N°. 19. 121e Jaargang. 1878. W oensdag 23 Januari. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, Prijs per 3/m. franco 3,50, Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. A'dvertentien: 20 Cent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.: van 1—7 regels 1,50 iedere regel meer 0,20, Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hoofdagent voor. België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs. NATIONAIE MILITIE. GEMEENTE-POL fTIE. Middelburg,.22 Januari, JONKER PAUL. flIDDËL Waarschuwing tot inschrijving 1878. De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op hunne publicatiën van den 7™ en 21ek December 1877: herinneren de belanghebbenden, dat het register van inschrijving voor de nationale militie, ingevolge de wet, op den 31en dezer maand des namiddags te 4 uren voorloopig wordt ge sloten, weshalve de militieplichtigen, die in het jaar 1859 zijn geboren en zich nog niet hebben doen inschrijven, worden aangemaand, om zulks alsnog vóór dien tijd te doen, waartoe ter ge meentesecretarie dagelijks, met uitzondering van den Zondag, op de gewone uren gelegenheid is, terwijl zij, die verzuimen de inschrijving voor het hierboven genoemde tijdstip te doen plaats hebben, vervallen in eene boete van 25 tot f 100. Middelburg, den 21en Januari 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, SCHOREE. De secretaris, Gr. N. DE STOPPELAAR. BRAND. De burgemeester en wethouders van Middelburg, in aanmerking nemende dat de handhaving der orde vordert, dat, bij het plaats hebben van brand in deze gemeente, op eene duidelijke wijze blijke waar ter plaatse zich de burgemeester, of die hem vervangt, bevindt brengen ter kennis van de ingezetenen, dat die plaats des avonds of 's nachts door een lantaren met rood licht en des daags door een roode vlag zal worden aangeduid. Middelburg, 21 Januari 1878. De burgemeester en wethouders voornoemd, S CHOR E R. De secretaris, G. N. DE STOPPELAAR. De Staats-courant bevat een koninklijk besluit van den 16™ dezer (Stbl. n° 1), houdende nadere regeling van het opklimmend recht der aangetee- kende brieven met aangegeven geldswaarde en eenige andere bepalingen omtrent de afgifte der voormelde brieven, alsmede van de gewone aan- geteekende brieven. Daarbij wordt het volgende bepaald. Art. 1. Het opklimmend recht der aangeteekende brieven met aangegeven geldswaarde bedraagt, boven het port in verhouding tot hun gewicht, FETJILLETOM. li. Een vertelling van Hans Warring. VI. Het verwonderde Paula dus volstrekt niet toen haar wandeling met Tristan gestoord werd door de tijding, dat haar voogd gekomen was en men op haar wachtte om te gaan dejeuneeren. Het lag echter niet in den aard der bedorven, rijke erfgename om zich over zulk een boodschap eenigs- zins te haasten. Toen ze dus na eenigen tijd langzaam de laan opkwam die naar de trap leidde, en in haar opgenomen japon een massa frisch geplukte bloemen droeg, zag ze mijnheer Kayser reeds in de tuinkamer zitten, op haar klein stoeltje bij den teleskoop, met de handen volgens zijn gewoonte op den gouden knop van zijn stok en een brommig gezicht. „Daar hebben wij dus de jonge dame, die van hare tantes weggeloopen is en op haar eigen hand drie weken lang het land doorkruist heeft," sprak hij, terwijl hij opstond en haar tegemoet ging. „Gij voert mooie streken uit, Jonker Paul, men heeft bittere klachten tegen u ingebracht. Wat hebt gij tot uw rechtvaardiging te zeggen?" 