N°. 25.
121e Jaargang.
1878.
30 Januari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50,
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent,
Advertentieni 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz,: van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters Worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite G°; te Brussel en Parijs.
Middelburg, 29 Januari.
FBUILLE T 03ST.
JONKER PAUL.
i
Wat wij tot dusverre vernamen van het gevoe
len onzer stadgenooten over het door burgemees
ter en wethouders voorgestelde plan tot aanleg
van den Dam, bijzonder tot verplaatsing van de
muziektent van het Molenwater derwaarts, luidt
niet zeer gunstig.
Ook wij kunnen er niet veel heil in zien. Eene
gelegenheid om openbare muZiek-uitvoeringen te
geven, is naar het ons voorkomt, heter gelegen
in eene rustige omgeving, met ruime wandelwegen
in den omtrek, dan op een betrekkelijk altijd nog
klein plein, te midden van het geraas eener
inrichting tot het repareeren van schepen.
Bovendien zal de plaatsing der muziektent op
den Dam dit -overigens fraaie plein waarschijnlijk
tot eene der wanstaltigste openbare plaatsen
maken, welke in gansch Nederland te vinden
zijn. De muziektempel op zich zelf is een net
houten gebouwtje, dat tusschen de groene boomen
van het Molenwater een niet slechter, maar ook
niet schitterender figuur maakt, dan zulke tem
peltjes gewoonlijk doen. Maar het is geen monu
ment om midden op een plein, en tegenover een
open achtergrond, als 'tware te pronk te zet
ten. Met de leelijke, gebogen lijnen van de
„vogelkooi", alias koopmansbeurs, die men reeds
op den Dam vindt, zullen de spitsen en hoeken
van den muziektempel eene tegenstelling vormen,
welke in smakeloosheid moeilijk te overtreffen
zal wezen. Eindelijk is de ligging van het
Damplein niet volkomen regelmatig ten opzichte
der verschillende straten en kaden welke er heen
leiden, zoodat de z. g. n. in het midden geplaatste
muziektempel altijd in de eene of andere richting
„uit het lood" zal schijnen te vallen.
Een voordeel slechts hoorden wij vóór de ver
plaatsing aanvoeren; ze zal namelijk strekken
in het voordeel der zedelijkheid. Er moeten hij
de muziek-uitvoeringen op het Molenwater ver
schrikkelijke dingen gebeuren, die de politie niet
bij machte schijnt te beletten. Gaat ons muziek
korps op den Dam spelen, dan, meent men, zullen
de bedrijvers dier misdaden, zeker uit ontzag
voor de deftige huizen die op hen nederzien, zich
binnen de perken der ingetogenheid gaan houden.
Dit argument wil er bij ons niet goed in.
Wij hebben op 't Molenwater nooit veel andere
reden tot ergernis opgemerkt dan eenige grootere
en kleinere, mannelijke en vrouwelijke bengels,
die met groot geschreeuw en getier elkander
naloopen, naschreeuwen, stof en rumoer miiken
en het genoegen, dat anderen van de muziek
15.
Eea vertelling van Hans Warring.
IX.
„En dat zal zich niet lang laten wachten -
dat voorspel ik u," riep Kramer uit.
„Wij willen het hopen onmogelijk is het niet."
Ik heb zoo veel pogingen gedaan, om mijne
goederen van de hand te zetten, dat ik bijna niet
kan denken dat zij allen zullen mislukken. Ik
heb mij tot oude, getrouwe kameraden van mijn
vader gewend, die mij in de hooge betrekkingen,
welke zij thans bekleeden, van zeer veel nut
kunnen zijn. Maar of zij het zullen willen zijn,
dat is nog altijd zeer de vraag."
„Nu en al deden zij het niet dan was het ook
nog zoo erg niet. Ik weet nog wel een middel
dat zeker helpen zal."
„En dat is, Kramer
„E«n rijke vrouw, kapitein."
„Heb gij er al een voor mij uitgezocht?"
„Dat moet gij maar zelf doen, mijnheerAls
gij het ernstig meent, kunt gij niet missen."
konden hebben, bederven. Dit is zeker zeer on
aangenaam. Maar wij kunnen ons niet voorstellen
dat hetzelfde niet op den Dam zou plaats hebben,
als de politie zich daar even machteloos toonde
als op het Molenwater.
