Benoemingen en besluiten 0 n d e r w ij s. Kerknieuws. Kunstnieuws. Marine en leger, Rechtzaken. trouwen Het blijkt hieruit, zoowel als uit het goede gevolg dat onze vroegere mededee- lingen omtrent de partij-organisatie gehad hebben, dat een weinig meer openbaarheid omtrent de faits et gestes der liberalen i n de kamer niet overbodig is, wanneer men de medewerking der liberalen buiten de kamer verlangt. Die medewerking zal echter, meer dan van alle geschrijf, het gevolg wezen van de over tuiging, dat de organisatie der kamer-meerder heid de verwezenlijking der liberale beginse len ten gevolge heeft. De aanstaande bijeen komst der tweede kamer zal, vertrouwen wij, krachtig medewerken tot het vestigen dezer overtuiging. Naarmate het liberale land zich nauwer betrokken voelt bij de instandhouding dier organisatie, zal het zich meer geneigd voelen om haar in leven te houden en te versterken. Achten de leiders der meerder heid het daartoe noodig dat aan ministers tevens het mandaat van volksvertegenwoordiger op gedragen worde, dan zal het verzet tegen deze nieuwigheid ook wel van lieverlede zijne kracht verliezen. De opmerking, in ons nommer van gisteren van deskundige zijde gemaakt over „oever-verdedi ging", met aanhaling van hetgeen sedert eenige jaren aan den Veerschen wal geschiedt als voorbeeld, geeft aan een ander inzender aanleiding tot de volgende repliek, die wij, ter bevordering eener vruchtbare gedachtenwisseling, gaarne opnemen „Zonder in beoordeeling te willen treden over de meening van „een deskundig»" dat de vorming van een zandplaat tegenover een inscharenden oever het gevolg en niet de oorzaak der inscha- ring is, komt het door hem gekozen voorbeeld mij minder juist voor. Men kan toch het uit baggeren van den kanaalmond te Veere niet noemen het opruimen, zooals V. (de schrijver van het ingezonden stuk in de M. Ct. van Woensdag) zou wenschen, van de zandplaat die zich tot midden in het Veergat uitstrekt. M. i. blijkt dus niet uit hetgeen bij Veere geschiedt, dat het door V. aangegeven middel van oeververdediging niet zou helpen." de ministerstafel onvoltallig was geworden, thans is aangevuld met de heeren van Houten, Miran- dolle en Idzerda. De twee overige leden, die in deze commissie zitting hebben, zijn de heeren Blussé en van de Putte. Ook het bericht dat de heer van LansbeA wegens ziekte zijn ontslag als gouverneur-geniaal van N. I. gevraagd zou hebben, wordt door het Va derland ongegrond verklaard. Dat omtrent den gezondheidstoestand van den heer van Lansberge reeds eenigen tijd geleden on gunstige berichten uit Indië kwamen, is echter een bekende zaak. Het doet ons evenwel leed dat onze berichtge ver, wiens inlichtingen bij ons anders als Volkomen vertrouwbaar bekend staan, zich bij deze gele genheid tot het putten uit eene minder goede bron heeft laten verleiden. Eene buitengewone algemeene vergadering van de vereeniging Eigen hulp zal worden gehouden te 's Gravenhage op Zaterdag 9 Februari 1878, 's middags te 12 uren, in het gebouw voor kunsten en wetenschappen. In die vergadering zal de behandeling der vol gende onderwerpen aan de orde worden gesteld a. benoeming van eene commissie van drie leden tot onderzoek der rekening. b. overweging van hetgeen kan geschieden in zake de borgstellingen van rekenplichtige ambte naren. c. aanvulling, voor zooveel noodig, van den raad van toezicht; d. voorstel van het hoofdbestuur tot oprichting eener algemeene afdeeling voor de geheele vereeni ging, onder den naam van „spaar- en voorschot- kas", volgens de grondslagen, vervat in de circulaire van 15 November, nadat dit ontwerp in overleg met eene te benoemen commissie met inacht