Telegraphische berichten. Benoemingen en besluiten. Ond erwijs Kerknieuws, Land bouw. Kunstnieuws. Marine en leger. Rechtzaken, Het feit dat tot deze yeroordeeling aanleiding Verkoopingen en aanbestedingen, Thermometerstand. Provinciale staten van Zeeland, hooger onderwijs. Benoemd tot hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan de rijks universiteit te Utrecht, mr. J. baron d'Aulnis de Bourouill, tot het geven van onderwijs in1° de staatshuishoudkunde2° de statistiek3° de staatkundige geschiedenis. belastingen. Bij kon. besluit is jhr. N. J. Martini van Geffen, thans controleur der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen te Valken burg, benoemd tot ontvanger der directe belas tingen, invoerrechten en accijnsen en van den waarborg op de gouden en zilveren werken te Alkmaar, en is P. J. A. Clavareau, thans contro leur der directe belastingeninvoerrechten en accijnsen te Maastricht, benoemd tot controleur derzelfde middelen te Valkenburg. leger. Bij kon. besluit is de 2e luitenant H. Veen, van het 3' reg. infanterie, uit den militairen dienst ontslagen, en is aan hem tot aanvankelijk levensonderhoud, voor den tijd van vier en een half jaar, een tijdelijke onderstand toegekend ten ^bedrage van f 150 'sjaars. Het hoofdbestuur der vereeniging „Volksonder wijs" heeft aan Z. M. den koning een adres iuge- zonden, waarin het vaste vertrouwen op eene spoedige ingrijpende herziening der wet van 13 Aug. 1857 wordt uitgesproken en voorts betoogd wordt „dat echter met de beste wettelijke maatregelen ter verbetering van het onderwijs nog niet alles zal zijn gedaan om allen kinderen van hetNeder- landsche volk de voor allen noodige kennis en ontwikkeling deelachtig te doen worden, maar dat dit doel niet te bereiken is zonder wettelijken leerplicht, die de kinderen beschermt tegen den onwil of de onverschilligheid der ouders; „dat de adressanten wel is waar de dadelijke invoering van den leerplicht noch wenschen, noch mogelijk achten, maar erkennen, dat daar voor een termijn van ettelijke jaren dient te worden gesteld, gedurende welke het noodige kan worden gedaan om de uitvoerbaarheid te verze keren „dat daarom de nieuwe wet op het lager on derwijs in elk geval van dien aard wezen moet om te kunnen strekken tot voorbereiding van het tijdstip, waarop de invoering van den leerplicht mogelijk zal zijnen „dat het dus zeer zeker in het hooge belang der zaak wezen zou, indien in die wet werd opgenomen het beginsel van den leerplicht, met bijvoeging van een termijn voor zijn feitelijke invoering, opdat men ook in dat opzicht gerust de toekomst konde tegengaan." De gemeenteraad van Haarlem heeft beslo ten vooralsnog niet over te gaan tot de benoe ming van een leeraar in de wiskunde aan de lioogere burgerschool voor meisjes en het gym nasium. De aanbevelingslijst van burgemeester en wet houders bestond uit de heeren dr. L. Voorzanger, te Dordrecht, en D. J. Janssen, te Goes. De eerste was inmiddels benoemd te Roermond. Door den directeur der rijks-normaalschool te Veendam, is aan den minister van binnenland- sche zaken, met gunstig advies van den inspec teur van het lager onderwijs, een plan ingediend tot reorganisatie van die inrichting, teneinde een volledigen 4jarigen cursus te verkrijgen, waarbij ook teeken- en gymnastiekonderwijs gevoegd is. Door de commissie van toezicht op het middel baar onderwijs aldaar is aan den gemeenteraad een ontwerp ingeleverd tot stichting eener hoogere burgerschool met 4jarigen cursus voor meisjes. De algemeene synode der Nederduitsche hervormde kerk heeft in hare buitengewone ver gadering, deze maand gehouden, besloten een adres aan de regeering te zenden, waarbij zij „niet twijfelende of, binnen een kort tijdsverloop, zal bij