N°. 306. 120® Jaargang. 1877J Yrijdag 28 December. Dit blad verschijnt dagelijks, met nitzondericg van Zen- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3,50. Afzonderlijke nonnners zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel Geboorte- Tronw- Doodberichten enz.van ,1—7 regels 11,60 iedere regel meer t 0,20. Groote letters worden berekend naar plaatsrnimte. Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laffitb C°. te Brussel en Parijs Middelburg, 27 December, Over Draagkrachtbelasting, in verband tot de gemeentefinanciën van Middelburg en Goes. FEUILLETON. (Jmtjjml m JPMa^p. cr f' Vj .1 - <■- - -5 iel o r;> III. De heffing van den hoofdelijken omslag is te Goes geregeld bij raadsbesluit van den 13en Juni 1876. De aanslag geschiedt: voor het geheele bedrag van inkomsten voortsprui tende uit kapitalenvaste goederenpen sioenen, lijfrenten en uitkeeringen uit weduwenfondsen; voor drievierde van die uit arbeid, handel, nijverheid, ambten enz. In mindering van het inkomen worden ge bracht onderhoud van gebouwde eigendommen, interesten van opgenomen kapitalen, bijdragen in pensioenfondsen, uitkeeringen, aan wie ook verstrekt, alsmede „de huiselijke omstandig heden, welke den belastingschuldige bijzonder drukken." Van het naar deze grondslagen gebleken totaal inkomen wordt eene belasting geheven, die over 1877 en '78 27,000 heeft bedragen. De verdeeling geschiedt naar de volgende klassen en verhoudingsgetallen: f» g to o5 to 5 ES w m Inkomen. i GQ OQ c3 Inkomen. Q 0 1 cc r-H w 2 s- Z w s Gulden. Gulden. 200— 225 1 16 2301— 2700 4'73 2 226— 250 i»/4 17 2701— 3100 47e 3 251— 300 17, 18 3101— 3600 5 4 301— 350 17* 19 3601— 4100 57 6 5 351— 450 2 20 4101— 4700 57a 6 451— 550 27*. 21 4701— 5400 57, 7 551— 650 27, 22 5401— 6200 57a 8 651— 800 27* 23 6201— 7100 57e 9 801— 950 3 24 7101— 8000 6 10 951—1100 37* 25 8001— 9000 67e 11 1101—1300 37, 26 9001—10000 67a 12 1301—1500 37* 27 10001—12000 67, 13 1501—1700 4 28 12001—15000 67a 14 1701—2000 47* 29 15001—20000 67e 15 2001—2300 47, 30 20001 en meer 7 e. Uit les belles folies van Jules Claretie. (Vervolg.) Vóór zij heengingen brachten zij alles op hun kamers in orde, borgen hun oude half verteerde uniformen diep in de kasten en maakten een pakje van hun epauletten. Fougerel had onder in een koffer zijn sergeants-epauletten, waarin de zilveren draden zich met de roode vermengden, zijn luitenants- en kapiteins-epanletten bewaard. Hij bekeek ze met diepe ontroering en knoopte zoovele herinneringen vast aan die stomme getuigen, welke hem een volbrachten plicht, een getrotseerd gevaar, een mannelijke vreugd, een overwinning voor den geest brachten. Het was geheel zijn leven in vier afdeelingen. Hg legde ze met het eerekrnis van Malapeyre in een gesloten doos, gaf dit alles ter bewaring aan de oude dame die hun de kamers verhuurde, en zei: Als wij niet terugkomen moet gij alles ver- koopen en het geld aan de armen geven! Gaat gjj dan ten strijde? vroeg de oude dame, Voorts van iedere 5000 meer inkomen steeds naar hetzelfde verhoudingscijfer als bij de 30e kl. is aangegeven. Herinneren wij, ter vergelijking, dat de hoofdei, omslag te Middelburg geheven wórdt van alle inkomsten, zonder onderscheid van oorsprong, die meer dan 300 bedragen, naar eene zelfde percentage, in mindering strekken de kosten van onderhoud, lasten, renten van opgenomen kapitalen en bijdragen in pensioenfondsen. Van