dit jaar te benoemen personeel bij de brandweer zal bestaan uit 60 personen; 2° dat de loting voor ben, die dit jaar dienst plichtig bij de brandweer worden, alsmede de na- loting voor diegenen, welke, vallende in de termen van dienstplichtigheid bij de brandweer, sedert de laatste inschrijving van elders in deze gemeente zijn komen wonen, 'zal plaats hebben ten raad- huize, Vrijdag, den 29 Maart 1878, des voormid dags te 10 uren; 3° dat niemand tot die lotingen zal worden toegelaten dan de ingeschrevenen zelve of hunne gevolmachtigden, ten welken einde zij voorzien zullen moeten zijn van het bun vanwege bet ge meentebestuur uil te reiken oproepingsbiljet 4° dat yoor hen, die bij de loting afwezig blijven, door een der leden van het bestuur over de brandweer een nummer zal worden getrokken 5" dat zij, die voor den dienst bij de brand weer benoemd worden, zïch daarvan door plaats vervanging of afkoop kunnen ontslaan, 'mits van dat voornemen alvorens aan het bestuur ovqr de brandweer kennis gevende, terwijl zij, die vér- meenen redenen van vrijstelling te .hebben, die, binnen 14 dagen na den ontvang derakte van aanstelling, aan burgemeester en wethouders zullen moeten indienen. Hiervan is afkondiging geschied waar bet be hoort, den 8 Maart 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHORER. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De Staats-courant van 10 en 11 dezer bevat het koninklijk besluit van 2 dezer (Stbl. n° 14) tot schorsing van het besluit van burgemeester en wethouders der gemeente Krabbendijke, van 6 Februari 1878, betrekkelijk de benoeming van J. Nierstrasz, predikant der Nederduitsch her vormde gemeente aldaar,, tot tijdelljken secretaris en tijdelijken ontvanger van eerstge melde ge meente. De schorsing heeft plaats tot 1 Mei a. Bij de commissie van de vereeniging „Uit het volkvoor het volk" alhier, voor de kweeking van bloemen door den arbeidenden stand, hebben zich Zaterdag en Zondag jl. 305 personen aangemeld, die te zamen 1850 planten hebben aangevraagd. FETJXXj3L.ET03Sr- 12. DOOB F. W. ROBINSON. VI. DE OPINIE VAN EEN VEIEND. „Ik zeg niet dat het te laat is," antwoordde hij, want ik heb het meisje geen kwaad gedaan, dat weet de Hemel. Ik vond in haar zulk aange naam gezelschap, zóo'n lieve vriendin, en ik heb haar altijd achting toegedragen. Maar ik ben niet gelukkig met haar, en ik kan niet gelukkig zijn zonder haar," voegde hij er bij met een hartstochtelijke uitbarsting, die al de zelfbeheer- sching verbrak welke hij had gepoogd te toonen. „Gij wilt mij toch niet zeggen dat gij het meisje Hef hebt?" riep Frank verbaasd, uit. „Dat heb ik, bij Godriep Dudley Grey. Hij stond op en liep door de kamer heen en weer als een roofdier in zijn hok. Hier was iemand aan wien bij de volle bittere waarheid eindelijk moest bekennen, zonder vrees voor de wereld die hem nu, barder dan hij verdiende, zou ver- oordeelen. „Dudley," zei zijn vriend, „ik ben geen heilige In 1877 bedroeg het aantal aanvragers 243, in 1876 was het 254. In een hoofdartikel van het Vaderland wordt aangetoond dat de heer Mulder, candidaat voor hét lidmaatschap der tweede kamer te Winscho ten, zoo mogelijk nog grooter voorstander is van het bezuinigings-stelsel a mtrance in militaire zaken, dan de heer Brocx. Indien dit betoog juist is, dan zal het Handels blad, dat de candidatuur-Mulder alleen voorgestaan heeft omdat er geen sprake was van eene andere tegenover die van den oud-minister Brocx, ook zeker den heer Mulder niet langer steunen. Zonder