de eerstvolgende gelègenheid tot een openlijken opstand te komen. Het leven en de eigendommen van alle Duitschers werden bedreigd en hunne positie werd met eiken dag hachelijker; bij dezen staat van zaken moest de dapperste wel inzien dat de kracht van den enkelen geen voldoende bescher ming opleverde. Dientengevolge hadden de gezamenlijke Duitsche eigenaren van het Elnislebener district een adres onderteekend en aan de overheid gezonden, waarin dringend verzocht werd een detachement militairen te zenden. Het antwoord was toestemmend geweest en binnen kort konden dus de beloofde troepen ver wacht worden. Maar hoeveel baldadigheden kon den er in dien tusschentijd gepleegd worden! Dit alles hadden de beide heeren Max en Kayser samen besproken toen zij in het kan toor op en neder stapten. Het gesprek was ernstig geweest, maar was bij uitzondering niet weder ontaard in die schersend uitgesproken, doch ernstig gemeende verwijten, waarmede Kayser in vroege- ren tijd dergelijke gesprekken pleegde te besluiten. In tegendeel zijn gelaat was opgeruimd gebleven en toen hij zijne handschoenen aantrok en zich gereed maakte om heen te gaan, speelde er zelfs een glimlach om zijne lippen. (Wordt vtrvolgd.) 't zij eene nieuwe wet op het lager onderwij s, 't zij een voorstel tot wijziging der wet van 13 Augustus 1857, bij de volksvertegenwoordiging worden ingediendverzoekt dat öf in de nieuwe wet, óf in de gewijzigde artikelen der bestaande wet op het lager onderwijs eene bepaling worde opgenomen „dat de bevoegde macht in de gemeente ver plicht is op verzoek van de kerkelijke bssturen, die in haren kring met de zorg voor het gods dienstonderwijs belast zijn, geschikte uren aan te wijzen, waarin geen schoolonderwijs zal worden gegeven, maar waarin de schoolgaande kinderen in de gelegenheid zullen zijn, 't zij in, 't zij buiten de schoollokalen, godsdienstonderwijs te ontvan gen." Ter rectificatie van het bericht omtrent het ontslag der heeren Hugenholtzmeldt de Standaard dat het gebruikelijke formulier, welks wijziging bij de wet aan den kerkeraad is overgelaten, niet spreekt van „eervol", maar van „vereerende wijze" dat eerst het voorstel kwam om de gebruikelijke woorden„op vereerende wijze", weg te laten, omdat men meende, dat de heeren H. niet fair gehandeld hadden, met gedurende de drie maanden, die hen nog van het te verleenen ontslag scheidden, den kansel mede te gebruiken om in de kerk te ageeren en alzoo eene eigen gemeente te vormen. De proefneming van het bestuur der afdeeling Walcheren van de Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland, om door het houden van voordrachten op Donderdag na middag (Middelburg's marktdag) meer landbouwers tot de bijwoning dier lezingen uit te lokken, is in zoover geslaagd, dat we gisteren middag vele ons tot dusver ter plaatse dier bijeenkomsten vreemde gezichten zagen. Aan den anderen kant echter had de proef de schaduwzijde, dat de plattelands-onderwijzers, op wier tegenwoordigheid met recht steeds veel prijs wordt gesteld, dooi dag en uur verhinderd waren tegenwoordig te zijn. 't Woord was voor de tweede maal gegund aan den heer C. N. de Beste, hoofdonderwijzer te Ritthem, die zijne op de meest duidelijke wijze voorgedragen en van veel studie getuigende rede aanving met eene herinnering aan het bij zijne eerste lezing vooropgestelde, dat de opbrengst van het bouwland de algemeene maatstaf is van den landbouwvooruitgang, natuurlijk in verband met de grondsgesteldheid. Hij trachtte voorts duidelijk te maken hoe velerlei eigenschappen van den bodem zijne natuurlijke gesteldheid bepalen, hoe de grond aan de gewassen strekt tot woning en haar velerlei stoffen tot voeding verschaft^ Na aanstipping van de theorieën van Thair en Lie- big, met