N». 33.
121' Jaargang.
1878.
Vrijdag
8 Februari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen,
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
,irTn
Hoofdagent voor België bn Frankrijk: de firma Havas, Laffite O. te Brussel en Parijs.
Iiddelburg, 7 Februari.
JONKER PAUL.
V. 3 t
rnns?>&<3X3Kmrm
Gisteren is door zijne majesteit den koning in
éen bijzonder gehoor ontvangen de heer A. Bar-
tholdi, ten einde aan hoogstdenzelve te overhan
digen zijne geloofsbrieven als buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister van de Fransehe
republiek. StaatsCt
Voor den dienst der krankzinnigenverpleging
in Nederlandsch-Indië is noodig, een arts, die zoo
spoedig mogelijk derwaarts zal behooren te ver
trekken.
Deskundigen, die genegen zijn zich als arts
voor de krankzinnigenverpleging aan 's lands
dienst in Nederlandsch-Indië te verbinden, kunnen
zich tot en met 24 Februari 1878, bij gezegeld
request, tot het departement van koloniën wenden,
onder overlegging der stukken, vermeld in de
staats-eourant van heden, die tevens de voordeelen
en voorwaarden, aan, de benoeming verbonden,
opgeeft.
De Staatscourant van heden bevat een staat
van militaire nalatenschappen, afkomstig van
onderofficieren en manschappen der landmacht in
N.-I., onder beheer der weeskamer te Batavia
gekomen, die zuiver bedragen f 250 of minder
en opgevraagd kunnen worden bij het ministerie
van koloniën in Nederland.
Op dien staat komen o. a. voorF. Bleijenberg,
kanonnier 2'-' kl. geboren te Clinge, overleden
9 Febr. 1875,* voor f 9.23* J. van Ginnekens,
soldaat, geb. te Breskens, overl. 28 Maart 1875,
voor f 2.64; J. C. van Hee, korporaal, geb. te
Groede, overl. 21 Mei 1874, voor 0.-10: Lui
kenaar, soldaat, geb. te Heinkenszand, overl.
27 Nov. 1874, voor 4 46; W. A. Wéssel.ink,
fourier, geb. te Colijnsplaat, overl. 8 April 1873,
voor f 40.12A. G. Naessens, soldaat, geb. te
Iseghem (België), overl. 23 Jan. 1875, voor f 7.69.
Op het oogenblik zijn er in de omgeving van
Goes 5 aan elkander grenzende gemeenten, die te
zamen 4000 inwoners tellen, waar zich geen ge
neeskundige bevindt. Deze zijnOudelande,
's Gravenpolder, Hoedekenskerke, Baarland en
Ellewoutsdijk. Voor de bewoners dier gemeenten
is dit ongetwijfeld een groot gemisde bekend
heid daarmede kan misschien dezen of geenen
jongen dokter aanmoedigen zich in éen dier ge
meenten te vestigen. Ct.)
FETJIXalLETOISr.
23.
iea vertelling van Hans Warring.
XIII.
„Neen, kleine wijsheid, ik vergis mij niet. Maar
ik laat mij niet licht afschrikken. Ik zeg tot
mij zei ven: hij is het waard dat gij u moeite
voor hem geeft, al duurde het ook tweemaal
zeven jaren, zooals Jacob om Baebel. Wat ben
ik trotsch op hem: - hij is geboren om aan het
hoofd eener familie te staan. Ik zou hem niet
anders wenschen den goeden jongenik wil hem
voor mij winnen, hem dwingen mij lief te hebben.
Wat zal dat voor een leven zijn, vereenigd met
zulk een man
„Zeg mij toch eens, Paula," vroeg Hanna die
door deze hartstochtelijke taal eenigszins van
haar stuk gebracht werd, „zeg mij toch eens hoe
het komt dat gij zoo geheel anders zijt dan andere
meisjes! Wat geeft u toch dat trotsche zelf
vertrouwen, dat mij „zoo vreemd is, dat ik te
vergeefs tracht te begrijpen? Ligt het onder
scheid hierin dat gij een rijke erfgename zijt, dat
gij weet dat gij den machtigste aller factoren
Men schrijft' uit Noord-Brabant het volgende
aan „de Tijd".
„Sedert eenige dagen loopt hier het ongelöofe-
lijk gerucht, dat de heeren Heemskerk en van
Lijnden candidaat zullen zijn bij de aanstaande
verkiezingen. Van katholieke zijde, heet
het, ijvert men voor hunne keuze te Zevenbergen
en te Goes.
„Is het woord ongeloófelijk hier te sterk?
