N». 38. 131» Jaargang. .1878.
14 Februari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestd-argen.
Prijs per 3/m, franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
Middelburg, 13 Februari.
FEUILLETON".
JONKER PAUL.
De Staats-courant bevat de wet van den 26en
Januari 1878, houdende goedkeuring van eenige
artikelen van het tusschen Nederland en Zwitser
land op 19 Augustus 1875 te Bern gesloten ver
drag van vestiging en handel, zoomede van het
additioneel protokol van 24 April 1877.
Bij Provinciaal hlad van Zeeland no. 21, zijn
medegedeeld de hij beschikking van den minister
van hinnenl. zaken aangewezen onderkiesdistricten
in de hoofdkiesdistricten Middelburg, Goes en
Zierikzee, voor de benoeming van leden der
tweede kamer.
Die verdeeling is voor het hoofdkiesdistrict
Middelburg als volgt:
Middelburg, Ylissingen, Yeere, Oostkapelle,
Domburg, Vrouwepolder, Serooskerke, Aagtekerke,
Grijpskerke, Westkapelle, St. Laurens, Meliskerke,
Zontelande, Biggekerke, Oost- en West-Souburg,
Koudekerke, Eitthem, Nieuw- en St. Joosland,
Arnemuiden, Groede, Breskens, Nieuwvliet, Cad-
zand, Oostburg, Eetranchement, Zuidzande, Schoon-
dijke, IJzendijke, Biervliet, Hoofdplaat, Water
landkerkje, Sluis, (gemeenten Sluis, St. Anna ter
Muiden en Heille), Aardenburg, (gemeenten Aar
denburg, St. Kruis en Eede), Axel, Zaamslag,
Neuzen, Hoek, Sas van Gent, Koewacht, Overslag,
Philippine, Westdorpe, Zuiddorpe, Boschkapelle.
Voor het hoofdkiesdistrict Goes:
Goes, 's Heer Arendskerke, 's Heer Abtskerke,
Kattendijke, Wolpkaartsdijk, Baarland, 's Graven
polder, Ellewoutsdijk, Oudelande, Hoedekenskerke,
Ovezande, Heinkenszand, 's Heerenhoek, Driewe
gen, Nisse, Borsselen, Kapelle, Wemeldinge, Kloe-
ringe, IJerseke, Krabbendijke, Kruiningen, Schore,
Waarde, EillandBath, Kortgene, Wissekerke,
Colijnsplaat, Kats, Tholen, Oud Vossemeer, Poort
vliet, St. Maartensdijk, Scherpenisse, St. Annaland,
Stavenisse, St. Philipsland, Bergen op Zoom,
Woensdrecht, (gemeenten Woensdrecht en Huij-
bergen), Ossendrecht, (gemeenten Ossendrecbt en
Putte), Hontenisse, Össenisse, Graauw en Langen-
dam, Hengstdijk, Stoppeldijk, St. Jansteen, Clinge,
Hulst.
Voor het hoofdkiesdistrict Zierikzee:
Zierikzee, Haamstede, Noordwelle, Eenesse,
Serooskerke, Burgh, Eikerzee, Ellemeet, Brou
wershaven, Zonnémaire, Duivendijke, Kerkwerve,
Noordgouwe, Dreischor, Oosterland, Bruinisse,
27.
Een Tertelling van Han» Warring.
XV.
„De treinde treinIk zie hem," riep Paula.
„Hij kronkelt zich als een slang langs de tuinen.
Daar zijn de redders. Vat moed Hanna! Marie
droog uwe tranenNu is hij gered
Zij omarmden elkaar en weenden van blijdschap.
Maar er moest nog een pijnlijk uur verloopen
voor dat de redders werkelijk verschenen. En in
dien tijd bekroop haar meer dan eens de vrees
dat zij te laat zouden komen.
„O waren zij er maar! waren zij er maar!"
En Paula, bij wie moed en vertrouwen weder
teruggekeerd waren nu de hulp zoo nabij was,
antwoordde bemoedigend en vol hoop en hare
heldere stem klonk de angstigen opwekkend in
de ooren.
„Het schieten moet ^beneden in Elnisleben te
hooren zijn het zal bun verkondigen, hoe
noodzakelijk hun hulp is," zei zij. „Stellig zullen
zij geen minuut laten verloren gaan en de zeker
heid dat de hulp komt opdagen, zal onzen armen
Nieuwerkerk, Ouwerkerk, Goedereede, Ouddorp,
Stellendam, Dirksland, Melissant, Middelharnis,
Sommelsdijk, Oude Tonge, Nieuwe Tonge, Her-
kiugen, Den Bommel, Ooltgensplaat, Stad aan
't Haringvliet.
