Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten,
Onderwijs,
Landbouw.
Rechtzaken,
V
Aan de „Bijdragen tot de algemeene statistiek
voor Nederland," jaargang 1877, wordt de volgen
de opgave van de deelneming aan de verkiezingen
voor de tweede kamer ontleend. De districten
volgen elkander in de orde van de opkomst der
kiezers.
Van iedere 100 kiezers namen aan de stemming
deel: kiesdistrict Almelo (le stemming) 88,
(hers'emming) 89; Roermond 78; Deventer, Znt-
fen 77Delft (le stemming) 72, (herstemming) 79
Middelburg, Maastricht 72Leiden, Zwolle 70
Sneek 67Dokkum, Zierikzee 65Tiel 63 Gouda,
Gorichem 61; Amersfoort 60 Nijmegen 59;
Dordrecht, Alkmaar, Arnhem 57Boxmeer, Breda
56's Gravenhage 54Utrecht 53 Winschoten 52
Rotterdam' 50Eindhoven, Haarlem 46 Zuidhorn
41Appingadam, Leeuwarden 's Hertogenbosch
40Amsterdam 37 Hoorn 36 Assen 31Til
burg 29. In de kiesdistricten Haarlemmermeer,
Brielle, Goes, Steenwijk en Groningen zijn geene
verkiezingen geweest.
directe belastingen'. Benoemd tot ontvanger
derzelfde middelen te Texel, M. P. Troelstra
7 7
thans ontvanger der directe belastingen, invoer
rechten en accijnsen te Sas van Gent c. a. (Reeds
onder tel. ber. gemeld.)
landmacht. Benoemd bij den staf der artille
rie tot magazijnmeester der stapelmagazijnen, de
majoor A. G. Kempersmagazijnmeester der
artillerie van de le klasse, jthans bij de artillerie-,
stapel- en constructiemagazijnen werkzaam tot
magazijnmeester der constructiemagazijnen de
le luitenant C. de Kortmagazijnmeester dei-
artillerie van de 2e klasse, thans in die betrek
king dienstdoende bij de artillerie-, stapel- en
constructiemagazijneu.
onderscheidingen. Vergunning verleend aan
de voor den dienst in Indië bestemde soldaten
C. F. Loh'meijer en K. Ebent, en aan den kanon
nier 2e kl. A. Schönen, van het koloniaal werf
depot, tot het dragen van de Duitsche medaille,
ingesteld ter herinnering aan den veldtocht tegen
Frankrijken 1870/71.
Aan het einde van 1877 bedroeg het aantal leer
lingen der rijks landbouwschool te Wageningen 92
leerlingen; 2 zijn tusschentijds vertrokken terwijl
een vijftal nieuwe leerlingen weldra de lessen zullen
volgen om later aan het eerste toelatings-examen deel
te nemen. Aan het proefstation werden het eerste
jaar door professor Mayer 353 onderzoekingen
gedaan van zaden, meststoffen enz. In het geheel
stelden zich tot 1 Jan. 11 handelaars in zaden
of meststoften onder controle van het proefstation.
Thans is zulks weer geschied door de heeren
Rietschoten en Houwens te Rotterdam voor En-
gelsche superphosphaten. De inrichting ontving
weer vele geschenken. ArnhCt.)
St. Jansrogge.
De heer F. B. Lfjhnis, directeur der maats, van
weldadigheid te Frederiksoord, schrijft aan de
Landbouw-courant het volgende:
Op een stuk bonwland, hetwelk behoorlijk goed
gemest was, werd in de tweede helft van Juli
1876 een gedeelte bezaaid met St. Jansrogge,
afkomstig van den heer Bruno Tideman, en een
gedeelte met gewone Zeeuwsche rogge. Beide
stukken werden in de eerste dagen van Septem
ber gemaaid en leverden een vrij voldoende hoe
veelheid voeder. In het voorjaar 1877 was het
stuk, bezaaid met St. Jansrogge, veel beter bezet
woorden zijn oogen slechts volgden. Als het zijn
bedoeling was geweest tante Sidonie voor zich te
winnen, had hij het niet beter kunnen aanleggen.
