N°. 47. 121e Jaargang. 1878. 25 Februari. ARME ZEPH! Dit blad verschijnt dagelijks,, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent, Advertentien! 20 Cent per regel, Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Lafeite G®. te Brussel en Parijs. Zostelooze koepokinenting en her-inenting. Middelburg, 23 Februari. De verkiezingen van Dinsdag. FEUILLETOIT. N"" ^Jr r;c o r De burgemeester en wethouders van Middel burg maken békend: dat het bureau van vaccinatie, te beginnen met Vrijdag 8 Maart e. k., zitting zal houden in het lokaal van het burgerlijk armbestuur, in de Oude Kerkstraat, wijk B n° 83, iederen Vrijdag, 's na middags te half 4 uur, tot het kosteloos inenten en her-inenten van koepokstof. Burgemeester en wethouders noodigen een ieder ten dringendste uit, om van dat heilzaam middel, ter voorkoming van de pokziekte, zooveel moge lijk gebruik te maken. Middelburg, den 18™ Februari 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCBOEEE. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De toebereidselen tot den verkiezingsstrijd, welke aanstaanden Dinsdag in de zes nieuwe of vergroote kiesdistricten gevoerd zal worden, leveren een niet zeer bemoedigend schouwspel op voor ieder die, afgescheiden van alle partij belang, in de eerste plaats een frisch, krachtig publiek leven verlangt, als kenteeken van een gezond volksbestaan. Bijna onmogelijk is het, eenig duidelijk licht te ontwaren in de ver warde tinten en stralen, die van alle kanten op de kampplaats vallen. Het beste figuur maakt Rotterdam. Hier schijnt alle kans te bestaan dat een jong en wakker strijder voor de volksontwikkeling, de heer Kêrdijk, als volksvertegenwoordiger ge kozen zal worden. Men doet den heer Kerdijk onrecht, wanneer men hem alleen een school man noemt. Ofschoon zijn naam onafscheide lijk verbonden is aan de beweging, welke de erkenning der behoefte aan grondige verbete ring onzer volksschool langzamerhand toteene nationale overtuiging gemaakt heeft, hebben zijne degelijke studiën over verschillende maatschappelijke vraagstukken hem doen ken nen als een veelzijdig staathuishoudkundige, van de behoeften en nooden van onzen tijd levendig doordrongen, en daarbij te practisch en te gematigd in zijne denkbeelden om als 8. DOOK F. W. ROBINSON. I. DE GRAND IS ON-KA MESS. „Ik zie dat ge door uwe gunstelingen u Zeph laat noemen." „Ja, als zij mij kennen." „Misschien zal ik ook eenmaal een gunsteling zijn," zei hij luchtig, „Dat is niet heel waarschijnlijk," zei ze, ook luchtig. „Waarom niet?" „Wel, dat is ook! Ge zult hier niet weer komen, dat weet ik," zei ze. „Men kan niet zeggen wat er gebeuren zal," antwoordde Dudley; „maar ik denk niet dat ik dikwijls zal komen." „Dat denk ik ook niet." „Ik wensehte dat ge hier niet kwaamt." „Waarom niet vroeg het meisje heel verbaasd. „Vergeef me dat ik u dit na zoo korte ken nismaking. zeg; maar deze plaats is eigenlijk niet geschikt voor een jong meisje," zei hij. „'t Is hier heel fatsoenlijk gij kunt er geen een ij dele plannenmaker en droomer gedood verfd te kunnen worden. Te Rotterdam doen zich echter reeds sporen op van de misverstanden, waarop wij zooeven doelden. Naast de liberale eandidatuur van den heer Kerdijk vertoont zich eene „onafhankelijke" van den heer van Stolk, die, niettegenstaande hij verklaard heeft vrijzinnige staatkundige beginselen te belijden, den conservatieven, en ofschoon hij regeerend meester eener vrijmet selaarsloge is, den katholieken wordt aanbe volen. De anti-revolutionairen stellen er, trouw aan hunne zelfstandigheid, den heer Keuchenius, te Batavia, candidaat. De katho lieken, die van de onafhankelijkheid van den heer van Stolk niet gediend willen zijn, schijnen zich te zullen onthouden. Mag men zich dus verheugen met het oog op den ver- moedelijken uitslag van den strijd te Rotterdam, reeds daar getuigen de verschijnselen niet voor een gezond publiek leven. Te Amsterdam is het erger. Daar vindt men twee liberale eandidaten, de heer van Nierop, een parlementair veteraan, en de wet houder van financiënmr. van Tienhoven, de laatste door „de Grondwet", de eerste door het wat meer geavanceerde „Burgerplicht" candidaat gesteld. Vertegenwoordigen dezen twee eandidaten verschillende sehakeeringen in het liberalisme Niemand die het zeggen kan. Den heer van Nierop zou men veeleer een representant van het oud-liberalisme kunnen noemen; wat