Als mede-redacteur van het weldra te Botter
dam uit te geven nieuwe dagblad zal o. a. optre
den de heer W. J. N. Landré, tot dusverre aan
de redactie der Middelburgsche courant verbonden.
Ofschoon het ons natuurlijk leed doet onzen
medewerker te verliezen, een leedwezen dat
gedeeld zal worden door ieder die hem in zijn
verschillende bemoeiingen ten opzichte der alge-
meene belangen öp prijs leerde stellen, verge
zellen hem echter, op zijne verdere loopbaan in
de Néderlandsche dagbladpers, onze beste wenschen.
De Haagsche kroniekschrijver der Groningsche
courant heeft in een zijner vorige brieven mede
gedeeld dat er bij de afdeeling „Geneeskundige
dienst" van het ministerie van oorlog feiten zijn
voorgekomen, die tot eene gerechtelijke instructie
aanleiding hebben gegeven.
Hij komt thans in de volgende bewoordingen
op deze zaak terug
„Ik wil niet, dat onschuldigen zullen worden
verdacht van minder eerlijke handelingen en al
mag ik nu - met het oog op onze strafwet
geen namen noemen, ik wil toch het terrein der
algemeenheden verlaten, om nu feiten te noemen.
De zaak is deze: een hoofdambtenaar van het
departement, die steeds het volle vertrouwen van
den chef van den geneeskundigen dienst genoot,
wordt verdacht van zoowel bij de aanstelling van
vreemde officieren van gezondheid voor Oost-
Indië, als bij de uitrusting van deze officieren zich
aan zeer lakenswaardige handelingen te hebben
schuldig gemaakt, en bij aanbestedingen voor den
geneeskundigen dienst een deloyale concurrentie
in de band gewerkt te hebben, alles om daardoor
persoonlijk geldelijk voordeel te genieten. Nu dit
aan 't licht gekomen is, heeft de minister van
oorlog zonder aanzien van personen bande
lende de zaak in handen van den officier van
justitie gesteld en dezer dagen zijn een aantal
leveranciers en handelaren gedagvaard, waarvan
er sommigen wel een weinig gecompromitteerd
zullen worden, indien het tot een openbaar proces
in deze gansch niet prettige zaak komt. Van
daar dan ook, dat men de vervolging den kop
tracht te doen indrukkeniets dat zeer te betreu
ren zou zijn. De heer de Eoo van Alderwerelt
heeft toch steeds tegen de misbruiken van oorlog
uitgevaren, en terechtdoch thans zelf in staat
om de misbruiken te keeren, is aller oog met
belegerde tot dappere volharding aansporen. Nu
mogen we niet meer jammeren nu ben ik
zeker van een gunstigen afloop."
Zij had de dikke takken van den notenboom
als ladder gebruikt en was zoo naar boven ge
klommen om beter te kunnen rond kijken. Daar
stond zij omhuld door gebladertewaar boven
haar schoon hoofd uitstak, terwijl hare armen
omhoog naar de takken reikten. Van de fabriek
klonken de schoten- en dreunden de worpen steeds
korter na elkaar. Het kraken van het houtwerk
en het geschreeuw, dat elk behaald voordeel bege
leidde, klonk steeds harder en onheilspellender.
„Wat klinkt dat verschrikkelijk! Is er nog
niets te zien "Paula niets o God als zij
maar niet te laat komen."
„Moéd, houd moed! als ik ze maar eens
zie, dan zijn ze ook in een paar minuten hier."
„Wélke troepen zouden het zijn. Infanterie?"
„Neen, cavalerie dragonders."
Zij keerde haar gelaat af, want zij vreesde dat
hare vriendinnen, ondanks het flauwe schemerlicht,
haar blozen zouden opmerken.
„Hoe weet ge dat, Paula?" vroeg Marie.
„Door den landraad. Er was sprake van de
benoodigde stallen; die zijn tot zijn beschikking
gesteld. Alles werd per telegraaf afgedaan."
„Misschien heeft Bichard, mijn .jongste broer,
wel het kommando," zei Marie. Er kwam geen
antwoord, maar Paula keek vorschender dan ooit
in de richting van Elnisleben.