Het gevolg hiervan was dat toen Jean de deuren
der eetkamer open zette, tante den gebiedenden
blik harer nicht bijna niet meer behoefde om Ma^x
uit te noodigen om deel te nemen aan het tweede
ontbijt. Hij nam die uitnoodiging zonder aarzelen
aan. En toen Kayser, die terwijl Max zich met
de beide andere dames bezig hield, zijn pupil
weder tot een spiegelgevecht verleid had, naderbij
kwam om tante zijn arm aan te bieden, volgde
hij met de beide jonge dames in de andere kamer.
Hier bleek het dat de zorgen van tante met
den besten uitslag bekroond waren. De tafel was
zoo wel voorzien dat mijnheer Kayser zich genoopt
voelde zijn buurvrouw dankbaar de hand te druk
ken. De oude portwijn fonkelde in de kristallen
karaffen, met een kleurenpracht die hem weldadig
verwarmde en de beefsteaks, die zoo van het
vuur op een zilveren schotel opgedischt werden,
schenen een trap van volmaaktheid bereid te
hebben, die hem een goedkeurend gebaar ont
lokte.
Max had tusschen de heide jonge dames plaats
genomen, zoodat Hanna aan zijn linker en Paula
aan zijn rechter zijde zat. Daar de eerste tante
Sidonie naast zich had en Kayser onder een goed
dejeuner nooit zeer spraakzaam was, rustte voor
namelijk op hem de verplichting om de jonge
erfgename bezig te houden. Geestig en dartel als
zij was, hield zjj hem voortdurend aan de.praat
dan dat waar de Zeeuwsche rogge stond. Dit
laatste gewas had veel meer van het winterwater
geleden, ofschoon beide stukken even veel water
gehad hadden.
De opbrengst der St. Jansrogge was 28 heet
per hectare. Het stroo was van de St. Jansrogge
aanmerkelijk zwaarder. In het jaar 1877
kwam de St. Jansrogge er op tijd in, nl. in de
tweede helft van Juni. Wederom werd een daar
naast gelegen stuk met gewone Zeeuwsche rogge
bezaaid. Tweemaal werden beide stukken respec
tievelijk in Augustus en September gemaaid. De
Zeeuwsche rogge stond toen zoo hol, dat het
stuk omgeploegd moest worden. Het aanzicht
van de St. Jansrogge is op dit tijdstip zeer goed.
De uitkomsten op de boerderijen in de maat
schappij van weldadigheid met de St. Jansrogge
verkregen, zijn dus voorloopig vrij gunstig te
noemen. Een bezwaar doet zich echter voor bij
de teelt van St. Jansrogge. Het zaad komt on*
ge veer tegen het einde van Juni in den grond.
Wat zal men voor dien tijd uitzaaien Het ant
woord zal waarschijnlijk luiden, spurrie. Indien
het voorjaar dan echter even schraal is als ge
durende de vorige jaren, zal men het land niet
op tijd gereed kunnen hebben.
Onlangs maakten wij melding van te Vlis-
singen gepleegde oplichting door het uitgeven
van valsche of niet gangbare Engelsche munt
specie. De schuldige, zekere J. v. d. D., in
rechten vervolgd, moet dat misdrijf boeten met
183 dagen cellulaire gevangenisstraf en drie geld
boeten van f 25 ieder, hem heden door de recht
bank alhier ter zake van oplichting opgelegd.
In den laatsten tijd stonden onderscheidene
jeugdige meisjes voor de rechtbank alhier terecht
ter zake van het bij winkeliers halen van goederen
op naam van anderen, die daartoe geen last gegeven
hadden. Heden werd door de rechtbank weder een
vonnis geveld tegen een 14jarig meisje, M. C J. R
die bij een winkelier in manufacturen in de Gra
venstraat alhier dergelijk feit heeft gepleegd.
Onder aanneming van verzachtende omstandigheden
werd zij tot acht dagen cellulaire gevangenisstraf
verwezen, mede ter zake van oplichting.
L. de J., rentenier te Kruiningen, 71 jaren
oud, die zijne vrouw en zijne dienstmeid moed
willig mishandeld heeft, is tot drie maanden ge
vangenisstraf en f 8 boete veroordeeld.
