1
BUITENLAND.
Telegraphische berichten.
Benoemingen en besluiten
0 n d e r w ij s,
Kerknieuws.
Landbouw.
Thermometerstand.
Algemeen Overzicht.
komst gehouden van bestuurders en leden der in
Walcheren bestaande zanggezelschappen. Aan de
oproeping was belangstellend gehoor gegeven
door devereenigingen van Grijpskerke, Nieuw- en
St. Joosland, Serooskerke, St. Laurens, Gapinge,
Kittliem en Kleverskerke. Het doel der vergade
ring was, bespreking der wenschelijkheid van de
oprichting van een Zangersbond, met aansluiting
aan doel en streven van de Nederl. Koorvereeni-
ging. Algemeen vond bij de aanwezigen sympa
thie het voorstel tot in 't leven roepen van een
Zangersbond, „Walcheren" genaamd, zijnde een
bond van zanggezelschappen, op het platteland
van Walcheren bestaande, die bevordering en
veredeling van den nationalen volkszang beoogt,
en zijn doel tracht te bereiken door onderlinge
voorlichting en samenwerking, alsmede door het
opwekken van gepasten naijver bij de deelne
mende vereenigingen.
Over veertien dagen zal een tweede vergadering
gehouden worden, ter mededeeling van de ziens
wijze der zich reeds aangemeld hebbende of alsnog
bij den heer van de Garde zich aan te melden
gezelschappen, om daarna definitief te besluiten
omtrent het nu gedane voorstel.
Men schrijft ons uit Botterdam
„De kiesvereeniging „Burgerplicht" hield giste
ren eene bijeenkomst, waarin de zaak van het
droge dok werd behandeld. Het debat werd inge
leid door den lieer A. Plate, een der directeuren
van de Amerikaansche stoomvaartmaatschappij.
Het tot stand komen van een droog dok achtte
hij voor Botterdam eene levensquaestie, en hij
verdedigde het voorstel van burgemeester en
wethouders aan den raad om dit dok aan te leg
gen op kosten der gemeente, op grond dat het
eene zaak gold van algemeen belang en de recht
streeks belanghebbenden niet bij machte zijn die
uit eigen middelen tot stand te brongen, terwijl
bovendien de vaart voor 9/10 in handen berust
van buitenlanders, van wie men moeielijk bijdra
gen kan vorderen voor de oprichtig van een dr.oog
dok. De spreker vreesde, dat wanneer deze
inrichting niet tot stand kwam, de vaart op en
van Botterdam geheel zou verloopen.
„In den loop van het debat kwam natuurlijk
ter sprake het voorbeeld van Amsterdam, waar
door particulieren een droogdok tot stand wordt
gebracht. De heer M. Mees deelde mede, dat de
helft van het voor 't Amsterdamsche droge dok
benoodigde kapitaal door de stoomvaartmaat
schappij „Nederland" was genomen en dat boven
dien deze maatschappij een deel van de dokgelden
had gegarandeerd. Maatschappijen, die dit kun
nen doen, zeide de heer Mees, heeft Bot
terdam niet, en met de garantie van particulieren
zou men niet gebaat zijn, omdat hunne garantie
met hun dood zou vervallen. De heer Plate voegde
hier nog aan toe, dat de maatschappij „Neder
land", zich dit groote offer getroostende, bedon
gen had, dat hare schepen steeds vóór zouden gaan.
Te Amsterdam was dus in deze zaak het alge
meen belang opgeofferd aan het particulier be
lang.
„Oppositie tegen het voorstel van B. en W.
was er in deze vergadering niet. Alleen opperde
de heer Jos. Jacobson de vraag of men niet
wachten zou totdat men zekerheid had omtrent
het welslagen van den Nieuwen waterweg, omdat
anders het droge dok wel eens blijken kon over
bodig te zijn. Verder bracht deze spreker (koffie-
malielaar) de zaak in verband met de plannen
om den verkoop van koffie op Java uit te brei
den, en opperde de vrees, dat die plannen zouden
leiden tot vermindering van de Nederlandsche
vaart, waardoor een droog dok minder noodza
kelijk zou worden. Zijne denkbeelden werden
echter bestreden. Van uitstel wilde men niet
weten, noch zelfs twijfel uiten omtrent het wel
slagen vgn den Nieuwen waterweg, en de scheep
vaart achtte men niet afhankelijk van de Java-
koffie.
