Benoemingen en besluiten» 0 nd er wijs. Kerknieuws. Land bouw. Marine en leger. zoeken, maar daarin mag nooit eene reden ge vonden worden om de bedoelingen van Eigen Hulp in een verkeerd daglicht te stellen. Dezelfde bezwaren, die thans tegen deze Yereeniging rij zen, zijn trouwens vroeger herhaaldelijk ter sprake gekomen, bij het invoeren van telegraphie, stoom, enz. Ook toen heeft men gejammerd over het lot van voerlieden en paarden, gejammerd over de vernietiging van den handenarbeid door de stoomwerktuigen. Sedert heeft de ondervin ding het meest welsprekend antwoord gegeven. Al de elementen, wier ondergang men voorspelde, hebben hun plaats weer in de maatschappij ge vonden. Zóo ook zullen de gevolgen zijn van deze associatie. Zij is de vrucht van verstandigen associatiegeest. Eene omwenteling in de maat schappelijke toestanden te bewerken, ligt volstrekt niet op den weg dezer Vereeniging. Wat men, onder meer, wil, is de beperking van de tweede hand, overal waar zij te sterk is vertegenwoor digd of een schadelijken invloed uitoefent ten nadeele van het algemeen. Er zal echter, hoe ver Eigen Hulp hare bemoeiingen ook moge uit strekken, altijd plaats genoeg voor de tweede hand overblijven. Eigen Hulp zelve kan niets zonder de hulp van derden, en zij is ver van de bedoeling om iemand, wien dan ook, opzettelijk te benadeelen. Intusschen zal voorzichtigheid noodzakelijk wezen. Wij moeten weten wat we willen en hoe wij, 'tgeen we willen, tot stand zullen brengen. Het is plicht elkander te steunen, ook door scherpe critiek, die het behoedmiddel is tegen afdwaling. Er moet voorts décentralisatie plaats hebben, teneinde te voorkomen dat te veel op het hoofdbestuur worde geleund. Zóodoende en vasthoudende aan de gestelde beginselen, zal de stek van Eigen Hulp, niet slechts behoorlijk verzorgd, maar waar het zijn moet tijdig gesnoeid, tot den krachtigen boom opgroeien dien men er zich van heeft voorgesteld." Toejuiching EIGEN HULP. (Door een medebestuurder eener Coöperatieve verbruiksvereeniging.) Niet alleen in het orgaan der vereeniging Eigen Hulp, maar ook in andere dag- of weekbladen, zagen wij dat verschillende directies er op aan dringen om een centraal magazijn op te richten, waaruit zij dan de levensmiddelen zouden betrek ken. Het denkbeeld is waarlijk niet kwaad. Wij weten dat in Engeland dergelijke inrichting in het leven werd geroepen en gunstig werkt, maar wij weten ook dat toen die inrichting op touw werd gezet de „eerlijke pioniers van Rochdale" reeds jaren hadden gewerkt. Dit laatste wordt vergeten. Men wil van de coöperatie wonderen- Zij doet die ook wel, maar niet zoo vlug, langzaam, zeer langzaam werkt zij. Men vergeet te veel, dat Eigen Hulp pas begint, dat zij nog een zuigeling is, waarvan men niet datgene kan vergen, wat men van een volwassen en krachtig opgegroeid man kan verwachten. Geduld is zulk een schoone zaak, zeggen wij hierbij gaarne den dichter-kindervriend na. Wij willen hieronder onze denkbeelden die wij gaarne voor betere prijs geven laten volgen, omtrent de oprichting van een centraal magazijn voor „Eigen Hulp". Wij stellen ons in zoodanig plan, de Vereeni ging Eigen Hulp voor, als handelares in het groot in die artikelen, welke zij meent voor de leden van Eigen Hulp verkrijgbaar te moeten stellen. Daartoe wordt vereischt: bedrijfskapitaal, perso neel, ruimte voor magazijnen en inrichtingen tot bewerking en bereiding van enkele artikelen en, wat hoofdzaak is, een kundig, eerlijk en gerouti neerd handelaar, die aan het hoofd van zoodanige inrichting zal moeten staan. 