De correctioneele kamer der arrondissements
rechtbank te Amsterdam heeft M. Z. V. schuldig
verklaard aan stoornis der openbare godsdienst
oefeningen in de Roomsch-katholieke kerk te Laren,
op Zondag 11 November 1877, en aan bespotting-
van een voorwerp van eeredienst en van een
dienstdoend Roomsch-katholiek geestelijke. De
rechtbank heeft in den hoogen leeftijd en zenuw-
achtigen toestand van de beklaagde, tijdens het
in die kerk ontstane rumoer, aanleiding gevonden
tot toepassing van verzachtende omstandigheden
en haar veroordeeld tot een gevangenisstraf van
drie dagen.
Dezelfde rechtbank heeft vervolgens uitspraak
gedaan in de bij verstek behandelde zaken tegen
7 beklaagden, wegens de poging tot wederrech
telijke overbrenging van het lijk van J. M., van
het Roomsch katholiek kerktof te Laren naar de
gemeentebegraafplaats aldaar, op den avond van
9 November 11., en tegen 4 beklaagden wegens
de werkelijke overbrenging van gemeld lijk naar
laatstgenoemde begraafplaats, op Zondag 11 No
vember 11.
De rechtbank-heeft in de eerste zaak overwogen,
dat het bewijs was geleverd, dat de le, 6e en 7e
beklaagde, J. J. S., H. v. d. B. en S. M., zich
en dwong hem tot een soort van gymnastiek van
den geest, die zijn ernstig en kalm karakter ge
heel vreemd was. Het scheen dat zij het er op
gezet had om hem van den eersten dag af aan
hare voeten te zien en door hare vroolijke plage
rijen drong telkens weder een toon van zulk een
warme deelneming heen, dat Max geen man had
moeten zijn als hij daar geheel koel bij gebleven
was.
Af en toe keek Kayser eens naar hem en knipte
listig met de grijze oogen en dat- herinnerde Max
aan het gesprek, 't welk zij gisteren gevoerd had
den en dat hij zoo bot afgebroken had. Hij kon
wel geen oogeublik vergeten dat Paula vol
strekt niet behoorde tot die soort van vrouwen
die tot nogtoe alleen gevaarlijk voor hem geweest
waren; er lag wel in de drieste openhartigheid,
waarmede zij hem haar ingenomenheid toonde,
een zekere zelfbewuste meerderheid, die zijn
mannelijken trots krenkte, en hem voorkwam
als een tekortkoming aan zijn recht om zelf te
kiezen in plaats van gekozen te worden. Maar
alles aan haar was zoo natuurlijk en ongekun
steld uit haar oog sprak zooveel fonkelende,
tintelende levenslust, dat hij zich bijna onwille
keurig aan de betoovering van haar wezen overgaf.
Met zijn buurvrouw ter rechter kon hij zich onder
deze omstandigheden weinig bemoeienmaar hij
betrapte er zich een paar maal op dat hij, terwijl
hij met Paula in gesprek was, scherp toeluisterde
teneinde de woorden op te vangen die Hanna tot
tante Sidonie richtte. De zilveren klank van
hebben schuldig gemaakt aan het zonder de
vereischte machtiging overgraven van een lijk.
De rechtbank heeft hen deswege veroordeeld tot
een cellulaire gevangenisstraf van 2 maanden.
De 2e, 3«, 4e en 5" beklaagden werden wegens
gebrek aan bewijs vrijgesproken. In de tweede
zaak oordeelde de rechtbank, dat de schuld van
geen der beklaagden wetttig was bewezen. Zij
werden dus allen vrijgesproken.
Eergisteren nacht zijn op de hofstede van den
landbouwer C. Verbrugge, bij Ter Neuzen, inden
stal, van 3 paarden door een kwaadwillige hand
de staarten afgesneden en medegenomen.
Donderdag nacht tegen vier uur is in het
gebouw „Weten eu Werken" te Haarlem een brand
uitgebarsten, welke aan het perceel, vooral aan
het bovengedeelte, groote schade heeft berokkend.
De voorraad instrumenten, alsmede de boeken,
zijn grootendeels vernield. Aan verschillende
personen waren een 600 tal boeken uitgeleend.
De bran dis ontstaan in een deel van het gebouw,
dat als pakhuis was verhuurd en waarin stroo,
boekweit en haverdoppen waren opgeslagen.
De brandweer was weldra met een aantal spuiten
tegenwoordig, doch mocht er slechts met alle
krachtsinspanning in slagen den brand tegen 6
uren meester te zijn.