„Een besluit werd door de vergadering niet
genomen. Men ging uiteen, na de sprekers ge
hoord te hebben, en ieder kon voor zich uit het
gehoorde eene conclusie maken."
De minister van koloniën, brengt ter kennis
dat,- krachtens koninklijk besluit met den lcn
September dezes jaars acht jongelingen zullen
worden bestemd om, volgens het daaromtrent
vastgestelde reglement, onder het oppertoezicht
van dr. II. Wefers Bettink, hoogleeraar aan de
hoogeschool te ütrecht, te worden opgeleid tot
militair apotheker voor de dienst in Oost-Indië,
en dat het vergelijkend examen zal plaats hebben
te Utrecht, in het pharmaceutisch laboratorium
op Dinsdag den 4en Juni 1878 en volgende dagen.
De op zegel geschreven verzoekschriften tot
deze toelating moeten vóór den lfn Mei 1878 bij
het ministerie van koloniën zijn ontvangen, met
bijvoeging der stukken, welke vermeld worden in
de Staats-courant van heden, die tevens de ver
dachten voor het examen en de voorwaarden der
toelating mededeelt.
gezantschappen. Bij koninklijk besluit is
mr. L. H. Buyssenaerg, op zijn verzoek, eervol
ontslagen als secretaris van legatie bij het gezant
schap te St. Petersburg en gesteld op nonactiviteit,
buiten bezwaar van 's rijks schatkistis jhr. inr.
P. J. F. M. van der Does de Willebois, secretaris
van legatie, werkzaam bij het departement van
buitenlandsche zaken, in dien rang overgeplaatst
bij het gezantschap te St. Petersburg, en is jhr. mr.
O. D. van der Staal van Piershil, thans attaché
bij het Nederlandsch corps diplomat kim, bevorderd
tot secretaris van legatie.
onderscheidingen. Bij koninklijk besluit is
de heer P. L. Target, laatstelijk buitengewoon
gezant en gevolmagtigd minister der Fransclie
republiek bij het Nederlandsche hof, benoemd tot
grootkruis der orde van den Nederlandschen leeuw.
militieraden. Benoemd in den militieraad van
Zeeland, voor de lichting der nationale militie van
1878 tot voorzitter mr. J. Snijder, lid der provin
ciale staten; tot zijn plaatsvervanger H. P. Win
kelman, lid der provinciale staten; tot lid mr. N. C.
Lambrechtsen van Bitthem, lid van den gemeen
teraad van Middelburg; tot zijn plaatsvervanger
mr. A. J. van Eekelen, lid van den gemeenteraad
van Middelburg. (Beeds onder tel. ber. gemeld.)
staats-courant.. Bij beschikking van den
minister van 'binnenlandsche zaken is aan L. C.
Cnopius eervol ontslag verleend als tijdelijk correc
tor bij de Nederlandsche Staats-courant en het
bijblad. V;
ministerieele departementen. Bij beschik
king van den minisier van waterstaat, handel en
nijverheid, zijn bij zijn departement benoemd: tot
eersten klerk, de tweede klerk G. P. Mulder; en
na vergelijkend onderzoek, tot tweede klerken:
J. Engels, te BotterdamII. J. Alers, te 's Gra-
venhageJ. G. B. Boucher, te 's Gravenhage
E. E. M. Capel, te 's GravenhageF. W. van
der Dussen, te Ans bij Luik.
Men schrijft aan „de Tijd uit Oud-Ade:
„Aan den onderwijzer der bijzondere school is
te kennen gegeven, dat, daar hij door het kerk
bestuur niet is aangesteld om onderzoek te doen
naar huiselijke aangelegenheden der parochianen,
hij zoomin als iemand van ouders of kinderen
vergen mag hem daaromtrent in te lichten, en
hij het bekende model C van de statistieken des
ministers als niet ingekomen heeft te beschouwen."
De Arnh. Ct. meldt, dat het adres van den
heer G. A. Vorsterman van Oyen, onderwijzer te
Aardenburg, onderteekend door 72 onderwijzers,
aan den minister van binnenlandsche zaken, om
de lastige en tijdroovende invullingslijsten, ingesteld
door den ex-ministers Heemskerk in te trekken,
bij 's ministers besluit van 15 dezer van de hand
is gewezen.
De lieer P. J.IIeineman predikant bij de Nederd.
hervormde gemeente te Kethel heeft voor het
beroep naar Vlissingen bedankt.
