0 n d e r w ij s»
Kerknieuws,
Kunstnieuws.
Rechtzaken.
geacht worden. Hiermede is de vraag, aan
het slot van ons vorig opstel gedaan, beant
woord.
Zonder thans in eene gedachtenwisseling
over het beginsel der progressie- en draag
krachtbelasting te treden, waartoe, bij mogelijke
voortzetting van dit debat, later wellicht de
noodzakelijkheid zich zal voordoen, willen wij
hier echter ten slotte niet onopgemerkt laten dat
sommige der voordeelen, door den schrijver
onzer Draagkracht-beschouwingen aan zijn stel
sel toegekendons twijfelachtig voorkomen.
Wij zagen reeds dat, om de woordenkeus
van den schrijver een oogenbiik tot de onze
te maken, bij aanneming van het Goesche
stelsel, minstens evenveel, zoo niet meer „arme
duivels" een „stuk boter op de boterham" of
een „noodzakelijk kleedingstuk", ter wille van
den hoofdelijken omslag zouden moeten missen,
dan thans te Middelburg het geval is Dat
voorts, indien men aannemen moet dat bij den
niet-progressieven aanslag velen hun inkomen
opzettelijk te laag aangeven, men zou mogen
vertrouwen dat zulks minder het geval zou
wezen bij een stelsel, waarbij het stijgen tot
eene hoogere klasse eene veel aanmerkelijker
stijging in aanslag ten gevolge heeft, schijnt
ons noch menschkundig, noch logisch toe. De
premie, op liegen en knoeien gesteld, is bij den
progressieven aanslag veel hooger.
'De Staats-courant van heden bevat de wetten
van den 10en dezer (Staatsblad n°s. 233236),
houdende bekrachtiging van provinciale belastingen
in Zeeland, Utrecht, Friesland en Overijsel.
Wij herinneren onzen lezers dat,met ingang van
1° Januari aanstaande, het in den loop van dit
jaar tusschen Nederland en Duitschland gesloten
telegraaf verdrag, waarbij prijsberekening per
woord tot grondslag van het tarief is aangenomen,
in werking korat.
Over het lot van het stoomschip Conrad, van
de stoomvaartmaatschappij Nederland, dat naar
Batavia op reis is, wordt eenige ongerustheid
gekoesterd. Het schip is den 27en November jl.
van Suez vertrokken en had bij eene gewone reis
den 20en December te Batavia kunnen zijn, doch
er is nog niets van vernomen.
De directie der Maatschappij deelt in het Han
delsblad mede dat er geen bijzondere reden tot
ongerustheid bestaat. Het schip heeft overvloed
van levensmiddelen en water, en bovendien een
krachtig toestel aan boord om zeewater te distil-
leeren. Het stoomschip „Voorwaarts", dat den 22cn
dezer van Batavia vertrokken is, heeft order
ontvangen om de „Conrad" op de z. g. n. rendez-
ltio«s-lijn, (welke voor de verschillende seizoenen
vastgesteld is) op te zoeken. Overigens is het
gedeelte, waar de „Conrad" zich thans moet
bevinden, het minst gevaarlijke van de geheele reis.
De directie heeft den 24™ dezer een telegram
van Batavia ontvangen, meldende dat omtrent de
„Conrad" niets ongunstigs vernomen was en dat
het schip na zijn vertrek van Suez in de Roode
zee door een Fransche mailboot gepraaid was.
Alle berichten, die nog ontvangen mochten worden,
zal de directie onmiddellijk mededeelen.
(Zie telegr. berichten.)
Het algemeen Nederlandsch werkliedenver
bond hield op de beide Kerstdagen een algemeene
gesteldheid nam toe en werd een ziekte. Fougerel
was wanhopig. Hij was verzekerd dat Malapeyre
veel Van zijn lijden verzweeg en sterker was
aangetast dan hij wilde laten blijken. Een treurig
voorgevoel maakte zich van hem meester. Bij de
eerste schreden in Keulen voelde hij zich diep ter
neer gedrukt, alsof hij voorzag dat zijn vriend op
deze gewichtige reis niet verder zou gaan.
