N®. 305,
12O6 Jaargang.
1877.
Donderdag
27 December.
TT
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco f 3,50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Gent.
Advertentiên 20 Cent per regel.
Geboorte- Trouw- Doodberichten enz.van'fl—7 regels f 1,50
iedere regel meer t 0,20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte;
Hoofdagent voor België en Frankrijk: de firma Havas, Laïfite G°. te Brussel en Parijs.
Zij die zich vóór 1 Januari 1878
op deze courant abonneeren, ontvangen
de nog in dit kwartaal verschijnende
nommers gratis.
Middelburg, 26 December,
Spoorwëg-dieverijen-.
ofottgml m J$Ma$£3p.
Benoemingen en besluiten,
Kunstnieuw
Marine en leger.
Rechtzaken.
Land bouw.
r i L'
fgTfc.
De Staats courant van 25 dezer bevat de wetten
van den 9en dezer, houdende: vaststelling der
begrooting van uitgaven voor de algemeene lands
drukkerij voor het dienstjaar 1878 (Staatsbl. n°
204); goedkeuring der dading met de gezamenlijke
eigenaren der goederen, afkomstig van de voor
malige ambachtsheerlijkheid Wolf aartsdijk, over
den eigendom van grond en water in eb voor
den Schengepolder (Staatsbl. n° 218), eD tot nadere
tijdelijke voorziening omtrent het Nederlandsehe
muntwezen (Staatsbl. n° 215).
In de Staats-courant van gisteren is opgenomen
het aan den minister van binnenlandsche zaken
uitgebracht verslag der commissie van 1 Augustus
1877 tot 1 Augustus 1878 belast met het afnemen
der geneeskundige en tandmeesters examens, vol
gens art. 5 der wet van 1 Juni 1865 (Staatsblad
n° 59), gewijzigd bij de wet van 8 Juli 1874
(Staatsblad n° 97) en volgens art. 3 der wet van
24 Juni 1876 (Staatsblad n° 117).
De Standaard laat zich, na verklaard te hebben
dat haar partij niet kan medewerken om de
oud-ministers Heemskerk, van Lijnden, van Goltstein
of van der Heim te doen verkiezen, ovsr de can
didaturen bij de aanstaande verkiezingen voor zes
nieuwe leden der tweede kamer, aldus uit:
„Als candidaten onzerzijds zouden Wolfaers (en
niet Groen's bestrijder Pompe van Meerder voort)
voor Goes Lohman voor ZevenbergenSchimmel-
penninek van der Oye voor HilvergumWijnmalen
voor Rotterdam; Gratama voor Winschoten en
van Lennep voor Amsterdam, allicht een stel
opleveren, waarover te denken viel."
Men schrijft uit Goes aan dë N. Rott. Ct.
„De dieverijen op de spoorwegen hebben nog
geen einde. Niettegenstaande de ministerieeie
FEXJILLETOM.
5.
Uit les belles folies san
Jules Clarïtie.
Vtrvolg.)
Het is er ook een, antwoordde de kapitein.
Er is in mij iets gestorven dat gisteren nog leefde
een vertrouwen, een hoop, een vreugde Gij
weet immer» wel wat?
Ik weet het, zei Malapeyre.
De bediende van het café de la Ville stond dien
avond verstomd toen hij, de twee glaasjes op een
blaadje aan de kapiteins presenteerende, Fougerel
hoorde zeggen:
„Ik zal er niet van gebruiken," en Malapeyre
er bijvoegen - „Ik ook niet, neem het weer mee."
Moet ik dan het karafje laten staan? vroeg
hij terwijl hij het fleschje brandewijn bij den
hals opnam.
Neen, niets.
Blijkbaar was er iets gebroken in het leven der
twee kapiteins. Het was het onderwerp van meer
dan éen gesprek, en de habitués van het café
beweerden, doch zonder grond, dat zij na hun
halve soldij te hebben verpand, die door Blechte
waarschuwing om vooral goed in te pakken be
hoorlijk was in acht g»nomen, vermiste eene rei
zigster van hier naar den Haag, in de vorige week,
een paar oorbellen, eene broche, eenige stukken
zeep, enz. Het schijnt wel, dat het moeielijk gaat
de daders uit te vinden, want nog zeer onlangs
is van een dergelijken diefstal bij de politie aan
gifte gedaan, maar men vernam niets meer daarvan
en, zooals uit bovenstaand feit blijkt, de veiligheid
is nog niet toegenomen."