Bij het aanhooren der heden alhier door den
heer C. N. de Beste, hoofdonderwijzer te Bitthem,
gehouden landbouwvoordracht, op uitnoodiging
van het bestuur der afdeeling Walcheren van de
Zeeuwsche maatschappij van landbouw, hadden
wij slechts te kiezen tusschen óf het geven van een
uitvoerig verslag óf het slechts vluchtig aanstip
pen van enkele der vele besproken zaken. Met
het oog op onze beschikbare ruimte moeten wij
tot het laatste besluiten.
Na een hartelijken welkomstgroet gaf de. spre
ker menigen nuttigen wenk, gericht aan het adres
van de vele landbouwers, die zich steeds kramp
achtig vasthouden aan de leer hunner vaderen
en den spot drijven met al wat nieuw heet.
Vervolgens betoogde hij de wenschelijkheid dat,
waar nog zooveel versnippering van landerijen
valt op te merken, meer aaneensluiting mocht
plaats hebbendat de korte zeven-jaarsche pacht-
termijnen mochten vervangen worden door ter
mijnen van minstens veertien, liefst Van een en
twintig jarendat iedere poging tot wijziging,
nog liever tot afschaffing van de jachtwet, en
evenzeer algemeene afkoop van tienden te beschou
wen zijn als zoovele schreden op de baan van
vooruitgang van den landbouw. Het zoogenaamde
drieslagstelsel, de kunstmest, de grondbewerking,
het nut van landbouwvereenigingen op het platte
land, bovenal onderwijs in den landbouw op de
lagere scholen, dit alles werd achtereenvolgens
op duidelijke wijze uiteengezet.
Het eerste gedeelte der lezing betrof de theorie,
het tweede, na de pauze, gold hare zuster de
practijk. De hoorders werden toen in kennis
gesteld met een tiental proeven, na herinnering aan
een reeds voorafgeganen wenk, dat proeven door
de landbouwers i n 't k 1 e i n begonnen, o o r d e el-
kundig genomen en v e r g e 1 ij k e nd beoordeeld
moeten worden. De bedoelde tien proeven, met
warmte ter behartiging aanbevolen, warena
afschaffing van braakb aankweeking van nieuwe
gewassenc aschbemesting van weidend gier-
bemesting van weidene kalkbemesting van klaver
f bewaring van mestkrachtg Chili-salpeterh
guano i aanaarding van aardappelen, en j af
snijding van ziek loof der aardappelplant als
middel tegen den voortgang der aardappelziekte.
De spreker eindigde met den wensch dat alle
aanwezige landbouwers, wier getal helaas weder
niet groot was, de aangegeven proeven nemen
zullen en hun daaraan verbonden opoffering er
toe leiden moge, dat dit jaar voor hen meer
gezegend zij dan het vorige.
Op Donderdag 31 dezer, des namiddags te 1
uur, zal de heer de Beste zijne tweede voordracht
alhier houden.
Gisteren avond is door het muziekgezelschap
Eensgezindheid te Vlissingen eene serenade ge
bracht aan Jan de Vlieger, de werkman die
wegens vijftigjarigen dienst als timmerman bij de
gemeente, gisteren avond van wege de Maat
schappij tot Nut van 't algemeen met eene zil
veren medaille werd bekroond.
Te Hansweert zijn in het jaar 1877 inge
klaard 3774 rivierschepen, 553 stoombooten en
1026 vischschuiten; uitgeklaard 3527 rivierschepen,
531 stoombooten en 1053 vischschuiten, alsmede
nog een 40tal zeeschepen.
De bevolking der gemeente Axel bedroeg
op 1 Januari 1877 3263 én op Ulto December
van dat jaar 3018 zielen.
Te Benswoude is op 45 jarigen leeftijd over
leden de heer G. den Berger, O. I. ambtenaar
met verlof, vroeger zee-officier en gedurenden vele
jaren secretaris van hét marine departement te
Batavia. Wie de beminnelijke: hoedanigheden van
geest en gemoed, die den overleden sierden,
hebben leeren waardeeren, zullen dit bericht onge
twijfeld met deelneming lezen.
De pogingen, door de sleepboot Hercules
gisteren met de stoompomp aangewend om den
bij ÏJftiuiden g-ezonken loodskotter N° 8 te lichten,
zijn mislukt. Het vaartuig was reeds geheel
doör het loopende zand ingesloten, zoodat de
zwaarste kabeltouwen als glas afbraken.
Door een Zeeuwschen correspondent der N.