Men zal, gelooven wij, wél doen met den Dam
te laten wat hij iseen ruim plein, grootendeels
door toevallige omstandigheden midden in de
stad, aan 't einde van een droog dok ontstaan.
Schoone proportiën of eene indrukwekkende ligging
heeft het dientengevolge niet gekregen. Voor
monumentale versiering'of als wandelplaats kan
het daarom moeilijk in aanmerking komen. Men
bestrate het dus, of hegrinte het gedeeltelijk
indien bestrating te kostbaar is; plante er
wat boomen op en late voorts den muziektempel
waar hij thuis hoortop het rustige, tot wandelen
uitlokkende Molenwater.
In de gisteren avond alhier gehouden vergade
ring van het district Middelburg en omstreken
der vereeniging „Eigen Hulp" is besloten, geen
afgevaardigde te zenden ter buitengewone alge-
meene vergadering dier vereeniging, welke in de
volgende maand te 's Hage zal gehouden worden
ter bespreking van de oprichting eener algemeene
voorschot- en spaarkas.
Men meldt ons dat op het strand te Oostkapelle
is aangespoeld een reddingboei, gemerkt Willem
ran Houten.
Te Botterdam is eene afdeeling van de te
Amsterdam opgelichte vereeniging „het Algemeen
Stemrecht" tot stand gekomen. Ruim 80 leden
zijn toegetreden, door wie op eene vergadering
eene motie is aangenomen, behelzende dat „alles
moet worden aangewend om langs ordelijken en
wettigen weg het algemeen stemrecht te ver
krijgen."
Men schrijft ons uit Rotterdam
De gemeenteraad heeft heden het eerste artikel
der overeenkomst met den heer de la Hault over
den aanleg van tramway's met eene meerderheid
van éene stem verworpen. Dit besluit van den
raad werd weinig verwacht en zal geen geringe
sensatie maken.
Toen de zaak der tramway's hier in behande
ling kwam, werd door den raad aan burgemeester
en wethouders overgelaten, te onderbandelen met
den concessie-aanvrager, die hun het meest ge
schikt zou voorkomen. B. en W. sloten daarop
eene voorloopige overeenkomst met den heer de
la Hault, omdat deze hun voorkwam uit tech
nisch en uit financieel oogpunt de meeste waar
borgen aan te bieden. Bij het onderzoek der
ontwerp-overeenkomst in de afdeelingen van den
„Wie weet? Niet iedereen ziet in uw patroon
zulk een vlekkeloozen held als gij."
„Een heer, zooals gij, kapitein, kan gerust overal
aankloppen. Als ik in uw plaats was, zou de
beste nog nauwelijks goed genoeg voor mij zijn."
„Gij zijt een brutale vent, Kramer."
„Ik zou maken dat zij mij allemaal naliepen,
en mij smeekten haar om Godswil toch te ne
men."
„Allemaal, Kramer Gij Don Juan, die gij zijt!
„Dan zou ik de rijkste uitzoeken, die mij het
goud bij hoopen aanbracht, en dan
„Schaam u, gij inhalig, geldzuchtig wezen! En
maak nu dat gij weg komt, sluit de poort en
schuif er de ijzeren hout voor! Ik moet naar
huisMarie heeft al tweemaal om mij gezon
den."
„Ik ga al. ifaar over die zaak van het huwelijk
moest de kapitein toch nog eens goed nadenken.
Hoe veel heeren die niet half zooveel beteekenen
als gij, hebben rijke huwelijken gesloten en zijn
met éen sprong alle zorgen en beslommeringen te
boven gekomen."
„Weet gij wel Kramer, dat gij mij daar tot een
Zeer lage daad wilt overhalen vroeg Max ern
stiger dan hij tot nu toe gesproken had.
„Volstrekt niet, kapitein. Integendeel het is
een zeer menschlievende daad. De wereld is vol
van mooie, rijke meisjes, die allemaal
„Die allemaal stil zitten te wachten op dit
raadverklaarde daarop de meerderheid zich
onbevredigd, en bij de behandeling in de openbare
zitting werd besloten B. en W. uit te noodigen
nader met den heer de la Hault te onderhandelen.
Dit geschiedde, en het gevolg was, dat de heer
de la Hault aan alle bedenkingen en wenschen, in
het afdeelingsverslag opgenomen, tegemoet kwam.