„Te Zevenbergen en te Goes, candidaten de
ministers, die het meest hebben bijgedragen om
het optreden van dit kabinet en het aannemen
dezer kiestabel mogelijk te maken?
„Het schijnt toch waar te zijn.
„Zoo zullen wij dan de door dr. Küyper aan
geboden en uitgeworpen candidaten oprapen
„Zoo zullen de kathoiiéken Heemskerk beloo-
nen voor zijn groote ooncessiën aan de liberalen
bij het hooger onderwijs ën zijn „kleine conces-
siën" bij het lager .onderwijs aan hen
„Zoo zal de. heer van Lijnden onze stemmen
hebben tot dank voor het ontketenen der processie-
jacht en zijn billijkheid bij het bezetten der recht
banken?
„Op deze wijze wordt de scherts, voor eenigen
tijd in uw blad gebezigd, tot waarheidde heer
Wintgens treedt op als staatkundig leidsman,
episcopus ad extra, der Nëderlandsche katholieken.
De candidatuur der heeren van Lijnden en Heems
kerk, door katholieken gesteld en verdedigd, zou
toch wel weinig anders zijn dan een der fraaiste
voorbeelden der politique de palinodiedoor den
heer Fransen van de Putte zoo bloedig bij den
Haagschen afgevaardigde gegeeseld."
De Bredasche courant bevat een manifest van
het bestuur der liberale kiezersvereeniging „Een
dracht maakt macht", bestaande uit de heeren
Mr. A. H. de Bruijn, voorzitter, oud-lid der
provinciale staten, oud-kantonrechter te Ginneken,
J. C. Dekkers, fabrikant, F. J. M. Heylaerts,
geneesheer, lid van den gemeenteraad, Ed. Guljé,
fabrikant, wethouder, Mr. H. Maarschalk, advocaat,
Jhr. J. H. van Reigersberg Versluijs, industrieel,
J. F. A. van Asperen, notaris, Ed. Leurs, ont
vanger der registratie en domeinen, A. P. Scheltus,
secretaris, kapitein 6e regiment infanterie, allen
te Breda.
Dit manifest strekt tot aanbeveling, bij de
aanstaande verkiezing in het hoofdkiesdistrict
Zevenbergen, van den heer Armand Sasseh, te
Breda, leeraar in de staatswetenschappen, alge
meen secretaris der Landbouw-maatschappij in
liet arrondissement Breda en omstreken.
„De heer A. Sassen, - zoo wordt in het mani
fest gezegd, is, wij durven er de verzekering
van geven, een hoogst bekwaam en ijverig man;
tot uw dienst hebt, die de wereld en de menschen
drijft, het geld?"
„Neen kindlief, dat is het niet, ten minste dat
niet alleen. Ik acht het voorrecht van rijk te
zijn wel niet gering. Integendeel nog nooit
in mijn leven is mijn vermogen mij zooveel Waard
geweest, nog nooit heb ik zooveel 'pleizier in
mijn geld gehad als nu. Maar mijn zekerheid
komt uit iets anders voort: nit mijn vurige,
innige, zelfopofferende liefde. Wanneer men
blijmoedig zichzelven en alles wat ons toebehoort,
aan hem overgeeft dien men liefheeft, wanneer
men zegt: „Gij zijt mijn koning en gelijk een
koning zult gij beschikken over alles wat thans
het uwe is. Gij en de uwen zullen voortaan geen
zorgen meer kennen, maar ik voor mij begeer
verder niets, dan door u bemind te worden, en u
uit den grond van mijn hart te beminnen!
gelooft gij niet, Hanna dat iemand die zoo spreekt
met eenige zekerheid op wederliefde kan rekenen
Er lag iets in de woorden van Paula dat Hanna
noopte baar te bewonderen en toch kon zij de stem
niet tot zwijgen brengen, die haar toefluisterde
dat er een onvrouwelijke vrijmoedigheid op den
bodem van Paula's gevoelens lag. Ja, ware zij
reeds zeker geweest van wederliefde, dan had zij zoo
mogen spreken, maar de diepte en den hartstoch
telijken gloed van een gevoel te schilderen, waar
van zij wel wist dat het niet beantwoord werd,
te spreken van haar streven naar de liefde van
een man, in wiens olik zij, zooals zij zelve bekende,
vaak afkeuring gelezen had, die onbeschaamde
innig gehecht aan onze grondwettige instellingen
en die reeds menigmaal door woord en daad ge
toond heeft, dat hem de talenten gegeven zijn
om eras" op eervolle wijze in 's lands raadzaal te
vertegenwoordigen.