de tegen deze laatste door Wolft'gemaakte bedenking, beschouwde spr. eerst den grond als w o- ning der planten. Inde verschillende grondsoorten bestaat een groot verschil in samenhanglosse grond heeft alle voordeelen, vooral daar lucht en water grooten invloed hebben op de voeding der planten door hare wortels. Tot vermeerdering van die losheid dient de grondverbetering, vooral het droog leggen, en de grond bewerking, inzonderheid het ploegen maar ook de natuur helpt, 's zomers door de droogte, nog meer 's winters door de vorst. Beide verschijnselen werden door spr. nader ver klaard, evenals de opzuigende en de terughou dende kracht van den grond. Draineering der landen noemde hij 't radicaalste middel om zo voldoende doorlatend te maken. Werkt het water in den bodem op onderschei dene wijze nadeelig op den plantengroei, eene genoegzame hoeveelheid water in den grond is evenwel onmisbaar voor het plantenleven, daal de voedende bestanddeelen van den grond, als potasch, kalk, phosphorzuur enz. in vloeibaren vorm aan de teêre haarworteltjes moeten toege diend worden. Verder ging spr. na uit welke vermenging iedere bouwgrond bestaat. De voornaamste aardsoorten in onzen bodem zijn: klei, zand, humus en kalk, welke achtereenvolgens besproken werden. Na alzoo de verschillende grondsgesteldheid in haren algemeenen invloed op het plantenleven behandeld te hebben,ging de heer de Beste over tot de bespreking van de onderscheidene luchtgesteldheid in haar algemeene beteekenis voor den planten groei. Hij behandelde daarbij de bestanddeelen van de dampkringslucht; stikstof, zuurstof, kool zuur, ammoniak enz.het ontstaan van dauw en regen; den invloed van warmte en koude, den wind, het licht en dergelijke en eindelijk het nut van den thermometer en den barometer. Na de pauze gaf de heer de Beste verschillende practische wenken omtrent de teelt van eenige der belangrijkste cultuurgewassen, namelijk de tarwe, de haver, klaver en wikken, erwten, paar- denboonen; voorts over de onderscheiding van kalkplanten, potaschplanten enz.; over de aard appels en de plaag der aardappelziekte; overeen hier nog weinig bekend voedergewas, nl. de pas tenaak, en over het koolzaad* met de kevertjes en rupsen die dit soms erg beschadigen. Het laatste onderwerp der lezing was de klaver- teelt en een onkruid van de ergste soort, nl. het warkruid, waardoor klaver, vlas, hennep enz worden aangetast. Hierbij vond spr. aanleiding tot aanbeveling van het proefstation te Wage- ningen, tot het doen onderzoeken ook van de zuiverheid der landbouwzaden. Ten slotte her innerde hij aan het hooge belang van een goeden klaverbouw als plaatsvervanger van de aloude braak, welke in een zoo vruchtbaar land als hier niet meer op hare plaats is. Hij eindigde met den wensch, dat de zusterhand tusschen theorie en practijk steeds nauwer worde gemaakt, tot welvaart van den landbouwersstand en van de gansche maatschappij. De heer mr. W. Ph. Vis was de tolk der aan wezigen toen hij den heer de Beste dank zeide voor zijne gegeven nuttige wenken. De vroege roode radijsjes verdienen bijzon der aanbevolen te worden onder de beste winter- voortbrengselen van den moestuin, wanneer men eenige glasramen bezit en over een houten bak beschikken kan om een broeibed aan te leggen. Het is voldoende eene laag stroo en droge bladeren te vergaderen, ze op een vierkanten hoop te zetten, gelijk voor een broeibed, na ze met een derde deel goeden paardemest gemengd te hebben. Men plaatst den bak en legt er eene laag 0,12 meter tot 0,15 meter goede tuinaarde in. Men zaait er, op rijen van 0,08 meter tot 0,10 meter van elkander, zaad van een der beide goede radijsjes, de vroege ronde roode of de roode half lange met witten top, welke bij al hunne