N®. 8.
121e* J aar gang.
1878.
Donderdag
10 Januari.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten enz.van 1—7 regels 1,50
iedere regel meer 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffite C°. te Brussel en Parijs.
BERICHT.
Van heden af wordt de prijslijst van
effecten opnieuw aanmerkelijk vergroot.
Tevens wordt de volgorde der effec
ten in overeenstemming gebracht met
die van de officieele prijscourant der
Amsterdamsche beurs.
Door deze uitbreiding en wijziging,
welke geschied zijn in overleg met ver
schillende effectenhandelaars, zoo hier
als te Vlissingen en Goes, vertrouwen
wij aan het ons gebleken verlangen van
vele onzer lezers te voldoen.
Middelburg, 9 Januari.
3.
JONKER PAUL.
r.
De Directie der
Middeeburgsche Courant.
Heden voormiddag werd in het „gerechtsgebouw"
alhier de eerste zitting voor burgerlijke zaken
door de arrondissements-rechtbank gehouden.
Alvorens deze zitting geopend werd hield de
president jhr. mr. A. van Reigersberg Versluijs,
in tegenwoordigheid van alle leden der rechtbank,
de ambtenaren van het openbaar ministerie, de
griffiers en vele advocaten en procureurs, eene
kernachtige, recht hartelijke toespraak. Hij bracht
allen aanwezigen een welkomstgroet bij deze
eerste zitting in het nieuwe jaar en in dit voor
de rechtbank nieuwe gerechtsgebouw. Hij wenschte
dat zij allen èn in hun maatschappelijken èn in
hun huiselijken kring dit jaar gelukkig zullen
mogen zijn. Hij onderstelde, dat allen dit nieuwe
jaar met vertrouwen en met goede verwachting
hebben begroet. Met hem althans was dit het
geval en wel op grond van de sedert de weinige
maanden, gedurende welke hij zijne eervolle be
trekking bij dit college bekleedt, reeds verkregen
ervaring van den goeden geest die onderling
bestaat en die zich kenmerkt door een aangena-
men en vertrouwelijken omgang.
Ook heette hij allen in het nieuwe gerechtsge
bouw welkom, in de hoop dat zij er lang te zamen
in werkzaam zullen mogen zijn. Hij achtte zich
terplicht in het openbaar een woord van erken
telijkheid te wijden aan den man, wien de recht
bank het gebruik van dit gebouw vooral te dan-
:.'i
FETJILLET03ST.
Een vertelling van Hans Warring.
II.
Terwijl hij dit zei lag er onmiskenbaar een
uitdrukking van gulle goedhartigheid op zijn ge
laat en in zijn stem en daarbij fonkelden zijn oogen
zóo vroolijk onder de dikke wenkbrauwen en
verkondigden zoo duidelijk dat zijn kwade luim
Voorbij was, dat ook Marie haar toorn gedeelte
lijk voelde afnemen. Zij bedacht op eens dat
ze reeds meermalen de opmerking gemaakt had
dat mijnheer Kayser bijzonder vroolijk en gezellig
werd, zoodra hij haar door zijne cynische gezeg
den tot de uiting van haar verbolgenheid had
gebracht. Zij nam zich voor, hem voortaan dat
genoegen niet meer te doen smaken.
„Maar wat was het dan dat u behalve mijn
halstarrigheid zoo uit uw humeur gebracht heeft
vroeg Reinhard, die een stilzwijgend maar zéér
gretig toehoorder was geweest bij dezen kleinen
woordenstrijd. „Heeft uw pupil weer voorschot
gevraagd? Of heeft zij u gemeld dat zij zich in
Baden verteelt en terug wil komen, of wat is er
gebeurd?"
- de hemel zij gedankt van die heb
ken heeftaan den man die, hoezeer ook verschillend
beoordeeld, ongetwijfeld toch door iedereen om
zijne bekwaamheden gehuldigd wordt, den voor-,
maligen minister van justitie, baron van Lijnden
van Sandenburg, die der rechtbank een gebouw
heeft verschaft,, den dienst van Themis waardig.
Ook den heer commissaris des konings in dit
gewest brachthij dank voor zijne bemoeiingen
in deze.