De nieuwe overeenkomst, door B. en W. met hem
gesloten, voldeed aan al wat de meerderheid van
den raad van hem verlangde. Aan de goedkeu
ring door den raad was, meende men, nu geen
twijfel meer. En evenwel, nadat alle amendemen
ten, de richting der wegen betreffende, op éen na
waren verworpen, werd art. 1 afgestemd. Dat wil
zeggen: de raad verklaarde de concessie aan de
la Hault niet te willen verleenen.
Deze houding tegenover den concessie-aanvrager,
die alles toegaf wat men verlangde, die aan de
gemeentekas groote voordeelen aanbood, en die
zich reeds groote kosten getroost heeft (hij en
zijn ingenieur hebben langdurige onderhandelingen
gevoerd, opmetingen gedaan, plannen gemaakt,
enz.) deze houding mag zonderling heeten.
Ook tegenover B. en W., wieD men de keus van
den concessionaris had overgelaten, is de houding
van den raad moeilijk te verdedigen.
En wat is nu eigenlijk le fin mot de Vhistoire
Nadat de eerste ontwerp-overeenkomst met de
la Hault in den raad was gebracht, kwam eene
concessie-aanvrage in van eenige ingezetenen, en
van dat oogenblik af vormde zich onder de bur
gerij eene partij, die de concessie-de la Hault met
hand en tand bestreed, met geen ander argument
dan dit, dat de concessie niet mocht worden ver
leend aan een vreemdeling, maar moest
gegeven worden aan stadgenooten. Of die
stadgenooten kennis van de zaak hadden en
dezelfde voordeelen aanboden als de vreemdeling,
dit werd niet gevraagd. De la Hault heeft in
verscheiden groote steden van het buitenland
tram's aangelegd en in exploitatie gebracht; hij
wil hier aan alle eischen, die men hem stelt, vol
doen; hij stort dadelijk waarborgkapitaal; hij
bewijst het geld voor aanleg en exploitatie be
schikbaar te hebben; hij heeft ook het materieel
voorhanden, om dadelijk de exploitatie aan te
vangen, als de rails zijn gelegd. Alles mooi en
goed; maar de la Hault is geen stadgenoot. Weg
met den vreemdeling!
De partij, die aldus dacht, heeft ten slotte de
meerderheid van den gemeenteraad medegesleept,
ofschoon deze èn tegenover de la Hault èn tegen
over B. en W. zedelijk gebonden was.
Welke voorstelling de buitenlander, die zich
aldus afgewezen ziet, zich wel vormen zal van de
Nederland sche goede trouw
De liberale kiezersvereeniging Burgerplicht te
Rotterdam hield gisteren eene vergadering ter
pronkstuk van de schepping, dat gij uw patroon
noemt, niet waar?"
„Die allemaal gaarne een hoogen prijs zouden
betalen voor zulk een goeden, knappen man als
gij zijt-"
„Prijs betalen! Gij gewetenlooze zielverkoo-
perZie mij aan, kerelhoe hoog schat gij mij
dan?"
„In burgerkleederen en met de fabriek op den
koop toe, is de kapitein minstens honderdduizend
gulden waard. Ik deed het in uw plaats niet
minder."
„Gij lijdt, naar ik zie, niet aan al te groote
bescheidenheid."
„En voor het recht om de uniform der roem
rijke Duitsche armee te dragen," vervolgde Kra
mer met een knipoogje, „voor dat recht zou er
nog een mooi landgoed hij moeten komen. Anders
deed ik het niet in geen geval."
„Nu heb ik genoeg van die gekheid, onbe
schaamde kerel. Ga nu heenIk wil het kan
toor sluiten."
Toen Max even daarna langs den langen rooden
muur van het fabrieksplein liep, waarvan nog de
warmte van den zonnegloed opstraalde, moest hij
weder aan het zoo even gevoerde gesprek denken,
,,'t Is waar," zei hij bij zich zeiven, „al mijne
vrienden zien mijn laatste hoop in een rijk huwelijk.
Zou mij dan wezenlijk niet anders overblijven?
Ik heb het altijd voor een onvervreemdbaar recht
behandeling van een voorstel, strekkende om aan
haar bestuur de bevoégdheid toe te kennen can-
didaten voor bet lidmaatschap der vereeniging af
te wijzen, indien het van oordeel is dat die de
noodige waarborgen missen van de beginselen der
vereeniging toegedaan te zijn.