goede eigenschappen nog bovendien de verdienste hebben vaneen waar sieraad voor de tafel te zijn. [Lb. et.) De heer J. Voorhoeve HCz".een der meest bekende anti-revolutionairen te Rotterdam doet in de Standaard bij advertentie eene „Waarschu wing" opnemen tegen een werk, getiteld „Het leven van Jezus", van den predikant J. H. Gun ning jnr. te 's Gravenhage, wiens rechtzinnigheid, naar velen tot dusverre meenden, van niet ver dacht gehalte was. De heer Voorhoeve maakt eerstens bezwaar tegen den titel van het boek, omdat het woord Heer voor den naam Jezus is weggelatenvoorts tegen verschillende plaatsen, waarin zaken,inden bijbel vervuldals onnauwkeurig, verdicht of legende-achtig worden voorgesteld. „Indien, zoo besluit de heer V. zijne advertentie-critiek, op zulk eene wijze met den bijbel mag worden omgesprongen, dan vervalt ten eenemale zijne hooge gezaghebbende waarde." Eergisteren is te 's Gravenhage in ruim 61-jarigen ouderdom overleden, de heer C. van der Does. De ontslapene behoorde tot de dege- lijkst gevormde pianisten, die ook in vroeger jaren, als onderwijzer aan de Koninklijke mu ziekschool, hoog werd gewaardeerd. In verschillende betrekkingen op muzikaal gebied wist hij zich te onderscheiden, o. a. als belast met de hoofdleiding in de keus en vorming van 's konings pensionaires voor de muziek. Ook als president van de maatschappij de Toekomst bewees hij aan die artistieke en liefdadige instel ling de onschatbaarste diensten. De afgestorvene muntte niet alleen uit als on derwijzer op de piano, maar enkele zeer talent volle compositiën heeft men aan hem te danken. Als theoreticus verwierf hij zich een niet minder eervollen naam dan als practicus. Te Utrecht loopt het gerucht, dat het voornemen bestaat de detachementen veldartillerie, die om streeks 25 jaren aldaar garnizoen hebben gehouden en waarvoor de nieuwe kazerne en stallen op Damlust kortelings zijn opgericht, te verplaatsen en hen te vervangen door een regiment cavalerie, dat met het bataljon mineurs en sappeurs, infan terie en vestingartillerie, in het vervolg de bezet ting van Utrecht zou uitmaken. De 1® luitenant A. W. Pitlo, van het 1® bataljon 3® regiment infanterie, in garnizoen te Vlissingen, wordt met den 1" Mei a. werkzaam gesteld aan de normaal-schietschool te 's Graven hage, en in verband daarmede op dien datum overgeplaatst bij den staf van het wapen. Genoemde officier zal te voren op den len April e. k. bij gemelde inrichting- voor eene maand worden gede tacheerd. Op verzoek van den minister van oorlog heeft de minister van binnenlandsche zaken de commissarissen des konings in de provinciën uit- genoodigd, de aandacht van de gemeentebesturen en de gedeput. staten te vestigen op de wen- schelijkheid om, ter voorkoming van moeilijkheden die anders wellicht ontstaan, officieren van het leger niet tot een burgerlijke betrekking te be noemen, noch hun eenige opdracht te doen, dan nadat daarover te voren het gevoelen van eerst- genoemden minister zij gevraagd. De arrondissements-rechtbank alhier heeft lieden P. S., secretaris-ontvanger van het waterschap Ellewoutsdijk en Borsselen, schuldig verklaard aan mondelinge bedreiging met manslag on der voor waarde, en hem te dier zake veroordeeld tot drie maanden cellulaire gevangenisstraf, geldboete en kosten. gaf, was in hoofdzaak het volgende. Den 26eo October jl. bevond bekl. zich met eenige andere personen in de directiekeet te Ellewoutsdijker ontstonl eene woordenwisseling over het al of niet toelaten van een paar andere daar buiten staande personen. De waterbouwkundige opzich ter A. B. dreigde de keet te zullen sluiten indien er twist ontstond. Toen nam de bekl. die ook jager is, zijn geweer, dat ongeladen in een kast der keet stondvoorzag