N°. 308,
120® Jaargang.
1877
Maandag
31 December.
1
Uithoofde van den Nieuw
jaarsdag zal deze courant
aanstaanden Dinsdag avond
niet verschijnen.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met nitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiën 20 Gent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.i van f 1—7 regels 1,50
iedere regel meer t 0,20.
Groot© letters worden berekend naar plaatsruimte;
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitb C°. te Brussel en Parijs.
GEMEENTE-BELASTINGEN.
Middelburg, 29 December,
PETJIIaLETOIT.
Benoemingen en besluiten,
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Suppletoir kohier n° 2 voor de plaatselijke
directe belasting op de inkomsten over 1877.
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat bet suppletoir kohier n° 2, voor de plaatselijke
directe belasting op de inkomsten, over het jaar 1877,
waarvan de heffing is goedgekeurd bij koninklijke
v besluiten van den 23en December 1871 n° 31, van
den lOen December 1875 n» 28, en van den le"
December 1876 n« 16, ingevolge art. 264 der
gemeentewet, voorloopig door hen is vastgesteld
en gedurende veertien dagen, aanvangende Zater
dag den 29en December a., voor een ieder op de
gemeente-secretarie zal zijn ter lezing nedergelegd
enaldaar in druk verkrijgbaar gesteld, tegen
betaling van 10 cent per exemplaar.
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 28en December 1877.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
SCHOREE,
De secretaris,
G. N. DE STOPPELAAR.
In de heden namiddag gehouden zitting van den
gemeenteraad van Vlissingen zijn onder meer
de volgende besluiten genomen.
Met 9 tegen 4 stemmen is ingewilligd een
verzoek van den heer P. G. Mossel, tot opname
van mejuffrouw M. Browning als provenierster in
het gasthuis.
Op het adres der broodbakkers tot afschaffing
der voorschriften van de bestaande verordening,
voor zooveel betreft het wegen en het gewicht
van het brood, is gunstig beschikt. Vooraf was,
na zeer langdurige discussie, met 20 tegen 3
stemmen aangenomen een voorstel van den heer
Verkuyl Quakkelaar, om uit eene door burg. en
weth. voorgedragen gewijzigde verordening op het
keuren en wegen van brood de bepaling te doen
vervallen, dat het brood een door den raad vast
gesteld gewicht moet hebben.
Uit les belles folies van
Jules Claretie.
{Vervolg)
's Morgens, bij het krieken van den dag, werd
Malapeyre eensklaps door een vreemde huivering
overvallen. Hij bracht de hand aan zijn keel en
vroeg op «achten toon om drinkentoen Fougerel
hem op de punt van de lepel, van zijn drankje
gaf, beet hij hard in het metaal en stootte met
een afwerend gebaar den arm zijns vriends terug.
Met een plotselinge beweging had hij zich weer
opgericht en altijd naar de platen aan den wand
wijzende zei hij met heesche stem: „Neen, neen,
het is valschZij zijn te talrijkHet
vaandelHij herhaalde nog op een tegelijk
dreigenden en hartverschaurenden toon dit woord,
het laatste dat over zijn lippen kwamHet
vaandel!. en viel stijf, met strakke oogen,
op zijn kussen neer.
Fougerel had zijn band genomen hij voelde die
samentrekken, dichtklemmen en met den blik op
dien doode geslagen, bleef de kapitein staan,
Na dit besluit werd de gewijzigde verordening
door burg. en weth. ingetrekken.
Bij de benoemingen ter vervulling van door
peiiodieke aftreding te ontstane vacatures in ver
schillende commissiën zijn al de aftredende leden
herkozen.
Van een en ander geven wij in een volgend
nommer het gewone verslag.
De Staats-courant van heden bebat de wetten
van den 10eo dezer houdende bekrachtiging van
provinciale belastingen in Limburg en in Gronin
gen, alsmede de wet van den 13en dezer, tot
nadere wijziging en verhooging der koloniale
huishoudelijke begrooting van Suriname voor
het dienstjaar 1876, en de wet van den 23en
dezer, houdende vaststelling van het eerste hoofd
stuk der staalsbegrooting voor het dienstjaar 1878.