1° Bedrijfskapitaal. Om met voordeel „Neen, neen, neen!" „Mijnheer Kayser, ik heb mij nooit veroorloofd aan zulk een belachelijke beschuldiging te denken, veel minder haar uit te spreken." „Maar niemand zou het u kwalijk kunnen nemen als gij het gedaan hadt. Het heeft mij zelf immers ook bezorgd gemaakt dat ik haar met den dag magerder en bleeker zag worden, terwijl ik haar toch juist hierheen heb laten komen opdat zij rond en blozend zou worden. Ik wilde op dit punt veel eer bij u inleggen; ik wilde u door daden bewijzen, dat ik beter ben dan mijne woorden somtijds doen vermoeden. En nu gaat zij juist, mijns ondanks, mij en mijn tafel zoo in diserediet brengen". Zij lachten allen over zijn verdriet en Max sprak bemoedigend: „Maak u daar niet ongerust overgoede vriendGij zijt zelf het beste bewijs voor de voortreffelijkheid van uw kelder en de voedzaam heid uwer keuken. Uw uiterlijk moet den onge- loovigsten twijfelaar bekeeren." Max leunde achterover in zijn stoel en zag Hanna voor het eerst oplettend aan. Met leed wezen bemerkte hij dat haar lief gezichtje nog bleeker en doorschijnender was geworden dan vroeger. „Als zij eens ziek werd als zij eens stierf!" dacht hij en hij voelde hoe zich bij dit denkbeeld een folterende angst van hem meester maakte. Hanna, die eensklaps opkeek en waar schijnlijk zijn bezorgdheid op zijn gelaat las, schudde laehend het hoofd. inkoopen te doen, is veelal contante betaling een vereischte en is de inkoop van eene belangrijke partij veelal in het belang der onderneming. Heb ben de voorstellers van het plan wel eens, zij het dan ook zeer globaal, het kapitaal berekend dat daarvoor noodig zou zijn? Indien zij zulks ge daan hebben, hebben zij dan ook de middelen beraamd, hoe dit kapitaal dat toch nog al aanzienlijk zal zijn in een betrekkelijk korten tijd bijeen zou kunnen worden gebracht? Wij gelooven het niet. 2° Personeel. Wij bedoelen hiermede het mindere personeel. Dit moet zeer geschikt zijn, vertrouwd met de behandeling der artikelen, vooral met die, welke eenige bewerking of bereiding moeten ondergaan, alvorens ze voor het gebruik geschikt zijn. Wij denken aan het mêleeren van thee, het branden van koffie enz. Een hoofdzaak is hier ook weder eerlijke lieden te vinden, die zelf, wanneer men ze goed beloond, en dat moet geschieden, hart voor de zaak hebben. Zal dit personeel gemakkelijk te vinden zijn 3" Ruimte voor magazijnenenz. Deze moeten worden gehuurd of gekocht. Ook voor verschillende fabrieksinrichtingen moet ge zorgd worden, zooalskoffiebranderij, pelmolen, raspen voor suiker, materieel om tabak en sigaren te kunnen fabriceeren en vele andere werktuigen tot de uitoefening van het bedrijf noodzakelijk. Een en ander kost geld. Wij herhalen ook hier onze vraag, hebben de voorstellers wel berekend hoe groot het kapitaal zou moeten zijn voor een en ander benoodigd En als zij het gedaan hebben, weten zij dan ook de middelen om dat kapitaal bijeen te brengen? 4° Een directeur, of directie, die zich met de geheele uitvoering belast, mannen ervaren in den handel, toegerust met veel waren kennis, die er naar streven, goed, zuinig en vooral eerlijk in het beheer te zijn. Zou men die gemakkelijk kunnen vinden Wanneer wij dat alles nagaan, dan rijst bij ons de vraag of de uitvoering van het denkbeeld aan de verwachting zou beantwoorden, de omzet zoo groot zou zijn om alle onkosten goed te maken, en dusdanige inrichting in het belang der vereeni ging zou wenschelijk zijn Wij zouden dit niet durven bevestigen. Naar onze meening verdient een en ander ernstige overweging. Wij zouden aarzelen om met zekere pressie bij het hoofdbestuur aan te dringen, zulk eene inrichting in het leven te'roepen en zullen ons niet aansluiten bij diegenen die dit plan aanmoedigen. Eerst na eenige jaren, gelooven wij, dat aan de uitvoering van dat denkbeeld kan worden begonnen. consulaten. Op