Uit een mand, op 3 December verzonden per
spoortrein van Hillegom (station Veenenburg) naar
Kampen, zijn ontvreemd: 2 muntbiljetten van
10; 2 coupons 4 pet. N. W. schuld, verschenen
1 Oct. 1877 no. 13247 F. 8 en 1322Ö F'. 8, ieder
groot 1.98 én eenig zilvergeld.
De officier van justitie te Haarlem verzoekt
opsporing en bericht.
Te Amsterdam is een instelling, die in den
korten tijd van haar bestaan niet alleen bewees
dat zij volkomen aan haar doel beantwoordt, maar
bovendien om de uitstekende inrichting en de
voortreffelijkheid der zaak, welke zij dient, alge
meen zooveel sympathie vond, dat ieder zich
scheen te beijveren om haar zijn belangstelling
te doen blijken
Het is de „Wassenaer," waarvan wij spreken;
het schip bestemd tot opleiding van jongens tot
matrozen en onderofficieren voor de marine.
Thans is ook te Rotterdam een schip met dat
doel gestationeerd, de Anna Paulowna.
Ofschoon de Anna Paulowna nog maar zeer
kölrten tijd te Rotterdam is gestationeerd, en toch
al 250 jongens aan boord heeft, is alles reeds in
orde. De cursus duurt twee jaren en is gesplitst
in vier afdeelingen. Aan 't hoofd van elke afdeeling
staat een officier, bijgestaan door een hulponder
wijzer voor 't schoolonderwijs en dooreen bootsman
voor 't practiseh onderricht. De kuil is ingericht
tot school en door gordijnen in vier klassen afge
deeld het onderwijs is 't gewoon lager, bij sommige
gedeelten met inachtneming van 't aanstaand beroep
der jongens. In 't begin kende 20 pet. der jongens
niets, en 10 pet. kon nauwelijks den naam teeke
nen sedert is dit beter, maar toch zijn er genoeg,
die nog moeten beginnen met lezen en schrijven;
sommigen leerden dit in acht maanden. Het
schoolonderwijs duurt niet langer dan anderhalf
uur achtereen en wordt dan afgewisseld met
practische oefeningen in 't want, met geweer, met
de batterij, terwijl ook iederen dag gymnastiek
wordt onderwezen. Dit geschiedt gedeeltelijk tus-
schendeks, gedeeltelijk op dek.
Na den eersten schooltijd gaan de jongens
schaften, hierop volgen weder lessen tot 5J uur,
dan volgt het avondeten, „theewater" genaamd, en
geldbelegging hadden verloren. Arme liedenEven
wel, mgp moet het erkennen, deze nieuwe bezui
nigingen in hun levensmanier deden in niet éen
opzicht afbreuk aan het ontzag voor de oude
officieren. Men sprak er te Vernon slechts over
om den tijd te dooden, zooals men zegt. Wat hun
betreft, van dat oogenblik af, traden zij, in het
café de la Villeuit de rol van verbruikers bijna
in die van toeschouwers, terwijl zij de partijen
biljard, domino of schaak volgden en de slagen
beoordeelden. Hun oordeel gold als wet.
Zij schepten er vermaak in, in den schaakwed
strijd de verflauwde aandoeningen en als het ware
de spooksels der veldslagen van voorheen, terug
te vinden. Jaren gingen aldus voorbij. De matig
heid der kapiteins was buitengewoon geworden.
Fougerel rookte niet meer; zelden en slechts op
feestdagen haakte hij een pijp van het rek los,
stopte haar, ademde langzaam voor het venster
den geur, dien hij zoo lekker vond, in en hing
dan de pijp weer op haar plaats, even als een
ongebruikt wapen. Wat Malapeyre betreft, hij
nam de volstrektste onthouding in acht en zou
zich gaarne vergenoegd hebben met niets dan
water te drinken.
Dit plotselinge zuinigheids-systeem had een reden
en ieder van hen beide giste instinctmatig de
drijfveer die de gedragslijn, van zijn vriend be
stuurde, maar geen van beide zinspeelde er zelfs in
het voorbijgaan op. Zij hadden door in zulk een
innige vertrouwelijkheid te leven dezelfde zorgen,
dezelfde gedachten gemeen. Zij begrepen elkaar
ais dat afgeloopen is, mogen de jongens anderhalf
uur spelen en lezen, 's Nachts wordt negen keer
de ronde gedaan. Een beter leerschool voor zin
delijkheid, gehoorzaamheid, ontwikkeling naar
lichaam en geest is voor dergelijke jongens niet
te bedenken.