De Staats-courant van heden bevat het aan den
minister van buitenl. zaken uitgebracht verslag
der commissie, belast met het afnemen van het
examen van leerling-consul, gehouden op den
12en November jl. en volgende dagen.
Volgens de „Asser courant" zal in de laatste
helft van Februari de tweede kamer bijeenko
men en zal zij alsdan het wetsontwerp op het
lager onderwijs ter tafel vinden.
De gemeenteraad van Cortgene heeft tot ge
meente geneesheer benoemd de heer H. P. W.
Steenkamp, genees-, heel- en verloskundige te
Bruinisse.
De definitieve verkoop der goederen van Sint
Agatha heeft Donderdag te Cuijk plaats gehad.
De opbrengst was f 150,515. Alle koopen zijn
toegewezen. De hoop van sommigen om een z, g. n.
koopje" te kunnen doen, werd niet verwezenlijkt.
Met groot leedwezen vermelden wij dat het
volksblad de Coöperatie, tot dusverre eenmaal
's weeks te Goes uitkomende, ophoudt te bestaan.
De oorzaak daarvan is niet te zoeken in financieele
redenen. De redactie, uit verschillende volksvrienden
bestaande, werkte zonder bezoldiging en de kosten
konden dus niet groot zijn. Toch leverde de
uitgaaf, naar de redactie mededeelt, jaarlijks een
klein tekort, dat echter in het vorige jaar, toen de
prijs een weinig verhoogd en het aantal inteekenaars
tot 1700 gestegen was, meer dan gedekt werd.
Wat is dan de reden? De redactie schrijft dat
het hoofddoel, waarmede het blad in 1869 door de
Vereeniging voor volksbelangen te Goes werd opge-
t er wijl zijn tranen langzaam vloeiden en hij de
vingers van Malapeyre tusschen de zijne voelde
verstijven.
Het daglicht drong steelsgewijze en flauw in
deze kamer binnen, waar het lamplicht nog bij
tusschenpoozen flikkerde en op zijn beurt wegstierf.
Een bleeke straal viel op het mannelijk, fiere ge
laat van Malapeyre en maakte zijn oogen eB
wangen holler. Fougerel had veel dooden en
stervenden gezien in zijn oorlogsjaren; hij had veel
makkersveel vrienden bebloed zien vallen en
onbewegelijk blijven liggen in de houding van
neergeveldenmaar ditmaal was het niet slechts
een wapenbroeder die viel, het was zijn eigen
leven dat vaneen gerukt en verscheurd werd. Wat
was hij nu alleenverlaten, verloren in de onme
telijke menigte! De dood ontnam hem de helft
van zijn wezen. Hij bleef daar, als aan den grond
genageld, door zijn tranen heen op den krijgsman
staren wiens doodstrijd, op dit Duitsche bed, tot
getuigen had gehad de afbeeldingen der twee
nederlagen: Leipzig en Waterloo!
Fougerel bleef lang zoo in gedachten staan.
Twee of drie zachte tikjes op de deur wekten hem
uit zijn verdooving. Hij antwoordde werktuigelijk
Binnen.
Het was de dokter, de kleine, koele, ongevoelige
dokter, die zacht vroeg:
Wel?
Zie, antwoordde Fougerel hem den doode
wijzende.
De geneesheer deed slechts een zoo 1 hooren,
richt, was i het verspreiden van het denkbeeld der
coöperatie. Dat doel, meent zjj, kan als bereikt
beschouwd wördën, nu de coöperatieve beweging
n &'.Ier'land burgerrecht verkregen heeft, nu de
wet op de coöperatieve vereenigingen aangenomen
ia en de belangen der coöperatie bij voortduring
besproken worden in den „Werkmansbode," onder
redactie vaa den heer B. H. Heldt.
Echter heeft ook het vertrek van verschillende
leden der redactie naar elders tot het besluit der
opheffing bijgedragen.