dit van een patroon, hield het in de richting van genoemden heer A. B., zeggende: „die is voor jou als ge de keet durft sluiten!" Door tusschenkomst van derden heeft de bekl. evenwel vervolgens zijn geweer weder ontladen en dit andermaal in de kast gezet, waarna hij vertrokken is. Weder is een 19jarig meisje uit Vlissingen, J. N. genaamd, ter zake van twee feiten van oplichting, door de rechtbank alhier schuldig ver klaard en onder aanneming van verzachtende omstandigheden veroordeeld tot eene maand cel lulaire gevangenisstraf en in de kosten. Het afbreken der oude passluis te Sluis wordt geregeld voortgezet. De frontsteen, voor zien van het jaartal 1756, is in de oudheidskamer aldaar geplaatst. Binnen kort zal publieke vei ling worden gehouden van arduinen deksteenen en verscheidene duizenden Geldersche steenen, af komstig van bovengenoemde sluis. In de vorige week werden te Oostburg uit eene klamp staande op een besloten erf, blokken ontvreemd, en uit een pakhuis twee hectoliters tarwe. Aan de ijverige bemoeiingen van den gemeen te-veldwachter en van de brigade inaréchaussée, is het te dankendatmendenvermoedelijken dader dier diefstallen heeft ontdekt. Bij denzelfden persoon zijn het grootste deel der tarwe en een gedeelte der blokken gevonden. Hij is gearresteerd en Woensdag naar Middelburg overgebracht. Twee ingezetenen van Amsterdam hebben, tot aanvulling van hun te lagen ambtshalven aanslag in de gemeentelijke inkomsten-belasting, bij den burgemeester gestort de sommen van f 796.80 en 344.20. In de omstreken van Nijmegen is een drijf jacht gehouden, waarbij een der jagers, de heer van E., met beide loopen, twee reeën schoot, die op de plaats dood bleven. In den Zoölogisehen tuin te Antwerpen heeft eene der python-slangen na 34 dagen broedens, 14 jongen uitgebroed, die sedert hunne geboorte reeds een aantal musschen verslonden hebben. Ook heeft men den 17ea dezer in de buitengewoon groote slangen-verzameling van dezen tuin nog twee kleine boa-constrictors ontdekt, welke sedert kort geboren moeten zijn. buitenland. Londen. Een telegram uit Gallipoli aan Daily Telegraph meldt, dat 10,000 Russen op Rodisto en Keshan aanrukken. Den 31 Januari 1878 had te St. Kruis de opening plaats van de den vorigen dag ingeleverde in schrijvingsbiljetten voor het afnemen van den St. Pietersdijk en het daarop leggen en een halfjaar onderhouden van een keiweg, ter lengte van 2800 M., die gemeente met Aardenburg verbindende. De begrooting bedroeg f 30.000. Er werd ingeschreven door de aannemers I. van Male van Breskens, voor f 32.674; A. Luteijn van Nieuwvliet, voor f 29.996HColij n Pz. te Groede, voor f 29.980J. van Baal te Oostburg, voor f 29.888; J. van de Bertou te Biervliet, voor f 29.600B. de Vlieger te Aar denburg, voor f 27.769P. Monjé te Breskens, voor f 27.676L. F. Willems te Selzaete, voor 26.990C. Vermeersch te Waerschoot, voor f 26.985en C. van der Hooft te Ter Neuzen, voor f 25.988; zijnde alzoo laatstgenoemde de minste inschrijver, aan wien het werk, behoudens de goedkeuring van gedeputeerde staten, is gegund. 31 Jan. 's av. 11 u. 35 gr. 1 Feb. 's morg. 8 u. 33 gr. 's midd. 1 i. 41 gï. 's av. 6 u. 39 gr. In de gisteren avond geopende buitengewone vergadering waren 36 leden tegenwoordig. Afwezig waren de heeren Sprenger, Hammacher, Cau, Risseeuw, Onghena en Dronkers. De heer mr. F. J. F. M. Walter, gekozen in het hoofdkiesdistrict Hulst, is na onderzoek zijner geloofsbrieven als lid toegelaten en beeëdigd. De voorzitter bracht bij zijn gelukwensch aan het nieuwe lid' hulde aan de nagedachtenis van wijlen den heer Dierick. Aan den heer mr. A. R. Arntzenius is, na eene zeer vleiende toespraak van den voorzitter, bij

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2