„Wij, en honderden met ons, hebben hem leeren
kennen als een wakker strijder voor de beginse
len van vrijheid, ontwikkeling en vooruitgang;
als een man, die, naast de gewichtige stoffelijke
belangen des volks, die van handel, nijverheid en
landbouw, enz., tevens de intellectueele belangen
der natie, vooral door degelijk onderwijs, zooveel
mogelijk wênseht te bevorderen.
„Op al deze gronden, achten wij in 't waar
achtig belang van Neêrlands volk, in 't waarach
tig belang tevens van de staatkundige richting,
aan wier bevordering onze Vereeniging sedert
vele jaren met allen ijver liare krachten wijdde
ons verplicht den heer A. Sassen, met warmte
aan te bevelen."
Men schrijft ons uit Rotterdam
Onze jongste ldezérsvereeniging (de kleurlooze
vereeniging Rotterdam) is het eerst aan het woord
geweest; zij heeft blijkbaar de andere vereeni-
gingen vóór willen zijn. Gisteren avond hield zij
met 14 leden (het bestuur inbegrepen) eene verga
dering tot het stellen van een candidaat voor de
tweede kamer.
Aanbevolen werden van verschillende zijden:
de heeren J. van Stolk, M. M. de Monchy en
mr. A. Loudon. Uit de discussie bleek, dat men
den heer de Monchy (president der kamer van
koophandel) niet vooraf geraadpleegd had, zoodat
men niet wist of bij zich beschikbaar stellen zou.
De heer van Stolk echter had zich bereid ver
klaard de candidatuur te aanvaarden. De voor
steller van den heer Loudon trok diens candida
tuur in, nog vóórdat daarover een woord gespro
ken was. Bij de stemming kreeg de: heer van
Stolk 13 stemmen en de heer de Monchy 1 stem.
Alzoo is de heer van Stolk, die kort geleden
zijn ontslag nam als lid van den gemeenteraad,
waar hij tot de onbeduidendste leden behoorde,
candidaat voor de tweede kamer Men moet de
kiezersvereeniging beklagen, die, voor het eerst
optredende bij eene verkiezing voor 's lands ver
tegenwoordiging, met eene candidatuur voor den
dag komt, die hoegenaamd geen kans van slagen
heeft, misschien zelfs geen kans om nog drie
stemmen op zich te vereenigen boven het getal 13,
in de kiezersvereeniging op baar uitgebracht.
Het nieuwe dagblad, dat hier binnen kort ver
schijnt, zal een blad zijn in het genre van het
Nieuws van den Dag. Het doel schijnt te zijn de
quaesties van den dag te populariseeren. Dat het
blad eene andere politieke richting zal zijn toege-
openhartigheid was haar onbegrijpelijk. En toch
miste de warme, edelmoedige natuur van Paula
hare uitwerking op Hanna uit. Zij volgde een
ingeving die sterker was dan haar nadenken, en
sloeg hare armen om Paula heen, die met stra
lende oogen en een donkeren blos op de wangen
voor haar stond.
„Ja, lieve Paula," zei zij met bewogen stem,
„ja ik ben er van overtuigd dat gij bemind zult
worden, gelijk gij het verdient. Welke man zou
blind kunnen zijn voor de groote waarde van uw
persoon En niemand die u goed kent, zal onge
voelig blijven voor de overtuiging dat de groot
ste schat, dien gij hem met uw hand aanbrengt,
niet in uwen rijkdom bestaat."
„Dat is het Hanna, dat is bet waarnaar ik ge
snakt heb, zoolang ik denken kan: bemind te
worden, terwille van mijzelven!" riep Paula uit,
terwijl zij hare liefkozingen hartstochtelijk be
antwoordde. „O! als gij eens wist hoe weinig
liefde ik heb leeren kennen! Men heeft mij door
weelde omringd; men heelt mij verwend en zich
aan mijn heerschzuchtigen Wil onderworpen. Men
heeft mij gevleid maar bemind beeft mij niemand,
sedert mijn zesde jaar, toen ik vader en moeder
verloren heb. Zelfs mijne tantes hebben het kind
van haar broeder nooit ter wille van haarzelve
liefde en goedheid bewezen. Alles was lage zelf
zucht en vuige berekening. Nooit hebben mijne
bloedverwanten aan mijn geluk gedacht, maar
altijd aan haar eigen voordeel. Zij zouden mij
zonder aarzelen voor mijn geheele leven ongelukkig
daan dan de overige liberale pers, (zooals o. a. het,
Haagsche Dagblad beweerd heeft), daarvan is hier
niets bekend. Zooveel is zeker dat de oprichters
tot de erkende liberalen behooren.