daarmede ons eigen gevoelen uit te spreken, dat, wij bekennen het, in dit opzicht nog niet volkomen gevestigd is, achten wij ons echter verplicht hier mede te deelen wat door een onzer meest invloedrijke bladen geschre ven wordt over een onderwerp, dat voor onze journalistiek van groot belang is. „In het algemeen gesproken, - schrijft het Handelsblad, en zonder, wat dit betreft, iemand onze overtuiging te willen opdringen, gelooven wij dat het wenscheljjk ware, indien hij verkie zingen de regel wierd gevolgd, welken wij reeds eenige jaren in toepassing hebben gebracht, dat advertentiën of ingezonden stukken, over verkie zingszaken, niet, worden opgenomen dan met eene bekende onderteekening. „Ze komen anders naar ons gevoelen eenvoudig voor rekening der bekende redactie en er zijn altijd nog personen, die meenen, dat eene redactie niet te goed is, om haar dingen te laten zeggen, die zij zeiven zich zouden schamen met hunne hand- teekening te bekrachtigen. „In dit opzicht en in alle andere, waarin aan anderen schade kan worden gedaan, is naar onze welgevestigde overtuiging ook de rubriek adver tentiën geen publiek domein. „Yandaar dat wij dan ook ons altijd het recht voorbehouden sommige advertentiën te weigeren en, om nog iets te noemen, reeds geruimen tijd den regel hebben ingevoerd, dat alle advertentiën op openbare fondsen betrekking hebbende, moeten worden geteekend. „Men heeft tijdens den verkiezingsstrijd maar eens de couranten in het noorden van ons land in te zien, om te beseffen, hoe dringend noodza kelijk het is, dat deze zaak door de redactiën rijpelijk worde overwogen. De hatelijkste en leelijkste dingen, om geen ander woord te bezigen, schijnt men daar in de rubriek advertentiën vrijelijk te mogen zeggen." De volgende verkiezings-comedie wordt door ik zie niet op deze zaak neer als van den berg top mijner eigen gerechtigheid en ik ben verze kerd dat gij meer dwaas dan slecht zijt geweest. Ik zou zulk een liefdeshistorie zoo boog niet op nemen, al is zij gevaarlijk, maar" „Maar wat „Maar uw engagement met Geraldine." „Ja, ik weet het," antwoordde Dudley, „dat is bet ellendige van de zaak." „Gij kunt beide vrouwen niet liefhebben." „Waarlijk, ik geloof van ja, ieder in haar soort," zei Dudley met een bitteren lach over zijn eigen bekentenis. „Neenhet moet óf Geraldine óf het winkel meisje zijn," zei de ander nadenkend; „en daar gij in allen ernst verloofd zijt met de een, en met geen mogelijkheid de andere kunt huwen, is 't het best dat gij hoe eer hoe beter het win kelmeisje vaarwel zegt." „Ja, dat is een wijze raad," antwoordde Dudley bedrukt, „en als hierdoor het hart van het meisje niet gebroken werd, moest het gedaan worden. „Wilt ge daarmede zeggen wat gij plan hebt te doen?" „Ik weet bet niet," zei Dudley hulpeloos. „Wees een man. Wees de Dudley Grey dien ik altijd gekend heb," zei de ander, van de gele genheid partij trekkende; „bewaar u zelf en be waar het meisje." „Ja, dat zal ik doen, maar, „Maar wat „Maar ik moet tijd hebben. Ik kan haar niet 'peu inzender in de Provinciale Asser eu Drent-' sche courant verteld. „Toen de candidaatstelling van den heer Brocx door de bekende artikelen van het Zondagsblad v. h. N. v. d. D. en het Handelsbl. vrij wel onmo gelijk geworden was, werd de heer D. Mulder Dz. te Winschoten door eenige kiezers.aldaar tot can didaat geproclameerd. De heer Mulder heeft zich toen bij strooibiljetten, waarvan hij 2500 liet verspreiden, aan d'e kiezers-aanbevolen, met bloot legging zijner politieke' geloofsbelijdenis, waaruit moest blijken dat hij was de rechte man op de rechte plaats. Eenige andere kiezers te Winscho ten waren hét daarmeé niet eens en verspreidden eveneens een 2000tal strooibiljetten, waarin vrij scherp.