verzoek eervol ontslag ver leend aan C. Wachsmann, als consul der Neder landen te Bahia, voor de provincie van dien naam, en als zoodanig, buiten bezwaar van 's rijks schatkist, aangesteld P. C. Gransberg aldaar. burgemeesters. Op verzoek met ingang van 1 April a. eervol ontslag verleend aan mr. N. P. J. Kien, als burgemeester van Utrecht, met dank betuiging voor de vele goede en langdurige in die betrekking bewezen diensten. belastingkantoren. Bij koninklijk besluit is opgeheven het ontvangkantoor der directe belas tingen, invoerrechten en accijnsen te Oud-Vroen- hoven, zooals het thans bestaat; is de gemeente Oud-Vroenhoven ingedeeld: a voor zooveel betreft de directe belastingen, onder het kantoor dier middelen te Maastricht, onder voortdurend beheer van den tegenwoordigen titularis P. E. Janssens b voor zooveel aangaat de accijnsen, onder het kantoor der invoerrechten en accijnsen en van „Ik mankeer niets," antwoordde zij op zijn stilzwijgende vraag, „ik voel mij wezenlijk heel wel. Ik heb er nooit sterk uitgezien, maar ik ben ook nog nooit in mijn leven ernstig ongesteld geweest." „Maar uw uiterlijk rechtvaardigt de bezorgd heid uwer vrienden," zei hij. „Ik wenschte," sprak zij zacht, „dat onze vrien den geen gegronder bezorgdheid hadden, dan mijn uiterlijk. Ik weet echter dat dit niet zoo is ik weet ook dat men ons iets tracht te verber gen, en vermoed dat u of uw eigendom eenig gevaar bedreigt. Gij moest ons toch meer moed toeschrijvende waarheid, al is zij nog zoo hard, is altijd verkieslijk boven elke misleiding." Hij keek op terwijl zij zoo sprak en hunne oogen ontmoetten elkaar. Hanna sloeg deze keer de haren niet neder maar zocht de zijnen open lijk en ernstig. Max voelde hoe zijn hart weer sneller begon te kloppen. „Welaan" zei hij „ik zal uw wensch bevredigen. Gij hebt juist gegist: ik moest mij op een daad van geweld voorbereiden. Ik hoop evenwel dat gij mij voor mans genoeg aanziet om mij zei ven en mijn eigendom te verdedigen. Bovendien heeft men mij tijd gelaten om voor de versterking mijner strijdkrachten te zorgen. Een paar ver trouwde lieden van freule de Contagne zullen onder toezicht van mijn goeden Kramer het woon huis verdedigen, dat wij eerst uit gebrek aan manschappen meenden prijs te moeten geven. Uw oom en ik zullen met e»n paar wakkere den waarborg op de gouden en zilveren werken te Maastricht, onder voortdurend beheer van den tegenwoordigen titularis E. B. J. Moïse de Cha- teleux; en is het kantoor voor de invoerrechten, gevestigd te Oud-Vroenhoven, voor de toepassing van art. 8 van Zr. Ms. besluit van 20 Mei 1869, no. 29, ingesteld als grenskantoor der invoerrech ten, met bepaling, dat het door een commies ontvanger zal worden waargenomen» leger. Benoemd bij den staf van het wapen der infanterie tot generaal-majoor en kommandant der le divisie infanterie, Zr. Ms. adjudant in bui tengewonen dienst, de kolonel S. L. J. Queysen, kommandant van het regiment grenadiers en jagers. [Reeds onder „Tel. ber." gemeld]. Sedert Vrijdag loopt te Roermond het gerucht, dat de hoofdonderwijzer der tweede openbare school in zijne betrekking geschorst is door bur gemeester en wethouders, wegens gewaande over treding zijner instructie, die hem verbiedt te zijn redacteur, mederedacteur of corrector van dag- of weekbladen. Die overtreding zou gebleken zijn uit eenige snippers papier, die in handen gekomen zijn van de redactie der Maas- en Roerbode en ter hand gesteld aan het dagelijksch bestuur, uit welke geïsoleerde feiten, een a twee jaren geleden, men, niettegenstaande de ontkenning des onder wijzers, de algemeene gevolgtrekking van de over treding gemaakt zou hebben. Ook zou hem ten laste zijn gelegd, dat hij, door mede te werken aan