Het geheele schip is uitmuntend geventileerd,
terwijl ook voor verwarming goed is gezorgd.
Maandag morgen werd de Anna Paulowna
bezichtigd door den burgemeester en de wethouders
en nog eenige autoriteiten. Allergunstigst was de
indruk, dien zij allen ontvingen, en de burgemeester
gaf dien indruk in e8n hartelijke toespraak tot
de jongens lucht. (N. R. Ct.)
In het Paleis voor Volksvlijt werd Maandag jl.
het Nederlandsche schoolmuseum geopend.
De heer van Otterloo, voorzitter van het oprich-
tingscomitó, wees in zijne toespraak op het gewicht
dezer gebeurtenis, niet alleen voor het onderwijs,
maar voor 't algemeen belang onzer nationale
ontwikkeling. Een dergelijk museum toch is een
uitmuntend middel om door aanschouwing te leeren
wat het beste, het doelmatigste, het meest practische
is, om als hulpmiddelen bij het onderwijs te worden
gebezigd. Het is een onzijdig terrein, waarop allen
die in het belang van welk onderwijs ook, open
baar, bijzonder of kerkelijk, naar het beste zoeken,
zich op de hoogte kunnen stellen van hetgeen
de nij verheid binnen- en buiten'alands heeft geleerd.
Het museum is nog in wording, doch bevat thans
reeds de vijf volgende afdeelingen:
1? afd. a schoollokalen b schoolmeubelen.
2e afd. (Leermiddelen), a Voorbereidend onder
wijs, b leesonderwijs, e schrijfonderwijs, d reken
onderwijs,® taalonderwijs, f geschiedenis, g aardrijks
kunde, h wiskunde, i kennis der natuurkunde,
l scheikunde, m werktuigkunde, n zang-en muziek
onderwijs, o teekenonderwijs.
3e afd. (Bijzondere takken van onderwijs), a On
derwijs voor blinden.
4eafd. (Voorwerpen door leerlingen vervaardigd).
a Voorbereidend onderwijs.
5" afd. (Leerboeken). Appendix. Tentoonstelling
van de schoolboard van Londen.
BELismGEM. Benoemd jhr. H. C. van Panhuys,
thans ontvanger der directe belastingen en accijn-
sen te Blokzijl c. a., tot ontvanger derzelfde
middelen te Heerenveen c. a.
leger. Op verzoek op pensioen gesteld, ten
bedrage van f 1800 'sjaars, de luitenant-kolonel
der infanterie op nonactiviteit A. C. J. de Favauge.
soms zonder een woord te spreken, met een gebaar
of een blik. Het samenwonen en oprechte genegen
heid leveren dikwijls zulke resultaten op.
De gedachte wordt in tweeën gedeeld, of liever
de twee gedachten worden éen; eenzelfde geest
bezielt twee lichamen. Fougerel en Malapeyre
repten geen woord van hun plannen, maar ieder
hunner kende ze geheel en volkomen, terwijl hij
zijn vriend er dankbaar voor was dat hij er het
geheim niet van zocht te doorgronden.
Het was als een idéé fixe dat die beide mannen
als om strijd koesterden, een van die idéés die
alles in een leven innemen en den mensch soms
tot voorwendsel dienen om te blijven leven, een
vast idéé, zoealg die van wereldontdekkers, een
verheven en toch dwaas idée. Ieder hunner had
voor zichzelf besloten, om zonder aarzelen, als hij
kon, naar Potsdam te gaan en daar het vaandel
van het le regiment der grenadiers van de garde,
dat aldus aan de blikken der nieuwsgierigen was
blootgesteld God weet hoete verscheuren,
af te rukken te verbranden, te stelen, te vernie
tigen.