„Nog altijd niets te zien, lieveling?"
reden op hem gevestigd en ik zou het dus zeer
betreuren, indien hij zich door persoonlijke consi
deration van het rechte spoor liet hrengen. Ik
verwacht dit echter geenszins."
Te Rotterdam heeft zich een vereeniging ge
vestigd tot verbetering van armenzorg.
Zij stelt zich tèndoel1° gezonde begrippen
omtrent armenzorg te verspreiden2° particuliere
armenzorg zooveel mogelijk te eentraliseeren en
een bureau voor algemeenen onderstand te vormen,
teneinde op afdoende wijze aan behoeftigen hulp
te verschaffen3° bedelarij en misleiding tegen
te gaan; 4° instellingen tot voorkoming van ar
moede te steunen of op te richten.
Zij gaat uit van het beginsel dat alleen die
ondersteuning, welke verbetering van den toestand
der behoeftigen op den duur betoogt, als gezonde
armenzorg te beschouwen is. Bedeeling met ge
regelde toelage of het voortdurend verstrekken
van kleine giften is, als stelsel, af te keuren en
moet slechts bij uitzondering plaats hebben.
Door het zesde internationaal congres van ge
neeskundigen, dat in het volgende jaar te Amster
dam bijeenkomt, heeft zich een comité gevormd,
bestaande uit de volgende heeren: Voorzitter:
prof. Donders, te Utrechtalgemeen secretaris
dr. Guye, te Amsterdamledendr. van C.appelle,
referendaris in den Haagdr. H. Fabius, te Am
sterdam prof. Hertz, idemprof. Heynsins, te
Leidenprof. Huët, idemprof. Huizinga, te
Groningenprof. W. Koster, te Utrechtdr. Ra-
maer, te 's Hageprof. Rosenstein, te Leiden
prof. Sanger, te Groningen; prof. Snellen, te
Utrechtprot. Stokvis, te Amsterdamprof.
J. W. E. Tilanus, idem, en dr. Zeeman, idem.
Mededeelingen en opgaaf van vragen worden
uiterlijk op 1 Juni e. k. bij den algemeenen
secretaris ingewacht.
Binnen weinige dagen kan men, volgens den
Haagschen correspondent der Rotterdamsche Ct.,
tegemoet zien eene suppletoire Indische begrooting,
voornamelijk voor de groote spoorweg- en haven
plannen. Zij zal vergezeld gaan van de memorie
van antwoord op het verslag over de door den
minister van Bosse gehandhaafde overeenkomsten
met de Indische spoorwegmaatschappij. Zij zal
tevens gepaard gaan met een Indiseh-Nederlandsch
financieel plan, waarin belastingen voor het over-
zeesch gewest en voor het moederland zullen
voorkomen. Voor Indië de veelbesproken, doch
eenigszins getemperde belasting op personeel en
bedrijf van Europeanen en vreemde oosterlingen
te, beffen, voor Nederland vooreerst de successie-
„Neen, maar geloof mij, het kan nu nog slechts
een paar minuten duren."
Wederom zwegen zij een poos. Daarna zei
Marie:
„Wij zullen natuurlijk allemaal inkwartiering
krijgen, niet waar
„Ja wel! Ik heb gezorgd dat op Fleurmont
huis en hof voor de ontvangst bereid zullen zijn.
Al komen er nog zooveelZij zullen mij welko
me gasten zijn."
„Als onze lieve jongen komt, moet hij natuur
lijk bij ons logeeren," zei Marie.
„Uw huis, zal, vrees ik niet in den besten staat
zijn om logés te ontvangen. Kayser en ik hebben
ons aangeboden om den officieren kwartier te
geven!"
„Misschien komt er maar een, Paula."
„Wel mogelijkMaar op dien eenen leg ik
beslag, hoort gij? Ik wil hem hebben. Hij zal
de mijne zijn
„St! Hoort gij niets? Wat is dat?"
„Dat is paardengetrappel. Zij komen; zij
komen
Men hoorde in de verte een zonderling donde
rend gedreun, dat elk oogenblik nader en nader
kwam. Het duurde niet lang of ook de twee
andere meisjes onderscheidden den hoefslag van
een menigte paarden, die in snellen draf aankwa
men. Maar zij hoorden het slechts nu en dan
want meestal werd het overstemd door het razend
getier van den verbitterden strijd.