Wat hem persoonlijk aangaat, verklaarde de
voorzitter dat hij bij het verlaten der oude rechts
zaal na de laatste zitting een eenigszins weemoe
dig gevoel ondervond't was toch de plaats waar
dit college gedurende 66 jaren haren zetel heeft
gehad, waar hij-zelf 20 jaren in verschillende
betrekkingen is werkzaam geweesthet was voor
hem een afgesloten levenstijdperk, terwijl niemand
meer met hem is van die vroeger met hem waren.
Aan den anderen kant is dit nieuwe rechtsgebouw
hein dubbel lief, daar 't het huis is waarin zijne
ouders zoovele gelukkige uren hebben doorge
bracht en dat ook hem dierbaar is. Zonder uit
spraak te willeu doen omtrent bouwstijl en vormen
in de 17e en in de 18? eeuw, verheugde hij er
zich over dat de rechtbank thans gevestigd is in
ëen gebouw der 18® eeuw met helder licht en
aangename vormen, in overeenstemming waarmede
eene goede rechtspraak mag worden gewenscht
èn verwacht, gesteund door voortdurende onder
linge samenwerking en wederkeerige welwillendheid.
Op uit". December jl. bedroeg de bevolking
van Middelburg 7298 mannen en 8766 vróuwen
samen 16,064, zijnde 52 mannen en 58 Vrouwen,
dus samen 110 personen, meer dan bij den aanvang
des jaars.
In den loop van 1877 is de bevolking vermeer
derd met 1054 van elders gekomenen en 481
geborenen (van welke laatsten 261 jongens en
220 meisjes, terwijl 30 onechte kinderen geboren
werden), samen dus met 1535 personen. Daaren
tegen zijn van hier vertrokken 1121 en overign
304 personen, samen 1425 (waarvan 711 maniren
en 714 vrouwen).
Het getal gesloten huwelijken bedroeg 137,
terwijl 7 huwelijken door echtscheiding ontbonden
werden.
Naar wij vernemen heeft het bestuur der alhier
gevestigde afdeeling van het anti-dienstvervan-
gingsbond een adres van instemming ingediend
met het adres, door het hoofdbestuur van het
bond aan Z. M. den koning aangeboden, waarin
aangedrongen wordt op de afschaffing der dienst-
vervanging,bij de aanstaande herziening van de
militie-wet.
ik voorloopig rust. Die is in goede handen en
amuseert zich best in de buurt van Straatsburg.
Het onheil komt van een anderen kant. Mijn
nicht schrijft mij in een bespottelijken brief dat
zij niet langer in het instituut kan blijven. Zij
heeft al driemaal den cursus doorgemaakt en kan
er niets meer leerenzegt zij. Zij wil tegen den
herfst een betrekking als onderwijzeres aanvaarden.
Wat een onzin Alsof zij, omdat ze daar niets
meer kan leeren, terstond een plaats moet verlaten,
waar ze tot haar eigen heil en welzijn zoo goed
geborgen wasZij kan dat hooge leergeld niet
langer met een zuiver geweten van mij aannemen.
Alsof ik niet gaarne het dubbele, ja het driedub
bele zou betalen, als ze maar bleef waar ze is en
mij niet met zulke dwaze voorstellen lastig viel
„Gij zijt geen beminnelijke oom, mijnheer Kay
ser," zei Marie.
„Het is ook volstrekt mijn bedoeling niet dat te
zijn," antwoordde hij beleefd.
„Maar ik ben niettemin voornemens mijn plicht
jegens het kind van mijn broer te vervullen.
Daarom heb ik den brief van de directrice
want van die dame heb ik ook een lang epistel
ontvangen, met de aangename tijding dat een
verblijf van eenige weken buiten, dringend nood
zakelijk is voor de gezondheid mijner nicht in
dier voege beantwoord dat ze het kind hierheen
moet zenden. Ik hoop dat ze aan mijn tafel beter
zal gedijen dan bij al dien geleerden schoolkost."
„En wat zijn dan uwe verdere plannen met uw
nicht vroeg Marie.