iederen aanslag wordt afgetrokken eene vaste somhet z. g. n. existene-minimum, zijnde het bedrag van den aanslag over 300. Bij den aanslag wordt voorts gelet op „den uiterlijken stand, de levenswijze en de verteringen der belasting schuldigen, in verband tot hun aanslag in de rijks personeele belasting, en op den aard en omvang, der bedrijven of neringen, in verband tot anderen, in den aanslag der patentbelasting." Men zal inzien, boe moeilijk eene vergelij king, in cijfers, van twee zulke ongelijksoor tige grootheden als deze beide belastingen zijn moet. De waarde, welke te Goes aan de „hui selijke omstandigheden" gehecht wordt, ontsnapt aan iedere becijfering, dewijl zij afhankelijk is van het goedvinden van burgemeester en wethouders, aan wie de netelige taak der be oordeeling dezer „omstandigheden" is opge dragen. Ook de onderscheiding tusschen in komen uit kapitaal en inkomen uit arbeid staat de juiste vergelijking in den weg. Beproeven wij echter, met de gegevens die ons ten dienste staan, hoever wij het brengen kunnen. Wij zullen daarbij eerst onderstellen dat alle inkomsten uit arbeid voortspruiten en dus voor 3/4 belast worden. Voor kleinere inkomsten is zulks toch in den regel het geval. Hét eenheidscijfer, waarnaar de aanslag te Goes over 1877 berekend werd, bedroeg ƒ0.83,*) dat wil zeggen dat in de laagste klasse van iedere 100 inkomen 0.83 betaald werd. De aanslag te Middelburg geschiedde over hetzelfde jaar naar de verhouding van 294/100 van 100. f Personen te Middelburg met een inkomen van 300 tot 400 werden dus berekend Nadat de reclamatiën afgedaan waren moest dit cijfer op ƒ0.84 gebracht worden. Wij houden ons echter, aan het oorspronkelijk vastgestelde, overeenkomstig de wel willend tot onze beschikking gestelde officieele berekening. Zoo ongeveer, antwoordde Fougerel. Hun hart was beklemd toen zijVernon verlieten, waar zij sedert twintig jaren gewoon waren te leven, maar de beide officieren gevoelden in dien oogenblik iets van den gloed die hen eertijds bezielde bij het begin van een veldslag. Het was of een onverwinbaar klaroen het sein tot den aanval blies. Toen de diligence wegreed en de steenen de ramen deden rinkelen, die bij eiken schok aan het geluid van geweeryuur deden denken, kwa men zij als onder den indruk van het gevecht en werden bedwelmd als door kruitlucht. Het is een zware reis die ze ondernamen, ver moeiend en lastig. Maar de idéé fixe die hun gedachten beheerschte en hen bezielde, maakte dat hnn de weg korter scheen, Men zou gezegd hebben dat aan den horizont als een wegsleepend, onwederstaanbaar teeken, het vaandel zich verhief dat eertijds onder het gefluit der kogels geplant was. Iets als een wachtwoord klonk hen gedurig in de ooren. Iedere draaiing van het wiel bracht hen het vurig gewenschte doel nader. 8oms meenden zij te droomen. Zóólang hadden zij naar die reis verlangd, dat het hun toescheen of het niet waar was, of zij niet onderweg waren, of zij niet aan het eind van hun weg Berlijn en Pots dam zouden vinden. Weet ge wat mij beangstigt zei Malapeyre op een nacht aan Fougerel. Het is de vrees dat ik nooit daar ginds zal komen: Waarom vroeg Fougerel. Ik weet het niet, antwoordde de kapitein, f 350 (het gemiddelde) X ??4/'ioo 10.29 Af, het existens-minimum, 300 X 294/iao 8.28 zoodat zij betaalden 1.47. Personen te Goes, met hetzelfde inkomen (en nog iets minder), voor 3/4 aangeslagen wordende, vielen