Telegraphische berichten. BUITENLAND. Verkiezingen. Thermometerstand, Algemeen Overzicht, i moord. Het lijkje van haar kind moet, reeds in een staat van ontbinning verkeerende, in het water drijvende zijn gevonden. In de fabriek van de bekende firma Wijnand Fockink, te Amsterdam, staat thans de inzending gereed, welke bestemd is voor de wereldtentoon stelling te Parijs. Dit monument want dat is het werkelijk bestaat uit een 16 meters hooge zuil op een monumentaal voetstuk, gekroond door het wapenschild van de aloude firma. Het voetstuk en de zuil zijn geheel belegd met kruiken en flesschen, bevattende de verschillende soorten likeur der firma. Het aantal dier flesschen bedraagt niet minder dan 3200. Daarbij ziet men ook de groote dik buikige flesschen, in vorige eeuwen gebezigd, en de ouderwetsche glazen, waaruit gedronken werd, terwijl langs de kolom gelukkig gemodelleerde bacchanten met likeurwater aardige groepen vormen. Het kolossale monument geeft een gunstig ge tuigenis van het talent van den architect P. F. Laarman, die voor het geheel een smaakvollen vorm ontwierp en tegelijk zoo goed partij trok van het onderwerp der inzending. Omtrent den loop der instructie tegen mevr. P., in het huis van arrest te 's Gravenhage gede tineerd onder verdenking van poging tot vergifti ging, kan worden medegedeeld, dat een deskundig onderzoek is bevolen naar de helderheid harer geestvermogens. Eenige personen uit haar dage- lijksche omgeving meenden uit verschillende omstandigheden te moeten afleiden, dat zij aan krenking harer verstandelijke vermogens lijdende was., 'Men' meldt de volgende nadere bijzonderhe den aangaande hét ongeluk, dat de vier kinderen op het strand te Scheveilingen trofHet onheil is geschied ongeveer op 6000 meter afstand uit het badhuis, dicht bij het strand. De ligging der lijken bewees, dat de kinderen rondom de granaat stonden, zoodat zij bij de ontploffing in vier ver schillende richtingen werden weggeslingerd. De lijken zijn vreeselijk verminkt. De oudste jongen was bijna 18 jaren en ver diende f 6 per week de tweede, van 13 jaren, was mede een hulp in het onderhoud van het behoeftige gezinde twee andere kinderen waren meisjes van 11 en van 7 jarende laatste zou overmorgen jarig zijn geweest. De moeder is wanhopend. Het ergste is, dat de kinderen er een bezigheid van gemaakt hadden en reeds f 10 in een spaarpot bijeen hadden van gelden, die hun van het legerbestuur werden uitbetaald bij het opzoeken van kogels. Het spreekt van zelt, dat zij geen denkbeeld van het gevaar hadden. De heer L. J. Lefèbre, geluidkundige te 's Gravenhageheeft voor de Nederlandsche Noordpool-expeditie ten geschenke gegeven twee zijner mist-signaalhorens, die ongetwijfeld gewich tige diensten zullen bewijzen. Dr. K. Plantenga, te Katwijk, deelt ter waarschuwing mede, dat hij dezer dagen bij drie personen vrij belangrijke vergiftigingsverschijnselen heeft waargenomen, veroorzaakt door hét gebrui ken van een lOtal bittere amandelen. Naar men verneemt zijn drie perceelen op de Schedeldoekshaven te 's Hage door het bestuur van de Nederlandsche vereeniging tot bescherming van dieren aangekocht, om daarin de talrijke honden, die ter verzorging worden gezonden aan het „Toevluchtsoord voor dieren", op te nemen. Het getal dezer honden, die gaarne aan dieren vrienden worden afgestaan, is bijzonder groot. Zekere R., te Gendringen, Zondag avond rumoer in éene herberg hoorende, stond eenige oogenblikken aan de deur, om te vernemen wat daas voorviel. Plotseling kwam een der zich in de herberg bevindende personen, zekere t. K., naar buiten en bracht hem een paar messteken 9» toen hij Zeph en haar cavalier staande hield en haar de hand gaf, „ik hoop dat ge veel plezier met