neming van de opmerkingen, welke daaromtrent door de districten en bijzondere leden der ver eeniging zijn medegedeeld, gewijzigd, en door het hoofdbestuur gezamenlijk met die commissie vastgesteld zal zijn. De aanneming van dit voorstel wordt geacht tevens machtiging te bevatten voor liet hoofdbe stuur, om al datgene ten koste der vereeniging te doen wat tot het op die wijze tot stand brengen van zoodanige algemeene gevorderd wordt. Een onverwachte dood trof gisteren een onzer meest geachte landgenooten, mr. J. D. W. Pape, president van den hoogen raad. Te ongeveer halfvijf uur weid hij op straat te 's Gravenhage door een beroerte overvallen. Nadat hij per rijtuig naar zijne woning aan den Nieuwen Uitleg txtciq VArvnfitd fin- wiana KnV aldaar onverwijld werd ingeroepen, reeds geen hoop meer geven op behoud. Kort daarna ont sliep de waardige rechtsgeleerde. De heer Pape bekleedde eerst sedert den 7™ November jl., na het overlijden van mr. de Greve, de hoogste rechterlijke waardigheid in ons land. Hij was den 1" December 1871 den heer mr. B. van den Velden als vice-president opgevolgd en had sedert den 17en Maart 1854 in den hoogen raad zitting. Vóór deze laatste benoeming vinden wij hem als officier van justitie bij de arrondis- sements-rechtbank te 's Hertogenbosch en in an dere rechterlijke betrekkingen in Noord-Brabant werkzaam. Hij was met het ridderkruis der orde van den Ned. Leeuw en met het groot-officiers- kruis der orde van de Eikekroon begiftigd. De Haagsche correspondent der „Zutfensche Ct." deelt mede, dat de commissie van vijven uit de liberale partij van de tweede kamer, welke com missie eerst door het overgaan van den heer de Vries naar den raad van state en later door het verhuizen van de heeren de Roo en Smidt naar dien Pruisischen indringer die zich hier neder gezet heeft! Zoudt gij het willen loochenen dat de kleine dienst, dien hij ons bewees, volstrekt niet zoo - eel ophef waard was, als gij er van maaktet; zoudt gij willen loochenen dat gij vriendelijker en beleefder tegen hem gesproken hebt, dan tegen uw eigen vleeschelijken neef, den armen Charles?" „Loochenen vroeg het jonge meisje trotsch. „Waarom zou ik een mijner handelingen looche nen Ik ben bereid ze alle tegenover de geheele wereld gestand te doen en daarom maak ik er ook geen geheim van, dat ik voornemens ben onzen nieuwen buurman elke vriendelijkheid te bewijzen, die in mijn vermogen is en hem eiken dienst te bewijzen waartoe ik in de gelegenheid ben. Want behalve dat hij tot een natie behoort, waarvoor ik groote sympathie heb, heeft alles wat ik van den man gehoord heb mij oprechte achting voor hem ingeboezemd en daarenboven heeft zijn flinke persoonlijkheid en zijn krachtig, mannelijk voor komen een zeer aangenamen indruk op mij ge maakt. Wordt vervolgd.) Terwijl de laatste officieele berichten, 'van den heer Schouw Santvoort ontvangen, van den 11™ November gedagteekend zijn, zijn particuliere berichten te Amsterdam ontvangen, die eenig licht g^'en omtrent den datum van zijn overlijden en l'°° nk, dit verlies in Diambi maakte. „Op den November 's avonds zat hij tot Hl uur bij ons nog in den maneschijn gezond en wel; alleen zeide hij toen, dat hij wat slaperig wasden volgenden dag werd hij door zijn be diende wakker geroepen en toen men, na geen antwoord ontvangen te hebben, zijn kamer bin nendrong, bleek het, dat hij reeds voor eenigen tijd in zijn bed was overleden hij scheen in zijn slaap heel kalm gestorven te zijn en bij onderzoek bleek het den geneesheer, dat hij den natuurlijken dood was gestorven. Vooral in de tevreden stemming, waarin hijin den laatsten tijd verkeerde, missen wij hem dubbel. In het