Omdat gij het wilt, zei Malapeyre, zullen wij
hier blijven. Misschien hebt gij gelijk. Twee rust
dagen en twee goede nachten zullen voldoende
zijn om elk spoor van deze dwaze vermoeidheid
te doen verdwijnen!
Zij zochten op straat naar een hotel, Malapeyre
leunde op Fougerel's arm en onder het loopen
rilde hij van de koorts. Gidsen boden zich aan,
die hen naar een hotel van den tweeden rang
brachten, waar op een uithangbord te lezen stond,
Koelnischer Gasthof. Het was gelegen in een van
die overdag sombere en 's avonds drukke straatjes
in de bnnrt van den Rhijn, Fougerel vroeg een
kamer met twee ledikanten. De hötelhouder en
de bedienden keken hem doodbedaard aan. Nie
mand begreep hem. Evenwel, men geleidde hem
naar de eersto. verdiepingmen wees hem een
kamer, waar twee bedden met gordijnen van geel
katoen stonden. Hij beduidde hun dat het naar
zijn zin was. De nacht was gekomen, Fougerel
at een stuk wildbraad, dronk een glas Affenthaler
en Malapeyre ging slapen zonder iets te gebruiken.
Morgen, na een rnstigen slaap, zei hij, zal
ik beter zijn
vergadering onder voorzitterschap van den heer
B. H. Heldt. Uit de uitgebrachte verslagen bleek
dat, ofschoon het verbond niet in alle opzichten op
grootea vooruitgang bogen mag, niettemin vele
teekenen worden waargenomen die de hoop op de
toekomst versterken. Ook het begrafenisfonds
mag zich in langzamen, maar zekeren vooruitgang
verheugen
Ter tafel werd gebracht een ontwerp adre3 aan
den minister van justitie, met rapport, betreffende
de wet op den kinderarbeid. Na discussie werd
dit ontwerp met eenige wijziging goedgekeurd.
Het stelt als beginselen: schoolplicht tot 14jarigen
leeftijd als eenig afdoend middel tegen overtreding
der wet; verder regeling van den tijd van
allen dienstarbeid by de wet, met verbod van
dienstarbeid door gehuwde vrouwenterwijl voorts
vele wettelijke bepalingen in bet belang der zede
lijkheid van beide geslachten worden aanbevolen.
Vervolgens was aan de orde eene discussie over
het algemeen stemrecht en over de nota, daarom
trent door den volksvertegenwoordiger van Houten
aan de tweede kamer ingediend. Na breedvoerige
gedachtenwisseling werden de volgende motiën
aangenomen: 1° de vergadering, zich bewust
rekenende, dat op de eischen van het bond allicht
iets zal worden afgedongen, machtigt het centraal
bestuur om zoodanige maatregelen te nemen, als
strekken kunnen ter bekoming van het algemeen
stemrecht; 2° den heer van Houten te verzoeken, dat
zijn ontwerp, met wijziging van de strekking zijner
nota, zoodanig worde ingericht, dat bij examen
de voldoende kennis tot uitoefening van het stem
recht blijke, en alzoo dit examen als vereischte
op te nemen.
Op de vergadering van den tweeden Kerstdag
werd van gedachten gewisseld over liet stelsel
der coöperatieve prodnctie-vereebigingen en over
het tien-uurstelsel bij den arbeid, over welke on
derwerpen echter geen bepaald besluit genomen
werd. Een voorstel om stappen te doen teneinde
afschaffing der patentwet en oprichting bij de
wet van vakvereenigingen te bewerken, werd na
discussie met 42 tegen 4 stemmen verworpen.
Nadat nog over verschillende huishoudelijke
belangen van het verbond gesproken was en eenige
benoemingen hadden plaats gehad, werd de vergade
ring, welke den tweeden dag van 10 's morgens tot
6 uren 's middags, met eene pauze van een
kwartier, geduurd had, gesloten, zonder dat
de orde van den dag nog geheel uitgeput was.
Heden is te Amsterdam eene vergadering ge-
honden, ter behandeling van de concept-statuten
eener Nederiandseha Koraalvereeniging.