dansen hebt gehad „Ja heel veel, dank u." „Ik ben, hoop ik, vroeg genoeg voor mijn wals wilt ge als 't u belieft mijn arm nemen zei hij in éen adem en voordat Zeph zich kon verzetten, of Budds zich van zijn verbazing kon herstellen, had Dudley Grey zijn schoonen prijs in de Ververschingzaal geleid, met haar aan een der tafeltjes plaats genomen en keek haar aan dachtig aan. „Waarom kijkt ge me zoo aan vroeg Zeph, half verschrikt door zijn lang, aanhoudend staren. „Ik verwonder er mij maar over dat gij hier komt en u met deze lieden inlaat." „'tZijn heel aardige menschen," zei ze dadelijk tot hun verdediging gereed. „Gij zijt veel te goed voor de mannen hier en zoo verschillend van de vrouwen!" zei hij. „O, 't is mooi mij zulken onzin te vertellen „Op mijn eer, ik meen het" zei hij met nadruk, „ik heb er ernstig over gedacht." „Hoe vriendelijk Yan u!" „En als ge ook ernstig nadenkt, indien ge u ooit met ernstige gedachten vermoeit, Zeph," voegde hij er bij, „zult ge, hoop ik, tot dezelfde conclusie komen." „Ik kom hier niet om te denken," zei Zeph, „maar om te dansen en genoegen te hebben. Ik heb genoeg tijd voor onaangename gedachten onder mijn werk en in mijn saai huis." toe, zoodat R. weinige oogenblikken later ten ge. volge van bloedverlies den geest gaf. De winkelier A. A. C., te Putten, meende dezer dagen in zijn winkel een gewichtje van een klok gevonden te hebbentoen hij er echter met een hamer op sloeg, spatte het uiteen, tengevolge waarvan het voorste gedeelte van zijn vinger werd weggenomen. Blijkens nader onderzoek was het een puntkogel geweest. De Haagsche kroniekschrijver van het Han delsblad schrijft o. a. „De residentie gelijkt wel éen stellage. Het museum (het Mauritshuis), de Loterijzaal op het Binnenhof, het Plein en de Pooten, waar het nieuwe ministerie van justitie in een staat van wording verkeert, dien niemand nog kan door gronden, het is alles bedekt, verborgen, onzicht baar gemaakt door schuttingen en stellingen. De Koningsbrug, wier bouw acht maanden tijds gekost heeft, is tot veler verbazing bijna gereed! Het geheele Duitsche leger zou er met al zijne artillerie gerust over heen kunnen trekken, zoo hecht en sterk is deze eenvoudige boschbrug. Als vestingbouw verdient ze hoogen lof! Eindelijk verrijst in het noordelijk gedeelte der stad van lieverlede een gebouw, dat voor 'Ikonings huis sedert lang eene behoefte was. Het zijn de koninklijke stallen. Uitwendig zijn zij bijna ge heel gereed, behalve de campanile, die nog in ge raamte boven den hoofdingang prijkt. Van de Kortenaarskade gezien, belooft de gevel een sieraad der residentie te zijn. Vooral de aangename afwisseling van rooden en gelen baksteen met blanken zandsteen en blauwgrijzen arduin is voor het oog allerbevalligst. Het is een geluk voor den bouwmeester Vogel, aan wiens bekwame hand men dit werk toevertrouwde, dat er in zijne opvatting niets te bespeuren is van hetgeen; naai den zoogenaamden „'ultramontaanséhen stijl" zweemt, anders wachtte ons weer een vloed van artikelen. Het gebouw draagt het karakter van kloekheid en soliditeit. - Eene dubbele poort voor het' in- en uitrijden geeft toegang tot het gebouw. Boven dezen hoofdingang verheft zich de klokketoren. Aan weerszijden strekken zich linker- en rechtervleugel uit. Êoven den blinden muur van den rez-de- chaussée, wier oppervlakte smaakvol gebroken wordt door gefingeerde ramen, is de eerste verdie- ping ingericht voor de administratie en bevat voorts eene reeks vertrekken voor ongehuwde koetsiers. Beneden zijn de vleugels voor koetshuizen inge richt, die met breede deuren uitkomen op het groote vierkante'plein, dat de voorgevel met de stallen ter' linker- en rechterzijde en de manége aan de achterzijde onderling