En nu ontwaarden zij hen, die lang verbeide
belasting in de rechte lijn tot dekking van de
uit de geldleening van 40 a 50 millioen voort te
vloeien lasten. Ook justitie, maar vooral binnen-
landscbe zaken en oorlog zullen hun contingent
leveren.'Wat van de beide laatstgenoemde depar
tementen zal uitgaan, is tamelijk wel na te gaan.
De schoolwet natuurlijk, eu de wetsontwerpen,
welker indiening door den heer de Roo reeds
is toegezegd. Van 4 Maart tot 12 April zal
er in de openbare zitting niet veel uitgevoerd
kunnen worden, weinig of niets meer dan wat uit
de nalatenschap van het vorige kabinet is over
gebleven. Het onderzoek van de nieuwe wets
ontwerpen van grooten omvang zal tijd kosten.
De laatste helft van April, de maand Mei en
half Juni veel langer houdt men de heeren
niet bij elkander zullen dus de bloeimaanden
voor den parlementairen arbeid van dit zitting
jaar moeten zijn.
Men leest het volgende in bet Handelsblad:
Behalve de medegedeelde bijdragen voor den
Noordpooltocht, heeft de commissie nog ontvangen
van de Maatschappij van landbouw-nij verheid te
Kuilenburg, onder directie van den heer van Hoyte-
ma, 12 bussen elk met 8 Eng. ponden mixed ve
getables of scheepskost. Ook het bestuur der
Amsterdamsche verbruiksvereeniging, welke zich
ten doel stelt de levering van onvervalschte
levensbehoeften, gaf een bewijs van belangstelling
in deze koene onderneming door op zeer voor-
deelige voorwaarden de benoodigde suiker te
bezorgen.
Met imvordoold genoegen niaLeii Y* lj wedsi ge
wag van deze bewijzen van belangstelling der
burgerij in de nationale onderneming, maar mogen
een waarschuwend woord niet onthouden, opdat
het doel niet worde voorbijgestreeft. De voe
ding aan boord van de Willem Barents, die
voor officieren en manschappen dezelfde zal
wezen, is door de leiders der expeditie met de
uiterste zorg ontworpen en vastgesteld op de
grondslagen, welke wetenschap en ervaring aan
geven, als eene eenvoudige, gezonde scheeps
kost, dienstig voor krachtige gestellen en de
bijzondere eiscben, welke bij lievige koude tot de
instandhouding der gezondheid gevorderd worden.
Daarvan mag niet worden afgeweken. Zij, die
dus op deze wijze van hunne belangstelling in onze
IJszeevaarders willen toonen, zullen hunne vrien
delijke bedoelingen verwezenlijken, door geene
voedingsmiddelen of versnaperingen aan te bieden,
waarvan de samenstelling bun niet volkomen
bekend is en bet best doen zieb eerst om inlich
tingen te wenden tot den magazijnmeester van
levensmiddelen der marine te Amsterdam, den
redders. De eene helm na den anderen ook uit
de vallei op. De eerste verdwenen reeds achter
het boschje, dat den dijk begrensde, terwijl het
einde van den troep nog in het dal verborgen was.
„Ik kan niets meer zien," ze! Marie, „het sche
mert mij voor de oogen. De geheele omtrek
schijnt mij in nevel gehuld te zijn. Kijk nog eens
Paula! Zijn ze reeds aan dezen kant van den
dijk
„Ja! daar komt de eerste ruiter het boschje
uit hij heeft harder gereden dan de anderen
hij blijft op den straatweg wachten. Hij is het
ik herken hem."
De zondie juist opging, stond achter Paula
het konden dus niet hare stralen zijn, die haar
verblindden. Iets moest haar evenwel toch be
letten te zien, want zij wreef haastig met de hand
over hare oogen.
„Wien herkent gij Wie is het riep Marie
vol belangstelling.
„Wie het is Nu, natuurlijk de officier
antwoordde Paula en beschermde weder hare
oogen met de hand.
„O, als het Richard toch eens wasIk heb
hem in zoo lang niet gezien. Is hij nog jong,
Paula? Span uwe oogen eens goed in! Hoe
ziet die eerste ruiter er uit?"
Paula's hart ging onstuimig op en neder. Als
Marie niet zoo vervuld was geweest van andere
dingen, had zij de ontroering van het jonge
meisje, wier gelaat met een donkeren blos over
dekt was, moeten opmerken,