Het doel is, het werk der Koraalvereeniging op
breeder grondslag en ruimer schaal voort te zetten1
door bevordering en veredeling van dennationalen
volkszang in het algemeen. De vereeniging zal
dat doel trachten te bereiken, vooral door het
uitgeven en verspreiden van zangstukken, met
of zonder begeleiding en van Ned. tekst voorzien,
teneinde aldus een bibliotheek voor volksgezel.
schappen te vormenverder ook door het uitgeven
van andere stukken, die aan de veredeling van
den volkszang dienstbaar kunnen zijn. De leiding
zal worden toevertrouwd aan een hoofdbestuur van
ten minste zeven leden, in onderscheidene plaatsen
des lands woonachtig; leden, die terzelfder plaats
wonen, kunnen een afdeeling vormen. Drie Ned.
toonkunstenaars staan het hoofdbestuur ter zijde.
De leden en het fonds der Koraalvereeniging gaan
tot de nieuwe vereeniging overhet bestuur blijft
mede hetzelfde.
De heer dr. G. J. Dozij, leeraar aan de inrich-
Hij wilde den volgenden morgen tegen tien uren
opstaan. Nauwelijks was hij op of hij werd dui
zelig en zei hardop
Wat scheelt mij toch?
En Fougerel schoot toe om hem te steunen op
het oogenbiik dat hij zou vallen. Toen hij weer
te bed lag, gevoelde bij zich beter. Een droeve
glimlach trok zijn knevel op en bij zei tot Fou
gerel. Dat is een leelijke stoornis in de reis.
Vergeef het mij, oude vriend!
Fougerel haalde glimlachend de schouders op
en trachtte zijn metgezel door hoopvolle woorden
gerust te stellen; maar in zijn binnenste was hij
werkelijk ODgernst. Nooit had hij Malapeyre zóo
voor de macht der ziekte zien bukken. Krachtig,
moedig, het gevaar trotseerend, stelde de oude
soldaat er een eer in altijd gezond te zijn. Na
het geweervuur te hebben getart, spotte hij met
koortsen die hij ongemakken noemde. Het moest
wel een ernstige ongesteldheid, een hevige pijn
zijn die iemand, zóo gehard als de kapitein, ter
neer wierp. De arme Fougerel deelde daarenboven
het bijgeloof der soldaten. Die mannen, aan den
dood gewoon, hebben ook hun zwakheden: de
held heeft iets van het kind. Zij zijn gerust of
ongerust naarmate de eerste granaat of de eerste
kogel hun langs het rechter- of linkeroor flnit.
Fougerel verweet zich nu dat hij aan zijn hospita
te Vernon had gezegd: „Indien wij niet terug*
keeren!" Het scheen hem dat ter wille van dit
woord een van beiden werkelijk niet terug zon
keeren.
tingen voor middelbaar onderwijs, te Deventer
heeft verzocht, zijne benoeming tot directeur der
rijks hoogere burgerschool te Heerneveen in te
trekken.
De te Amersfoort op 1 Oct. jl. geopende
openbare berhalingschool voor knapen, die vroeger
de lagere school hebben bezocht, beantwoordt
uitstekend aan haar doel. De school, die met 35
leerlingen is geopend, telt er thans reeds 62. Zij
zijn onder de leiding van drie onderwijzers iu
drie klassen verdeeld. Het schoolgeld bedraagt
slechts f 2 in het jaar en de onvermogenden
kunnen het onderwijs kosteloos genieten.
In de voormiddag-godsdienstoefening van den
2™ Kersdag predikte de heer J. H. S. van
Lamsweerde Sehüller te Noordgouwe, aan
wien op zijn verzoek emeritaat was verleend, zijn
afscheid naar aanleiding van 1 Joh. 2: vers 28a.
Hoe algemeen geacht de waardige man niet alleen
in zijne gemeente, maar ook daar buiten, vooral
ook bij zijne ambtgenooten in Schouwen en Dui-
veland is, bleek ook door hunne tegenwoordigheid,
daar zij bijna allen waren opgekomen. Bij het
einde der godsdienstoefening zong de gemeente
hem toe Gezang 224 vers 1.
Van de opvoering van Tartuffe, door het
Fransche tooneelgezelschap te Amsterdam, geeft
het weekblad „de Amsterdammer" eene uitvoerige
en in veel bijzonderheden tredende beoordeeling.