eene anti-clericale courant, in strijd gehandeld zou hebben met art. 23 der onderwijswet: den eerbied verschuldigd aan de godsdienstige begrippen van andersdenkenden. Dit gerucht is nu gebleken waarheid te zijn. Als 't niet Roermond gold, zou men aan een fabel gaan gelooven. (N. R. Ct.) Vrijdag avond is in eene vergadering van hen, welke zich vereenigd hadden met het denkbeeld te Arnhem eene remonstrantsche gemeente op te richten, een voorloopig comité, tot dat doel benoemd. Reeds een groot aantal stadgenooten hebben zich als leden doen inschrijven, terwijl ook voor aanzienlijke jaarlijksche bijdragen is geteekend. De heer H. V. Hogerzeil, pred. bij de N. H, gemeente te Arnhem, heeft het beroep naar Am sterdam aangenomen. hestvette. Mestvette! Wat is dat nu voor een woord? vraagt misschien menig Zeeuwsch eilandbewoner, want de Zeeuwsch Vlaming verstaat het wel. Het is de naam dien men geeft aan den mest, die reeds in den grond gebracht is. Ik wensch zaak en beteekende zaak even ter sprake te brengen, en wel in het belang onzer landbouwers, naar aanleiding van het door mij met be langstelling gelezen artikel uit Schouwen-Duive- land, voorkomende in n' 32 van dit blad. In dat artikel trekken mijne aandacht de woorden „Bij inventarisatie en pachtovergang begint het verlangen te rijpen naar eene waardeering van den mest in den grond." Ik wensch den S. D. landbouwers toe, dat ze nu maar niet halfweg stil blijven staan, maar in dezen het voetspoor ▼an de Vlaanderen en daaronder ook een deel van Zeeuwsch-Vlaanderen volgen. Om mij tot mijn gewest te bepalen, deel ik mede dat bij inventarisatie of overgang van pacht eene schatting plaats heeft. knapen gereed staan om de fabriek te bescher men. Terstond na het avondeten zal ik mij ver wijderen en mij op mijn post begeven. Gij en Marie zijt hier in dit huis veilig en goed be waakt." Hij had schielijk en zacht gesproken, zoodat de anderen, die aan den overkant in een levendig gesprek gewikkeld waren, het niet gemerkt hadden. Nu verschoof men de stoelen en stond op. Kayser bood Marie zijn arm aan en bracht haar in de andere kamer waar, onder de schitterend bran dende kroon, de nieuwe vleugel-piano stond. Hij verzocht haar met zekere plechtigheid de eerste te zijn die er op speelde. Marie voldeed terstond aan dit verzoek en toen onder haar geoefende hand de eerste tonen door het vertrek rnischten, had zelfs voor haar oor die prachtige klank iet3 zoo verrassends, dat zij de handen liet zinken en vol verrukking om zich heen keek. „Zijt gij er over voldaan Dat doet mij genoegen, dat doet mij veel genoegen," riep Kayser uit. (Worii ftrvolfd.) Bij inventarisatieTeneinde de waarde des boedels vast te stellen, wordt de te velde staande oogst geschat, na Sint Jansdag bij benadering, hoe korter bij den oogst hoe hooger waarde men houdt echter wel degelijk rekening met den verschillenden stand der vruchtenmen stelt b. v. die tarwe zal opbrengen zoo of zooveel schoven van het gemet; ze zal gedorscht opleveren zoo veel of zooveel mud per honderd schoven. Nu neemt men den gemiddelden marktprijs van een hectoliter tarwe en voegt daarbij den prijs van honderd bossen stroo en dit, vereenigd en verme nigvuldigd met het getal gemeten, geeft de waarde aan. Soms, wanneer men op de kleintjes past, voegt men daarbij nog de waarde van het kant- hooi. In een woord, het is dezelfde berekening die een kooper van te veld staande vruchten, in openbare veiling maakt. ^Vóor Sint Jansdag is het geval anders en wel tweeledig: a voor gewone polderlanderijen en b voor het dusgenoemde houtland. Om de waarde van een gemet veldgewassen te vinden, beschrijft men aldus: Vijf hectaren 20 aren en 60 centiaren bezaaid met tarwe, daarop gezaaid hectoliter