Bij de verkiezing van een lid voor den gemeen
teraad te Arnemuiden op 8 dezer, zijn van de
41 geldige stemmen uitgebracht opAndries
Boogert 16, M. Hoveijn 12 en J. Koster 7 stem
men, terwijl 6 stemmen op onderscheidene perso
nen waren verdeeld.
Er moet alzoo eene herstemming plaats hebben
tusschen de heeren A. Boogert en M. Hoveijn.
Naar wij vernemen zal in de maand Februari
a. 3. eene algemeene vergadering der vereeniging
Eigen hulp (waarvan het hoofdbestuur te 's Hage
gevestigd is) plaats hebben, waarop de spaar- en
voorschotkassen zoomede de borgstellingen voor
comptabelen zullen behandeld worden.
Aan alle vereenigingen, die zich tot dusver van
anti-revolutionairen kant met de leiding der ver
kiezingen hebben belast, is door „het Centraal-
comité" (dr. A. Kuyper, voorzitter, J. A. Wormser,
secretaris, en E. W. Ileyblom, thesaurier) een
circulaire gezonden, bevattende een program als
grondslag voor het verkiezingswerk. Dat pro
gram, in 18 stellingen vervat, heeft in substantie
de goedkeuring van prof. de Heer, prof. Gratama,
en den heer de Savomin Lobman weggedragen en is
reeds door verscheiden vereenigingen overgenomen.
Ook de „Standaard" sluit er zich bij aan.
In het laatste artikel van dit programma wordt
verklaard dat de „anti-revolutionaire richting, om
hare beginselen ingang te doen vinden, de zelf
standigheid van hare partij handhaaft; zich bij
geen andere partij laat indeêlen en slechts dan
samenwerking met andere partijen aanvaardt,indien
die door een vooraf wel omschreven program,
met ongekrenkt behoud van hare onafhankelijkheid,
kan worden verkregen. Reden waarom zij bij
eerste stemming gewoonlijk met een eigen candi-
datuur aan de staatkundige verkiezingen deelneemt,
en, bij herstemming, zich voorbehoudt te han
delen naar omstandigheden."
Wil men nu weten op welke manier de anti
revolutionairen deze algemeene stelling in een
bepaald geval toepassen?
Eenigen tijd geleden verklaarde de Standaard
„dat zij in de eerste plaats liefst de heeren Heems
kerk, van Lijnden, van Goltstein en van der Heim
gekozen zag."
Tot groote verwondering van de redactie, gaf
deze verklaring aanleiding tot misverstand.
Daarom legt zij haar nu als volgt uit
„Bij de aanstaande verkiezing bestaat er voor
ons in niet éen district kans om er zelf een eigen
candidaat door te halen.
„Dit te doen met de hulp van Roomsch of
conservatief, is, in de gegeven omstandigheden,
stellig ohgefadën.
„Tegen den herfst moet zij natuurlijk weer naar
school. Ik wil haar onder vreemden niet in een
afhankelijke positie geplaatst zien en als ik
haar bij mij hield, zou mij dat op den langen
duur misschien onaangenaam zijn".
„En haar misschien niet minder," vond Marie.
„Zij zou naar een rustigen werkkring zoeken.
Een doelloos en werkeloos leven, al is het nog
zoo aangenaam, kan op den duur niemand
bevredigen".
„Bevredigen! Natuurlijk zal het haar niet
bevredigenmaar wat kan ik daaraan doen Of
ik zou haar een man moeten bezorgen; want ik
v.oor mij ken maar éen roeping waartoe de vrouw
door de natuur bestemd is, namelijk om te trou
wen en kinderen groot te brengen."
Wederom voelde Marie haar toorn opwellen en
wederom hief zij het hoofd met een trotsche be
weging opmaar toen zij den blik van haar gast
ontmoette, die haar met een listige, afwachtende
uitdrukking aanstaarde onderdrukte zij haar
verontwaardiging weder.
„Ik geef den strijd met u op, mijnheer", zei zij
met kalme waardigheid, „te meer omdat ik er
volstrekt geen belang bij heb of ik u van uwe
opvattingen genees of niet."
"Zij had haar maal geëindigd en stond van
tafel op. „Ik hoop dat de heeren het niet
kwalijk nemen", sprak ze, terwijl ze naar de
deur ging „maar ik laat nieuwe bloemperken
aanleggen en ik vrees dat men mijne bevelen
niet opvolgt."