-de candidatuur van den heer Mulder werd bestreden en tevens een voorval opgehaald, dat, zoo het waar is, vroegere handelingen van den heer Mulder in een weinig gunstig daglicht stelt. Deze strooibiljetten verwekten eene verbazende sensatie. Om den indruk daarvan te breken werd van de. zijde der voorstanders van den heer Mul der eene lijst opgesteld, die de verklaring bevatte, dat de onderteekenaars den heer Mulder voor een eerlijk en rechtschapen man Melden (zonder even wel den inhoud van het strooibiljet der tegen standers onwaar "tè noemen). Deze lijst werd door 38 personen geteekend en daarna in de dagbladen gepubliceerd. Deze publicatie wekte zooveel harts tocht, dat de eerste onderteekenaar, een collega van den heer Mulder, door diens tegenstanders op de sociëteit werd genegeerd, en hem de plaats aan zijn gewoon speeltafeltje werd opgezegd. Ondertusschen werd heimelijk onderzoek gedaan naar de stellers van het strooibiljet, dat tegen de canuidatuur van den heer Mulder gericht was. „Spoedig meende men die personen te hebben gevonden en daaronder ook den burgemeester te moeten rekenen, In de laatste vergadering van den raad, waarvan ook de heer Mulder lid is, werd door dezen aan den voorzitter gevraagd, of hij hem (den heer Mulder) niet een certificaat van eerlijk man kon geven, waarop de voorzitter te kennen gaf, dat hij als burgemeester slechts 'een certificaat van goed gedrag kon verstrekken. De heer Mulder zou hierop het volgende antwoord gegeven hebben: „dan ben jij de kerel, die in Winschoten loopt", met nog eene onaangename bijvoeging. De voorzitter heeft dadelijk na afloop der vergadering dezen uitval ter kennis van den officier van justitie gebracht, die, zooals men zegt, naar aanleiding daarvan een gerechtelijk onderzoek tegen den heer Mulder zal instellen. „Al deze gebeurtenissen hebben de opgewonden heid in Winschoten zóo gaande gemaakt, dat de voor- en tegenstanders van de candidatuur van den heer Mulder voor elkaar op straat niet meer als met een hamer slaan en alle hoop in haar hart met éen slag verbrijzelen. Dat wil ik niet doenriep Dudley uit. „Gij denkt niet aan Geraldine in deze zaak," zei Frank „hoe zij onder uw afwezigheid lijdt, en achterdochtig wordt, zelfs jaloersch door de verontschuldigingen die gij voortdurend maakt om van haar weg te blijven." „Zij kan niets vermoeden." „Zij is ongelukkig Dudley. Gij zijt reeds zóo lang met elkaar verloofd. Bedenk wat gij doet," voegde Frank er bij„hoe verkeerd gij tegenover beide vrouwen handelt." „Ja, dat is waar," antwoordde zijn vriend; „ik kan niet veel tot mijn verdediging inbrengen, en gij hebt het recht zóó aan uw zijde, dat ik u niet mét mijn antwoord wil lastig vallen. Ik kan niet anders dan dit weer zeggenik heb geen kwaad gedaan." „Maar het kwaad moet volgen, tenzij," sprak Frank kortaf, „gij de zaak laat varen." „Dat zal ik," zei, Dudleyik had dit besluit genomen vóór gij met me kwaamt spreken." Toen gaven de beide mannen elkaar de hand op de vervulling van Dudley Grey's belofte en stapten van het onderwerp af, ten minste voor dien avond. Zijdronken samen een glas grog, rookten een sigaar en scheidden als de beste vrienden, hoewel het onderwerp, dat het vertrou wen en de vriendschap tusscheu deze twee oude schoolkameraden had