ad f per heet. isf Tweemalen geploegd met twee paarden is Eenmaal geploegd met drie paarden is Driemalen geslecht (geëgd) is Daarop 'gebracht voeren mest is Samen 't Spreekt van zelf dat een geoefend schatter of' deskundige de prijzen van de werkzaamheden in 't hoofd heeft. Daarbij komen nu nog de dag gelden voor wieden en bedelven en behakken, enz. en dit is dan de waarde van „labeur en zaaigraan" of geschat „zeule en zaad;" in ieder geval houdt men dit voor de waarde van den wassenden oogst. In het houtland komt daar nog bij het „Zeeu wen" of door middel van greppels op akkers leggen en het houtgewas. Voor dit laatste bestaat een tarief, door de gewoonte geijkt. Tot grondslag voor de waarde- berekening van het hout neemt men b. v. voor elzen 1 ct. voor eenjarig schot en zoo vervolgens tot 7 jaren, alles per roede (300 1 gemet en dit 0,44,23,68 Heet.) 't Spreekt van zelf dat in beide gevallen ook rollen en mollen en dergelijke buitengewone werk zaamheden, begieten met gier, secreetmest, kalk- water, enz. in aanmerking komen. Bij overgang van pacht: handelt men eveneens als de veldvruchten overgenomen worden, doch dit niet het geval zijnde, berekent men alleen mestvette, naar den tijd der bemesting, b. die van een jaar oud het duurst, en het houtgewas. Bij velen komen ook de aarden buizen in aan merking. Nu heeft men nog de braaklanden en weiden, voor welker gemis van genot de nieuwe pachter de geschatte waarde moet opleggen. Deze wijze van schatting bij pachtovergang is in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen plaatselijk ge bruik in de polders Beoosten Eede en Hoogland van Sint Kruis, de Biezen en Bewesten Eede bezuiden Sint Pietersdijk, dus voor de lichte en middelbare soort van grondenvoor de zwaardere en kleigronden niet. In dit laatste geval is dit zeker tot nadeel ran hem die zijne pacht aan een ander moet afstaan. Is hij een „uitzager" (die tracht den grond uit te putten) dan benadeelt hij zichzelven om zijn opvolger te schaden; is hij een „goed en ge trouw" landman, dan benadeelt hij zichzelven alleen en dit laatste is in sommige gevallen, voor brave landbouwers, in deze streken meermalen het geval geweesthunne landerijen waren keurig bewerkt en bemest en een derde kwam en bood een hoogere pachtsom Ik ben een volslagen leek in het landbouwbe drijf, maar ieder landbouwer zal mij toestemmen dat «als het zoogenaamd „pachtersrecht," recht op vergoeding voor gemis van genot bestond, nie mand schade lijden zou. Door twee of drie deskundigen worde de staat der bemesting onderzocht en geschat en den af tredenden pachter dit vergoed. Vooral is dit noodig waar het huurcontract verbiedt stroo of mest, van eene hofstede voort komende, te verkoopen of op andere dan de ver huurde gronden te gebruiken, de verplichting van zoo of zoo veel gemeten te braken en om, rogge of iets van dien aard gezaaid hebbende, daarin voor zijn opvolger klaver te zaaien. Men ziet, er is nog eene andere theorie dan de gewone landbouwtheorie en ze verdient, gelooven we, gekend te worden. Aardenburg. G. P. Roos. De luitenant ter zee le kl. H. A. Sirks wordt met 1 Maart a. geplaatst in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord. De officier van adm. le kl. G. H. C. van Nuys, dienende aan boord van het wachtschip te Willemsoord, wordt met den laatsten dezer op nonactiviteit gesteld en met 1 Maart a. vervangen door den officier van adm. le kl. A. J. Looijen. De commissie van oppertoezicht en beheer der kweekschool voor zeevaart te Leiden bericht dat op 25 dezer in voornoemde inrichting eene keuring zal plaats hebben van knapen, die eene verbintenis in 's rijks zeedienst wenschen aan te gaan.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2