Teneinde niemand het genoegen te ontnemen van
zijn eigen critiek te kunnen leveren, zullen wij
die aanteekeningen niet overnemen, doch ons be^
palen tot het volgende, dat het gehalte der voor
stellingen door den troep van den heer Leclere,
meer bijzonder in het licht stelt.
„De opvoering van een van Molières meester
stukken en voornamelijk van dit, waarvan het
type meer dan eenig ander door de eeuwen heen
hetzelfde gebleven is, kan altoos op sympathie
rekenen. Ieder is met het personnage bekend, de
meesten hebben bij de een ot andere gelegenheid
het stuk door eene vaste ster of eene komeet in
de tooneelwereld bier of daar zien weergeven. Al deze
omstandigheden maken evenwel de opvoering niet
gemakkelijker: met de eigen opinie van den een,
met herinneringen van den ander te strijden, is
voor de beste acteurs moeilijk. Des te meer is
het gezelschap van den heer Leclere tot eer aan
te rekenen, wanneer de uitslag zoo voldoende was.
„Het mag misschien ondankbaar schijnen, waar
we zooveel goeds hoorden, verscheidene verzen in
een geheel nieuw licht zagen en de hoofdtrekken
van Molière's schepping zoo goed vonden weerge
geven eenige détails aan eene uitgebreide
critiek te onderwerpentoch meenen we ook
hierdoor te moeten bewijzen dat we niet op een
lossen indruk afgaan, wanneer we onze onver
deelde toejuiching geven aan het spel van artisten
als Mile Mondelet, Armand Duvergé, Aubert en
Roméal. Het deed ons goed te zien dat het publiek
van belangstelling blijk gaf en de beste plaatsen
redelijk goed bezet waren, te meer omdat er wel
eens weer een tijd kon komen dat we met spijt
naar dezen winter terugzien. Dan zullen we de
dagen betreuren, toen de hoofdstad een goed
Fransch tooneel bezat en sommigen van ons er
zoo weinig van profiteerden."
Ter terechtzitting van het kantongerecht te
Toen hij zag dat Malapeyre bepaald bedlegerig
werd, zorgde hij er allereerst voor om een dokter
te halen. Vóór zichzelf zou hij alle hulp hebben
geweigerd, zeggende dat de geneeskunde de ergste
aller kwalen is, maar voor zijn vriend werd hij
een geloovige. Het kostte eerst heel wat moeite
een dokter te vinden. Niemand, in het hotel,
verstond een woord Fransch. Fougerel stootte
telkens op Duitschers, die hem met een open mond
en groote oogen aankeken. Toen werd hij boos
en misschien schepten de anderen er een boos
aardig vermaak in hem niet te verstaan. De oude
soldaat voelde zich zoo verlaten in die stad, waar
hij geen vriend, geen metgezel, niemand had
met wien hij den zieke kon verplegen. Hem over
viel een onzinnige toornhij wilde weer vertrekken,
Malapeyre meenemennaar Givet terugkeeren,
Frankrijk weer binnentrekken. Nooit had zijn
land hem zoo dierbaar, zoo aantrekkelijk, zoo
gezegend toegeschenen. De Duitsche grond brandde
hem onder de voeten.
Hij vond toch eindelijk een dokter. Het was een
oude, kleine, zeer kundige dokter, vrij egoïstisch, die
noch liefde noch haat gevoelde voor de Franschen,
wier taal hij kende: Hij wa3 een man van veel onder
vinding en kwam Malapeyre spoedig bezoeken die,
toen hij hem zag, in zijn bed opsprong en zei:
Wie is daar? Ik ben niet ziek!
Wij zullen zien, zei Fougerel zacht, laat hem
begaan; hoe eer gij hersteld zijt, hoe eer wij te
Potsdam zullen komenbij het vaandel.
Dat woord: het vaandel, deed wonderen bij
Middelburg van 24 December 11. zijn de navolgende
personen veroordeeld:
P. v. d. W., te Ylissingen, wegens het als
tapster te Vlissingen tappen van drank aan een
kennelijk beschonken persoon, na binnen de laatste
12 maanden voor gelijke overtreding te zijn ver
oordeeld, in eene boete van 6 of twee dagen
gevangenisstraf.