vormen. De flinke stallen aan beide, zijden beslaan ieder eene ruimte waar 33 paarden, op de gew.one wij ze van elkaar afgescheiden plaats kdnnen nemen. Doch behalve deze 66 rossinanten, die het gezellig leven beoefenen, kunnen er nog een veertigtal in zoogenaamde boxesgeplaatst worden. Dit zijn dé kleppers van het high-lifé,raspaarden, die, gelijk marmotten ingebakerd, niet als in eene kazerne bijeengepakt worden, maar afzonderlijk, als heeren op gemeubileerde kamers wonen. Al deze ruimten zijn hoog, licht en solide. De ruime beurs, waaruit het geheel wordt gebouwd, is overal merkbaar, en daar de meeste nieuwe huizen in den Haag met de snelheid van een zeepbel ontstaan en ook de soliditeit daarvan evenaren, is het een waar genot, zulk een hechten bouw te bezien. Tnsschen de stallen en koetshuizen bevinden zich allerlei doelmatige inrichtingenlinks de apotheek en de ziekenstal, rechts de hoefsmederij en voorts overal wachtkamers en verdere inrichtingen voor het dienstdoend personeel. Het plein, dat ongeveer 67 op 59 vierk. M. groot is, wordt aan de rechterzijde begrensd door een „Is uw huis saai?" „Ja, zeer." „Dat spijt mij. Ik ben wie duivel is daar?" bromde hij. Hij wist wie het was voor die goddelooze uit drukking hem ontsnapte. Hij had Ben herkend eer de pruilende jonge man hem herkende ep zijn onderlip liet hangen van verbazing hem te' zien. „Zeph," zei Ben haastig, „het is onze dans. Ik wist niet waarheen ge gegaan waart." „Dans niet," fluisterde Dudley. „Ik moet u spreken voor ge heengaat." Zeph aarzelde, kleurde, keek naar de tafel en dan weer naar Ben. „Ik ben heel moe, Ben" zei ze „ge moet mij dezen dans kwijtschelden, als 'tu blieft." „Dat is niet mooi, dat is 'tniet. „Gij hoort de dame zeggen dat ze moe is," zei Dudley op hoogen toon. Ben keek naar den spreker en toen van hem naar Zeph. „Zij behoeft niet te komen als zij geen zin heeft," bromde hij. „Dan heb ik geen zin," zei Zeph bepaald. „Heel best; dat is duidelijk gesproken," was Ben's antwoord, toen hij met de handen in zyn zakken en zijn hoofd achterover geworpen heenliep. „Ik ben bang dat wij Ben wat hard behan deld hebben," zei Dudley met gemaakten ernst. „Hij is nooit met „neen" tevreden." „Het is heel vriendelijk van u dat ge een dans met hem er aan geeft om mij pleizier te doen," zei Dudley. kloek gebouw, liooger dan de stallen aan weers zijden. Dit is de manége. Zij ontvangt haar licht van boven en zal er met de houten zolde ring, die zeer net met smalle latten betimmerd wordt, zeer behagelijk uitzien. Eene ruime loge voor de koninklijke familie en eene nog grootere voor de genoodigden bieden gelegenheid om wezen lijk equestrische feesten in deze halle te geven. Nog is er niets voltooid; overal loopt men de werklieden in den weg en verbreken loodsen en stellages het gezicht op 't geheel, dat in Decem ber a. in gereedheid moet zijn; voor zóóver is het gebouw reeds onthuld, dat men het kloek, beval lig voorkomen en de doelmatige inrichting prij zen kan. Zoo iets doet in den Haag goed, waar men inderdaad door de smakelooze moderne kaarten huizen en de niets zeggende versieringen geens zins verwend wordt." In Europa en Amerika bijna tegelijk zijn proeven genomen, die misschien eenige vlinder- verzamelaars uit veel moeilijkheid zullen helpen. Soms kwamen er vlinders voor, wier kleurentee- kening op geen der beschreven soorten geleek, en die men toch ergens moest te huis brengen. Dr. August Weismann in Europa en mr. Edwards in Canada, hebben eenige proeven genomen die tot gelijke uitkomst geleid hebben. Men had op gemerkt dat enkele vlinders van verschillende soorten in verschillende maanden verschenen, en het denkbeeld geopperd, of lmnné ken teekenen ook aan verandering,in hét klimaat' konden doen denken; ";J - 1 C. cl:i .