Botf. Ct. wordt bij liet bestuur der exploitatie
maatschappij van staatspoorwegen aangedrongen
op het verkrijgbaar stellen van plaatskaartjes naar
Delft, aan het station te Goes, waar die, naar
het schijnt, niet te krijgen zijn.
Troonredestijl noemt men die inkleeding der
gedachte waardoor men, ten koste van de dui
delijkheid, de eenvoudige en gebruikelijke woorden
vermijdt en door omschrijvingen vervangt. Als
eene treffende proeve van dien stijl haalt de Tijd
uit de jongste parlementaire rede van den heer
Wintgens de volgende zinsnede aan:
De rede des ministers bracht hem eene fabel
te binnen „in welke de vacht van het onschul
digste en meest weerlooze schepsel uit het die
renrijk dienen moet om een gansch andere, niet
zoo onschuldige diersoort te bedekken."
De heer Wintgens bedoelde een lam en een wolf.
Naar men verneemt, is het maken van het
dok der Amsterdamsche droogdokmaatschappij
aan den minsten inschrijver, „The Skerne Iron
Works te Darlington", niet gegund, maar door
de directie opgedragen aan de vijfde inschrijvers,
de heeren Mitchel en Co. te New-Castle onTyne,
voor de som van f 689,000, of volgens sommigen,
bij nadere overeenkomst iets minder en op te
leveren in den tijd van negen maanden.
Een reddingboot gemerkt „Albert Edward
Londen", is aan het Vlie aangespoeld. In de
boot lagen zes lijken van mannende ongelukkir
gen waren blijkbaar eerst kortelings overleden
Niet alleen de provinciale hoofdsteden van
België zenden adressen van rouwbeklag aan den
koning van Italië, ook andere steden nemen aan
die demonstratie deel.
De behandeling van het proces tegen den
voormaligen kassier der Belgische bank, Kint de
Eoodenbeke, wordt zoolang verschoven tot zij
waarschijnlijk geheel onmogelijk zal worden. Een
van de voornaamste getuigen, de rechter Hauman,
die de zaak heeft geïnstrueerd, is overleden en Marie
Collart, alias Lolo, gaat naar Londen om in geen
geval, zelfs al wordt zij als getuige gedagvaard,
naar Brussel terug te keeren. Een justitie als de
Belgische is voor sommige invloedrijke schurken
goud waard.
buitenland.
Par|js. Er is hier sprake van een huwelijks
plan tusschen den kroonprins van Nederland en
de jongste dochter van de koningin van Engeland.
Petersburg. Volgens officieel bericht trok
SkobelefFs cavalerie den 16™ dezer Philippopel
binnen. Eenige Bulgaarsehe woningen werden
door de Turken in brand gestoken, doch de brand
werd door de Bussen gebluscht.
loonden. Daily Telegraph meldt, dat- groot
vorst Nicolaas verklaard heeft, dat hij met de
Turksche gevolmachtigden slechts te Adrianopel
wil onderhandelen en hij onmiddellijk overgave
dier stad geëischt heeft. De gevolmachtigden
hebben toegestemd en aan den Turkschen bevel
hebber is last tot ontruiming van Adrianopel
gegeven.
18 Jan. 's aV. 11 u. 36 gr.
19 's morg. 8 u. 36 gr. 's midd. 1 u, gr.
av. 6 u. 40 gr.
De behandeling van het adres van antwoord op
de troonrede van hare Britsche majesteit heeft in
beide huizen van het Engelsche parlement aanlei
ding gegeven tot uitvoerige discussies betreffende
de Oostersche politiek der regeering en den
toestand van het oogenblik, zonder echter, even
min als de koninklijke rede, veellicht te versprei
den. Nadat in het hoogerhuis lord Granville, in
het lagerhuis de markies van Harrington de
politiek der regeering hadden aangevallen als
inconsequent, Turkscligezind enz., en de vervroegde
bijeenroeping der kamers alsmede het voornemen tot
het aanvragen van credieten hadden afgekeurd, werd
de regeering verdedigd, respectievelijk door lord
Beaconsfield en sir Staffort Northcote.