De Haagsche correspondent der Zutfensche
courant schrijft, in verband tot de plannen tot
oprichting eener hqogere burgerschool met 3jarigen
cursus voor meisjes te 'sGravenhage o. a. het
volgende
„Nu men eenmaal de zaak zoolang heeft laten
rusten, is het rationeel nog minstens drie weken
te wachten, om te zien wat mr. Kappeyne met
het meer uitgebreid lager onderwijs zal doen.
Wel is waar ben ik geenszins beducht, dat hij het
meer uitgebreid lager onderwijs zal schrappen,
maar de wijzigingen in de schoolwet kunnen toch
allicht van invloed zijn op de inrichting van een
school met driejarigen cursus. Was de raad be
reid een school met vijfjarigen cursus op te rich
ten, dan zou alle moeilijkheid terstond overwonnen
zijn; maar de Haagsche gemeenteraad zal denken
zich al zeer verdienstelijk te maken door met een
driejarigen te beginnen.
„Is dus in den Haag de toekomst van het onder
wijs voor meisjes nog vrij donker, voor het onder-
wijs voor jongens is in den laatsten tijd veel
meer gedaan. Zoo is hier het vorige jaar een
school van het departement der Maatschappij tot
nut van 't algemeen geopend, die met recht, èn
wat de inrichting der school èn wat het onderwijs
betreft, een modelschool mag worden genoemd.
Waren alle scholen voor m. u. 1. onderwijs zoo
ingericht, dan zou het geheel overbodig zijn op
dat punt in de schoolwet van i857 eenige veran
dering te brengenmaar het is, helaasbekend
genoegd dat dergelijke modelscholen tot de uit
zonderingen behooren. Ben ik goed ingelicht, dan
ligt het ook wel degelijk in het plan van mr. Kap
peyne de waarborgen voor dat onderwijs in de
wet te verhoogen. Verder verneem ik, dat inde
wet, die thans bij den raad van state is, het be
ginsel van leerplicht niet is opgenomen; dat de
minister ons allengs van de kweekelingen als
onderwijskracht wil verlossen, maar dat hij in het
schooltoezicht geen belangrijke wijzigingen zal
brengen; dat de vergelijkende examens zullen
worden behouden en dat het onderwijzend perso
neel in de scholen zal Worden uitgebreid, terwijl
het rijk bovendien een deel der kosten op zich
zou nemen. Over enkele weken zal onze nieuws
gierigheid geheel zijn bevredigd. want men ver
wacht dat met veertien dagen het ontwerp reeds
weder van den raad Van state terug zal zijn. De
kamer zal terstond.de handen vol werk hebben;
want ook de leenings- en belastingsvoorstellen
zullen in 't begin van Maart reeds inkomen. Curieus
gemaakt hebbenals zij er bij konden profi-
teeren."
„Neem u inacht, Paula," sprak Hanna, „dat gij
uwe familie niet verkeerd beoordeeltJegens
tante Sidonie is uw wantrouwen stellig misplaatst
daar ben ik van overtuigd.
„Tante Sidonieriep Paula met een minach
tenden trek om liaar mond. „Gij vergist u Hanna,
als gij denkt dat tante Siddy van mij houdt
ter wille van mijn pei'soon. Haar aanhankelijkheid
geldt alleen mijn prettig huis en het onbezorgde
leven dat zij daarin leidt.".
„Toch niet alleen, zeker niet alleen! Verlang
toch niet het onmogelijke, Paula! Freule de
Contagne houdt stellig heel veel van u, maar dat
legt haar niet de verplichting op om blind te zijn
voor de voorrechten welke het verblijf in uw huis
haar oplevert. Gij moet er altijd op bedacht
zijn, lieve Pauladat alle liefde, die u bewezen
wordt, eenigszins den invloed ondergaat van uw
grooten rijkdom. Een ieder die in de wereld
verkeert en gij ook Paula weet welk een
groote kracht er in het geld ligt. Dat moet zelfs
de edelste mensch in onze dagen inzien."
Paula had eerst met een ongeduldig lachje
om den mond, naar Hanna geluisterd; maar van
lieverlede veranderde de uitdrukking op haar
gelaat. Het ongeduldig lachje werd vriendelijk,
bijna teeder, en toen hare gastvrouw zweeg, boog
zij zicli voorover om haar op den wang te kussen.
„Gij zijt het edelmoedigste, liefste schepsel dat
ik keu," zei zij. „Denkt gij dat ik het niet merk