0.02£ voor elke ƒ100 of gedeelte van 100 van de aangegeven waarde. - Voor eene verzending onder een afzonderlijk adres, wordt echter in geen geval minder daü 0.15 geheven. Art. 2. Het hoogste bedrag der aangegeven geldswaarde van de aangeteekende brieven, waar van ingevolge art. 2 van ons besluit van 30 No vember 4870 (Stbl. n° 183) de machtiging tot in ontvangname door den geadresseerde ook kan worden verstrekt door middel van het formulier van lastgeving, voorkomende op het stuk, waarbij hem van de aanwezigheid van den brief op het postkantoor wordt kennis gegeven, wordt nader vastgesteld op 600. Art. 3. De eerste zinsnede van art. 4 van'ons voormeld besluit van 30 November 1870 wordt gewijzigd als volgt De brief wordt aan den geadresseerde of zijn gemachtigde niet anders afgegeven dan tegen een bewijs van ontvang van den persoon, aan wien de brief wordt uitgereikt. De onderteekening van dit bewijs van ontvang moet by de afgifte in tegenwoordigheid van den postbeambte worden gesteld. Art. 4. Het hoogste bedrag van de aangegeven geldswaarde der aangeteekende brieven, welke overeenkomstig de bepalingen van ons voormeld besluit van 30 November 1870, door tusschenkomst van de hulpkantoren der posterijen worden ver zonden en ontvangen, wordt nader bepaald op 600. Art. 5. De bepalingen van dit besluit komen in werking met den 16™ Februari 1878. De eerste kamer heeft gisteren avond te 8 uren hare werkzaamheden hervat. Er waren 12 leden met kennisgeving afwezig. Ingekomen waren de missives van den direc teur van het kabinet des konings, houdende mededeeling van de bekrachtiging van de onlangs aangenomen wetsontwerpen. De nog aanhangige voordrachten, waaronder die tot bekrachtiging van het handelsverdrag met Zwitserland en tot herziening van de kiestabel, zijn naar de hernieuwde afdeelingen verzonden, die heden tot het onderzoek van bedoelde ont werpen vergaderd zijn. De minister van waterstaat enz. heeft dezer dagen ten gehoore ontvangen den voorzitter en den secretaris van het „Nationaal-Leder-industrie- bond", die den minister namens het bond hunne bezwaren hebben ontwikkeld tegen het tarief van 1877, dat niet in verhouding staat tot dat in De aangesprokene was met een vrijmoedig lachje om den frisschen mond binnengekomen en wilde juist haar voogd op dezelfde manier ant woorden, toen ze plotseling verrast bleef staan. Van de kleine canapé, in den hoek, was een jonge dame, die naast tante Sidonie had gezeten, opgestaan en haar een paar schreden te gemoet gekomen. In die verschijning lag iets dat ieder een moest verrassen, die haar voor het eerst aanschouwde, en niet alleen diegene voor wie haar tegenwoordigheid onverwacht en onvoorzien was. „Mijn nichtje Hanna Jonker Paul de Con- tagne, grondeigenaar en erfgenaam te Fleurmont, onze vriendelijke gastheer en mijn veelbelovende pupil," zoo stelde Kayser de jonge dames aan elkaar voor. Zij gaven elkaar de hand en prevelden de ge bruikelijke betuigingen van wederzijdsche blijd schap bij de kennismaking. „Jonker Paul bewijst u zijn hulde, juffrouw Kayser" zei tante Sidonie. De toegesprokene zag haar gastvrouw lachend aan, die werkelijk in de houding van een galan ten jongen ridder voor haar stond. Op haar sprekend gelaat lag zulk een openlijke, onge kunstelde bewondering, en het op zijde gehouden hoofd en de op den rug gekruiste handen deden zoo levendig denken aan de aanbiddende houding van een minnaar, dat het gezicht van het jonge meisje met een lichten blos overdekt werd. Zij was nog zeer jong en blijkbaar niet gewoon huldeblijken te ontvangen. Het was heden de tweede maal in haar leven dat zij haar te beurt andere landen en waardoor de toestand van de lederindustrie hier te lande, onhoudbaar is. De minister heeft verklaard de zienswijze van het bond, over den kwijnenden staat van een