Beide zeiden ongeveer hetzelfde en maakten
variaties op het oude, welbekende themaneu
traliteit tot zoolang' de belangen van Engeland
bedreigd worden. De regeering is getrouw geble
ven aan hare politiek en Engeland staat niet
alleen. Busland en Turkije, niet Groot-Brittannië
hebben het Europeesche congres verbroken. Indien
de door de regeering gekoesterde hoop mocht
worden verijdeld, en het vooruitzicht dreigend
worden zou de regeering, die verplicht is de be
langen van Engeland te verdedigen, niet aarzelen
een beroep te doen op het parlement. De bijeen
roeping der vertegenwoordiging wordt hierdoor
gerechtvaardigd, dat ieder oogenblik eene veran
dering in den toestand kan voorkomen, de regee
ring zou dan behoefte kunnen hebben aan het
advies en den steun van het parlement, maar dit
kan niet zoo spoedig worden bijeengeroepen,
daarom is het thans opgeroepen om aanwezig te
zijn, voor 't geval het noodig mocht wezen. Voor
't oogenblik echter heeft de regeering nog geen
voorstellen te doen, maar zal daarmede wachten
totdat de voorwaarden van Busland aan de
Turksche onderhandelaren zullen zijn bekend ge
maakt. Van die voorwaarden zal afhangen hoe
de regeering verder zal handelen. De stroom van
den oorlog nadert reeds landstreken waar Enge-
lands belang bij betrokken is, en zoo de kamer
geen vertrouwen in het ministerie stelt, moet zij
een ander aanwijzen dat zij haar vertrouwen kan
schenken; heeft echter het kabinet haar vertrou
wen niet verbeurd, dat zij het dan ook de mid
delen verschafte om zich dat vertrouwen meer en
meer waardig te maken.
Ziedaar het kort begrip van hetgeen namens
de regeering werd gesproken en over het alge
meen in het land een gunstigen indruk heeft ge
maakt, omdat men er uit heeft begrepen, dat de
regeering geen oorlog wil indien hij niet hoogst
noodzakelijk mocht worden. De heer Gladstone
was vooral voldaan over de verklaring, dat de
regeering geen voorstellen zou doen zoolang de
voorstellen van Busland haar niet bekend waren.
Het ontwerp-adres van het hoogerhuis werd
aangenomen, over dat van het lagerhuis zouden
de discussies tot gisteren avond worden verdaagd,
tengevolge van de aanbieding van een amende
ment van den heer Mitchell Henry om de ver
plichting van het parlement te erkennen tot
een zoo spoedig mogelijk onderzoek der
nationale eischen van de bevolking van Ierland.
Verscheidene'Iersche afgevaardigden ondersteunden
het amendement, welks lot gisteren avond wel
zal zijn beslist.
Ook in Weenen is de kalmeerende taal dei-
koningin van Engeland niet zonder invloed geble
ven. Een telegram uit de Oostenrijksche hoofdstad
meldt dat de onrust, verwekt door een verkeerde
opvatting der laatste diplomatieke nota's van
OostenrijkHongarije, door de Engelsche troonrede
is bedaard, doch dat de gereserveerde houding
van Engeland de onzekerheid der Oostenrijksch
Hongaarsche regeering zal verhoogen. Hieruit
blijkt dus opnieuw, dat er overeenstemming be
staat tusschen de politiek van beide rijken.
Eindelijk kreeg gisteren de heer Gavardie in
den Franschen senaat gelegenheid om de regeering
te interpelleeren over de onwettigheid der gemeen
teraadsverkiezingen en de benoeming van maires,
die nog geen jaar buiten functie waren geweest.
Tot bewijs van zijne grieven voerde de interpel-
lant eenige wetsbepalingen aan. Hij erkende echter
tevens, dat zij wel niet rechtstreeks waren ge
schonden, maar men verdraaide de beteekenis er
van. Eensklaps begon hij over het oude stok
paard der rechterzijde „het maatschappelijke ge
vaar" te spreken, wees op de demonstratie bij de
begrafenis van den heer Baspail en beweerde dat
de heer Gambetta de gematigde republiek had
vermoord.
Over deze uitdrukking werd hij echter door den
voorzitter berispt. Hij werd beantwoord dooi
den minister-président Dufauro, die het betreurde,
dat de publieke opinie zich niet beter rekenschap
geeft van den toestand. Hij verdedigde de han
delwijze der regeering, zoowel ten aanzien van de
gemeenteraadsverkiezingen als van de benoemingen
van maires als volkomen wettig, doch de heer
Gavardie bleef zijne uitlegging der wet als de
ware beschouwen. Hij wilde echter geen votum
uitlokken, maar deed een beroep op het conser
vatief gevoel. Daarmede was de zaak uit. De
heer Krantz bracht verslag uit van de werkzaam
heid der commissie van 18 leden tot het onderzoek
der quaesties betreffende de uitvoering van groote