Dat idée, misschien onuitvoerbaar en zeker vreemd,
was in hetzelfde oogenblik bij beide opgekomen,
sedert den dag waarop zij hadden vernomen dat
het vaandel, 'twelk zjj door hun handen gered
waanden, den vijand tot zegeteeken diende. Geen
macht ter wereld voorzeker zou hen van deze
onderneming doen afzien of er hun de onmogelijk
heid van bewijzen. Zij beschouwden dit avontuur
als hun plicht. Hun geweten schreef hun dit strikt,
O,
Naar wij vernemen zal den 10,a Januari a. in
den schouwburg alhier eene voorstelling plaats
hebben door een Fransch tooneelgezelschap van
den heer Fabien, bestaande uit een tiental heeren
en dames, „van de voornaamste theaters van
Parijs." Het op te voeren stuk heet Rubens,
ou les Maitres Flamands, piece historique in
4 bedrijven, van den heer Hyacinthe Kirsch. Het
heeft in de verschillende Belgische steden waar
het is opgevoerd, naar het schijnt, veel bijval
ingeoogst. Het is niet alleen een historisch stuk,
maar moet tevens een amusant blijspel wezen. Als
voorstuk zal gegeven worden Le Tottersall brule,
blijspel in éen bedrijf van Th. Barrière.
De luitenant ter zee le klasse G. Doormail,
behoorende tot de rol van Zr. Ms. wachtschip te
Amsterdam en belast met het bevel over het
riviervaartuig Isala, wordt met den laatsten dezer
op nonactiviteit gesteld.
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch, uitspraak
doende in het hooger beroep, ingesteld door de
heeren Mottn en Sweens tegen het vonnis van de
rechtbank te Roermond, waarbij de processie van
de kapel ia 't Zand van 22 Augustus in strijd
werd verklaard met de bestaande wetten en re
glementen, hééft het vonnis des eersten rechters
bevestigd en de appellanten veroordeeld in de
kosten van het hooger beroep.
Schonwen-Duiveland, 22 December 1877.
Al moge het waar wezen, - en dat zal 't wel,
dat het onmogelijk zou zijn de eindelooze reeks
van schoone en goede dingen, door kapitaal en
arbeid in den loop der eeuwen tot stand gekomen,'
het oog van onzen geest te doen voorbij trekken,
het is even waar dat men eerst in onze dagen,
op elk gebied, meer en meer de kracht leert ken
nen en waardeeren, die van deze twee nitgaat.
Geen wonder dan ook, dat de heer Marlet, in
zijne voordracht, heden te Zierikzee gehouden,
het kapitaal in den landbouw besprak, want wat
is de rijkste bodem, zonder kapitaal en zonder
arbeid? De landbouwer ik heb daarop reeds
vroeger gewezen, zei hij, is plantenfabrikant.
Hij moet, dit heeft hij met elk ander fabrikant
bepaald bevél voor. „Waartoe zou een soldaat
dienendachten de beide kapiteins, als hij aldns
zijn vaandel in den vreemde liet?"
Daarenboven, zelfs uit een egoistisch oogpunt
moest de onderneming beproefd worden. Sinds
zij wisten dat hun laatste daad van trouw, hnn
opoffering, hun heilige toorn nutteloos waren
geweest, waren zij inderdaad somber geworden,
half gedrukt, half verstoord; zij sliepen slecht,
hielden niet meer van de wandelingen van voorheen,
van het gezellig gekeuvel van het rustig leven
der kleine stad; zij waren integendeel onrustig en
ontevreden evenals alle learnssen wien de werke
lijkhoid onbarmhartig de vleugelen heeft gebroken.
Van de hoogte hunner illusien op aarde neerge
stort, hadden zij een onweerstaanbaar verlangen
om weer tot hun droom op te klimmem. Het
moest voor hun rustvoor hun geluk, zoowel als
voor hun plicht.
Éen zaak hield hen in Normandië terug, de
moeilijke geldquacstieeen reis naar Pruisen was
in dien tijd duur en de gewezen krijgslieden waren
niet bemiddeld. Om die reden was het dus dat bei
den, zonder er iets van te zeggen, zachtjes aan op
hunne genoegens, op hunne geliefkoosde gewoonten,
die bezuinigingen hadden toegepast die hen met
der tijd in staat zouden stellen de diligence-reis
van Vernon naar Parijs, van Parijs naar de grenzen,
van de grenzen naar Potsdam te betalen. Jaren
gingen aldus voorbij in het najagen van dezelfdfi
aandoenlijk heldhaftige hersenschim. Stuiver voor
stuiver, evenals alle armen doen, legden de