Men kan natuurlijk niet anders dan het besluit,
om een vrijwillig aanvaarden, belangeloozen arbeid
neder te leggen, eerbiedigen. Maar betreuren
mogen wij het toch. In ons land bestaat, naar
ons inzien, nog zeer groote behoefte aan wat in
Frankrijk vooral door Emile de Girardin tot
groote ontwikkeling gebracht isle journal a bon
marché, de goedkoope krant, door welke de man
uit het volk, voor luttelen prijs (de „Coöperatie"
kostte 50 cent in 't jaar, franco per post f 1), zich
op de hoogte kan stellen van het voornaamste
wat op de wereld gebeurt, waarin hij over zijn
eigene en over de algemeene belangen, wetenswaar
dige mededeelingen, nuttige wenken kan opdoen.
Zulke kleine bladen moeten met weinig ver
toon van geleerdheid, maar met grondige kennis,
met groote zorg en met een warm, wij zouden
kunnen zeggen met een teeder, hart geschre
ven worden. Ze moeten populair, in den zin
van voor het volk bevattelijk, maar niet populair
in den zin van in den volkstoon, geschreven zijn.
Ze moeten het volk verheffen, wat ze niet
kunnen doen indien ze zich niet hooger stellen
dan de volkstoon.
Zulke bladen kunnen niet het uitvloeisel zijn
van eene uitgevers- of broodschrijvers-speculatie.
Zij moeten het gevolg wezen van belangeloos
plichtgevoel, ondersteund door de levendige be
hoefte om aan de ontwikkeling van het volk te
arbeiden.
Aan deze eischen wordt in ons land te weinig
voldaan.
De groote, of kleinere, gewone dagbladen
kunnen het niet, omdat zij aan een te uiteenloopeud
publiek voldoen moeten. Ze dragen het kenmerk van
de maatschappelijke kringen, waarin ze het meest
gelezen worden en met welke ze bijna uitsluitend
in wisseling van denkbeelden verkeeren. Ze zijn
vol stadhuiswoorden en technische uitdrukkingen,
vol toespelingen en aanhalingen, die voor den
meer ontwikkelden lezer, tot wien zij bij voorkeur
het woord richten, misschien begrijpelijk, maar
voor den hardwerkenden man uit het volk, die
slechts bij uitzondering een oogenblik aan lectuur
wijden kan, onverstaanbaar abracadabra zijn.
Wij maken daarvan niemand een verwijt. Wij
zonder verbazing en zei, na een oogenblik het lijk
beschouwd te hebben:
—•Ja mijnheer, nu ik hem niet heb kunnen behon-
den, stel ik mij ten minste geheel ter uwer be
schikking om u de altijd, en vooral voor een
vreemdeling, onaangename bemoeiingen voor de
begrafenis gemakkelijk te maken.
Fougerel voelde eerst, tegenover die kalmte en
onverschilligheid, zijn toorn opkomen, en hij vroeg
zich af of hij het mannetje niet uit het raam zou
werpen maar hij bedacht zich dat de dokter eigen
lijk geen de minste reden had om ontroerd te
zijn en dat hij integendeel alles deed wat hij kon
om vriendelijk te zijn. Hij bedankte hem en volgde
werktuigelijk den dokter door de bureaux, de
agentschappen, waar de verklaringen moesten wor
den ontvangen.
Fougerel, reeds verbitterd door zijn verblijf in
Duitschland, was zenuwachtiger geworden door
dezen plotselingen dood en dit onverbiddelijk
onheil. Hij kwam en ging in de straten van
Keulen als een blinde, zag of hoorde niets en was
altijd van dezelfde droevige gedachte vervuld.
De smart, die hij door het verlies van zijn vriend
ondervond, werd verdubbeld door dit sterven in
het vreemde land, Fougerel zou liever gezegd
hebben: in het vijandelijk land. „Er zijn op den
geboortegrond gewijde plaatsen waar het sterven
zachter zou schijnen. Men slaapt er in, men sterft
te huis," dacht Fougerel. Hij had plan gehad
het lijk van Malapeyre naar Frankrijk mee te
voeren, maar behalve dat het lang en moeilijk was
onderzoeken niet of onze bladen in dit opzicht mis
schien eenige verbetering zonden kunnen ondergaan
ook niet of het óverwegend gewicht, dat aan de
politieke roeping der dagbladen gehecht wordt
en de daaruit voortvloeiend ewerkzaamheden, aan
welke schier ieder groot of klein blad in ons kleine
land een deel zijner krachten te besteden heeft, de
volksbeschavende roeping der dagbladen ten onzent
soms in den weg staan. Besef van eigen tekort
koming, ook bij goeden wil, noopt ons in
deze tot schroomvalligheid.