begin had hij zich wel wat zwaartillend voorge daan, maar hij werd later zoo gezellig en vroolijk, naarmate de zwarigheden, die hij zich had voor gesteld, langzamerhand hare oplossing vonden. Voor zijne begrafenis is door den politiekon agent zoo plechtig mogelijk gezorgdeen lange stoet vergezelde hem naar zijne laatste rustplaats; alle, voornaamste Djambineesche hoofden waren tegen woordig." (Hbl.) Te Rotterdam is Dinsdagavond een vergadering gehouden, door vijftien ingezetenen bijeengeroepen, om voorlo'opig van gedachten te' wisselen over de oprichting eener kamer van arbitrage voor han delsgeschillen. Omtrent de wenschelijkheid-eener andere wijze van rechtspleging, dan bij de rechterlijke macht gevolgd moet worden, bestond geen verschil van gevoelen. Men wenschte sneller, goedkooper recht en meer gezag van handelsgebruiken. Tegen de rechtspraak van scheidslieden, 'zooals de wet die kent en beperkt, had men ook bezwaar. Vandaar het streven naar een college, dat volgens billijk heid zonder beroep beslist. Als bezwaren voerde men aan, dat vele han delsgebruiken moeilijk zijn te formuleeren .en inen dus hulp van rechtsgeleerden zou noodig hebben, op wie ten slotte alles zou neerkomen. Vele geschillen, die nu door eene schikking .ein digen, zouden tot gedingen voor de kamer van arbitrage leiden, enz. Men meende echter dat het raadzaam ware een proef te nemen en sprak verder over de wijze van samenstelling en van procedeeren. Het denk beeld werd geopperd de leden der kamer, die het volle vertrouwen ook buitenslands moet hebben, door de consuls te doen benoemen uit een voor dracht vanwege de kamer van koophandel. Aan een commissie werd ten slotte opgedragen het plan verder voor te bereiden; zij bestaat uit de heeren mr. M. Mees, mr. C. C. Dutilh, B. P. van IJsselstéiü, G. S. Pieters en F. Koch, Ter vervanging van de woorden: „in- en uit gaande rechten", voorkomende in de benaming van de administratie en van de kantoren en in de titulatuur der ambtenaren van 's rijks belas tingen, wordt voortaan het woord„invoerrech ten" gebruikt. Goesche Ct.) Men schrijft uit 's Hage aan de Amh. Ct. „Tot mijne verwondering heeft hier te lande geen der dagbladen de aandacht gevestigd op de voor Nederland belangrijke verklaring, die de Pruisische minister Achenbach onlangs in het huis der Abgeordneten heeft afgelegd. Die minister zeide, dat hij er geen geheim van maakte dat de Pruisische regeering gebruik zal maken van de rechten, haar bij de concessie verleend, om te naasten het gedeelte op Pruisisch gebied van den spoorweg van Oberhausen naar Arnhem, benevens de spoorbrug over den Rijn te Keulen, toebe- hoorende aan den KeulenMindener spoorweg. „Is de Pruisische staat eenmaal eigenaar van het gedeelte Oberhausen-grens, dan is het gemak kelijk de Nederlandsche Rijnspoorwegmaatschappij te dwingen om de Pruisische treiiien bijvoorbeeld tot Arnhem of Utrecht te laten doorloopen. Het is te hopen, dat de Nederlandsche regeering in tijds maatregelen zal nemen, om dit kwaad zoo veel mogelijk tegen te gaan." Bij het ministerie van koloniën is bericht ont vangen, dat aan boord van het vermiste stoomschip Friesland waren ingescheept de volgende militairen de adjudant-onderofficier schrijver C. I. Verkusèn, geboren te Brummen, de serg. der inf. J. M. G. Crans, geb. te Maastricht, de serg.