dei- belangrijkste takken van nijverheid, te deelen en alle pogingen in het werk te zullen stellen, om de gewenschte reciprociteit bij andere mogend heden te verkrijgen. Het departement Oosterw.olde en Nieuw-Appel- scha der- Maatschappij tot nut van 't algemeen heeft tot de oprichting Van een spaarbank besloten. Van liberale zijde, zoo schrijft men aan de Standaard, wordt als candidaat voor de tweede kamer in het nieuw te vormen kiesdistrict Zeven bergen genoemd de heer mr. R. van de Werke, substituut-officier van justitie te Rotterdam. De inkomsten-belasting te Amsterdam is velen niet naar den zin. In de kiezersvereeniging „Amsterdamsch belang" is die zaak ter sprake gebracht en aan de aanwezigen werd medegedeeld, dat eerstdaags eene vergadering van malcontenten zou plaats hebben. Met belangstelling zullen wij, en zeker nog veel meer de Amsterdammers, er van kennis nemen, want het is 'te verwachten dat de malcontenten niet slechts de belasting zullen afkeuren, maar ook eene betere, billijker en rijker vloeiende zul len voorstellen. Niemand zal die zeker welko- mer zijn dan aan het gemeentebestuur zelf, dat toch ook geen belastingen heft om ergernis te geven. (Amh. Ct.) Aan de Zutfensche courant wordt uit den Haag o. a. het volgende geschreven „Gisteren werd het lijk van mr. Pape ter aarde besteld. Aan de nagedachtenis van den hoogsten magistraatspersoon van het rijk kon moeilijk meer hulde zijn bewezen. Uit alle oorden van het land waren rechtsgeleerden overgekomen om het stoffe lijk overschot naar zijn laatste rustplaats te ver gezellen. Maar niet de redevoeringen van minis ters en grootwaardigheidsbekleeders maakten hij het graf den meesten indruk. Toen al die officieele grootheden hun hart hadden uitgestort, trad bescheiden een nederig man, die door niemand was opgemerkt, naar voren. „Slaap zacht, slaap zacht, dierbaar overschot", zoo snikte de man en hij ging heen. Meer had hij ook niet te zeggen. Zijn lijkrede was kort, maar voor den mensch Pape vleiender dan al de loftuitingen, welke hem door hooggeplaatste personen bij zijn graf waren toegezwaaidwant de man, die op deze wijze den president van den hoogenraad nog een vielen, en evenals de eerste maal kreeg zij ook thans een voorgevoel van de macht welke zij over menschen kon uitoefenen. En inderdaad, indien schoonheid, jeugd en bevalligheid macht geven, dan bezat Hanna Kayser die in groote mate. Haar zacht fijn gezichtje, waarover nü en dan een vriendelijk lachje gleed evenals een schaduw over een zomerlandschap, had iets zeer aantrekkelijks door de uitdrukking van liefelijke onbezorgdheid en goedheid. Het heldere voor hoofd met de donkere wenkbrauwen, de zachte, schoone lijnen van den mond, het ernstige, diep liggende oog, dat onder de lange wimpers uitkeek en het glanzige bruine haar dat het sierlijke ovaal van het hoofd omsloot, dat alles te zamen vormde een geheel, dat bij den toeschouwer den wensch deed ontstaan dat zooveel Schoonheid en lieftallig heid minder vergankelijk mochten zijn, dan op deze wereld vol zorgen en leed gewoonlijk het geval is. „Nu, jonker Paxil, gij zijt mij het antwoord schuldig gebleven," zei Kayser, die, ondanks de minachting welke hij altijd voor vrouwelijke schoon heid aan den dag legde, zich toch verheugde over den gunstigen indruk dien zijn schoone nicht te weeg bracht. „Gij vraagt wat ik tot mijn rechtvaardiging te zeggen heb Volstrekt nietsWant er ligt rechtvaardiging genoeg in het feit dat het er zoo verschrikkelijk vervelend was. Ik heb het u vooruit gezegd dat ik niet lang met tante Cle- mence samen kan leven en toen de komst van haar zoon, mijn dierbare neef, de