Maar zeker is het dat wij met leedwezen het
verdwijnen van een volksblaadje als de „Coöperatie"
zien, waarin mannen van studie en goeden wil hun
krachten wijdden aan het, althans voor een gedeelte,
verwezenlijken van hetgeen wij als de bestemming
eener „goedkoope krant" schetsten. Dat voortaan
in onze onmiddellijke omgeving deze bescbeidene,
maar volhardende stem voor de hoogste belangen
des volks niet meer gehoord zal worden, achten
wij een wezenlijk verlies.
onderscheidingen. Yerlof verleend aan den heer
E. D. J. Dutilh, consul der Nederlanden te Caïro,
tot het aannemen van de versierselen der orde
van Osmanieh 4e klasse, hem door Z. M. den sultan
van Turkije geschonken.
Toegekend aan J. H. Klappert, hoofdonderwijzer
te Nijmegen, ter zake zijner trouwe en ijverige
vervulling der betrekking van onderwijzer gedu
rende vijftig jaren, de Zilveren medaille, vastge
steld bij besluit van 24 Januari 1841, n° 22.
Vergunning verleend aan den voor den dienst
in Iudië bestemden soldaat A. O. Hanff, van het
koloniaal werfdepot, tot het dragen van de Duit
sche medaille, ingesteld ter herinnering aan den
veldtocht tegen Frankrijk in 1870/71.
notarissen. Benoemd tot notaris binnen het
arrondissement Zwolle, ter standplaats de gemeente
Zwolle, mr. C. F. Kaempff, candidaat-notaris en
procureur aldaar, zijnde hem tevens eervol ontslag
verleend als procureur hij het gerechtshof te
Arnhem en de arrondissements-rechtbanken te
Zwolle en Heerenveen.
Eervol ontslag verleend aan P. H. J. Feije, op
zijn verzoek, als notaris te Amsterdam.
hooge raad. Benoemd tot raadsheer in den
hoogen raad der Nederlanden mr. O. D. Asser,
thans raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam.
(Reeds onder tel. ber. gemeld.)
geneeskundige raden. Op zgn verzoek eervol
ontslag verleend aan dr. F. Seelheim, als lid van
den geneeskundigen raad voor Zeeland.
loodswezen. Benoemd tot adjunct-commissaris
en Potsdam wachtte, was er ook de altijddurend®
geldquaestie bij in 't spel! „Wel beschouwd, zei
de kapitein bij zichzelf, zal de oude vriend daar
niet alleen zijn, en zoovele andere arme duivels
zijn vóór hem gestorven, aan dezen oever -
eertijds en zeg mij waarvoor?"
Hg bracht den geheelen dag door met in deze
onbekende stad rond te loopen.
De kleine dokter had hem verlaten, nadat hij
hem alle gewenschte inlichtingen had gegeven;
maar Fougerel had die spoedig vergeten, en in het
doolhof van straatjes en gangetjes, moest hg
tegenspartelen, zoeken, vragen, zich boos maken,
om te verkrijgen dat men hem toestond zijn vriend
te begraven. Hij leed er onder, de ongelukkige, dat
hij verplicht was te onderbandelen met beambten,
die op trotschen toon spraken, en met spottende
Pruisen. Hij voelde telkens hevige toorn opkomen,
die spoedig bedaardehij verstond niets van die
namen welke men hem dicteerde; hij ondervond
het onbeschrijfelijk verdriet van de tienvoudige
eenzaamheid.
's Avonds kwam hij verslagen, vermoeid, bleek
en uitgeput in zijn hotel, dat hij nauwelijks kon
terugvinden. Zij ontvingen hem daar ditmaal met
voorkomende beleefdheid. Er lag zooveel droefheid
op zgn barsch gelaat, dat het er ontzagwekkend
en schoon door werd. Hg at met tegenzin, groette
den waard en ging naar zijn kamer. Onder aan
de trap vroeg een der meiden hem of zg een bed
in een andere kamer voor hem zou opmaken
Neen, zei hij, dank u, ik zal waken;