Te Nieuwveen, in Z.-Holland, heeft Dinsdag
nacht een brand gewoed, waardoor twee boerde
rijen, eene broodbakkerij en een drietal (volgens
sommige berichten veertien) andere huizen in de
asch zijn gelegd. Naar men verneemt, zijn 22
koeien en 2 paarden in de vlammen omgekomen
en is eene aanzienlijke hoeveelheid graan verbrand.
In het verkooplokaal de Zwaan te Amsterdam
is gisteren morgen verkocht een oud blauw Oost-
ind. porseleinen schoorsteenpot met deksel, hoog
1.10 M., voor f 1625; drie Oostind. porseleinen
potten hoog 0.60 M., voor f 250, en een schoor-
steenstel van drie potten en twee bekers, hoog
0.60 m., voor f 595.
Te Rotterdam is eene vervolging ingesteld
tegen een ambtenaar, die bij het aankondigen
van eene verkooping in dagbladen, verouderde
maten had genoemd.
In het jongstverschenen nommer der Weser-
Zeitung wordt een vrij uitvoerige mededeeling
gelezen, onder het opschriftDie Eiederlcinder
wieder im Eismeere, van de plannen, beraamd
om een nieuwen tocht naar de poolstreken te
ondernemen. Aan het slot dier mededeeling wordt
de volgende wensch geuit: „Wij hopen van harte
dat het aan onze naburen, een natie die met ons
tot denzelfden stam behoort, moge gelukken deze
onderneming met het gunstigste gevolg ten einde
te brengen."
Naar aanleiding van den diefstal der muziek
van de opera „Aida" in den schouwburg te's Gra
venhage schrijft het Ilaagsche Dagblad„Toen
wij in ons nommer van Dinsdag jl. melding
maakten van den laaghartigen diefstal deden wij
uitkomen, dat er alle grond aanwezig is voor het
vermoeden, dat er in de naaste omgeving van de
opéra-directie een toeleg bestaat om haar moed
willig te benadeelen. Voorts deden wij uitkomen
dat de politie bij haar onderzoek in deze geen
bijzonder moeidijke taak te vervullen had, aan
gezien het terrein voor haar onderzoek zeer be
perkt en het aantal personen, die dezen diefstal
op zoodanige wijze als zich hier voordeed hebben
kunnen plegen, niet groot is.
Ook herinnerden wij aan een poging in het
vorig jaar aangewend om de opvoering van „Paul
et Virginie", aan den vooravond der eerste voor
stelling, nog onmogelijk te maken. Ten aanzien
van dit laatste merkt men ons nu op, dat het
haar lach, of de aanraking van haar hand als zij
hem iets aangaf, deed hem goed en wekte het
bewustzijn van verhoogde levenskracht in hem op.
Hij ging terstond na het dejeuner heen, nadat
hij het bericht ontvangen had dat de misdadiger
gevonden en in verzekerde bewaring gesteld was.
Het afscheid dat Paula van hem nam, was niet
minder vriendelijk dan haar welkomstgroet. Zij
wenkte hem nog van het balkon goeden dag,
toen hij in zijn licht open wagentje den straatweg
opreed.
Het afscheid van Hanna had daarentegen slechts
bestaan in een buiging uit de vertemaar toen
hij zich bij de deur nog eens omgekeerd had, was
hem zulk een vriendelijke, lieftallige en zulk een
zachte, bedeesde blik ten deelgevallen dat hij
volkomen bevredigd het huis verlaten had.
IX.
Op dien helderen zomerdag volgde een prach
tige avond; buiten schenen de warme zonnestralen
nog op de toppen der kastanje- en notenboomen,
die tusschen den - tuin en de muren der fabriek
een vrij dicht boschje vormden; maar op het
ingesloten vierkante fabrieksplein was het reeds
schemering en verspreidden zich donkere schaduwen
over het zwarte, stoffige plaveisel. Het was nog
donkerder in het ruime vertrek, dat de eigenaar
tot zijn kantoor ingericht had en gelijkvloers in
een der gebouwen, doch eenige treden hooger dan
eerste geval van dien aard reeds van December
1866 dagteekent, toen de muziek van de „Lara",
even voordat de eerste opvoering zou plaats
hebben, eveneens verdwenen is onder nagenoeg
gelijke omstandigheden als zich nu met die van
de „Aïda" hebben voorgedaan, en later op straat
werd teruggevonden.