verveling zoo laatsten afscheidsgroet wilde brengen, was de oude oppasser van mr. Pape. Wel hem, die op die wijze door zijn mindere wordt betreurd Geen heter bewijs dat hij, behalve geest en ver stand, ook hart gehad heeft. En is dat zelfs voor den hooggeplaatste nog niet altijd de grootste eeretitel „De nieuwe procureur-generaal bij het hof te 'sHage is katholiek. .Of echter de katholieken met die benoeming wel zoo bijzonder zullen inge nomen zijn, betwijfel ik want door de overkomst van den procureur-generaal van 's Hertogenbosch naar 's Gravenhage, komt aan het hoofd van het parket van Noord-Brabant en Limburg een radi caal protestant. „Maar de regeering is in haar volste recht wanneer ze daar niet oplet. Katholieken moeten voor hooge betrekkingen evengoed in aanmerking kunnen komen als protestantenmaar het is een geheel verkeerd denkbeeld te meenen, dat de katholieken nu juist aanspraak hebben op alle plaatsen in het Zuiden. Ik geloof integendeel, dat het in 't belang van de goede verhouding tusschen Noord en Zuid hoogst wenschelijk is, dat de Noordelijke magistraten eens kennis maken met het Zuiden, en omgekeerd." Het Nieuws van den Dag schrijft het volgende „Zooals de zaken thans geschapen staan moet er te IJmuiden gespuid worden. Het is een on vermijdelijk kwaad. „Onze schoone haven lijdt hieronder en eene drukke vaart wordt daardoor zeer bemoeielijkt de vaart voor weekbooten wordt schier onmogelijk. „Teneinde dit kwaad te helpen bestrijden, zullen wij zooveel mogelijk alle door spuien ver oorzaakt oponthoud vermelden, totdat de eerste spade voor het graven van een spuikanaal, dan wel de fondeering van een krachtig stoomtuig gelegd zij. „Den 18™ dezer werd gespuid van des morgens 6 tot des n. m. 1 uur 20, het stoomschip Stelling werd hierdoor zes uur opgehouden. „Den 19™ werd gespuid van 7 uur des morgens tot des n. m. 2 uur. „Het stoomschip Metropolitan (weekboot op Londen) werd hierdoor 2 uren, en de bark Bata via 6 uren opgehouden. Voor dit laatste schip, bestemd naar Noorwegen, was een oponthoud van 6 uren bij gunstigen wind en daglicht in dit jaar getijde, om boven Texel te komen, gansch niet onverschillig." In de jongste vergadering van het Aardrijks kundig Genootschap werd o. a. voorlezing gedaan van den laatsten brief, door den luitenant ter zee deed klimmen dat zij ondraaglijk werd, maaktë ik mij uit de voeten en ik heb mij drie weken lang kostelijk geamuseerd." „Daar twijfel ik niet aan, maar uw tante schrijft „Bepaal u asjeblieft," viel zij hem vol ongeduld in de rede, „hij hetgeen gij mij zelf te zeggen liehtDan zal ik mijn best doen om u kalm aan te hooren." „WaarlijkNu, dat is een concessie waar een voogd genoegen mee kan nemen. Ik zou wel eens willen weten, jonker Paul, waarmede gij u zoo goed geamuseerd hebt „Waarmede? O, het huis mijner vriendin is het prettigste van de heele huurt. De familie Braun- bach ziet veel menschenik heb er alleraange naamste kennissen gemaakt. lederen dag was er iets aan de hand, roeipartijen, tochtjes te paard of per rijtuig, picnics en de aardigste bals-champêtres van de wereld. Juffrouw Kayser, zijt gij al eens op een hal geweest Niet Nu, dan moet uw oom er eens een arrangeeren, opdat gij het leert kennen. Wij hadden zeer aardige, nette dansers officieren in overvloed „Daar komen wij aan het punt in quaestie. Uw tante schrijft „Laat mij toch met rust over tante! Waarom moet gij mij nu mijn eetlust benemen „Uw ingenomenheid met de Pruisen moet lederen welgezinden Patriot ergerenzij is verontwaardigd over uwe Intrigues antoureusesmet die nPrus- siens

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 1