in een der drie eerste klassen en betaalden 1.76, 2:46 of 3.42. Op deze zelfde wijze zijn de volgende voor beelden berekend. Inkomen. Mid delt). Goes. Gulden. GL Ct. Gl. Gt. 401— 500 4,41 4eof5ekl. 4.72 of 6.64 501— 600 7.35 5e kl. 6.64 601— 700 10.29 6e kl. 9.34 701— 800 13.23 6eof 7C kl. 9.34 of 12.45 1001—1200 23.52 8e of9ekl. 16.55 of 21.79 1701—2000 45.57 lleofl2e kl. 34.87 of 43.58 2001—2500 57.33 12e, 13e of 43.58, 53.13 14= kl. of 65.27 3001—3500 86.73 15= of 16e kl. 80.31 of 96.85 4001—4500 116.13 17e ofl8e kl. 116.35 of 139.04 Bij al d.eze becijferingen is, gelijk reeds werd opgemerkt, de aanslag te Goes berekend over 3/4 van het inkomen. Wordt dit echter ten volle getroffen, dan is de uitkomst anders. Iemand die te Middelburg leeft van een kapi taalsrente, een pensioen of een lijfrente, groot ƒ1701—/ 2000, betaalt (zie boven) 45 57. Te Goes zou bij in de 14e klasse vallen en voor- 65.27 aangeslagen worden. Een ren tenier met 7001 tot 8C00 inkomen betaalt te Middelburg ƒ211,68; te Goes ƒ376.01. Eene rente van 10,001 tot f 12,000 wordt te Middelburg met ƒ314.58, te Goes met 593.47 belast. Trachten wij nu, op deze cijfers eenige gevolgtrekkingen te bouwen. Wij zien dat de twee laagste klassen de inkomens van 301 tot 500 omvattende, te Goes aanmerkelijk zwaarder belast worden dan te Middelburg. In dé. daarop volgende klassen, van 501 tot 2000 ongeveer, zijn de Goescke belas tingschuldigen van beter conditie dan die te Middelburg. Het verschil looptdaar de klassen niet juist met elkander correspondeeren, nogal uiteen en is soms belangrijk, soms ook vrij onbeduidend. Boven de 2000 naderen de aanslagen elkander meer en meer, soms met een weinig terwijl hij naar de witte ruggen der paarden keek, waarop de teugels en het tuig dansten, door het roode licht der diligence-lantarens besehenen. Zij kwamen toch vooruit zij zouden weldra in België zijn, zij waren Rocroi reeds voorbij. Zij gevoelden een innige, diepe ontroering toen zij bij zichzelf zeiden dat zij andermaal dien Franschen grond gingen verlaten, van waar zij eertijds, te voet, onder het geroffel der trom, vertrokken waren om nu hier dan daar geweerschoten los te branden of te ontvangen. Ze kwamen te Givet aan. 'tWas niet zonder reden dat Malapeyre, vermoeid van de reis, eenigszins bedroefd was. Van Rocroi af had hij zich licht ongesteld gevoeld, wat toeaam door hoofdpijn en krampen. Hij had er in den beginne geen acht op geslagen. Het is niets, zei hij het is stijfheid. Fougerel vond toch dat hij er bleek en vermoeid uitzag, met een koortsachtigen gloed in de oogen. Lijdt gij veel, Malapeyre Vroeg hij op vriendelijken toon. Volstrekt niet, antwoordde de kapitein, die er zijn eer in stelde niet te lijden. Malapeyre was toch ongesteld en verloor den eetlust; zijn hoofd was zwaar en werd saamge trokken door aanhoudende migrainemaar hij trachtte dit alles af te schudden als hij !bedacht dat aan het einde der reis Potsdam lag en te Potsdam het vaandel was. Te Givet evenwel moest Malapeyre, toen zij de Belgische grenzen zouden overgaan, aan de vermoeidheid, aan het malaise dat hem overviel, toegeven. Op een beteekenend verschil teri voordeele van Goes, soms ook in het Voordeel van Middelburg. Van ƒ4001 af gaat echter de Goesche aanslag dien van Middelburg weder geregeld te boven. Dit voor zooveel betreft de inkomsten uit arbeid verkregen. Bij die uit kapitaal, pen sioen of lijfrente