-majoor dei- genie J. C. Terbruggen, geb. te Utrecht, de serg. der inf. J. F. Deeman, geb. te Amsterdam, de serg. der inf. P. Rond, geb. te Wormerveéf, de serg. der inf. F. Struyk, geb. te Assen, de serg. der inf. M. van de Rijt, geb. te Stratum No.ord- Brabant); de ziekenvader G. E. Begre, geb. te Ligerz (Zwitserland), de ziekenvader A. Bühler, geb. te Niederroeningen (Zwitserland), de serg. der inf. P. Scheltema, geb. te Leek (Groningen), de korporaal der inf. W. A. H. van Alphen, geb. te Leeuwarden, de korporaal der cavalerie G. C. F. J. Kern, geb. te Breda; de soldaten der infanterieJ. Reuter, geb. te Hollerich (Luxemburg)H. Declerqgeb. te Thourout (België) J. G. SChleck, geb. te Cornesse (Bel gië); M. Meulensteen, geb. te Tilburg; P. van Hoek, geb. te Oosterhout; M. Berard, geb. te Jülich (Pruisen); J. O. Jacquin, geb. teVerrières (Frankrijk); D. Onvlee, geb. te LeidenE. Brocke, geb. te Oosterloo (België); K. Stinissen, geb. te Goor; F. van Wassenhove, geb. te Aeltre (België); A. Guinze, geb. te Tourcoing (Frankrijk); G. B. de Blaauw, geb. te Amsterdam C. Petit, geb. te Tttiljo 7 Ar. A. Moiaöj gt/fr- Do Amotordam Cr- G-. van Grinsven, geb. te 's Bosch; G. Kuyper, geb, te Krommenie; en M. S. Goldstein, geb. te Grodens (Polen); de soldaat der cavalerie H. C. Wunderlieh, geb. te 's Hagede kanonier P. Brijker, geb. te Franeker; de ziekenoppassers Th. E. Witt- wer, geb. te Verrières (Zwitserland); en J. Leeg water, geb. te Berkhout (Noord-Holland). Blijkens mededeeling van de reederijwa ren bovendien aan boord 15 onderofficieren en minderen, die vermoedelijk reeds vroeger in Indië den dienst verlaten hadden, en niet door tusschén- komst der "militaire' overheid werden ingescheept. Hun namen zijn nog niet bij het departement van koloniën of de reederij bekend. De Staats-courant van heden bevat de wet van den 24™ December 1877houdende definitieve vaststelling der koloniale huishoudelijke begrooting van Curasao voor het dienstjaar 1878. Blijkens bekendmaking van gedeputeerde staten van Zeeland in het Provinciaal blad n". 6 is door hen het tijdstip vastgesteld waarop de herijk dei- maten en gewichten in het loopende jaar zal plaats hebben. Voor zooveel Walcheren betreft, zal die geschieden: te Middelburg, ook voor St Laurens, 4—8, 1115, 1822, 25 en 26 Februarite Veere, ook voor Vrouwepolder, 1 Juli; te Arne- muiden, ook voor Nieuw- en St. Joosland, 2 Juli; te Oost- en West-Souburg, ook voor Ritthein, 3 Juli; te Vlissingen 46 en 812 Juli; te Serooskerke 15 Juli des voormiddagsOostkapelle, ook voor Grijpskerke, 15 Juli des namiddags; Domburg, ook voor Aagtekerke, 16 Juli; West- kapelle, ook voor Zoutelande, 17 JuliKoudekerke, ook voor Melis- en Biggekerke, 18 Juli. staats-exajiens. Benoemd tot lid der com missie belast met het afnemen der examens voor de aanstelling van leerling-consuls dr. H. R. F. Hubrecht. directeur der openbare handelschool te Amsterdam. burgemeesters. Benoemd tot burgemeester van Heille J. Sanders en tot burgemeester van St. Anna ter Muiden J. H. Hennequin, secretaris dier gemeente, teneinde die betrekkingen gelijk tijdig met het burgemeesters-ambt van Sluis te bekleeden. [Gisteren reeds ouder „Tel. ber." gemeld.] onderscheidingen. Vergunning verleend aan den Oost-Indischen ambtenaar dr. R. A. C. C. Scheffer, directeur van 's lands plantentuin te Buitenzorg (eiland Java), tot het aannemen der versierselen van officier der koninklijke orde van Cambodja, hem door Z. M. den koning van Cambodja geschonken. De gemeenteraad van Deventer heeft voor het bouwen van een rijkskweekschool voor huipon- wijzers met daaraan verbonden leerschool aldaar, een bijdrage van f 35,000 toegezegd. De heer J. H. Klappert vierde den 14™ de zer het feest van de 50jarige vervulling zijner betrekking als hoofdonderwijzer te Nijmegen. Vele blijken van waardering vielen den geachten man bij deze gelegenheid te beurt. Door het ge zang zijner leerlingen bij zijne komst in het ver sierde schoollokaal begroet, werd hem uit hun naam een fraaie