kunnen schokken, met warmte was behandeld geworden. Toen Frank willen uitwijken en de trottoirs reeds eenige malen het toönèel zijn geweest van botsing tus- schen twee kiezers, die het met elkaar over de aanstaande verkiezing niet eens zijn." De Leidsche ct. bericht, dat dr. W. N. du Rieu verzocht heeft;'bij ;de benoèming van een hoog leeraar in de oude geschiëdêöis aan de universi teit te Amsterdam diet in aanmerking te komen? De resultaten van het onderwijs-op de H. B. S. te Maastricht, die eene gemeente-inrichting is, zijn zoo ongunstig, datk belanghebbende ouders en voogden besloten hebben, zich tot den gemeente raad te wénden met het verzoek, dat door dezen eene commissie van enquête worde ingesteld. De heer J. H. Cordes, predikant bij de Neder- duitsche hervormde gemeente te Vorden, heeft voor het beroep naar Vlissingen bedankt. Voor eenigen tijd werd aan de „Vrije ge meente" te Amsterdam een stuk grond aangebo den, gelegen in de nieuwe stad. Het doel was om daar een kerk te bouwen. Het bestuur heeft gemeend bet hoffelijk aanbod te moeten afwijzen, aangezien de kosten van opbooging en het leggen van een weg te hoog waren. Bovendien verlangt men een terreiu in het centrum der stad. t7* r - Volgens mededeeling van het departement van marine, zal de oefenings-divisie, bestaande uit de sehroefstoomschepen 1" klasse van Galen, Zilveren Kruis en Leeuwarden, onder bevel van den kapi tein ter zee W. K. van Gennep, tegen medio Maart, in stede van medio April, van St. Vincent (Kaap- Verdische eilanden) via Suriname en Barbados naar Curasao stevenen. De minister van oorlog brengt inde Staats courant van 10 en 11 dezer ter kennis, dat in de maanden Juli en Augustus e. k., te Breda, een examen zal worden gehouden -ter toelating van jongelingen als cadet tot de koninklijke militaire academie. Het volgend aantal plaatsen wordt dit jaar opengesteld: Voor den dienst hier te lande: infanterie 25, cavalerie 2, artillerie 20, genie 3. Voor den dienst in Oost-Indië: infanterie 10, artillerie 25, genie 15. Amoore naar het hospitaal was teruggekeerd dacht Dudley Grey over alles na in de eenzaam heid zijner stille kamer en had een of twee vage plannetjes gevormd tot bevrediging van ieder, zonder groote voldoening voor zichzelf, Was het te laat Was hij te ver gegaan en zou er nooit weer geluk op volgen Hij vreesde het. Hij was bang voor Zepb hij zag er tegen op aan dat trouwe meisje te bekennen dat hij van den beginne af een schurk was geweest, ge- engageerd met een andere, terwijl hij voorgaf haar innig lief te hebben. Neen, niet voorgege ven, want hij wist dat zijn liefde waar en diep was, en sedert had zij hem geloofd en hem ver trouwd. Dit was dan haar loon, weggeworpen te worden als iets dat zijn aandacht niet langer waard wasterug te zinken in haar eigen arme sfeer, met een hart vol bitterheid tegen mannen zooals bijwanhopig te worden en misschien tot kwaad te vervallen om zichzelf te wreken, zooals vele vrouwen vóór Zeph's tijd hadden gedaan. Hij voelde dat zij er het meisje niet naar was om de zaak licht op te vatten en er over heen te komen mét eenige weinige zenuwachtige tranen en de schouders op te halen over deze dwaasheid. Hij was niet openhartig met haar geweest, hij had haar zelfs geen vluchtigen blik op de waar- beid gegund, die baar op haar hoede kou doen zijn of van hem zou hebben verwijderd. Dit was er het verdriet, de wreedheid en de schande van en tot die bekentenis zou het komen.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1