is de Goesche aanslag zeer veel hooger dan te Middelburg. En nu onze slotsom. Wij hebben gezien dat de gemèentekas van Middelburg, bij het thans bestaande belasting stelsel, een hooger bedrag, (ongeveer 22 pet. per hoofd der bevolking meer), ontvangt, dan te Goes bet geval is. In baar belang verdient dus eene verandering geen aanbeveling. Wij hebben aangetoond aan welke oorzaken van plaatselijken aard het te danken is dat de gemeente Goes, met een kleiner budget, in staat is naar evenredigheid meer aan het onderwijs ten koste te leggen dan hare groo- tere zuster. Wij hebben onderzocht welke financieele lasten de inwoners van Goes te dragen hebben om aan de eischen hunner gemeente-begrooting te voldoen, waarbij ons, wat de inkomsten belasting betreft, bleek: dat bij aanneming van het Goesche stelsel, de twee laagste klassen onzer belastingschul digen (d, i. 1774 van de 3150 aangeslagenen) meer zonden moeten opbrengen dan thans; dat voor een deel der overblijvenden eene verandering voordeel zou opleveren, voor cep^- ander deel bet verschil onbeduidend zou wezen, voor een derde, kleiner deel de verandering nadeelig zou werken. Tegenover het voordeel van sommigen staat echter nog bet nadeel, dat de inkomsten uit kapitaal veel zwaarder getroffen zonden wor den. Van de hardheid dat ook pensioenen en lijfrenten in dit nadeel zouden deelen, spreken wij niet: het ware gemakkelijk dit te verhel pen door de bepalingwelke ook door de Groningsche gedep. staten aan de gemeente besturen hunner provincie aanbevolen, doch van welke men te Goes afgeweken is, dat inkomsten van dezen aard behooren zouden onder die, welke slechts voor 3/4 aangeslagen worden. Wanneer wij al deze voor- en nadeelen tegen elkander opwegen, dan komt het ons voor, dat eene verandering in den geest van het Goesche stelsel noch voor de gemeentekas, noch voor de inwoners van Middelburg wenschelijk kan grenspaal gezeten, terwijl men de paarden voor de diligence spande, keek hij van verre, den kant van de Maas uit, naar die groene aarde welke zich tegen den horizont afteekende en die Belgisch grondgebied was. Daar achter, zei hij bij zichzelf, ligt Duitsch- land, daar ginds! De avond daalde. Op het plein, in de verte; sloegen de Fransche soldaten de taptoe, met ver dubbelde kracht, opdat hun geroffel de vreemde ooren, aan den anderen oever, zou kunnen bereiken. Het was schoon weder. In de lucht, aan den kant der hooge grijze vesting, dansten de muggen in de schemering van een Augustus-avond. En Malapeyre dacht met een diepe neerslachtigheid die hij, zijns ondanks, niet kon verzetten: Nog eenige schreden, en het is Frankrijk niet meerZal ik het land ooit terugzien Fougerel tikte hem eensklaps op den schouder. De diligence was ingespannen. De conducteur riep de reizigers. Men vertrok. Op de trede leunende, had Malapeyre een duizeling. Hij zakte ineen. Maar toen hij in de diligence een Belgische officieren-uniform gewaar werd, richtte hij zich op door een soort van militaire eigenliefde en opdat een vreemdeling zijn zwakte niet zou zien. Het baatte hem evenwel niet, de ongesteldheid was hem te machtig. To Aken wilde Fougerel dat zijn vriend eenige rust zou nemenMalapeyre weigerde het; maar te Kenlen moesten zij stilhouden, in weerwil van de geestkracht en den vasten wil van Malapeyre, die de reis wilde voortzetten. De on«

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1877 | | pagina 1