\"De proeven hebben de. juistheid dezer .onder stelling bewezen. Men heeft depoppen van vjindérs,.'wier Vomer vorm anders gekleurd was dan, het verwante- winterexemplaar, gedurende eenige dagen aan éene temperatuur van 40° onder worpen, en toen ze uitkwamen, hadden alle den wintérvorm. Door yerhooging van temperatuur echter verkrèeg men niet het .omgekeerde, zoodat de genoemde geleerden'den wintérvorm voor den waren en den zomervorm voor afgeleid houden. De heer Edwards verhaalt verder in den Canadian Ento mologist hoe hij, door. de temperatuur tot 32° te verlagen, .nog andère verschijnselen verkregen heeft,, namelijk zoogenaamde „suffusi.e", het ver dwijnen van de juiste kenteekenen der kleuren. Hij waagt de onderstelling dat plotseling invallende koude, sneeuw, vorst, de oorzaak zijn van eenige opmerkelijke exemplaren, die in de boeken der wetenschap beschreven .«worden. De Phyciodes Packardii bv. .verkreeg hij verscheidene malen door suffusie uit een pop van Phyciodes tharos. In den mond van het spoorwegbassin aan den Paardenboek is dezer dagen, op anderhalven meter in den bodem van het IJ, ongeveer drie meter onder A. P., een eikenhouten steeksluisje ontgraven. Blijkens de ter wederzijde aange brachte puntstnkken, met slagdrempel in het mid den, was het ingericht voor eb- en vloeddeuren. Vermoedelijk heeft het indertijd, bij het aanleg gen van den dijk, dienst gedaan als tijdelijke waterkeering en begreep de aanlegger dat het goedkooper was het maar te laten zitten dan het er uit te halen. Reeds vroeger werd op dezelfde hoogte onge veer een lijkkist met geraamte gevonden, waar insgelijks geen bewijs van herkomst was bijgevoegd. Uit het 'verslag der verrichtingen van het hoofdcomité van het Roode Kruis in Nederland in de jaren 1875 en 1876 blijkt, dat het getal comité's van 121 tot 118 gedaald is. De Nederlandsche vereeniging vond wederom een ruimen werkkring, 'zoo met het oog op den oor log met Atjeh, als op dien in het Oosten van Europa. Na herhaalde bespreking heeft het comité een circulaire aan de comité 's gezonden, over de wijze van voorbereiding der Nederlandsche veree- „Vlei u daar niet mee," zei Zeph, die niet spoe dig van haar stuk was gebracht, „ik dans niet graag met Ben." „Nu gaat ge mij zeker vertellen dat ge ook niet van Ben zelf houdt." „Ik kan hem niet uitstaan soms." „O soms, maar dan op een anderen tijd „Ik geef nooit iets om hem," zei Zeph gemelijk. „Waarom blijft ge toch over Ben praten Wat wat wildet ge mij zeggen voor ge heengaat Dudley zweeg op deze vraag. Hij wist zelf nauwelijks wat hij wilde zeggen, of het wetende, durfde hij het nauwelijks te zeggen. Op de nevelachtige grens, die goede bedoelingen van zelfzucht en besluiteloosheid scheidt en terwijl deze nieuwe, dwaze gril zijn hart sneller deed kloppen, aarzelde hij. „Gij houdt mij voor den gek;" riep Zeph ver ontwaardigd. „Op mijn eer, dat doe ik niet," antwoordde hij. „Waarom zou ik hier komen als ik u voor den gek hield „Ik weet niet," antwoordde zij„ik begrijp u niet." „Het is duidelijk waarom ik op deze plaats kom." „Neen, dat is 't niet. Waarom Zij hield zijn blik een korten tijd uit, maar sloeg toen haar blauwe oogen neer. - „Doet gij mij die vraag?" zei hij. „Ja. „Om u te zien." (Wordt vervolgtf.) niging voor den oorlog. Tengevolge daarvan hebben sommige comité's een deel der taak van voorbereiding op zich genomen. Uit de mededeelingen van het centraal-comité te Batavia blijkt, dat de daarheen gezonden goe deren steeds in goede orde zijn aangekomen. In Indië bestonden in 1874 een blijvend comité en 3 voorloopige; op het einde van 1876 waren er 10 comité's, terwijl 33 correspondenten het centraal-comité ten dienste