tegen hem wordt ingebracht komt voornamelijk hierop neer, dat hij „eene minder geschikte persoonlijkheidmoet worden ge acht om „onder de tegenwoordige omstandig heden" de hoofdstad, of liever de natie, in het Haagsche Binnenhof te gaan vertegenwoor digen. Maar in hoeverre de heer van Tien hoven, die als wethouder van financiën te Amsterdam onmisbaar geacht wordt om de voor namelijk door hem georganiseerde inkomsten belasting te blijven regelen, een meer geschikt afgevaardigde zou wezen, kan men onmogelijk weten daar deze candidaat alle staatkundige antecedenten mist. De vraag schijnt zich dus op te lossen in eene quaestie van personen. De anti-revolutioriairen stellen te Amsterdam voor dón vorm, (van slagen is toch voor hen geen sprake) den heer van Lennep. De ka tholieken zwijgen de conservatieven zijn dood, niettegenstaande er politieke horoscoop-trekkers woord tegen zeggen!" riep zij verontwaardigd uit. „Deze lieden zijn even goed als gij." „Het zou mij spijten kwaad van deze plaats te denken, maar v j komt alleen." „Heel dikwijls. Ik vind als ik hier kom een menigte vrienden." „En ook een menigte vrienden die u thuis brengen?" vroeg hij met nadruk. „Ben brengt mij doorgaans naar een omnibus dat is alles „Gelukkige Ben Zij gingen terug naar de ververschingzaal, waar Zeph er ditmaal in toestemde een glas portwijn ojr kostei? van haar cavalier aan te nemen en weer met hem aan het tafeltje te zitten waar hij het eerst kennis met baar had gemaakt. Hier kwam ook Frank, die brina boos keek omdat zijn vriend hem verwaarloosde en toch schik had in de vreemde handelwijze van zyn vriend. „Is het geen tijd om heen te gaan?" vroeg hij. „Ik ben gereed als ge wilt." „Ik heb al anderhalf uur klaar gest aan," zei Frank, weer naar de deur slenterend. „Anderhalf uur!" zei Dudley op zijn horloge kijkend; „het is waar! Wat vliegt de tijd torn als men gelukkig is." Hij trok zijn overjas weer aan en keek naarj het lief gelaat van het meisje waarmee hij hadl gedanst. „Wilt ge nu deze bloem hebben, ter herinnc ring aan mij vroeg hij. „Als 't u belieft." zijn die beweren dat ze bij duizenden in de .hoofdstad rondwandelen. Meer dan „flauw" ksju dus de stroom van hët politieke leven in hartader des. lands" nog niet genoemd wórden- Wenden wij ons naar het Noorden, naar het verdubbelde district Winschoten, dan ontmoe ten wij dezelfde verschijnselengeen kans op eene nederlaag voor de liberalen, doodslaap of dommeling der andere partijen en de over- heerschende partij zelve zonder aangewezen motief verdeeld. De oud-minister Brocx, uit den Haag door de heeren Jonekbloet en Bor- gesius aanbevolen, is uit Amsterdam bestreden óp gronden, waarvan wij de degelijkheid niet kunnen ontkennen. Een aantal andere eandi daten, wier namen ons ontschieten, wentelen zich rondom den heer Brocx als planeten om eene centraalzon. De onvermijdelijke „geïso leerde" candidaat der anti-revolutionairen ont breekt natuurlijk niet. Het is de heer Gratama. Gemis aan overleg, aan eenheid, aan juiste voorstelling van wat men wil, is het ten slotte wat ons uit Winschoten in de oogen valt. Is het beter gesteld in de districten waar de liberale partij niet de overhand heeft? In het district Hilversum misschien wel. Daar veroorloven althans alle partijen zich de weelde van: éen, en niet meer dan éen, candidaat: den kantonrechter van den Haag, mr. Greeve, voor de liberalen, baron Schimmelpenninck van der Oije, een anti revolutionair die te Deven ter en te Zutfen op het slagveld gebleven is, voor de Standaard-partij; jonkheer Hartsen, de conservatieve koloniale specialiteit, dien de staten van Noord-Holland niet langer in de Eerste Kamer wilden, voor de conservatieven een Friesch advocaat, mr. Verwer, voor de katholieken. Men denkt dat de conservatieven, die veel grondbezit in het Gooi hebben, zich hier in het voor hen zeldzaam genot eener overwinning zullen verheugen. Tot dusverre wordt hun liébaugeln naar den anti-revolutio nairen kant met de gewone hooghartigheid afgewezen; maar bij eene herstemming zal het terrein der accommodements wel op de eene of andere manier te vinden zijn. Als de Hil versummer kiezers eens trouw wilden opkomen, dan zouden zij ons ten slotte een voorbeeld kunnen geven van een opgewektnormaal politiek leven, binnen de grenzen altijd van ons tegenwoordig kiesstelsel. Hij nam ze uit zijn knoopsgat en gaf ze haar in de band en zij zag half ondeugend, half na denkend tot hem op. „Goeden avond, kleine Zeph," zei hij. „Goeden avond, mijnheer." „Als ik u weer zie zal ik u nog eens vragen met mij te dansen," zei hij luchtig. „Ja, als ge me weer ziet!" antwoordde zij. „Misschien geeft ge er niet veel om, mij weer te zien vroeg hij. 