armstoel aangeboden. Andere be langstellende vrienden schonken hem een sierlijk meubelstuk, terwijl hem des avonds, bij het bren gen eener serenade met fakkellicht, door een aan tal oud-leerlingen mede een prachtig geschenk werd aangeboden. Ook door vele autoriteiten werden hem ondubbelzinnige blijken van waar deering gegeven, terwijl de schoolopziener in het district hem, namens de regeering, de zilveren medaille overreikte, met welke de trouwe en langdurige diensten van onderwijzers in ons land officieel beloond heeten te worden. De lessen aan de theologische school te Kam pen zijn weer begonnen. Het aantal studenten bedraagt thans 83. Het groote stuk van den schilder Jan van Beers, voorstellende: „de uitvaart van Karei den Goede te Brugge," dat op de jongste stedelijke tentoonstelling van levende meesters te Amsterdam bekroond werd en zoo in België als in Frankrijk zeer de aandacht trok, is aangekocht en ter be zichtiging gesteld in het museum voor moderne kunst te Amsterdam. Op het aanstaande stadsconcert te Utrecht (26 Jan.) zal Johannes Brahms zijn le symphonie (in C-moll) zelf dirigeeren en zullen diens „Neue Liebeslieder" worden uitgevoerd. Op het jaarlijksche Vincentius-concert te Am sterdam, dat 28 Febr. zal plaats vinden, zal het nog nooit hier te lande gehoorde oratorium van Benoit, „Lucifer", tekst van Em. Hiel, worden uitgevoerd. (Cecilia.) De officier van gezondheid 28 klasse M. Steens- ma, laatst behoord hebbende tot het eskader in Oost-Indie en van daar den 10™ dezer in Neder land teruggekeerd, is met dien datum op nonac tiviteit gesteld. De minister van waterstaat, handel en nij verheid brengt in de Staats-courant ter kennis van belanghebbenden, dat zij, die voor eene benoeming als opzichter der 2e klasse voor het stoomwezen, op eene jaarwedde van f 800, in aanmerking wenschen te komen, zich vóór 12 Februari a. met hun verzoek schriftelijk behooren aan te melden bij het departement van waterstaat enz. met overlegging van hunne geboorte-akte en zoodanige getuigschriften of verklaringen, waar uit blijkt, dat de adressant in allen deele prak tisch ervaren is in de kennis van de samenstelling en het onderzoek van stoomketels, benevens eene verklaring van een geneesheer, dat hij, wat lichaamsbouw betreft, geschikt is voor de uit oefening der betrekking. In de vorige week werd de bekende zaak tus- schen Chassepot, te Parijs, en de Beaumont, wapen fabrikant te Maastricht, voor het gerechtshof te 's Hertogenbosch behandeld. De daartoe aange wezen deskundigen, de heeren Risseeuw, hoofd van de commissie belast met de keuring der wapenen te Maastricht, Joost, gewezen secretaris bij de commissie met de beproeving der achter- laadgeweren belast, en van Breda, werkzaam aan 's rijks geweerwinkel te Delft, brachten een zeer uitvoerig verslag uit, waarvan de conclusie was dat het stelsel de Beaumont niet bevatte een namaaksel van het stelsel Chassepot. Evenals bij de vroegere behandelingen traden ook nu weder op voor den appellant Chassepot de advocaat mr. L. Nijpels van Maastricht en voor den geïntimeerde de Beaumont mr. D. van Eek, advocaat te 's Gravenhage. Na een pleidooi van vier uren deelde het hof mede, dat het over zes weken uitspraak zou doen. Dinsdag morgen werd door den kommandant aan boord van het wachtschip te Helder, aan den heer Weckesser, kapelmeester van het stafmuzielc- korps bij het marine-instituut, een fraaie dirigeerstok namens de officieren aangeboden als een blijk van waardeering voor zijne goede zorgen tot samen stelling van het verdienstelijk muziekkorps. Zondag avond te ruim 9 uur is van een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1878 | | pagina 2