stonden. Van 1 Ja nuari 1875 tot ultimo December 1876 is in Indië ontvangen f 110,430.03. Op 31 December '76 was nog in kas f 40,758.60. Onder de bijlagen van het verslag behoort eene belangwekkende beschrijving van de dezer dagen reeds besproken zielcensloep van den luitenant ter zee le klasse C. J. Marinkelle, met platen. Genoemde officier, die aan de le en 2e expeditie naar Atjeh met onderscheiding deelnam, heefteen ziekensloep uitgedacht, waarmede het mogelijk wordt zelfs de zwaarst gekwetsten van den wal in de ziekensloep en uit de sloep in het zieken- schip te doen vervoeren, zonder dat de lijder van zijne ligplaats in een ziekenkot behoeft te worden verwijderd. Door de welwillende mede werking van den minister van marine zal een model der sloep voor de verzameling van het hoofd comité worden aangemaakt. De vraag of paus Leo XIII tot de gema tigden dan wel tot de vurigen behoort, doet zoo veel niet ter zakè, zegtde Rappel, want de pau sen, méér dan eenig ander, verkeeren in den toestand, om met zekeren staatsman te moeten zeggen: „Je suis leur. chef, je suis bien obligé de les suivre." BINNENLAND. Rotterdam. Uitgebrachte stemmen 1880. Op den heer van Stolk werden 838, Kerdijk 815, Keuchenius .220 stemmen uitgebracht. Herstem ming; füssëhen de beide eerstgenoemden. Ahasterdam. Uitgebrachte stemmen 1956. Öp den. heer van Tienhoven werden 760, van Nierop 743, van Lennep 450 stemmen uitgebracht. Herstemming tusschen de beide eerstgenoemden. Winschoten. Uitgebrachte stemmen 1341. Op den heer Mulder werden 465, de Vos van Steenwijk 447, Brocx 203, Mansholt 137 stemmen uitgebracht. Herstemming tusschen de] beide eerstgenoemden. Hilversum. Uitgebrachte stemmen 1296. Op den heer Verwer werden 471, Scliimmelpen- ninck v. d. Oije 454, Greeve 203, van Tienen 95, Hartsen 50, van Goltstein 21 stemmen uitgebracht. Herstemming tusschen de beide eerstgenoemden. Zevenbergen. Uitgebrachte stemmen 1519. Op den heer Diepen werden 703, van de Werk 361, Wijnmalen 337, Sassen 102 stemmen uitge bracht. Herstemming tusschen de beide eerstge noemden. 's Gravenhage. Aan de tweede kamer is ingediend een wetsontwerp tol het aangaan eener 4 pets. obligatie-leening van 44 millioen gulden, met coupons die steeds voor het volle bedrag door het geheele rijk betaalbaar zijn. Jaarlijks wordt een bedrag van 4j pet. der hoofdsom voor rente en aflossing bestemd, zoodat de aflossing in 56 jaren zal geschieden. De bepaling van den tijd en den prijs der uitgifte blijft aan de regeering overgelaten. Voorts is ingediend het wetsontwerp tot heffing eener successiebelasting in de rechte lijn. De belasting bedraagt voor de rechte nederdalende linie 1 pet. van het zuivere saldo der boedels en voor de rechte opgaande linie 3 pet. van hetzelfde saldo. Beide rechten worden met 38 opeenten verhoogd. BUITENLAND. Londen. Aan de Times wordt uit Konstan- tinopel bericht dat Turkije zijne vloot behouden en de quaestie der Dardanellen aan de beslissing der conferentie onderworpen worden zal. Mocht Enge land ten opzichte daarvan het behoud van den status quo voorstellen, dan zal Rusland zich daartegen niet ernstig verzetten. Konstantlnopel. In den loop dezer week wordt de onderteekening der vredesvoorwaarden verwacht. De onderhandeling loopt nog slechts over ondergeschikte punten. 26 Feb. 's av. 11 u. 46 gr. 27 's morg. 8 u. 43 gr. 's midd. 1 u. 50 gr. 's av. 6 u. 48 gr. De vrede is nog niet goteekend, tengevolge van het verzet van Turkije tegen twee voorwaarden waaraan Rusland vasthoudtde afstand van oor logschepen en de intocht der Russische troepen in Konstantinopel. De sultan heeft in dat opzicht nog niet willen toegeven, doch, volgens een tele-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2