„Er zal dus geen anti-revolutionair, maar een
Roomsch, een radicaal of een conservatief gekozen
worden.
„Nu zien we niet in, waarom er nog meer
radicalen in de kamer zouden komen.
„Evenmin komt ons een Roomsche keuze
gewenscht voor.
„Rest alzoo de conservatieve keuze.
„En die zagen we ditmaal het liefst: 1° wijl de
conservatieven ons op dit oogenblik niet het
minste kwaad kunnen doen, en 2° omdat er
knappe, door en door kundige Candida ten beschik
baar zijn, die toch eigenlijk in de kamer hooren.
„In zoover zijn we dus vergelijkenderwijs
vóór hen.
„Wat intusschen volstrekt niet wegneemt, dat
wij onzerzijds niet alleen geen hand zullen uitsteken
om ze er te brengen, maar bij de stembus door
onze candidaturen zeer beslist tegen hen zullen
optreden.
„Door anders te handelen, zouden we on3
schuldig maken aan inconsequentie en het met
veel moeite gewonnen terrein weer prijsgeven.
En daar nu denkt geen onzer aan.
„We wijken geen duimbreed!"
Van allen omhaal en grootspraak ontdaan
komt deze verklaring hierop neer: „we zullen
eerst zien hoever we het zelf kunnen brengen en
daarna zullen we ons behelpen met ieder die
maar niet liberaal is."
Precies wat de anti-revolutionairen hun leven
lang gedaan hebben
De Staats-courant van heden bevat de wet van
23 December jl., houdende vaststelling van hoofdstuk
VI der staatsbegrooting voor het dienstjaar 1878.
In het tijdperk van vier weken, 2 Decem
ber tot 29 December 1877, zijn, blijkens ingekomen
ambtsberichten, door longziekte aangetast: in
Noord-Brabant 2 runderen, in Zuid-Holland 16,
in Noord-Holland 1, in Friesland 14, in Limburg
1, totaal 34 runderen.
In het vorige tijdperk van vier weken waren
37 runderen door die ziekte aangetast.
Gedurende het afgeloopen jaar (31 December
1876 tot 29 December 1877) werd longziekte
waargenomen bij 956 runderen.
In het jaar 1876, 1723 runderen, in het jaar
1875, 2227, in het jaar 1874, 2414, in het jaar
1873, 2479, in het jaar 1872, 4009, in het jaar
1871, 6078 runderen. Staats-eour
Weder verneemt het Handelsblad klachten over
het oponthoud dat de scheepvaart ondervindt, door
dien de Noordzeesluizen bij dag tot spuiing worden
Toen zij haar gast met een vluchtigen blik
aanzag, maakte zij de opmerking dat hij achter
over in zijn stoel lag, met het welbehagen van
iemand die voldaan is over zijn werk. En terwijl
zij de trap afging, hoorde zij met vernieuwde
woede dat hij haar vlucht uit het strijdperk met
een spotachtig gegichel begeleidde.
III.
Toen Marie eenigen tijd daarna weer in huis
kwam was de gast vertrokken. De tuinkamer
was leeg maar zij hoorde de voetstappen van
haar broer in de andere kamer en ze zag door de
half openstaande deur hoe hij met de handen op
den rug en het hoofd op de borst langzaam op
en neder liep. Van tijd tot tijd staakte hij zijn
wandeling en bleef bij het raam staan om den
straatweg langs te kijken, die voorbij het huis en
de fabriek naar het nabij gelegen stadje Elnisle-
ben leidde. Terwijl hij daar zoo uit het raam
keek, lag er een uitdrukking van groote spanning
op zijn gezicht oog en oor schenen in gelijke
mate ingespannen te zijn, om het verwachte
voorwerp te ontwaren. Ook kwam het haar voor
dat telkens, als hij zijn eentonige wandeling dooi
de kamer weder opvatte, de rimpels op zijn voor
hoofd dieper werden. Zij wist dat haar broer
van het oogenblik af waarop hij de fabriek aan
vaardde groote zorgen had gehad. Het district