M. C. H., vrouw van P. v. H., te Vlissingen,
1° wegens het als tapster te Vlissingen niet branden
van een licht boven de voornaamste deur harer
woning, éen uur na zonsondergang, tweemalen
gepleegd, na binnen de laatste 12 maanden voor
gelijke overtreding te zijn veroordeelden 2» wegens
het geven van een publiek feest zonder schriftelijke
toestemming van den burgemeester te Vlissingen,
in twee boeten van 2.50 en óen van f 3 of twee
dagen gevangenisstraf voor iedere boete en boven
dien in twee dagen gevangenisstraf;
J. K., te Oostkapelle, wegens het laten liggen
van een mesthoop op de openbare straat in de
kom dier gemeente, in eene boete van 2.50 of
2 dagen gevangenisstraf;
K. J., te Middelburg, wegens het rijden onder
de gemeente Oostkapelle met een met twee honden
bespannen voertuig, in eene boete van ƒ1 ot een
dag gevangenisstraf;
J. S., te Aagtekerke, wegens het zonder opzicht
laten losloopen van vee op een buurtweg onder de
gemeente Domburg, in eene boete van 10 of een
dag gevangenisstraf;
P. B'., 13 jaar, te Serooskerke, wegens alsvoren,
tweemalen en met oordeel des onderscheids gepleegd,
in twee boeten van 3 of een dag gevangenisstraf
voor elke boete;
K. G., te Middelburg, wegens het zich bevinden
in kennel ij ken staat van dronkenschap op de
openbare straat te Domburg, tweemalen gepleegd,
in twee boeten van vijf gulden of een dag gevan
genisstraf voor iedere boete;
J. v. B., te Arnemniden, wegens alsvoren te
Arnemuiden, na binnen de laatste 12 maanden
voor gelijke overtreding te zijn veroordeeld, in eene
boete van 6 of twee dagen gevangenisstraf;
A. S., te Domburg, wegens alsvoren te Domburg
tweemalen, in twee boeten van 5 of een dag
gevangenisstraf
H. P., te Vlissingen, wegens het zich bevinden
in den spoortrein zonder voorzien te zijn van een
behoorlijk plaatsbewijs en bij aankomst te hebben
geweigerd de verschuldigde vracht en boete te
voldoen, in eene boete van ƒ5 of drie dagen
gevangenisstraf;
D. D., en A. D., te Middelburg, wegens het
visschen met een zetlijn (fleur) in eens anders
visehwater zonder akte of kostelooze vergunning
en zonder schrifteljjk bewijs van den eigenaar of
rechthebbende noch in diens gezelschap, in twee
boeten van 3 of een dag gevangenisstraf voor
elke boete, met verbeurdverklaring van de zetlijn
(fleur.)
Bij gemis van concert en eomedie was het op
treden van twee hier gevestigde rederijkerskamers
op de beide Kerstdagen voor leden en geïntrodu-
ceerden eene welkome gelegenheid tot uitspanning,
waarvan dan ook door velen gebruik is gemaakt.
Dinsdag avond gaf de vereeniging „Vriendschap
en vergenoeging," in hare 496 buitengewone ver
gadering, een vroolijk tafereel uit het volksleven,
getiteld „de Erfgenamen van Biesterbosch," van
A. Wijnstok, met medewerking van dames.
Gisteren avond hield de vereeniging „Ons Genoe
gen" haar 19' buitengewone vergadering, waarin(met
Malapeyre. Het had hem de kracht gegeven, om
hoewel ziek, zijn reis van Givet naar Namen, en
van daar tot Aken en Keulen voort te zettenhet
gaf hem nu geduld om zijn pols te laten voelen
en zich te laten onderzoeken en ausculteeren.
De dokter zei geen woord. Geen spier van zijn
gelaat bewoog. Na den zieke onderzocht te heb
ben, bedankte hij hem, nam Fougerel ter zijde en
zei hem dat het geval bijzonder ernstig was.
Het is een aanval van harde koorts; er is
congestie naar de hersenen. Hij moet met de
meeste zorg opgepast worden.
(Wordi vervolgd.)