Men zal zich misschien herinneren dat dit voor
stel gedaan is naar aanleiding van hetgeen vroe
ger gebeurd is, dat zich namelijk personen in
Burgerplicht hebben doen opnemen, van wie be
kend was dat zij de ultramontaansche beginselen
toegedaan waren.
De beeren van IJsselstijn, Laurillard en van
Rijsewijk bestreden het voorstel als illiberaal, op
inquisitie uitloopend en een gevaarlijk wapen in
de handen van het bestuur. Het voorstel werd
echter van andere zijde verdedigd. Wie lid eener
politieke vereeniging worden wil, moet dat doen
om het doel dier vereeniging te helpen bevorde
ren, en omgekeerd sluiten de leden eener politieke
vereeniging zich aaneen, niet om aan hun tegen
standers gelegenheid te geven hun plannen te
verijdelen, maar om zeiven die plannen te ver
wezenlijken. Het is dus geen illiberale maatre
gel, maar een middel tot zelfbehoud.
Tot de vrees dat het bestuur van zijne macht
misbruik maken zal, bestaat niet veel aanleiding,
daar het bestuur wel altijd huiverig zal blijven
om zich van het hem toevertrouwde gevaarlijke
wapen te bedienen. Overigens kende het voor
stel den afgewezene het recht toe, zich op de
algemeene vergadering te beroepen.
Het voorstel vereenigde van de 40 aanwezigen
slechts 21 stemmen op zich en alzoo niet genoeg
om de voorgestelde wijziging der statuten te
doen plaats hebben, voor welke eene meerderheid
van 3/4 der stemmen gevorderd wordt.
In een volgende vergadering zal alsnu worden
behandeld een door de heeren Goudsmit, Samson
en van Maanen ingediend voorstel, waarbij van
ieder aspirant-lid eene schriftelijke verklaring
zal worden gevorderd, dat hij „in 't algemeen met
de beginselen der vereeniging instemt en in 't bij
zonder een voorstander is van volledige scheiding
van kerk en staat en van het openbaar neutraal
lager onderwijs."
Op eene te Nijmegen gehouden vergadering
van aandeelhouders der Zuid-Oosterspoorwegmaat
schappij (Nijmegen—Tilburg), is een antwoord
vastgesteld aan den minister van waterstaat, die
zich niet vereenigd heeft met de overdracht
der exploitatie aan een Belgische spoorwegmaat
schappij. Men sprak de hoop uit, dat niet alleen
de, naar men beweerde, zonder schuld der
maatschappij vervallen concessie zal worden
verlengd, maar ook' dat de regeering het hare zal
bijdragen om de lijn spoedig te kunnen voltooien.
van den mensch gehouden dat hij eene levensge
zellin naar zijn hart mocht kiezen. Zou ik mij
dit recht door de ongunstige omstandigheden
moeten laten benemen? Moet ik wezenlijk
het belatig als mijn eenig doel van mijn streven
en het geld als den god beschouwen, waaraan ik
alles, zelfs mijn geluk ten offer moet brengen?
De strijd dien ik voer, vereischt den geheelen
mensch, maar ik betwijfel of de overwinning, zoo
ik die behaal, het offer waard is dat zij gekost
heeft. En toch drijft de noodzakelijkheid mij
voort, de noodzakelijkheid om mijn plicht te
vervullen jegens den man, die mij een deel van
zijn vermogen toevertrouwd beeft voor een
dapperen, jongeren broeder te zorgen en de toe
komst eener geliefde zuster te verzekeren. Maar
ondanks dit alles verzet zich iets in mijn gemoed
tegen dezen stap. Het is niet alleen het denk
beeld van een huwelijk om geld te moeten sluiten,
om mij van het vermogen van een meisje meester
te maken en haar op den koop toe te moeten
nemen. De reden die mij daarvoor doet terug
deinzen ligt dieper. Het is de overtuiging dat er
voor mij in dat huwelijk geen geluk te hopen is.
Mijn hart verzet zich tegen die schitterende rijke
erfgename, die mij van daag zoo opvallend haar
gunst betoond heeft. Ik voel dat niets mij tot
haar aantrekt. Wat zal zij eene heerschzuchtige
aanmatigende vrouw wordenHeersehzuchtig en.
aanmatigend zelfs in haar liefdeEn als ik aas