De schandelijke toeleg, waarover wij spraken,
is dus nu al gedurende meer dan elf jaren werk
zaam geweest.
De gevolgtrekking, hieruit te maken, is, dat
die toeleg niet alleen in de naaste omgeving van
de directie moet bestaan, maar vermoedelijk van
een of meer personen moet uitgaan, die reeds vele
jaren geleden zich in de omgeving van de directie
bevonden en gedurende die geheele reeks van jaren
in de gelegenheid om hun handwerk voort te
zetten gebleven zijn."
Het schijnt in den omtrek van het Haar
lemmerplein te Amsterdam gewoonte te worden
om de ratten, die men gevangen heeft, in het
openbaar op de wreedste wijze dood te martelen.
Zulk een executie had eergisteren wederom plaats.
Een rat was met pik of teer of ander licht
ontvlambare stoffen besmeerd. Terwijl men hem
aanstak en hij begon te branden, liet men hem
uit de val ontsnappen. Dol van smart vloog het
dier over de straat heen en weder, allerlei spron
gen makende, achtervolgd door eene schare, die
uitgelaten was van vreugd, totdat het in een
groote zwarte verkoolde massa veranderde en
neerstortte. Een der omstanders trapte op die
massa, die opensprong ende beschrijving
van het walgelijke schouwspel blijve achterwege.
En dit is nu een volksvermaak van onzen tijd
want de menigte had o zoo'n pretEn dit kan
geschieden in eene stad, die zich een beschaafde
noemt, midden op den dag, op eenige schreden
afstands van een in de Willemspoort gevestigden
politiepost
Het gerechtshof te Amsterdam sprak eergis
teren de veroordeeling uit van vijf personen, die
zich onder verzwarende omstandigheden aan dief
stallen hadden schuldig gemaakt. Een hunner,
zekere Tresoor, wiens vrouw, als zesde beschuldigde
in de zaak betrokken, werd vrijgesproken, barstte
in luide vervloekingen tegen zijn rechters uit;
terwijl een ander, Bayer Bos geheeten, zich bij
't verlaten der rechtzaal van al de trappen liet
vallen en, beneden gekomen, in razernij zich
't hoofd door de glasruiten stiet.
Bij gelegenheid der begrafenis van koning
Victor Emmanuel was Rome zoo övervuld met
vreemdelingen, dat zij onmogelijk allen onder dak
konden worden gebracht; vele moesten in het
Coliseum overnachten. Verscheidene vereenigin-
gen, corporaties en officieele deputaties zelfs, met
prachtige banieren, liepen den ganschen nacht met
hun banierdrager aan het hoofd naar een kwar
tier te zoeken. Een geheel korps gedelegeerden
bracht den nacht rillende en bibberende van koude
op de Spaansche trap door. Een andere deputa
tie, die van het Piemontesche stadje Stradella,
welke in den tuin van het Pincio dacht te over
nachten, werd door de politie gearresteerd en
eerst op de prefectuur bleek het, dat men met
geen landloopers maar met de vertegenwoordigers
van een der rijkste en schoonste steden van
opper Italië te doen hadook de vertegenwoor
digers der marine, een admiraal, tien officieren
en even zooveel matrozen liepen radeloos op het
Corso rond tot zij door eenige burgers werden
ingekwartierd.
binnenland.
Eerste kamer. Na aanneming van het
wetsontwerp betreffende de onteigening voor den
het plein lag. Die kamer was eenvoudig, zooals
alles wat Max toebehoorde. Een staande lesse
naar voor een der vensters, een groote tafel voor
het andere, boeken, op planken aan den wand
geschikt, en op den achtergrond een breede canapé
met leder overtrokken, die groot en gemakkelijk
genoeg was om ook tot legerstede te dienen
ziedaar den geheelen inventaris. In dit vertrek
had Max reeds menigen nacht doorgebracht en
om het uur de ronde om de gebouwen gedaan,
angstig uitziende of er ook een rood schijnsel aan
de ramen der weverij of een lekkende vlam aan
de lijst van het dak van het magazijn te bespeuren
was, die met éeu slag aan al zijne zorgen en ang
sten een einde zou maken en hem noodzaken zich
als overwonnen terug te trekken naar het strijd
perk, waarop hij zich tot nogtoe zoo mo edig had
staande gehouden.
f
JS». i
{Wordt vervolgd.)