't Was vreemdmaar zijn hart klopte sneller dan gewoonlijk, alsof hij niet zeker was wat zij zou antwoorden. „O, ge hebt u niet bij zonder onaangenaam gemaakt," zei ze met haar oude schalksheid. „Niet zoo als Ben?" vroeg hij. „Neen, volstrekt niet zooals Ben," herhaalde zij lachend. „En ge zult het dus misschien niet naar vinden mij terug te zien?" „Neen," met gemaakte aarzeling, niet heel naar, denk ik. Maar ik kan het wel zonder u stellen." Hij lachte zelf om haar manieren; toen kwam hij op de gedachte haar tot een belofte over te halen. Het modemaakstertje was zoo lief, ze trok hem zoo aan, en hij was dien avond zich zelf niet in bedaardheid en ernst. „Maar ik verbeeld mij dat ik het niet best zonder u kan stellen," zei hij met zachte stem. „Ik zou u graag terug zien, al was 't maar om een half uurtje te babbelen als gij 's avonds van uw werk komt Mag ik In Zevenbergen treffen wij, excuses du peu een drietal liberale eandidaten aan den heer Armand Sassen, uit Breda', wiens zegepraal door ieder gewenscht moet worden die aan de' liberale' kamer ■fiieerderheid een bekwaam en wakker man wenseht toegevoegd te zien; den heer van de Werk, wiens eandi datuur deze eigenaardigheid vertoont dat zij door kiezersvereenigingen van verdachte kleur wordt aanbevolen, en den heer van der Minne, suikerfabrikant te Zevenbergen. De talrijke katholieken vereenigen zieh op éen candidaat, den heer Jean Diepen, wethouder van Tilburg en lid der provinciale staten. De anti revolu tionairen zullen hunne hoofden tellen onder de leus van dr. Wijnmalen. Verdeeldheid zonder geldige reden onder de liberalen, welke aan de tegenpartij de overwinning gemakkelijk dreigt te maken, is het wat Zevenbergen ons te zien geeft. En wat leert ons eindelijk Goes Hier zijn de liberalen niet zonder overleg te werk ge gaan. Inziende dat het in een nieuw gevormd district in de eerste plaats er op aankomt te weten te komen over welke krachten men in de verschillende deelen beschikt, hebben zij eerst na raadpleging met hun geestverwanten van Bergen-op-Zoom hunne keus bepaald op den heer J. P. Bredius jr., in die streek goed bekend en, als een krachtig verdediger der openbare school tegen de aanvallen der Noord- Brabantsche ultramontanen, door alle libera len gewaardeerd. Voor het welslagen zijner eandidatuur hopen wij dat alle Goesche libe ralen, zonder in dit geval naar locale bekend heid te vragen, hunne krachten zullen inspannen. Bij de aanstaande herziening der schoolwet kan een schoolman te meer, van nabij met de openbare school en met de gevaren die haar bedreigen hekend, in de tweede kamer zeer goed gebruikt worden. Mocht Goesdoor dezen af te vaardigen, de politieke onbedui dendheid van zijn anderen vertegenwoordiger goed maken. Te Goes is echter het kamp der anti-liberale partij een tafereel van beginselloosheid en onzedelijkheid. Aan de anti-revolutionairen wordt door den heer Saaymans Vader en de Nieuwe Goesche Courant een staatsman als anti-revolutionair opgedrongen die, gedurende de drie jaren van zijn ministerschap, door het hoofdorgaan der partij steeds verloochend is en, Ze keek hem aan met verbazing in haar oogen, en een blosje op haar wangen. „Wilt ge mij," drong hij, „van daag over acht dagen op den hoek der straat ontmoeten, voor een half uurtje? voor een paar minuten, als ge wiltmaar kom vast." Ze antwoordde niet dadelijk. „Ge houdt me voor den gek," zei ze, en sloeg haar oogen neer. „Neen, dat doe ik niet." „Heusch „Heuseh, in allen ernst. Zult ge komen?" „Ik denk het wel," fluisterde zij. „Hoe laat?" „Acht uur." „Heel goed." „Asjeblieft, Zeph. Goeden avond." „Goeden avond," antwoordde zij, en lang nadat hij heen was gegaan, trotsch op zijn kleine verove ring van dit ijdele, mooie, arme werkmeisje, zat Zeph nog na te denken over alles wat hij gezegd en zij beloofd had. II. EEN BtJITEN-FARTlJ. Dudley Grey en zijn vriend Frank Amoore verlieten lachend de Grandison-kamers. Zij gin gen heen zooals ze gekomen waren met een grap, en Frank Amoore wa» veel te goedhartig om

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1